202
C4-cactus_nl_Chap09_info-pratiques_ed02-2014
spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
ti
jdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming,
…)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat. De eco-mode bepaalt de maximale
gebruiksduur van een aantal functies om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
na
dat de motor is afgezet, kunt u een
aantal elektrische functies zoals het audio-
en telematicasysteem, de ruitenwissers,
dimlichten, plafonniers, … nog in totaal
maximaal 40
minuten gebruiken.
eco-mode
Inschakelen van de
eco-mode
Vervolgens geeft een melding op het display
van het instrumentenpaneel aan dat de eco-
mode is ingeschakeld en worden de actieve
functies in de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan het
gesprek nog gedurende ongeveer 10 minuten
worden voortgezet via de handsfree set van uw
autoradio.
Uitschakelen van de
eco-mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
st
art om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze draaien:
-
m
inder dan tien minuten om de functies
ongeveer vijf minuten te kunnen gebruiken,
-
m
eer dan tien minuten om de functies
ongeveer dertig minuten te kunnen
gebruiken.
ne
em de tijd die nodig is voor het starten van
de motor in acht om een juiste lading van de
accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu starten van
de motor om de accu bij te laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor
niet gestart worden (zie de rubriek
"Ac cu").
Praktische informatie
207
C4-cactus_nl_Chap09_info-pratiques_ed02-2014
Adviezen
Gewichtsverdeling
F Verdeel het gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig, plaats zware
voor werpen zo dicht mogelijk bij de as en
houd u aan de toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen
de prestaties van de motor af als men op
grotere hoogte boven de zeespiegel komt.
tr
ek boven de 1000 m 10% van het maximale
aanhangergewicht af en herhaal dit voor elke
volgende 1000
m.
Zijwind
F Houd er rekening mee dat de zijwindgevoeligheid van de auto groter is.
Koeling
Het trekken van een aanhanger op
een helling veroorzaakt een hogere
koelvloeistoftemperatuur.
De koelventilator wordt elektrisch bediend en is
niet afhankelijk van het motortoerental.
F
P
as uw snelheid aan om het toerental te
beperken.
Het maximale aanhangergewicht is
afhankelijk van het hellingspercentage en de
buitentemperatuur.
Let in elk geval goed op de aanwijzing van de
koelvloeistoftemperatuurmeter.
F
A
ls het waarschuwingslampje
van de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden in combinatie met
het waarschuwingslampje STOP ,
stop dan zo snel mogelijk en zet
de motor af.
Remmen
Het trekken van een aanhanger verlengt de
remweg.
bi
j een lange afdaling is het, om te voorkomen
dat de remmen oververhit raken, raadzaam om
op de motor af te remmen.
Banden
F Controleer de bandenspanning van de auto en de aanhanger en breng deze indien
nodig op de juiste waarde.
Verlichting
F Controleer de verlichting van de aanhanger.
ra
adpleeg de rubriek "
te
chnische gegevens"
voor de gewichten en aanhangergewichten die
voor uw auto van toepassing zijn.
Zorg ervoor dat de afneembare kogel
is ver wijderd als u gaat rijden zonder
aanhanger.De parkeerhulp wordt automatisch
uitgeschakeld als bij het aankoppelen
van een aanhanger een originele
CI
tro
Ën-
trekhaak wordt gebruikt.
9
Praktische informatie
215
C4-cactus_nl_Chap10_verifications_ed02-2014
totAL & CItroËn
Partners in prestaties en
respect voor het milieu
Innovatie voor nog betere
prestaties
sinds meer dan 40 jaar ontwikkelen de re
search & Development-teams van totA L voor
CI
t
ro
Ën
smeermiddelen die geschikt zijn voor
de nieuwste technologieën die in auto’s van het
merk CI
t
ro
Ën
worden toegepast, zowel voor
wedstrijddoeleinden als gebruik in het dagelijkse leven.
Zo kunt u rekenen op de beste prestaties van de motor.
Een optimale bescherming
van uw motor
Het gebruik van totA L smeermiddelen
bij het onderhoud van uw CIt roËn
zorgt voor een langere levensduur en
betere prestaties van de motor, waarbij
tevens het milieu wordt gerespecteerd.
prefereert
10
onderhoud
219
C4-cactus_nl_Chap10_verifications_ed02-2014
niveaus controleren
Let bij werkzaamheden onder de motorkap goed op, want bepaalde delen van de motor kunnen zeer heet zijn (kans op brandwonden) en de
motorventilateur kan ieder moment aanslaan (zelfs bij afgezet contact).
