29
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Controlelampje brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Laag
brandstofniveaupermanent.Als het lampje gaat branden zit er
nog ongeveer 5
liter brandstof in
de tank. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u met
een lege tank strandt.
Dit verklikkerlampje gaat elke keer na het aanzetten van
het contact branden zolang er niet voldoende brandstof
getankt is.
Inhoud brandstoftank: 71
liter.
ri
jd nooit door tot de tank helemaal leeg is, hierdoor
kunnen het emissieregelsysteem en het injectiesysteem
beschadigd raken.
Te h o g e
koelvloeistoftemperatuurpermanent rood. De temperatuur van de koelvloeistof
is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het
c
It
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Laadstroom
accu permanent.
er i
s een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
ontspannen of gebroken...). Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
Parkeer de auto op een veilige plek.
ra
adpleeg het c
It
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats als dit niet het geval is.
+ Autogordel niet
vastgemaakt /
losgemaakt
permanent.
De bestuurder en/of de
voor-/achterpassagier heeft zijn
autogordel niet vastgemaakt of
losgemaakt.
tr
ek aan de gordel en klik de gesp vast in de
gesphouder.
Autogordels
losgemaakt of
niet vastgemaakt permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
autogordel
losgemaakt/niet
vastgemaakt. De verlichte punten stellen de passagiers voor die
geen autogordel dragen.
De punten:
- branden gedurende 30
seconden na het starten van
de auto,
- branden in de loop van de rit bij een wagensnelheid tussen 0 en 20 km/h,
- knipperen bij een wagensnelheid hoger dan 20 k m/h ongeveer
120 seconden in combinatie met een geluidssignaal.
1
controle tijdens het rijden
36
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
schakel de Autoradio in en selecteer dit menu. u
kunt vervolgens de bl uetooth handsfree kit
configureren (koppelingen), de verschillende
indexen van de telefoon (logboek van
oproepen, diensten enz.) openen en opties met
betrekking tot telefoongesprekken (opnemen,
beëindigen, dubbelgesprek, discretiefunctie
enz.) selecteren.Datum en tijd instellen
Menu "Bluetooth® -
telefoon - audio"
om veiligheidsredenen dient de
bestuurder uitsluitend bij stilstaande
auto het multifunctionele display te
configureren. Zie de rubriek Autoradio voor meer
informatie.
F
D
ruk op de toets A
.
F
s
e
lecteer met behulp van C het menu
"Datum en tijd instellen".
b
e
vestig door op
C op het stuur wiel of D op de autoradio te
drukken.
F
k
i
es met de knop C de configuratie van
het display.
b
e
vestig door op C op het
stuur wiel of D op de autoradio te drukken.
F
s
e
lecteer met B de datum en tijd, en
bevestig met C op het stuur of D op de
autoradio.
F
k
i
es met de knop C de te wijzigen
waarden.
b
evestig door op C op het
stuur wiel of D op de autoradio te drukken.
F
b
e
vestig de instelling met "OK” .
controle tijdens het rijden
60
c5_nl_ chap03_ergo-et-confort_ed01-2014
Hoofdsteun in hoogte verstellen
en kantelen bij stoelen met
elektrische verstelling
F trek het gedeelte C naar buiten of duw het
in om de hoofdsteun te kantelen tot aan de
gewenste positie.
F
t
rek
de hoofdsteun omhoog om deze
hoger te stellen.
F
o
m d
e hoofdsteun lager te zetten drukt
u op de ontgrendeling D en duwt u de
hoofdsteun omlaag.
F
D
ruk op de ontgrendeling D en trek de
hoofdsteun omhoog om deze in zijn geheel
te verwijderen.
Bediening
stoelverwarming
bij draaiende motor zijn de voorstoelen apart
regelbaar.
F Met de corresponderende draaiknop aan
de buitenzijde van beide voorstoelen kan
de stoelverwarming ingeschakeld worden
en kan een verwarmingsstand worden
geselecteerd
:
0 : uit.
1
: Laag.
2
: Gemiddeld.
3
: Hoog. Deze functie zorgt voor een massage ter
hoogte van de lendenen van de bestuurder. De
functie werkt alleen bij draaiende motor.
F
D
ruk op de knop A.
Het controlelampje gaat branden en de
massagefunctie wordt voor een tijdsduur van
1
uur ingeschakeld. Gedurende deze tijdsduur
wordt de massage in cycli van 6
minuten
uitgevoerd (4
minuten massage worden
gevolgd door 2
minuten rust). Het systeem
voert in totaal 10
cycli uit.
na 1
uur wordt de functie uitgeschakeld. Het
controlelampje gaat uit.
