Page 146 of 367

Wat het betekent Wat te doen
geelALGEMENE STORINGSMELDING
(Versies met multifunctioneel display)
Het lampje gaat onder de volgende
omstandigheden branden:
❒Als de brandstofnoodschakelaar in werking
treedt
❒Storing in de verlichting (mistachterlichten,
richtingaanwijzers, remlichten,
kentekenplaatverlichting, stadslichten,
dagverlichting, automatisme grootlicht
koplampen, richtingaanwijzers aanhanger,
stadslichten aanhanger)De storing kan de volgende oorzaken hebben:
een of meer lampen doorgebrand, de
betreffende zekering(en) doorgebrand of
elektrische verbinding onderbroken.
❒Storing waarschuwingslampje airbag (lampje
algemene storing knippert)In dergelijke gevallen kan het lampje mogelijk
geen storingen in de veiligheidssystemen
aangeven. Laat het systeem controleren door
het Fiat Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
❒Storing regensensor
❒Storing sensor dieselfilter
❒Storing aankoppeling aanhanger
❒Storing audiosysteem
❒Storing motoroliedruksensor
❒Storing parkeersensor.Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk om de storing te laten
verhelpen.
142
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 147 of 367

Wat het betekent Wat te doen
geelDPF (ROETFILTER) WORDT
SCHOONGEMAAKT
(voor bepaalde versies/markten)
Als de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden. Na enkele
seconden moet het doven.
Het lampje gaat continu branden om de bestuurder
te waarschuwen dat het DPF-systeem bezig is met
het verwijderen van de opgehoopte vervuilende
deeltjes (roet) middels regeneratie.
Wanneer het lampje gaat branden, verschijnt er
een speciaal bericht op het display (voor bepaalde
versies/markten).Het lampje zal niet bij elk DPF-regeneratieproces
branden, maar alleen als de rijomstandigheden
van die aard zijn dat de bestuurder hiervan op
de hoogte zou moeten zijn. Het lampje dooft
wanneer met het voertuig wordt gereden tot het
regeneratieproces is afgerond. Een
regeneratieproces duurt gemiddeld 15 minuten.
De optimale condities voor afronding van het
regeneratieproces worden bereikt door een
continue rijsnelheid van 60 km/h aan te houden
met een toerental boven 2000 tpm. Als dit
lampje gaat branden, wijst dit niet op een
storing waarvoor het voertuig naar een
werkplaats moet worden gebracht.
25)
98)
143
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 148 of 367
Wat het betekent Wat te doen
geelStoring ESC-ASR systeem/TRACTION PLUS
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht
op het display.
Het lampje gaat tijdens het rijden knipperen om aan
te geven dat het ESC systeem in werking is
getreden.Als het lampje niet uit gaat, of tijdens het rijden
blijft branden, contact opnemen met het Fiat
Servicenetwerk.
Storing Hill Holdersysteem
Het lampje gaat branden als het Hill Holdersysteem
defect is.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht
op het display.Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
geelVERSLETEN REMBLOKKEN
Het lampje gaat branden wanneer de remblokken
voor of achter versleten zijn.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht
op het display.Laat de remblokken zo snel mogelijk vervangen.
144
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 150 of 367

Wat het betekent Wat te doen
geelTPMS
Storing TPMS
Het lampje gaat branden wanneer er een storing in
het TPMS wordt gedetecteerd.Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
Lage bandenspanning
Het waarschuwingslampje gaat branden om aan te
geven dat de bandenspanning lager is dan de
aanbevolen waarde en/of dat de band langzaam
spanning verliest. Onder deze omstandigheden
kunnen de optimale levensduur van de banden en
het brandstofverbruik niet gegarandeerd worden.
BELANGRIJK
23) Als het waarschuwingslampjeniet gaat branden of permanent blijft branden als de contactsleutel naar MAR
wordt gedraaid of gaat knipperen tijdens het rijden (bij sommige versies verschijnt er ook een bericht op het display),
zo snel mogelijk contact opnemen met het Fiat Servicenetwerk.
24) De aanwezigheid van water in het brandstoftoevoercircuit kan leiden tot ernstige beschadiging van het
inspuitsysteem en onregelmatige werking van de motor. Als het lampje
gaat branden (bij bepaalde versies
verschijnt er ook een bericht op het display), neem dan zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk om
de condens te laten aftappen. Als het lampje onmiddellijk na het tanken gaat branden, kan het zijn dat er tijdens
het tanken water in de tank terecht is gekomen: zet de motor onmiddellijk uit en neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
25) Tijdens de regeneratie kan de ventilator worden ingeschakeld.
146
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 151 of 367

