193
DS5_nl_Chap07_securite_ed01-2015
Zijairbags
Activering
De zijairbags worden aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij (B), loodrecht op de lengteas
van de auto en vanaf de buitenzijde richting de
binnenzijde van de auto.
De zijairbag wordt opgeblazen tussen de
inzittende voorin en het desbetreffende
portierpaneel. De zijairbags beschermen de bestuurder en
de voorpassagier bij een ernstige zijdelingse
aanrijding om de kans op letsel te verkleinen.
De zijairbags zijn aangebracht in het frame van
de rugleuning, aan de portierzijde.
Detectiezones voor een aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Impa ctzone opzij.
Windowairbags
De windowairbags beschermen de bestuurder
en passagiers (uitgezonderd de middelste
passagier achter) bij een ernstige zijdelingse
aanrijding, om de kans op letsel aan de zijkant
van het hoofd te verkleinen.
De windowairbags zijn aangebracht in de stijlen
en in de hemelbekleding. Bij een lichte zijdelingse aanrijding of
bij over de kop slaan kan het zijn dat de
airbag niet wordt geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of
een frontale aanrijding wordt de
windowairbag niet geactiveerd.
Activering
De windowairbag wordt gelijktijdig met de zijairbag
aan de desbetreffende zijde opgeblazen bij een
ernstige zijdelingse aanrijding binnen (een gedeelte
van) de impactzone opzij (
B), waarbij de krachten
loodrecht op de lengterichting van de auto en vanaf
de buitenzijde richting de binnenzijde van de auto
worden uitgeoefend.
De windowairbag wordt opgeblazen tussen de
inzittenden vóór en achter en de ruiten.
Als dit waarschuwingslampje gaat branden
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display van het
instrumentenpaneel, raadpleeg dan het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te laten controleren.
De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige
aanrijding niet worden geactiveerd.
Storing
Veiligheid
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...). Dit kan de goede
werking van de airbag belemmeren en/of
de inzittende bij het opblazen van de airbag
verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen
mogen uitsluitend door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan
op letsel of lichte brandwonden aan het
hoofd, de borst of de armen als de airbag
wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens even
snel leeg, waarbij de warme gassen via de
daarvoor bestemde openingen naar buiten
stromen.Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor
goedgekeurde stoelhoezen, die in combinatie
met actieve zijairbags gebruikt kunnen
worden. Voor informatie over de stoelhoezen
die geschikt zijn voor uw auto kunt u zich
wenden tot het CITROËN-netwerk.
Raadpleeg de rubriek "Accessoires".
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de
stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van
de airbags kunnen leiden tot verwondingen
aan armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op
het dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag wordt
opgeblazen, kunnen brandende sigaretten
of een pijp brandwonden of ander letsel
veroorzaken.
Ver wijder het stuur wiel nooit, maak geen
gaten in de stuur wielbekleding en sla er niet
op.
Bevestig geen voor werpen of stickers op
het stuur wiel of op het dashboard. Deze
kunnen bij het afgaan van de airbags letsel
veroorzaken.
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding;
dit zou bij het afgaan van de window-airbags
kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het dak
(indien aanwezig); deze maken deel uit van
de bevestiging van de window-airbags.
DS5_nl_Chap12_index-recherche_ed01-2015
Xenonlampen ................................................2 13
Zekeringen
...............................
.....................221
Zekeringentabel
...............................
.............221
Zekeringen vervangen
.................................. 2
21
Zekeringkast dashboard
............................... 2
21
Zekeringkast motorruimte
............................. 221
Zic
ht................................................................. 95
Zij-airbags
...............................
..............193, 19 4
Zijknipperlicht
................................................ 2
17
Zijspots
................
................................... 151, 217
Zijverlichting
.................................................. 1
51
Zuinig rijden
.................................................... 14
Veiligheidsgordels ..........................17 0, 18 8 -19 0
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
....... 16
4, 165, 169, 173 -175, 191
Ventilatie
............................................. 1
4, 89, 90
Ventilatieroosters
............................................ 89
V
ergrendeling van binnenuit
........................... 61
Ver
keersinformatie (TA)
........................ 30
3, 354
Verkeersinformatie (TMC)
............................ 302
V
erklikkerlampjes
.......................... 20
, 21, 23, 26
Verklikkerlampje SCR-systeem
...................... 3
0
Verklikkerlampje service
................................. 25
V
erklikkerlampje voorgloeien (diesel)
............ 21
V
erlichting
..................................................... 16
0
Versnellingsbak, automatische
........ 1
4, 108, 110, 121, 226, 253
Versnellingsbak, handgeschakeld
........... 1
4, 108, 109, 121, 253
Versnellingshendel
......................................... 14
V
erversen
...............................
.......................248
Verwarming
..................................................... 14
Vo
or stoelen
................................................ 7
2 -74
Updaten risicozones
.....................................
3
01
UREA
...............
.....................................
255, 256
Urgence-oproep
...............................
.....
183, 282
USB
........
.......................................................
314
USB-aansluiting
.............................. 8
5, 314, 358
USB-box
................
..........................................
85
USB-poort
..................................................... 3
14
Waarschuwingslampjes
......................
2
1, 24, 26
Wassen (adviezen) ................................ 141, 2 3 4
Webbrowser
...............................
...........
326, 327
Wiel demonteren
........................................... 20
8
Wiel monteren
............................................... 20
8
Wiel verwisselen
...............................
....
204, 205
Wifi-netwerkverbinding
................................. 32
8
Window-airbags
.................................... 19
3, 19 4