DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
F Zet de schakelaar A in de stand
"Bandenspanning".
F
Ro
l de zwarte slang H volledig
uit.
F
Sl
uit de zwarte slang aan op het ventiel
van de gerepareerde band. F
Sl
uit de stekker van de compressor weer
aan op de 12V-aansluiting in de auto.
F St art de motor opnieuw en laat de motor
draaien. F
Br
eng de band met behulp van de
compressor op de voorgeschreven
spanning (spanning verhogen:
schakelaar B in stand "I" ; spanning
verlagen: schakelaar B in stand "O"
en knop C indrukken), zoals vermeld
op de bandenspanningssticker in de
portieropening aan bestuurderszijde.
Al
s de bandenspanning sterk daalt, is het lek
niet goed gedicht; neem contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om u verder te helpen.
F
Ve
r wijder de set en berg deze op.
F
Ri
jd niet harder dan 80
k
m/h en niet verder
dan 200
k
m.
Ga zo snel mogelijk naar een
servicepunt van het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Vergeet niet de technicus te vertellen
dat u de set hebt gebruikt. Na nadere
inspectie kan de technicus u vertellen
of de band gerepareerd kan worden of
moet worden vervangen.
2. Op spanning brengen
251
DS5_nl_Chap09_verifications_ed01-2015
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie en andere vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn
bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en andere vloeistoffen
niet in het riool, in het water of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de daarvoor
bestemde containers bij het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Afgewerkte producten
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau wordt
aangegeven door het verklikkerlampje
Service in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
display van het instrumentenpaneel.
Onderhoud
257
DS5_nl_Chap09_verifications_ed01-2015
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje UREA branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 1500 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
300
k
m weergegeven zolang er geen additief
is bijgevuld.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het additief
AdBlue
® te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Raadpleeg de rubriek "Bijvullen". Actieradius tussen 600 en 2400 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje UREA in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 600 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30 seconden weergegeven zolang er geen
additief is bijgevuld.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het additief
AdBlue® te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Raadpleeg de rubriek "Bijvullen".
Als niet op tijd additief wordt bijgevuld, kan de
motor niet meer worden gestart. Actieradius tussen 0 en 600 km
Als het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje UREA in combinatie
met een geluidssignaal en de melding " Vul
brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd".
Het AdBlue
®-reservoir is leeg: het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem voorkomt
dat de motor opnieuw wordt gestart.
Storing in verband met een te laag AdBlue® -niveau
Om de motor weer opnieuw te kunnen
starten, raden wij u aan contact op te
nemen met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om de
benodigde hoeveelheid additief te laten
bijvullen. Als u zelf additief bijvult, moet
het reservoir met minimaal 3,8 liter
AdBlue
® worden gevuld.
Raadpleeg de rubriek "Bijvullen".
Onderhoud
DS5_nl_Chap09_verifications_ed01-2015
In het geval van een tijdelijke storing
verdwijnt de waarschuwing tijdens
de volgende rit na controle van de
zelfdiagnose van het SCR-systeem.
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd
als meer dan 1100 km is gereden
nadat de storing in het SCR-systeem
is gesignaleerd. Laat het systeem
zo snel mogelijk controleren door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
De verklikkerlampjes UREA, SERVICE en
zelfdiagnose motor gaan branden in combinatie
met een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven als de storing voor de eerste keer
wordt gesignaleerd en vervolgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen. Als een storing wordt gesignaleerd
Als een storing in het SCR-systeem is bevestigd
(nadat 50 km is gereden ter wijl de melding van de
storing permanent wordt weergegeven), gaan de
verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose motor
branden en knippert het verklikkerlampje UREA
in combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijvoorbeeld "Storing emissieregeling:
Starten geblokkeerd binnen 300 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog met de resterende
hoeveelheid additief kunt rijden.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30 seconden weergegeven zolang de storing in
het SCR-systeem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer worden
gestart. Tijdens de geautoriseerde rijfase
(tussen 1100 km en 0 km)
Als een storing in het SCR-systeem wordt gesignaleerd
259
DS5_nl_Chap09_verifications_ed01-2015
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose
motor branden en knippert het verklikkerlampje
UREA in combinatie met een geluidssignaal en
de melding "Storing emissieregeling: Starten
geblokkeerd". Starten geblokkeerd
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
U hebt de limiet van de geautoriseerde rijfase
overschreden: het startblokkerringssysteem
voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Bevriezing van het additief AdBlue®
Het additief AdBlue® bevriest bij
temperaturen lager dan ongeveer -11°C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het
AdBlue
®-reservoir waardoor u ook in
zeer koude omstandigheden kunt blijven
rijden.
Onderhoud
347
DS5_nl_Chap11c_SMEGplus_ed01-2015
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
Het lukt me niet om mijn
Bluetooth-telefoon te
koppelen. Het is mogelijk dat de Bluetooth-functie van de telefoon is
uitgeschakeld of dat uw telefoon niet zichtbaar is voor het systeem.
-
Co
ntroleer of de Bluetooth-functie van uw
telefoon is ingeschakeld.
-
Co
ntroleer bij de instellingen van uw telefoon
of deze op " Vind mij" staat.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het systeem. Op www.citroen.nl (services) kunt u bekijken of
uw mobiele telefoon compatibel is.
Het signaal van de
aangesloten Bluetooth-
telefoon is niet hoorbaar. Het geluid is afhankelijk van zowel het systeem als de telefoon. Verhoog het volume van de radio eventueel tot
het maximum en verhoog het geluidsniveau van
de telefoon indien nodig.
Het geluid wordt verstoord door omgevingsgeluiden. Beperk het omgevingsgeluid (ramen sluiten,
aanjager lager zetten, snelheid verminderen
e n z .) .
Sommige contacten
komen dubbel voor in de
lijst. Bij het synchroniseren worden de contacten op de simkaart en/
of die in het geheugen van de telefoon overgenomen. Als beide
geheugens worden gesynchroniseerd kan het voorkomen dat
sommige contacten dubbel worden overgenomen. Kies "Contacten van simkaart weergeven" of
"Contacten van telefoon weergeven".
De contacten worden niet
in alfabetische volgorde
weergegeven. Sommige telefoons hebben speciale weergave-opties. Afhankelijk
van de instellingen kunnen contacten in een bepaalde volgorde
worden overgenomen. Verander de instellingen voor de weergave van
contacten in de telefoon.
Het systeem ontvangt
geen SMS-berichten. De Bluetooth-functie stuurt geen SMS-berichten door naar het
systeem.
Telefoon
Audio en telematica
373
DS5_nl_Chap11d_RD5_ed01-2015
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
De CD wordt steeds
uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld door
de CD-speler. De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden
gelezen, bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die
niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de
autoradio wordt herkend. -
Controleer of de CD met de juiste zijde boven in de
speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan niet
worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is
gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk Audio.
- De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's
afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's is
onvoldoende om deze door de autoradio te laten
afspelen.
De CD-speler levert een
slechte geluidskwaliteit.
De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit.
Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg
ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, klankkleur) zijn niet op
de CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen
op 0, zonder een klankkleurte selecteren.
Het lukt niet om mijn
Bluetooth-telefoon te
koppelen. Mogelijk is de Bluetooth-functie van de telefoon uitgeschakeld of is
het toestel niet zichtbaar voor andere apparatuur.
-
Co
ntroleer of de Bluetooth-functie van uw
telefoon is ingeschakeld.
-
Co
ntroleer in de instellingen van de telefoon
of deze zichtbaar is voor alle apparaten.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het systeem. U kunt controleren of uw telefoon compatibel is
op www.citroen.nl (Services).
De Bluetooth-verbinding
wordt onderbroken. De batterijspanning van de randapparatuur is misschien te laag.
Laad de batterij van de randapparatuur op.
Audio en telematica
DS5_nl_Chap12_index-recherche_ed01-2015
Xenonlampen ................................................2 13
Zekeringen
...............................
.....................221
Zekeringentabel
...............................
.............221
Zekeringen vervangen
.................................. 2
21
Zekeringkast dashboard
............................... 2
21
Zekeringkast motorruimte
............................. 221
Zic
ht................................................................. 95
Zij-airbags
...............................
..............193, 19 4
Zijknipperlicht
................................................ 2
17
Zijspots
................
................................... 151, 217
Zijverlichting
.................................................. 1
51
Zuinig rijden
.................................................... 14
Veiligheidsgordels ..........................17 0, 18 8 -19 0
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
....... 16
4, 165, 169, 173 -175, 191
Ventilatie
............................................. 1
4, 89, 90
Ventilatieroosters
............................................ 89
V
ergrendeling van binnenuit
........................... 61
Ver
keersinformatie (TA)
........................ 30
3, 354
Verkeersinformatie (TMC)
............................ 302
V
erklikkerlampjes
.......................... 20
, 21, 23, 26
Verklikkerlampje SCR-systeem
...................... 3
0
Verklikkerlampje service
................................. 25
V
erklikkerlampje voorgloeien (diesel)
............ 21
V
erlichting
..................................................... 16
0
Versnellingsbak, automatische
........ 1
4, 108, 110, 121, 226, 253
Versnellingsbak, handgeschakeld
........... 1
4, 108, 109, 121, 253
Versnellingshendel
......................................... 14
V
erversen
...............................
.......................248
Verwarming
..................................................... 14
Vo
or stoelen
................................................ 7
2 -74
Updaten risicozones
.....................................
3
01
UREA
...............
.....................................
255, 256
Urgence-oproep
...............................
.....
183, 282
USB
........
.......................................................
314
USB-aansluiting
.............................. 8
5, 314, 358
USB-box
................
..........................................
85
USB-poort
..................................................... 3
14
Waarschuwingslampjes
......................
2
1, 24, 26
Wassen (adviezen) ................................ 141, 2 3 4
Webbrowser
...............................
...........
326, 327
Wiel demonteren
........................................... 20
8
Wiel monteren
............................................... 20
8
Wiel verwisselen
...............................
....
204, 205
Wifi-netwerkverbinding
................................. 32
8
Window-airbags
.................................... 19
3, 19 4