BELANGRIJK
98) Rijd altijd met een snelheid die is afgestemd op de verkeerssituatie, de weersomstandigheden en de
wegenverkeerswetgeving. De motor afzetten terwijl het DPF lampje brandt is toegestaan, maar het meermaals
onderbreken van het regeneratieproces kan leiden tot voortijdig kwaliteitsverlies van de motorolie. Daarom wordt
aanbevolen altijd te wachten tot het lampje is gedoofd alvorens de motor af te zetten, zoals hierboven is beschreven.
Het wordt sterk afgeraden de DPF-generatie bij stilstaand voertuig te voltooien.
Wat het betekent Wat te doen
groenDIMLICHT
Het lampje gaat branden wanneer het dimlicht
wordt ingeschakeld.
FOLLOW ME HOME
Dit lampje gaat branden (en er verschijnt ook een
bericht op het display) wanneer deze functie in
gebruik is (zie de paragraaf “Follow me home” in "
Buitenverlichting"in het hoofdstuk "Kennismaking
met het voertuig").
groenLINKER RICHTINGAANWIJZER
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omlaag wordt gezet of,
samen met de rechter richtingaanwijzer, wanneer
de drukknop voor de alarmknipperlichten wordt
ingedrukt.
147
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 152 of 367
Wat het betekent Wat te doen
groenRECHTER RICHTINGAANWIJZER
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omhoog wordt verplaatst
of, samen met de linker richtingaanwijzer,
wanneer de drukknop voor de
alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
groenMISTLAMPEN VOOR
Het lampje gaat branden wanneer de mistlampen
voor worden ingeschakeld.
groenCRUISE-CONTROL
(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel naar de stand MAR
wordt gedraaid, gaat het digitale
waarschuwingslampje branden, maar als de
cruise-control is uitgeschakeld moet het enkele
seconden later uitgaan.
Het lampje op het display gaat branden als de
draaischakelaar van de cruise-control op ON
wordt gedraaid of
, afhankelijk van de versie.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal
bericht op het display.
148
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 153 of 367
Wat het betekent Wat te doen
groenSNELHEIDSBEGRENZER
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje op het bedieningspaneel gaat
branden wanneer de functie ingeschakeld wordt.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal
bericht op het display.
blauwAUTOMATISCH GROOTLICHT
Dit lampje gaat branden wanneer het grootlicht
automatisch wordt ingeschakeld.
Wat het betekent Wat te doen
blauwGROOTLICHT
Het lampje gaan branden wanneer het grootlicht
wordt ingeschakeld.
149
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 154 of 367
Berichten op het display
Wat het betekent Wat te doen
STORING BUITENLICHTEN
(Versies met herconfigureerbaar multifunctioneel
display)
Het symbool wordt weergegeven wanneer er een
storing in een van de volgende lichten wordt
gedetecteerd:
❒richtingaanwijzers
❒mistachterlichten
❒remlichten
❒stadslicht
❒dagverlichting
❒kentekenverlichting
❒achteruitrijlichten
❒automatisme grootlicht koplampen
❒stadslichten aanhanger
❒richtingaanwijzers aanhanger.De storing kan de volgende oorzaken hebben:
een of meer lampen doorgebrand, de betreffende
zekering(en) doorgebrand of elektrische
verbinding onderbroken.
STORING REMLICHTEN
(Versies met herconfigureerbaar multifunctioneel
display)
Het symbool verschijnt wanneer er een defect in
de remlichten wordt gedetecteerd.De storing kan de volgende oorzaken hebben:
een of meer lampen doorgebrand, de zekering is
doorgebrand of de elektrische verbinding is
onderbroken.
150
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL