Page 2 of 404

DS3_nl_Chap00_couv-debut_ed01-2014
De online-gebruiksaanwijzing
Als de rubriek "MyCItroËn" niet beschikbaar is op de website van Citroën voor uw land, kunt u \
uw
gebruiksaanwijzing op het volgende internetadres raadplegen:
http://service.citroen.com/ddb/
u
w gebruiksaanwijzing is ook te vinden op de website van Citroën, in d\
e rubriek " MyCI tro Ë n ".
Selecteer:
Selecteer een van de volgende toegangen om
uw gebruiksaanwijzing online te raadplegen...
o
p deze persoonlijke pagina vindt u informatie over onze producten en die\
nsten en kunt u
rechtstreeks contact opnemen met het merk.
de taal,
het model van uw auto en de carrosserie-uitvoering,
de uitgifteperiode van uw gebruiksaanwijzing die overeenkomt met de eers\
te registratiedatum van
uw auto.
Scan deze code voor directe toegang tot uw gebruiksaanwijzing.
Als u de gebruiksaanwijzing online raadpleegt,
hebt u tevens toegang tot de meest recente
informatie. Deze informatie is gemakkelijk te
herkennen aan de paginamarkering die wordt
weergegeven met dit pictogram:
Page 29 of 404

27
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van
de volgende waarschuwingslampjes gaat branden,
wijst dit op een storing in het desbetreffende
systeem en moet de bestuurder actie ondernemen.Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden
de aanvullende informatie, die via een melding op het multifunctionele display wordt
weergegeven.
ra
adpleeg indien nodig het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
STOP permanent, alleen of
in combinatie met een
ander controlelampje,
een geluidssignaal
en een bericht op het
display. Dit controlelampje brandt bij
een ernstige storing aan het
remsysteem of bij een te hoge
koelvloeistoftemperatuur.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats,
omdat de motor onder het rijden kan afslaan.
Zet het contact af en neem contact op met het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Service tijdelijk.
er i
s een kleine storing opgetreden
waarbij geen specifiek controlelampje
gaat branden. Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display zoals bijvoorbeeld:
-
he
t motorolieniveau,
-
he
t niveau van de ruitensproeiervloeistof,
-
d
e batterij van de afstandsbediening,
-
v
ervuiling van het roetfilter, bij uitvoeringen met
dieselmotor (zie hoofdstuk "Controles - rubriek
ro
etfilter").
ra
adpleeg in andere gevallen het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of eengekwalificeerde werkplaats.
permanent.
er i
s een ernstige storing opgetreden
waarbij geen specifiek controlelampje
gaat branden. Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display en raadpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Controle tijdens het rijden
Page 34 of 404
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
ControlelampjebrandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Bandenspanning
te laag permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
el
ke keer nadat u een of meer banden op spanning
hebt gebracht en na het verwisselen van een of meer
wielen, moet u het systeem resetten.
ra
adpleeg voor meer informatie de rubriek
"Detectie te lage bandenspanning"
+
knippert en brandt
vervolgens permanent,
in combinatie met het
verklikkerlampje Service.er zit een storing in de functie: de
bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Laat het systeem controleren door het CIt
roËn-
n
etwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Page 39 of 404

37
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5
seconden het volgende aan:
5
seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden om aan te geven
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden. 5
seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden .
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
5
seconden de sleutel knipperen om aan te
geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan:
bi
j de b
l
ueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor wordt deze waarschuwing,
zodra het contact is aangezet,
gecombineerd met het permanent
branden van het verklikkerlampje Service.bij de berekening van de resterende
hoeveelheid af te leggen kilometers kan
ook de factor tijd worden meegewogen,
afhankelijk van de rijgewoontes van de
bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan branden
als het interval in tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt, zoals vermeld in
het garantie- en onderhoudsboekje, is
overschreden.
bi
j de b
l
ueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor kan de sleutel ook eerder
gaan branden, afhankelijk van de
kwaliteit van de motorolie (volgens land
van bestemming).
De afname van de kwaliteit van
de motorolie is afhankelijk van de
rijomstandigheden van de auto.
Controle tijdens het rijden
Page 41 of 404

