Airbags
105
5
VEILIGHEID
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP05_SECURITE_ED01-2014
ALGEMENE INFORMATIE OVER AIRBAGS
De airbags zijn speciaal ontworpen voor een
betere veiligheid van de inzittenden bij een
ernstige aanrijding: ze vormen een aanvulling
op de werking van de veiligheidsgordels met
gordelkrachtbegrenzers.
De elektronische schoksensoren registreren
een plotselinge vertraging van de auto:
- bij een zware aanrijding worden de airbags onmiddellijk opgeblazen om de inzittenden
van de auto optimaal te beschermen.
Direct na de aanrijding lopen de airbags
snel leeg om het zicht niet te beperken
en ervoor te zorgen dat de inzittenden de
auto ongehinderd kunnen verlaten,
- bij een lichte aanrijding, bij een aanrijding van achteren en in bepaalde gevallen
als de auto over de kop slaat, worden de airbags niet opgeblazen; in deze gevallen
biedt de veiligheidsgordel voldoende
bescherming.
De airbags werken alleen als het contact
aan is. Airbags voor
Deze zijn voor de bestuurder in het midden
van het stuurwiel en voor de passagier in het
dashboard aangebracht. Ze worden bij een
aanrijding beide geactiveerd, behalve als de
airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld.
Het afgaan van de airbag(s)
gaat gepaard met een lichte
rookontwikkeling en een knal; dit wordt
veroorzaakt door de activering van de
pyrotechnische lading van het systeem.
Het bij het afgaan van de airbags
ontsnappende gas is onschadelijk, maar
kan irriterend zijn voor mensen die hiervoor
gevoelig zijn.
De knal die bij het afgaan wordt
geproduceerd, kan het gehoor gedurende
een korte periode enigszins verminderen. Storing
Als dit verklikkerlampje gaat
branden, laat het systeem dan
controleren door het CITROËN-
netwerk.
Airbags
106
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP05_SECURITE_ED01-2014
Uitschakelen van de airbag voor aan passagierszijde
In de stand "OFF" werkt de airbag voor aan
passagierszijde bij een eventuele aanrijding niet.
Als u het kinderzitje hebt verwijderd, selecteer
dan "ON" om de airbag opnieuw in te schakelen
en zo de veiligheid van uw passagier te
garanderen. Zij-airbags en window-airbags
De zij-airbags (volgens uitvoering) zijn aan
de zijde van de portieren in de rugleuningen
van de voorstoelen aangebracht.
De window-airbags zijn aangebracht in
de stijlen en in de hemelbekleding bij de
voorste zitplaatsen van de cabine.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen
de voorpassagier en de zijruit.
De zij- en window-airbags worden
opgeblazen aan de zijde waar de aanrijding
plaatsvindt.
Schakel voor de veiligheid van uw kind
de airbag voor aan passagierszijde
altijd uit als u een kinderzitje met de rug in
de rijrichting op de voorstoel plaatst. Anders
kan een kind bij het opblazen van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken.
Plaats als de passagiersairbag van uw
auto niet kan worden uitgeschakeld geen
kinderzitje met de rug in de rijrichting op de
voorstoel. Controle uitschakeling
Als de airbag is uitgeschakeld,
gaat elke keer dat de motor
wordt gestart dit verklikkerlampje
branden in combinatie met een
melding op het display.
Storing Neem als dit verklikkerlampje
gaat branden contact op met
het CITROËN-netwerk om het
systeem te laten controleren.
Zie de rubriek "Technologie aan boord -
Configuratie van de auto".
Deze functie kan met de toets
MODE
worden geconfigureerd; selecteer "OFF" in
het menu "Airbag passagierszijde".
Airbags
107
5
VEILIGHEID
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP05_SECURITE_ED01-2014
Gebruiksvoorschrift
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften voor een
maximale effectiviteit van de airbags
(volgens uitvoering):
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop te zitten.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...).
Dit kan de goede werking van de airbag
belemmeren en/of de inzittende bij het
opblazen van de airbag verwonden.
Werkzaamheden aan airbagsystemen
mogen alleen door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats worden
uitgevoerd.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.
Airbags voor
Houd het stuurwiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
Laat aan passagierszijde uw voeten niet op
het dashboard rusten.
Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te
vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen
gaten in de stuurwielbekleding en sla er
niet op.
Zij-airbags
Bedek de stoelen alleen met goedgekeurde
stoelhoezen die het opblazen van de
zij-airbags niet hinderen. Neem contact
op met het CITROËN-netwerk voor meer
informatie over het gamma van voor uw auto
geschikte stoelhoezen.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de
stoelen, dit zou bij het opblazen van de
zij-airbags kunnen leiden tot verwondingen
aan armen of middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de stijlen of op de
hemelbekleding, dit zou bij het afgaan
van de window-airbags kunnen leiden tot
hoofdletsel.