Motorolieniveau
Het motorolieniveau kan bij aangezet
contact worden gecontroleerd
via de motorolieniveaumeter op
het instrumentenpaneel (volgens
uitvoering) of met de oliepeilstok.Controle met de oliepeilstok
raadpleeg de rubriek "benzinemotor" of
"Dieselmotor" om te zien waar de oliepeilstok
zich bevindt in de motorruimte van uw auto.
F
t
r
ek aan het gekleurde uiteinde om de
oliepeilstok volledig uit de schacht te
trekken.
F
V
eeg de peilstok af met een schone, niet
pluizende doek.
F
s
t
eek de oliepeilstok weer volledig in de
schacht en trek hem er weer uit om het
oliepeil te controleren: het oliepeil is correct
als het tussen de merktekens A en B ligt.
Controleer deze niveaus regelmatig en respecteer de voor waarden zoals vermeld in het onderhoudsschema van de fabrikant. Vul indien nodig bij, tenzij
anders aangegeven.
Laat in het geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Als u ziet dat het oliepeil boven het merkteken
A of onder het merkteken B ligt, star t de
motor dan niet .
-
A
ls het oliepeil boven het merkteken MAXI
ligt (kans op motorschade), neem dan
contact op met het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
met een gekwalificeerde werkplaats.
-
A
ls het oliepeil lager is dan het merkteken
MINI , vul dan altijd motorolie bij. A = MA XI
B = MI
nI
D
e controle van het motorolieniveau is
alleen betrouwbaar als de auto op een
horizontale ondergrond staat en de
motor ten minste 30
minuten niet heeft
gedraaid.
Het is normaal dat u tussen twee
onderhoudsbeurten door olie moet bijvullen.
CI
t
ro
Ën
adviseert u om elke 5000
km het
olieniveau te controleren en, indien nodig,
olie bij te vullen.
10
onderhoud
232
C4-Cactus_nl_Chap12a_btA_ed02-2014
URGENCE-OPROEP OF A SSISTANCE - OPROEP
Citroën Urgence-oproep met lokalisatiefunctie
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze
toets. Het knipperen van het groene L e D-lampje en een
geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar de helpdesk
van "
u rgence" is verstuurd*.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproep
geannuleerd. Het groene L
e D-lampje dooft.
De oproep wordt ook geannuleerd door, op ieder willekeurig moment,
de toets langer dan 8
seconden in te drukken.
Citroën Assistance-oproep met lokalisatiefunctie
bij het aanzetten van het contact, gaat
het groene lampje 3 seconden branden.
Dit duidt op een goede werking van het
systeem.
Het oranje lampje knippert: er is een
storing in het systeem.
Het oranje lampje blijft branden: de
noodbatterij moet vervangen worden.
r
aadpleeg in beide gevallen het
CI
tro Ë n -netwerk.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraag
geannuleerd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken bericht.
Druk langer dan 2 seconden op deze toets voor het
aanvragen van hulp bij het stranden van de auto.
e
en gesproken bericht bevestigt dat de oproep is verstuurd*.
Werking van het systeemHet groene LeD-lampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de
verbinding tot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het
lampje uit.
Deze oproep wordt beheerd door de helpdesk van
u rgence die de informatie
over de lokalisatie van de auto ontvangt en een waarschuwing kan zenden
naar
de gekwalificeerde hulpdiensten. In landen waar de alarmcentrale niet
operationeel is of wanneer de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wo\
rdt de
oproep meteen doorgestuurd naar de hulpdiensten (112), zonder lokalisatie.
Wanneer de elektronische eenheid airbags een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan van
de airbags, automatisch een noodoproep gedaan.
*
Deze diensten zijn afhankelijk van bepaalde voorwaarden en
beschikbaarheid.
r aadpleeg het CI tro Ë n -netwerk. Wanneer u uw auto buiten het CI
tro Ë n -netwerk hebt gekocht, raden
wij u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te laten
controleren
en eventueel configureren. In een meertalig land kunt u het
systeem
laten configureren in de officiële landstaal van uw voorkeur.
o
m technische redenenen, zoals het verbeteren van de
telematicadiensten aan de klant, behoudt de constructeur zich het recht \
voor om op elk willekeurig moment het telematicasysteem in de auto te
wijzigen.
