OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
Kort en bondig 11
23. Tractieregelsysteem op paginaTraction Control System
(TCS) 0148.
Start/stop-systeem op pagina
Stop/Start-systeem-
functie 0141.
Stadsmodus op pagina Elektro-
nische stabiliteitsregeling
(ESC) 0148.
Lane departure warning op
pagina Lane Departure
Warning (LDW) 0155.
24. Lichtschakelaar,
Instellen koplampreikwijdte,
Mistlampen,
Mistachterlicht,
Instrumentenverlichting op
pagina Lichtschakelaar 085.Rijverlichting
Lichtschakelaar draaien.
9:Verlichting uit
;:Zijmarkeringslichten
5:Dimlicht
Mistlampen
Lichtschakelaar indrukken.
#: Voormistlampen
s:Mistachterlicht
Verlichting
0Lichtschakelaar 085.
Lichtsignaal, grootlicht en
dimlicht
Lichtsignaal: Hendel naar u toe
trekken
Grootlicht: Hendel van u af duwen
Dimlicht: Hendel van u af duwen of
naar u toe trekken
Grootlicht
0Grootlicht 085.
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
58 Instrumenten en knoppen
Instrumenten en
knoppen
Bediening
Stuurwiel instellen . . . . . . . . . . . . . 59
Stuurbedieningsknoppen . . . . . . 59
Verwarmd stuurwiel . . . . . . . . . . . . 59
Claxon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Wis-/wasinstallatie voorruit . . . . . 60
Wis-/wasinstallatie achterruit . . . 61
Buitentemperatuur . . . . . . . . . . . . . 62
Klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Elektrische aansluitingen . . . . . . 62
Waarschuwingslampjes,
meters en verklikkerlichtjes
Snelheidsmeter . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Kilometerteller . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Dagteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Toerenteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Brandstofmeter . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Controlelampen . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Motorkoelvloeistofthermo-meter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Service-display . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Richtingaanwijzer . . . . . . . . . . . . . . 68
Veiligheidsgordelwaarschu- wingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Verklikkerlampje airbag en
gordelspanner . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Lampje Airbag-deactivering . . . . 69
Lampje oplaadsysteem . . . . . . . . 70
Storingslampje . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Service-indicatie (SVS-lampje) . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Waarschuwingslampje rem- en koppelingssysteem . . . . . . . . . . . 70
Waarschuwingslampje antiblok- keersysteem (ABS) . . . . . . . . . . . 71
Schakellampje . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Lampje variabele stuurbekrach- tiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Lampje Lane Departure Warning (LDW) . . . . . . . . . . . . . . . 71
Lampje ultrasoonpar- keerhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Controlelampje elektronische stabiliteitsregeling (ESC) . . . . . 71
Lampje Elektronische stabili- teitscontrole (ESC) uit . . . . . . . . 72
Traction Control (TCS) Uit-lampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Waarschuwingslampje koelvloei- stoftemperatuur . . . . . . . . . . . . . . . 72
Lampje bandenspanningscon- trolesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Lampje motoroliedruk . . . . . . . . . . 72
Te laag brandstofpeil . . . . . . . . . . . 73
Auto Stop-modus . . . . . . . . . . . . . . 73 Lampje voor de startbevei-
liging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Lampje Motorvermogen verminderd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Lampje groot licht aan . . . . . . . . . 73
Mistlamp voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Mistachterlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Controlelampje voor de achter-
lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Lampje cruisecontrol . . . . . . . . . . . 74
Lampje motorkap open . . . . . . . . 74
Lampje portier open . . . . . . . . . . . 74
Informatieschermen
Bestuurdersinformatiecentrum (DIC) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Boordberichten
Boordberichten . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Waarschuwingszoemers . . . . . . . 81
Persoonlijke instellingen
Persoonlijke instellingen . . . . . . . 82
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
72 Instrumenten en knoppen
Verder rijden is mogelijk. De rijstabi-
liteit kan echter afhankelijk van de
staat van het wegdek verslechteren.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten
verhelpen.
Knippert
Het systeem is actief bezig.
Het motorvermogen kan worden
begrensd en de auto kan automa-
tisch iets worden afgeremd.
Lampje Elektronische
stabiliteitscontrole
(ESC) uit
d
brandt geel.
Het systeem wordt gedeactiveerd.
Traction Control (TCS)
Uit-lampje
i
brandt geel.
Het systeem wordt gedeactiveerd.
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur
C
brandt rood.
Dit controlelampje geeft aan
wanneer de koelvloeistoftempera-
tuur te hoog is.
Wanneer onder normale omstandig-
heden met de auto hebt gereden,
verlaat u de weg, stopt u de auto en
laat u de motor enkele minuten stati-
onair draaien.
Als het lampje niet dooft, moet u de
motor uitzetten en zo snel mogelijk
naar een werkplaats gaan. Wij
adviseren u contact op te nemen
met een erkende werkplaats.
