46
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in
werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende dertig seconden.
Als het alarm voor de 11e keer afgaat, worden
de alarmsystemen uitgeschakeld.
Als het verklikkerlampje van de knop snel
knippert bij het ontgrendelen van de auto met
de afstandsbediening, is het alarm tijdens uw
afwezigheid afgegaan. Het lampje stopt met
knipperen als het contact wordt aangezet.
Storing afstandsbediening
F ontgrendel de auto met de sleutel in het
slot van het bestuurdersportier,
F
o
pen het portier; het alarm gaat af,
F
z
et het contact aan: het alarm stopt en het
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te
schakelen
F Vergrendel de auto of schakel de supervergrendeling in met de sleutel in het
slot van het bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het
verklikkerlampje van de knop blijft branden,
duidt dit op een storing in het systeem.
Laat dit controleren door het
c
It
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Automatisch inschakelen*
2 minuten na het sluiten van het laatste portier
o f de kofferklep, wordt het systeem automatisch
geactiveerd.
F
o
m t
e voorkomen dat het alarm afgaat
zodra u instapt, drukt u van te voren op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening.
* Volgens bestemming.
om d
e alarmsystemen uit te schakelen:
toegang tot de auto
82
c5_nl_ chap03_ergo-et-confort_ed01-2014
Synchroniseren van de
afstandsbediening
Als de accu is losgekoppeld geweest of de
batterij is vervangen, moet de afstandsbediening
gesynchroniseerd worden.
Druk binnen 5
seconden na het aansluiten van de
accu gedurende 1
seconde op de toets 4
(
o
F
F).
Als de handeling op de juiste wijze is uitgevoerd,
wordt de melding "OK" op het display van de
afstandsbediening weergegeven.
bi
j een storing wordt de melding " F A I L"
weergegeven. Voer de handelingen nogmaals uit.
sc
hakel de programmeerbare
ver warming tijdens het tanken uit
om de kans op brand of een explosie
uit te sluiten.
om d
e kans op vergiftiging of
verstikking uit te sluiten mag de
programmeerbare verwarming nooit,
zelfs niet voor een korte tijd, worden
gebruikt in een afgesloten ruimte zoals
een garage of werkplaats zonder
afzuiginstallatie voor uitlaatgassen.
Parkeer om brand te voorkomen de
auto niet op een gemakkelijk brandbare
ondergrond (zoals droog gras,
afgevallen bladeren, papier...).
Het systeem van de programmeerbare
ver warming wordt gevoed vanuit de
brandstoftank van de auto.
c
o
ntroleer
voor het gebruik van de ver warming of
er voldoende brandstof aanwezig is. Als
het minimum brandstofniveau bereikt is,
is het raadzaam de programmeerbare
verwarming niet te gebruiken.
De werking van de bewegingsmelder
van het interieuralarm kan verstoord
worden door de lucht van de aanjager
wanneer de programmeerbare
verwarming aanstaat.
om het onbedoeld afgaan van het
interieuralarm te voorkomen, is het
raadzaam dit uit te schakelen wanneer u
de programmeerbare verwarming gebruikt.
De programmeerbare verwarming
kan zodanig worden aangepast dat
deze het interieur kan voorver warmen.
ra
adpleeg het c
It
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
ergonomie en comfort
154
c5_nl_ chap06_securite_ed01-2014
richtingaanwijzers
F Links: duw de hendel helemaal omlaag, tot
voorbij de weerstand.
F
r
e
chts: duw de hendel helemaal omhoog,
tot voorbij de weerstand.
Drie keer knipperen
F beweeg de schakelaar kort omhoog of omlaag, zonder deze door de
weerstand te drukken. De desbetreffende
richtingaanwijzers zullen drie keer
knipperen.
Alarmknipperlichten
Gebruik de alarmknipperlichten om het overige
verkeer te waarschuwen in het geval van file,
pech, slepen of een ongeval.Automatisch inschakelen
van de alarmknipperlichten
bij een noodstop worden de
alarmknipperlichten, afhankelijk van de mate
van remvertraging, automatisch ingeschakeld.
Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de
alarmknipperlichten uit.
F
u kunt de alarmknipperlichten echter ook
uitschakelen door de knop in te drukken.
Gebruik de richtingaanwijzers om een
verandering van rijrichting of rijstrook aan te
geven.