Schroef nooit de handgrepen van het dak
los; deze maken deel uit van de bevestiging
van de window-airbags.
Kinderen aan boord
108
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP05_SECURITE_ED01-2014
ALGEMENE INFORMATIE MET BETREKKING TOT KINDERZITJES
Hoewel CITROËN bij het ontwerp van uw
auto veel aandacht heeft besteed aan
veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen,
is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk
van uzelf.
Volg voor een optimale veiligheid de
volgende adviezen op:
- kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner dan 1,50 meter dienen in goedgekeurde,
aan het lichaamsgewicht aangepaste
kinderzitjes op met veiligheidsgordels
of ISOFIX-bevestigingen uitgeruste
plaatsen te worden vervoerd,
- de veiligste plaats voor het vervoeren van een kind is volgens de statistieken
een plaats op de achterbank van
uw auto,
- kinderen tot 9 kg moeten zowel voor- als achterin met de rug in de rijrichting
worden vervoerd,
- een kind mag nooit op de schoot van een passagier worden vervoerd.
Bevestiging van een kinderzitje voorin
"Met de rug in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met
de rug in de rijrichting op de
passagiersstoel vóór wordt
geplaatst, moet de airbag vóór aan
passagierszijde zijn uitgeschakeld. Anders
kan het kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken. "Met het gezicht in de
rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met
het gezicht in de rijrichting
op de passagiersstoel vóór
wordt geplaatst, mag de airbag vóór aan
passagierszijde niet worden uitgeschakeld.
CITROËN beveelt u aan kinderen op de
achterzitplaatsen van uw auto te vervoeren:
- met de rug in de rijrichting tot 3 jaar,
- met het gezicht in de rijrichting vanaf 3 jaar.
De procedure voor kinderzitjes en de
functie uitschakelen van de airbag vóór
aan passagierszijde zijn gelijk voor het hele
CITROËN-gamma.
Als de airbag vóór aan passagierszijde niet
kan worden uitgeschakeld, is het absoluut
verboden een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" op de zitplaatsen voor te bevestigen.
Kinderen aan boord
109
5
VEILIGHEID
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP05_SECURITE_ED01-2014
UITSCHAKELEN VAN DE AIRBAG VOOR AAN PASSAGIERSZIJDE
De regels voor het vervoeren van
kinderen zijn per land verschillend.
Raadpleeg hiervoor de wetgeving in uw land.
Raadpleeg de lijst met de voor uw land
goedgekeurde kinderzitjes. De aanwezigheid
van ISOFIX-bevestigingen, achterzitplaatsen
en een (uitschakelbare) passagiersairbag is
afhankelijk van de uitvoering.
Bevestigen van een kinderzitje achterin
"Rug in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met
de rug in de rijrichting" achterin
plaatst de voorstoel naar voren
en zet de rugleuning van de voorstoel
rechtop, zodat het kinderzitje de voorstoel
niet raakt.
"Gezicht in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met
het gezicht in de rijrichting"
achterin plaatst de voorstoel
naar voren en zet de rugleuning van de
voorstoel rechtop, zodat de benen van het
kind de voorstoel niet raken.
Controleer of de veiligheidsgordel goed
is aangetrokken.
Controleer bij kinderzitjes met een steun of
deze steun stabiel op de vloer staat. Verzet
indien nodig de voorstoel van de auto. Zie de rubriek "Veiligheid - Airbags".
Plaats nooit een kinderzitje "met de rug
in de rijrichting" op een zitplaats die door
een ingeschakelde airbag voor wordt beveiligd.
Het kind kan in dat geval bij het opblazen van
de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Op de aan beide zijden van de zonneklep
aan passagierszijde aangebrachte
waarschuwingssticker is dezelfde
waarschuwing vermeld. Conform de
regelgeving vindt u in de volgende
overzichten deze waarschuwing in alle
vereiste talen. Het uitschakelen van de airbag voor aan
passagierszijde (volgens uitvoering) moet
worden geconfigureerd met de toets
MODE .
Airbag passagierszijde OFF
AR
BG
НИКОГА НЕ инсталирайте детско столче на седалка с АКТИВИРАНА предна ВЪЗДУШНА ВЪЗГЛАВНИЦА. Това можеда причини
СМЪРТ или СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на детето.
CSNIKDY neumisťujte dětské zádržné zařízení orientované směrem dozadu na sedadlo chráněné AKTIVOVANÝM čelním AIRBAGEM. Hrozí
nebezpečí SMRTI DÍTĚTE nebo VÁŽNÉHO ZRANĚNÍ.
DABrug aldrig en bagudvendt barnestol på et sæde der er beskyttet af\
en aktiv airbag. Død eller alvorlig skade på barnet kan forekomme.