Indien u gebruik maakt van de dienst CI
tro Ë n Connect b ox, beschikt u
ook over aanvullende diensten via uw persoonlijke pagina MyCI
troen
op de CI
tro Ë n -internetsite voor uw land. s urf hiervoor naar
www.citroen.com.
03
237
STUURKOLOMSCHAKELAARS
- kort indrukken:
V
eranderen van multimediabron.
b innenkomend gesprek aannemen.
Huidig gesprek: toegang tot
het telefoonmenu (ophangen,
privémodus, handsfree-modus).
-
Ingedrukt houden:
b innenkomend gesprek weigeren.
Huidig gesprek beëindigen.
Als de telefoon niet gebruikt wordt:
toegang tot het telefoonmenu
(bellen, contacten, gesprekkenlijst,
voicemail).
-
Draaien.
r adio: automatisch zoeken naar
vorige/volgende zender.
Media: vorige/volgende nummer
.
-
Indrukken: bevestigen.
-
k ort indrukken:
r adio: weergeven van de zenderlijst.
Media: weergeven van de tracklist.
-
Ingedrukt houden: lijst van ontvangen
zenders updaten.
-
V
olume verhogen.
-
V
olume verlagen.
04
251
CD, MP3-CD, USB-speler
De autoradio speelt bestanden met de extensie "wma, .aac,.flac,.
ogg, .mp3" met een bitrate van 32 kbps tot 320 kbps af.
o
ok bestanden met een V br (Variable b it r ate) kunnen worden
afgespeeld.
Geluidsbestanden met een andere extensie (.mp4, ...) kunnen niet
worden afgespeeld.
WMA-bestanden moeten van het type WMA9
s tandaard zijn.
De bemonsteringsfrequenties (sampling rates) zijn 11, 22, 44
en
48
kHz.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20
karakters en vermijd
speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om problemen met het afspelen of de
weergave te voorkomen.
s
electeer bij het branden van een CD- r of CD- r
W de standaard
I
so 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur j oliet om deze te kunnen
afspelen.
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat deze
niet goed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één CD niet meer dan één standaard voor\
het branden te gebruiken.
s tel de laagst mogelijke snelheid in
(maximaal 4
x) voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-CD is het raadzaam de
standaard
j oliet te gebruiken.
Informatie en adviezen
Het systeem is geschikt voor externe usb -geluidsdragers,
b
lackberry's
® of apparatuur van Apple® die op de usb-aansluitingen
kunnen worden aangesloten (kabel niet meegeleverd).
u
kunt deze apparatuur bedienen via de audio-installatie van de
auto.
Andere randapparatuur, die bij het aansluiten niet door het systeem
wordt herkend, moet met een kabel (niet meegeleverd) op de
j
ack-plug worden aangesloten.
Gebruik uitsluitend
usb
-sticks met het formaat FA
t
32 (File
Allocation
table 28
bits).
MUZIEK
Als tegelijkertijd twee identieke apparaten zijn aangesloten (twee usb -sticks of twee Apple®-spelers), werkt het systeem niet. Het is
wel mogelijk om tegelijkertijd een usb -stick en een Apple®-speler
aan te sluiten.
Gebruik voor een goede werking bij voorkeur originele Apple
® usb
-kabels.
05
270
Verkeersinformatie
selecteer " Traffic-berichten ".
Druk op Navigatie om de hoofdpagina weer
te geven en druk vervolgens op de secundaire
pagina.
s
electeer de melding in de weergegeven lijst.
s
electeer het vergrootglas om gesproken
berichten te ontvangen.
Stel de filters " Op de route ", " Rondom ", " Op
bestemming " in om een meer gedetailleerd
overzicht van meldingen te krijgen.
Druk nogmaals op de knop om het filter ongedaan te maken.
s
electeer " Instellingen
".
s
electeer:
-
" Nieuwe berichten melden ",
-
" Berichten oplezen ",
Verfijn
vervolgens het gebied van het filter.
Druk op Navigatie om de hoofdpagina weer
te geven en druk vervolgens op de secundaire
pagina.
Weergave van berichten
Filters instellen
Wij
adviseren een filtergebied van:
-
20
km in de stad,
-
50
km op de snelweg.
e
en via het GP s -navigatiesysteem ontvangen
t
MC-bericht
(Trafic
Message Channel) is informatie met betrekking tot de
verkeersomstandigheden die in real time wordt ontvangen.
s
electeer " Bevestigen ".
VERKEER
selecteer " Info-optie ".