Massagefunctie
Uitschakelen
u kunt de massagefunctie op elk gewenst
m oment uitschakelen door op de knop A te
drukken.
ergonomie en comfort
66
c5_nl_ chap03_ergo-et-confort_ed01-2014
Hoofdsteunen achter
De hoofdsteunen achter zijn ver wijderbaar en
kunnen in twee standen worden gezet:
-
o
mhoog, om ze te gebruiken.
-
o
mlaag, als ze niet worden gebruikt.
tr
ek aan de hoofdsteun om hem omhoog te
zetten.
Druk op de blokkeerpal en duw de hoofdsteun
vervolgens omlaag om hem omlaag te zetten.
u
kunt de hoofdsteun ver wijderen door hem
omhoog te zetten, op de blokkeerpal te drukken
en de hoofdsteun omhoog te trekken.
st
eek om de hoofdsteun te plaatsen de pennen
recht in de openingen.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten
zijn geplaatst en correct zijn afgesteld.
Terugplaatsen van de achterbank
bij het terugplaatsen van de achterbank:
F zet de rugleuning 2 re chtop en vergrendel deze,F klap de zitting 1 terug,
F z et de hoofdsteunen weer in de hoogste
stand of plaats deze terug.
Let erop dat bij het terugplaatsen van de
achterbank de veiligheidsgordels niet klem
komen te zitten en dat de gesphouders op de
juiste plek komen te zitten.
De rode controlemarkering van de bediening
3
mag niet meer zichtbaar zijn, anders moet u
de rugleuning zo ver mogelijk naar achteren
duwen.
Neerklappen van de
achterbank
kantel om beschadiging van de achterbank te
voorkomen altijd eerst de zitting naar voren
voordat u de rugleuning neerklapt :
F
s
chuif de voorstoel indien nodig naar voren,
F
t
il de voorzijde van de zitting 1 omhoog,
F
k
antel de zitting 1 volledig tegen de
rugleuning van de voorstoel,
F
c
ontroleer of de veiligheidsgordel langs de
rand van de rugleuning loopt,
F
z
et de hoofdsteunen in de laagste stand of
ver wijder deze zo nodig,
F
t
rek de hendel 3 naar voren om de
rugleuning 2
te ontgrendelen,
F
k
lap de rugleuning 2 n e e r.
De zitting 1
kan worden ver wijderd voor extra
laadruimte.
ergonomie en comfort
94
c5_nl_ chap03_ergo-et-confort_ed01-2014
Bagagenet voor hoge
belading (Tourer)
Het net, dat aan de specifieke bovenste en
onderste bevestigingen wordt vastgemaakt,
zorgt ervoor dat de auto tot aan het dak kan
worden beladen:
-
a
chter de achterbank (zitrij 2),
-
a
chter de voorstoelen (zitrij 1) wanneer de
achterbank is neergeklapt.
co
ntroleer bij het plaatsen van het net of de
gespen van de riemen zichtbaar zijn vanuit de
bagageruimte; hierdoor is het gemakkelijker de
riemen te ontspannen of aan te spannen.
Plaatsen
F klap de rugleuningen van de achterstoelen neer,
F
p
laats het oprolmechanisme van het
beschermnet voor hoge belading boven
de twee rails 1
achter de achterstoelen
(2/3
gedeelte van de bank). De twee
uitsparingen 2
moeten zich boven de
twee rails bevinden, F
s teek de twee rails 1 in de uitsparingen
2
en duw het oprolmechanisme (over de
lengte) van rechts naar links om het te
blokkeren,
F
p
laats de rugleuningen van de
achterstoelen terug.
ergonomie en comfort
95
c5_nl_ chap03_ergo-et-confort_ed01-2014
Zitrij 1
Voor gebruik bij zitrij 1:
F
k lap de rugleuningen van de achterstoelen
n e e r,
F
o
pen de vergrendelingen 3 van de
corresponderende bovenste bevestigingen,
F
r
ol het beschermnet voor hoge belading
af en steek een van de uiteinden van
de metalen stang van het net in de
corresponderende vergrendeling. Zorg
ervoor dat de haak goed in de rail ligt in de
vergrendeling 3 ,
F
t
rek aan de metalen stang van het
beschermnet voor hoge belading om de
andere haak in de tweede vergrendeling te
bevestigen.
Zitrij 2
Voor gebruik bij zitrij 2:
F o pen de vergrendelingen 4 van de
corresponderende bovenste bevestigingen,
F
r
ol het beschermnet voor hoge belading
vanaf de achterbank af door het van de
bevestigingshaken te drukken,
F
p
laats een van de uiteinden van de metalen
stang van het net in de vergrendeling van
de corresponderende bevestiging. Zorg
ervoor dat de haak goed in de rail ligt in de
vergrendeling,
F
p
laats de andere haak in de tweede
vergrendeling en trek de metalen stang
naar u toe.