F
D
ruk deze knop in: de richtingaanwijzers
knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Veiligheid
213
c5_nl_ chap08_information_ed01-2014
Zekeringkast C
Zekeringnr.StroomsterkteFunctie
F1 15
A Achterruitenwisser (
tou
rer)
F2 30
A
re
lais vergrendeling en supervergrendeling
F3 5
A Airbags
F4 10
A Automatische versnellingsbak - Module extra verwarming (diesel) -
e
l
ektrochrome spiegels
F5 30
A
ru
itbediening voor -
s
c
huif-/kanteldak - Instapverlichting voorpassagier - Verstelling buitenspiegel aan passagierszijde
F6 30
A
ru
itbediening achter
F7 5
A Verlichting make-upspiegel - Verlichting dashboardkastje - Plafonniers - Zaklamp (
to
urer)
F8 20
A Autoradio -
c
D
-wisselaar -
b
e
dieningstoetsen op het stuurwiel - Display -
ba
ndenspanningcontrole - c
o
mputer
elektrisch bediende achterklep
F9 30
A Aansteker - 12V-aansluiting vóór
F10 15
A Alarm -
b
e
diening op het stuurwiel, verlichting en ruitenwissers
F11 15
A
co
ntactslot met circuit lage stroomsterkte
F12 15
A
elektrisch verstelbare bestuurdersstoel - Instrumentenpaneel - Waarschuwingslampjes niet-vastgemaakte veiligheidsgordels - be diening airconditioning
F135 Ab sM - ond erbrekingsrelais pomp hydraulische vering - Voeding van de airbagcomputer
F14 15
A
re
gen-/lichtsterktesensor - Parkeerhulp - e
l
ektrisch verstelbare passagiersstoel -Aanhangermodule - c
o
mputer
hifi-versterker - Handsfree kit - Lane Departure Warning
s
y
stem
F15 30
A
re
lais vergrendeling en supervergrendeling
F17 40
AAchterruitverwarming - Verwarmde buitenspiegels
FSH SHUNT
sHu
nt
t
ijdens opslag
8
Praktische informatie
220
c5_nl_ chap08_information_ed01-2014
slepen van uw auto
Toegang tot het
gereedschap
Het sleepoog bevindt zich in de
gereedschapsdoos van de krik in het reservewiel.
om b
ij het sleepoog te komen:
F
o
pen de achterklep,
F
t
il de vloerplaat op,
F
n
eem het sleepoog uit de
gereedschapsdoos.
u
kunt uw auto laten slepen door een andere auto of een andere auto slepen met behulp van het sleepoog.
Slepen van uw auto
F Maak het klepje in de voorbumper los door
op de bovenkant ervan te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
b evestig de sleepstang.
F
s
c
hakel de alarmknipperlichten van uw
auto in.
F
Z
et de versnellingshendel in de
neutraalstand (stand N bij de automatische
versnellingsbak). Als u dit voorschrift niet opvolgt,
kunnen bepaalde onderdelen van het
remsysteem beschadigd raken en kan
de rembekrachtiger na het starten
mogelijk niet meer werken.
ee
n storing in de elektronisch gestuurde
versnellingsbak kan tot gevolg hebben
dat de auto stilvalt met ingeschakelde
versnelling. In een dergelijk geval
moet de auto aan de voorkant worden
opgelicht om gesleept te worden.
Praktische informatie
221
c5_nl_ chap08_information_ed01-2014
Slepen van een andere
auto
F Maak het klepje in de achterbumper los
door te drukken op:
-
d
e rechterzijde van het klepje (
se
dan),
-
d
e onderzijde van het klepje (
to
urer).
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
b evestig de sleepstang.
F
s
c
hakel de alarmknipperlichten van de te
slepen auto in. Gebruik voor het slepen van een auto
met de vier wielen op de grond altijd een
sleepstang.
Laat het takelen van de auto (met twee
wielen op de grond) uitsluitend uitvoeren
door een professioneel takelbedrijf.
bi
j het slepen van de auto met
stilstaande motor zijn de rem- en
stuurbekrachtiging uitgeschakeld.
8
Praktische informatie
228
c5_nl_ chap08_information_ed01-2014
* om te voorkomen dat de mat
onder de pedalen schuift:
-
c
ontroleer of de mat goed op zijn plaats ligt,
-
g
ebruik nooit meer dan één mat per plaats.
