169
DS3_nl_Chap08_securite_ed01-2014
Windowairbags
De windowairbags dragen bij aan de
bescherming van de bestuurder en passagiers
(uitgezonderd de middelste passagier achter)
bij een ernstige zijdelingse aanrijding, door de
kans op letsel aan de zijkant van het hoofd te
verkleinen.
De windowairbags zijn aangebracht in de stijlen
en in de hemelbekleding.
Activering
De windowairbag wordt gelijktijdig met
de zijairbag aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij B, waarbij de krachten
loodrecht op de lengterichting van de auto en
vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde van
de auto worden uitgeoefend.
De windowairbag wordt opgeblazen tussen de
inzittenden vóór en achter en de ruiten.
Storing
bij een lichte zijdelingse aanrijding of
bij over de kop slaan, kan het zijn dat
de airbag niet wordt geactiveerd.
bi
j een aanrijding van achteren of een
frontale aanrijding wordt de airbag niet
geactiveerd. Als dit waarschuwingslampje gaat
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display, raadpleeg dan
het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te laten controleren.
De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige
aanrijding niet worden geactiveerd.
Veiligheid
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op het
dashboard laten rusten.
ro
ok niet in de auto. Als de airbag wordt
opgeblazen, kunnen brandende sigaretten
of een pijp brandwonden of ander letsel
veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten
in de stuur wielbekleding en sla er niet op.
be
vestig geen voor werpen of stickers op
het stuur wiel of op het dashboard. Deze
kunnen bij het afgaan van de airbags letsel
veroorzaken.
Zijairbags
bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor
goedgekeurde stoelhoezen, die in
combinatie met actieve zijairbags gebruikt
kunnen worden. Voor informatie over de
stoelhoezen die geschikt zijn voor uw auto
kunt u zich wenden tot het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk.
ra
adpleeg de rubriek "Accessoires".
be
vestig nooit iets aan de rugleuning van de
stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van
de airbags kunnen leiden tot verwondingen
aan armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
Window-airbags
bevestig nooit iets op de hemelbekleding;
dit zou bij het afgaan van de window-
airbags kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het
dak (indien aanwezig); deze maken deel uit
van de bevestiging van de window-airbags.
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...). Dit kan de goede
werking van de airbag belemmeren en/of
de inzittende bij het opblazen van de airbag
verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto
de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen mogen
uitsluitend door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats worden
uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan
op letsel of lichte brandwonden aan het
hoofd, de borst of de armen als de airbag
wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens even
snel leeg, waarbij de warme gassen via de
daarvoor bestemde openingen naar buiten
stromen.
DS3_nl_Chap14_index-recherche_ed01-2014
Zekeringen .................................................... 224
Zekeringentabel ............................................ 224
Zekeringen vervangen
..................................224
Zekeringkast dashboard
...............................224
Zekeringkast motorruimte
............................. 2
24
Zij-airbags
............................................. 16 8 , 170
Zijknipperlicht
................................................ 218
Zonneklep
....................................................... 99
Zuinig rijden
.................................................... 14Waarschuwingslampjes ..................................27
Waarschuwingssignaal sleutel in contact ......62
Wassen (adviezen) ........................................ 240
Wiel demonteren
...............................
............210
Wiel monteren
............................................... 210
Wiel verwisselen
........................................... 207
Window-airbags
.................................... 16 9, 170
Veiligheidsgordels
......................... 162, 16 4, 180
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
....................... 166, 174-176, 184, 185
Ventilatie
...............
........................ 14, 83, 84, 87
Ventilatieroosters
............................................ 83
Vergrendeling van binnenuit
........................... 69
V
erkeersinformatie (
tA
)
................ 3
02, 315, 340
Verkeersinformatie (
tM
C)
.................... 3
01, 302
Verklikkerlampjes
...................................... 2
2, 26
Verklikkerlampje SC
r
-systeem
...................... 34
Verklikkerlampje voorgloeien (diesel)
............ 24
Versnellingsbak, automatische ....14, 113, 233, 256
Versnellingsbak, elektronisch bediend
............................... 108, 118, 233, 256
Versnellingsbak, handgeschakeld
..........1 4 , 1 0 7,
118 , 2 5 6
Versnellingshendel
......................................... 14
Verversen
...................................................... 2 51
Verwarming
...............................
................ 14, 87
Voorgloeien (dieselmotor)
............................... 24
Vo
or stoelen
............................................... 74 , 7 7