39
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
bij uitvoeringen met een elektrische
motorolieniveaumeter wordt na het aanzetten
van het contact eerst de onderhoudsindicator
weergegeven en vervolgens gedurende enkele
seconden het motorolieniveau.
Motorolieniveaumeter*
een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Te weinig olie
Als de aanduiding " O I L" knippert in
combinatie met het verklikkerlampje Service,
een geluidssignaal en een melding, is het
motorolieniveau te laag.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Zie de rubriek "Controle van de niveaus".
Storing in de
motorolieniveaumeter
Als de aanduiding "OIL - -" knippert, duidt dit
o p een storing in de motorolieniveaumeter.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
bi
j een storing in de elektrische
motorolieniveaumeter wordt het
motorolieniveau niet meer gecontroleerd.
Zolang het systeem defect is, moet u het
motorolieniveau met de peilstok in de
motorruimte meten.
Zie de rubriek "Controle van de niveaus".
* Volgens uitvoering.
Controle tijdens het rijden
Page 155 of 404

153
DS3_nl_Chap08_securite_ed01-2014
Kleurendisplay
F Druk op de toets "SETUP" om het
configuratiemenu te openen.
F
Sel
ecteer " Parameters auto " en bevestig.
F
Sel
ecteer " Rijhulpsysteem " en bevestig
uw keuze.
F
Selecteer " Resetten bandenspanningscontrole "
en bevestig uw keuze.
Het resetverzoek wordt bevestigd door een melding.
F Selecteer " Ja" of " Nee" en bevestig uw
keuze.
H
et resetten wordt bevestigd door een
melding. De nieuw opgeslagen waarden van de
bandenspanning worden door het systeem
beschouwd als referentiewaarden.
Sneeuwkettingen
Het systeem hoeft niet gereset
te worden na het aanbrengen of
verwijderen van sneeuwkettingen.
Controleer na werkzaamheden aan
het systeem altijd de spanning van
de vier banden en reset het systeem
vervolgens.
Het bandenspanningscontrolesysteem
werkt alleen betrouwbaar als bij het
resetten van het systeem de vier
banden de correcte spanning hebben.
Storing
Als het waarschuwingslampje te lage
bandenspanning gaat knipperen en vervolgens
blijft branden in combinatie met het lampje
Service, wijst dit op een storing in het systeem.
In dat geval werkt de bandenspanningscontrole
mogelijk niet goed.
Laat het systeem controleren door het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Veiligheid
Page 228 of 404
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
Zekering AmpèreFuncties
F8 20
AMultifunctioneel display, autoradio, autoradio/
navigatiesysteem, alarmcomputer, sirene inbraakalarm.
F9 30
A12V-aansluiting, voeding steun portable navigatiesysteem.
F10 15
AStuurkolomschakelaars.
F11 15
AContactslot, diagnose-aansluiting, computer automatische
versnellingsbak.
F12 15
A
re
gen-/lichtsensor, trekhaakmodule.
F13 5
AHoofdremlichtschakelaar, servicecentrale motor.
F14 15
AComputer parkeerhulp, airbagcomputer,
instrumentenpaneel, automatische airconditioning,
u
Sb bo
x, hifi-versterker.
F15 30
AVergrendeling.
F16 -
nie
t gebruikt.
F17 40
AAchterruit- en buitenspiegelverwarming.
SH -Shunt tijdens opslag.
Page 288 of 404
03
DS3_nl_Chap13b_rt6-2-8_ed01-2014
Door de draaiknop in te
drukken krijgt u toegang tot de
snelkeuzemenu's.
Weergave afhankelijk van de context
RADIO:
Veranderen van frequentieband
MULTIMEDIASPELERS, CD
OF USB (afhankelijk van
media):
Afspeelwijze:
Normaal
Willekeurig
Willekeurig op elk medium
Herhalen
TELEFOON (tijdens
communicatie):
Privémodus
KAARTWEERGAVE OP VOLLEDIG
OF VERKLEIND SCHERM:
Navigatie stoppen / hervatten
Een bestemming kiezen
Adres invoeren
Index
GPS-coördinaten
Alternatieve route
De kaart verplaatsen
Info plaats
Als bestemm. Kiezen Als etappe kiezen
Deze plaats opslaan (contacten)
Kaartmodus verlaten
Navigatiecriteria
In de wacht zetten
DTMF-tonen
Ophangen
1
1
1
1
1
1
1
2
2
2
2
2
1
2
2
2
1
1
1
1
1
1FM
Verkeersinformatie (TA) AM
Nieuws
Ontspanning
Speciaal of Belangrijk2
2
2
2
2
2
Serviceberichten1
ALGEMENE WERKING