Accessoires
"Comfort":
parkeerhulp voor en achter, thermobox,
leeslamp, zonneschermen, kleerhangers aan
de hoofsteunen...
"Familie en recreatie":
kunststof bak bagageruimte, mat
bagageruimte, trekhaken, trekhaakbedrading,
allesdragers, fietsendrager, skidrager,
dakkoffers, steunen voor in de bagageruimte,
bagagenet, kofferbakorganiser, uitneembaar en
schuifbaar laadplateau voor de bagageruimte,
fietsenplateau voor op trekhaak...
"Styling":
lichtmetalen velgen, spoiler, verchroomde
buitenspiegelkappen, dorpelbeschermers,
sierknoppen...
"Veiligheid":
alarminstallatie, gevarendriehoek en
veiligheidsvest, alcoholtest, verbanddoos,
sneeuwkettingen en -sokken, wielbouten met
slot, lokalisatiesysteem voor gestolen auto's,
kinderzitjes, brandblusser, caravanspiegels,
kooi en veiligheidsriem voor het vervoeren van
een huisdier, hondenrek...
"Bescherming":
mattenset*, stoelhoezen,
spatlappen, bumperbeschermers,
autohoes, dorpelbeschermers en
kofferdrempelbeschermers...
ee
n ruime keuze aan accessoires en originele onderdelen wordt u aangeboden door het
c
It
ro
Ën-
netwerk.
Deze accessoires en onderdelen zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een artikelnummer en beschikken over de garantie van
c
I
tro
Ën.
Praktische informatie
258
c5_nl_chap11a_btA_ed01-2014
URGENCE-OPROEP OF A SSISTANCE - OPROEP
Citroën Urgence-oproep met lokalisatiefunctie
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze
toets. Het knipperen van het groene L e D-lampje en een
geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar de helpdesk
van "
u rgence" is verstuurd*.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproep
geannuleerd. Het groene L
e D-lampje dooft.
De oproep wordt ook geannuleerd door, op ieder willekeurig moment,
de toets langer dan 8
seconden in te drukken.
Citroën Assistance-oproep met lokalisatiefunctie
bij het aanzetten van het contact, gaat
het groene lampje 3 seconden branden.
Dit duidt op een goede werking van het
systeem.
Het oranje lampje knippert: er is een
storing in het systeem.
Het oranje lampje blijft branden: de
noodbatterij moet vervangen worden.
r
aadpleeg in beide gevallen het
c
I tro Ë n -netwerk.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraag geannule\
erd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken bericht. Druk langer dan 2 seconden op deze toets voor het
aanvragen van hulp bij het stranden van de auto.
e
en gesproken bericht bevestigt dat de oproep is verstuurd*.
Werking van het systeemHet groene LeD-lampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de
verbinding tot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het
lampje uit.
Deze oproep wordt beheerd door de helpdesk van
u rgence die de
informatie over de lokalisatie van de auto ontvangt en een waarschuwing \
kan
zenden naar de gekwalificeerde hulpdiensten. In landen waar de
alarmcentrale niet operationeel is of wanneer de lokalisatie uitdrukkeli\
jk is
geweigerd, wordt de oproep meteen doorgestuurd naar de hulpdiensten
(1
12), zonder lokalisatie. Wanneer de elektronische eenheid airbags een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan van
de airbags, automatisch een noodoproep gedaan.
* Deze diensten zijn afhankelijk van bepaalde voorwaarden en beschikbaar\
heid.
raadpleeg het cItroËn-netwerk. W anneer u uw auto buiten het c I tro Ë n -netwerk hebt gekocht, raden
wij u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te laten
controleren en eventueel configureren. In een meertalig land kunt u het
systeem
laten configureren in de officiële landstaal van uw voorkeur.
o
m technische redenenen, zoals het verbeteren van de telematicadiensten
aan de klant, behoudt de constructeur zich het recht voor om op elk
willekeurig moment het telematicasysteem in de auto te wijzigen.
Indien u gebruik maakt van de dienst c I tro Ë n e t
ouch, beschikt u ook
over aanvullende diensten via uw persoonlijke pagina My
c I troen op de
c
I tro Ë n -internetsite voor uw land. s urf hiervoor naar www.citroen.com.