3
ergonomie en comfort
126
c5_nl_ chap04_conduite_ed01-2014
stuurwiel met bedieningstoetsen op vaste naaf
1Draaien
- scrollen door de verschillende informatiepagina's van het display van het instrumentenpaneel.
-
sc rollen door de verschillende menu's van het display van het instrumentenpaneel.
-
V
erhogen/verlagen van waarden.
kort indrukken- openen van het menu van het display van het instrumentenpaneel (alleen bij stilstaande auto).
- s electeren en bevestigen van informatie.
Lang indrukkenresetten van de boordcomputer (als de pagina van de boordcomputer wordt weergegeven).
2ko rt indrukken
- Annuleren van de huidige opdracht.
-
te rug naar de vorige weergave van het display van het instrumentenpaneel.
Lang indrukkenterug naar de oorspronkelijke weergave van het display van het instrumentenpaneel.
3kort indrukkenVerhogen van de snelheid in stappen van 1 km/h / opslaan snelheid.
Ingedrukt houdenVerhogen van de snelheid in stappen van 5 km/h.
4kort indrukkenVerlagen van de snelheid in stappen van 1 km/h / opslaan snelheid.
Ingedrukt houdenVerlagen van de snelheid in stappen van 5 km/h.
5kort indrukkenonderbreken of hervatten van de snelheidsregelaar/-begrenzer (afhankelijk van de geselecteerde
f u n c t i e).
6kort indrukkenselecteren van de functie snelheidsregelaar of snelheidsbegrenzer (de cyclus van deze toets begint
altijd met het selecteren van de snelheidsbegrenzer).
7kort indrukkenuitschakelen snelheidsregelaar/-begrenzer.
8kort indrukken
- Inkomend gesprek aannemen.
- G
esprek afbreken.
-
o
p
enen contextmenu voor telefoon.
-
b
e
vestigen in de lijst en het telefoonmenu.
Lang indrukkenInkomend gesprek weigeren.
9kort indrukken/Lang indrukkenclaxon.
10kort indrukkenActiveren/deactiveren van de bl ack Panel-functie (rijden in het donker).
11kort indrukkenActiveren van de spraakbediening.
Lang indrukkenHerhaling van de navigatie-instructie.
rijden
127
c5_nl_ chap04_conduite_ed01-2014
12Draaien
-
r adio: door de opgeslagen zenders scrollen.
- c
d
-speler/MP3 -cd/cd-wisselaar/jukebox: door de cd's of de speellijsten scrollen.
-
I
n de menu's van het multifunctionele display: navigeren en verhogen/verlagen.
ko
rt indrukken -
I
n de menu's van het multifunctionele display: bevestigen.
- openen van verkorte menu's (afhankelijk van de pagina van het multifunctionele display).
Lang indrukkenopenen van het hoofdmenu van het multifunctionele display.
13
ko
rt indrukken Annuleren van de huidige opdracht en terug naar de vorige weergave van het
multifunctionele display.
ti
jdens een inkomend gesprek: gesprek weigeren.
Lang indrukken
te
rug naar de oorspronkelijke weergave van het multifunctionele display.
14
ko
rt indrukken
to
egang tot het hoofdmenu van het multifunctionele display.
15
kort indrukken/Ingedrukt houdenVerhogen van het volume.
16
kort indrukken/Ingedrukt houdenVerlagen van het volume.
17
ko
rt indrukken -
e
er
ste maal drukken: geluid onderbreken.
-
t
w
eede maal drukken: geluid weer inschakelen.
18
ko
rt indrukken -
r
a
dio: automatisch zoeken naar de hogere frequenties.
-
c
d
-speler/MP3 -cd/cd-wisselaar/jukebox: zoeken naar de volgende track.
Ingedrukt houden -
c
d
-speler/MP3-cd/cd-wisselaar/jukebox: versneld vooruitspoelen.
19
ko
rt indrukken -
r
a
dio: automatisch naar lagere frequenties zoeken.
-
c
d
-speler/MP3 -cd/cd-wisselaar/jukebox: zoeken naar de vorige track.
Ingedrukt houden
cd
-speler/MP3-cd/cd-wisselaar/jukebox: versneld terugspoelen.
20
ko
rt indrukken -
r
a
dio: weergave van de lijst met beschikbare zenders.
-
c
d
-/MP3 -cd en cd-wisselaar: alle nummers van cd en de speellijsten weergeven.
-
j
u
kebox: weergave van de lijst van albums.
Lang indrukken Lijst met zenders actualiseren.
21
kort indrukken/Lang indrukkenclaxon.
22
ko
rt indrukken
MoDe : kiezen van het type informatie dat wordt weergegeven op het multifunctionele display.
4
rijden