DEVerwenden Sie NIEMALS einen Kindersitz oder Babyschale gegen die Fahrtric\
htung bei AKTIVIERTEM Airbag, TOD oder ERNSTHAFTE
VERLETZUNGEN können die Folge sein.
ELΜη χρησιμοποιείτε ΠΟΤΕ παιδικό κάθισμα με την πλάτη του προς το εμπρός μέρος του αυτοκινήτου, σε μια θέση που προστατεύεται από
ΜΕΤΩΠΙΚΟ αερόσακο που είναι ΕΝΕΡΓΟΣ. Αυτό μπορεί να έχει σαν συνέπεια το ΘΑΝΑΤΟ ή το ΣΟΒΑΡΟ ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ του ΠΑΙΔΙΟΥ
ENNEVER use a rearward facing child restraint on a seat protected by an ACTIVE AIRBAG in front of it, DEATH or SERIOUS INJURY to the
CHILD can occur
ESNO INSTALAR NUNCA EL SISTEMA DE RETENCIÓN PARA NIÑOS DE ESPALDAS AL SENTIDO DE LA CIRCULACIÓN SOBRE UN
ASIENTO PROTEGIDO CON UN COJÍN INFLABLE FRONTAL ( AIRBAG ) ACTIVADO. ESTO PUEDE CAUSAR LA MUERTE DEL BEBE
O HERIRLO GRAVEMENTE.
ETÄrge kasutage kunagi lapse turvatooli seljaga sõidusuunas sõidu\
ki istmel mis on kaitstud AKTIVEERITUD TURVAPADJAGA. See võib
põhjustada lapsele RASKEID VIGASTUSI või SURMA.
FIÄLÄ KOSKAAN aseta lapsen turvaistuinta selkä ajosuuntaan istuim\
elle, jonka edessä suojana on käyttöön aktivoitu TURVATYYNY. Sen
laukeaminen voi aiheuttaa LAPSEN KUOLEMAN tai VAKAVAN LOUKKAANTUMISEN.
FRNE JAMAIS installer de système de retenue pour enfants faisant face v\
ers l’arrière sur un siège protégé par un COUSSIN GONFLAB\
LE
frontal ACTIVÉ.
Cela peut provoquer la MORT de l’ENFANT ou le BLESSER GRAVEMENT
Kinderen aan boord
11 0
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP05_SECURITE_ED01-2014
HRNIKADA ne postavljati dječju sjedalicu leđima u smjeru vožnje na sjedalo zaštićeno UKLJUČENIM prednjim ZRAČNIM JASTUKOM. To bi
moglo uzrokovati SMRT ili TEŠKU OZLJEDU djeteta.
HUSOHA ne használjon menetiránynak háttal beszerelt gyermekülést olyan ülésen, amely AKTIVÁLT ÁLLAPOTÚ (BEKAPCSOLT)
FRONTLÉGZSÁKKAL van védve. Ez a gyermek halálát vagy súlyos sérülését okozhatja.
ITNON installare MAI seggiolini per bambini posizionati in senso contrario\
a quello di marcia su un sedile protetto da un AIRBAG frontale
ATTIVATO. Ciò potrebbe provocare la MORTE o FERITE GRAVI al bambino.
LTNIEKADA neįrenkite vaiko prilaikymo priemonės su atgal atgręžtu vaiku ant sėdynės, kuri saugoma VEIKIANČIOS priekinės ORO
PAGALVĖS. Išsiskleidus oro pagalvei vaikas gali būti MIRTINAI arba SUNKIAI TRAUMUOTAS.
LVNAV PIEĻAUJAMS uzstādīt uz aizmuguri vērstu bērnu sēdeklīti priekšējā pasažiera vietā, kurā ir AKTIVIZĒTS priekšējais DROŠĪBAS
GAISA SPILVENS.
Tas var izraisīt BĒRNA NĀVI vai radīt NOPIETNUS IEVAINOJUMUS.
MTQatt m’ghandek thalli tifel/tifla marbut f’siggu dahru lejn l-Airbag attiva, ghaliex tista’ tikkawza korriment serju jew anke mewt lit-tifel/tifla
NLPlaats NOOIT een kinderzitje met de rug in de rijrichting op een zitplaats waarvan d\
e AIRBAG is INGESCHAKELD. Bij het afgaan van de
airbag kan het KIND ERNSTIG OF DODELIJK GEWOND raken.
NOInstaller ALDRI et barnesete med ryggen mot kjøreretningen i et sete som er bes\
kyttet med en frontal AKTIVERT KOLLISJONSPUTE,
BARNET risikerer å bli DREPT eller HARDT SKADET.
PLNIGDY nie instalować fotelika dziecięcego w pozycji "tyłem do kierunku jazdy"na siedzeniu wyposażonym w CZOŁOWĄ PODUSZKĘ
POWIETRZNĄ w stanie AKTYWNYM.W przeciwnym razie dziecko narażone będzie na ŚMIERĆ lub BARDZO POWAŻNE OBRAŻENIA
CIAŁA w momenicie wyzwolenia poduszki powietrznej
PTNUNCA instale um sistema de retenção para crianças de costas para a \
estrada, num banco protegido por um AIRBAG frontal ACTIVADO.
Esta instalação poderá provocar FERIMENTOS GRAVES ou a MORTE da CRIANÇA.
RONu instalati NICIODATA un sistem de retinere pentru copii, dispus cu spatele in directia de me\
rs, pe un loc din vehicul protejat cu AIRBAG
frontal ACTIVAT. Aceasta ar putea provoca MOARTEA COPILULUI sau RANIREA lui GRAVA.
RUВО ВСЕХ СЛУЧАЯХ ЗАПРЕЩАЕТСЯ использовать обращенное назад детское удерживающее устройство на сиденье,
защищенном ФУНКЦИОНИРУЮЩЕЙ ПОДУШКОЙ БЕЗОПАСНОСТИ, установленной перед этим сиденьем.
Это может привести к ГИБЕЛИ РЕБЕНКА или НАНЕСЕНИЮ ЕМУ СЕРЬЕЗНЫХ ТЕЛЕСНЫХ ПОВРЕЖДЕНИЙ
SKNIKDY nepoužívajte na prednom sedadle chránenom AKTÍVNYM AIRBAGOM detské zadržiavacie zariadenie umiestnené v proti smere
jazdy. Môže to spôsobiť SMRŤ, alebo VÁŽNE ZRANENIE DIEŤAŤA.
SLNIKOLI ne nameščajte otroškega sedeža s hrbtom v smeri vožnje, če je VARNOSTNA BLAZINA pred sprednjim sopotnikovim sedežem
AKTIVIRANA. Takšna namestitev lahko povzroči SMRT OTROKA ali HUDE POŠKODBE.
SRNIKADA ne koristite dečje sedište koje se okreće unazad na sedištu zaštićenim AKTIVNIM VAZDUŠNIM JASTUKOM ispred njega, jer
mogu nastupiti SMRT ili OZBILJNA POVREDA DETETA.
SVAnvänd ALDRIG en bakåtvänd barnstol i ett säte skyddat av en AKTIV AIRBAG framför det. Det kan orsaka ALLVARLIGA eller DÖDLIGA
skador på barnet.
TRKESİNLKLE HAVA YASTIĞI AKTİF olan ön koltuğa yüzü arkaya dönük bir çocuk koltuğu yerleştirmeyiniz. Bu ÇOCUĞUN ÖLMESİNE veya
ÇOK AĞIR YARALANMASINA sebep olabilir.
Kinderen aan boord
111
5
VEILIGHEID
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP05_SECURITE_ED01-2014
Kinderen aan boord
11 5
5
VEILIGHEID
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP05_SECURITE_ED01-2014
ADVIEZEN VOOR KINDERZITJES
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar in
geval van een botsing.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de autogordels of het tuigje
van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling
ten opzichte van het lichaam van het kind
zoveel mogelijk moet worden beperkt .
Zorg er bij het bevestigen van het
kinderzitje met de veiligheidsgordel voor
dat de veiligheidsgordel correct tegen het
kinderzitje is gespannen en dat de gordel
het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt.
Schuif de passagiersstoel, wanneer deze
versteld kan worden, indien nodig naar
voren.
Zorg er voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" voor dat
de afstand tussen de rugleuning van het zitje en de
rugleuning van de stoel van de auto zo klein mogelijk
is. Laat indien mogelijk de rugleuning van het zitje
tegen de rugleuning van de stoel aandrukken.
Verwijder de hoofdsteun alvorens een kinderzitje met
een rugleuning te plaatsen op een passagiersstoel.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te voorkomen
dat de hoofdsteun door de auto vliegt bij krachtig
afremmen.
Plaats de hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is
verwijderd. Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de autogordel
moet over de schouder van het kind liggen
zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
CITROËN beveelt aan een stoelverhoger
met rugleuning te gebruiken voorzien
van een gordelgeleider ter hoogte van de
schouder.
Dubbele cabine
Plaats geen kinderzitjes, zitverhogers of
reiswiegen op de achterste zitplaatsen van
de cabine.
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot het
vervoer van kinderen op de passagiersstoel
vóór is per land verschillend. Raadpleeg de
in uw land geldende regelgeving.
Schakel de airbag aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
- het kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
- de voeten van het kind in het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting".
Schuif daartoe de voorstoel naar voren en
zet de rugleuning ervan, indien nodig, meer
rechtop. Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- geen kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de portieren per ongeluk worden
geopend.
Zorg ervoor dat de achterzijruiten niet verder
dan voor 1/3 deel worden geopend.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.