Lampje bandenspan-
ningscontrolesysteem
7
brandt of knippert geel.
Brandt
Bandenspanningverlies. Meteen
stoppen en de bandenspanning
controleren. Knippert
Storing in het systeem of wiel
zonder gemonteerde druksensor
(bijv. reservewiel). Na 60–90
seconden brandt de controlelamp
continu. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Bandenspanningscontrolesysteem
0Bandenspanning
0180.
Lampje motoroliedruk
:
brandt rood.
Brandt na het inschakelen van de
ontsteking en dooft vlak na het
starten van de motor.
Brandt bij een draaiende motor
Voorzichtig
Motorsmering wordt mogelijk
onderbroken. Dit kan aanleiding
geven tot motorschade en/of tot
het blokkeren van de aandrijf-
wielen.
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
138 Rijden en bedienen
Rijden en bedienen
Informatie over het rijden
Controle over de auto . . . . . . . . 138
Stuurinrichting . . . . . . . . . . . . . . . . 139
Starten en bediening
Nieuwe auto inrijden . . . . . . . . . . 139
Contactstanden . . . . . . . . . . . . . . 139
Motor starten . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
Ingeschakelde accessoirevoe-ding (RAP) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
Stop/start-systeem . . . . . . . . . . . 141
Parkeerplaats . . . . . . . . . . . . . . . . 143
Motoruitlaat
Motoruitlaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 144
Katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 144
Handgeschakelde versnel-
lingsbak
Handgeschakelde versnel- lingsbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
Remsysteem
Remsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . 146
Antiblokkeersysteem van deremmen (ABS) . . . . . . . . . . . . . . 146 Parkeerrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147
Remassistent . . . . . . . . . . . . . . . . . 147
Hellingrem (HSA) . . . . . . . . . . . . . 147
Rijregelsystemen
Traction Control-sys-
teem (TCS) . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Elektronische stabiliteitsrege- ling (ESC) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Obstakeldetectiesystemen
Parkeerhulp (Parkeerhulpachteraan) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
Bestuurdersondersteunings-
systemen
Bestuurdersondersteunings-systemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
Cruise control . . . . . . . . . . . . . . . . 152
Snelheidsbegrenzer . . . . . . . . . . 154
Lane Departure
Warning (LDW) . . . . . . . . . . . . . 155
Brandstof
Brandstof (voor benzinemo-toren) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
De tank vullen . . . . . . . . . . . . . . . . 157
Brandstofverbruik - CO2-uit- stoot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
Informatie over het
rijden
Controle over de auto
Nooit laten vrijlopen wanneer
de motor niet draait (uitgezon-
derd tijdens Autostop)
Veel systemen werken dan niet
meer (bijv. rembekrachtiger, stuur-
bekrachtiging). Als u op deze
manier rijdt, brengt u uzelf en
anderen in gevaar.
Stationair aanjagen
Als het nodig is om de accu op te
laden wegens een probleem met de
accu, moet het vermogen van de
dynamo worden vergroot. Dit kan
door stationair aanjagen, wat
mogelijk hoorbaar is.
Pedalen
Om de pedalen ongehinderd te
kunnen bedienen geen matten
onder de pedalen leggen.
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
148 Rijden en bedienen
Rijregelsystemen
Traction Control-sys-
teem (TCS)
De Traction Control (TC) is een
onderdeel van de elektronische
stabiliteitsregeling.
TC verhoogt zo nodig de stabiliteit,
ongeacht het type wegdek of de grip
van de banden, door te voorkomen
dat de aangedreven wielen
doorslaan.
Zodra de aangedreven wielen
beginnen door te slaan, wordt het
motorvermogen verminderd en
wordt het wiel met de meeste slip
afzonderlijk afgeremd. Daardoor
wordt de rijstabiliteit van de auto op
een glad wegdek aanmerkelijk
verbeterd.
TC is bedrijfsklaar zodra de contro-
lelamp
Gdooft.
Wanneer TC actief ingrijpt,
knippert
G.
{Waarschuwing
Laat u door deze speciale veilig-
heidsfunctie niet verleiden tot een
roekeloze rijstijl.
Snelheid aan de staat van het
wegdek aanpassen.
Controlelamp
G 0Controlelampje
elektronische stabiliteitsregeling
(ESC) 071.
Deactivering
Het is mogelijk de TC uit te
schakelen wanneer de aandrijf-
wielen moeten kunnen doorslaan:
Druk kort op
G.
De controlelamp
ibrandt.
U kunt TC weer activeren door
nogmaals op
Gte drukken.
De TC wordt ook opnieuw geacti-
veerd wanneer u het contact de
volgende keer weer inschakelt.
Storing
Bij een storing in het systeem licht
het controlelampje
iononder-
broken op en verschijnt er een
bericht of een waarschuwingscode
op het Driver Information Center.
Het systeem is buiten werking.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten
verhelpen.
Elektronische stabiliteits-
regeling (ESC)
De elektronische stabiliteitsregeling
(ESC) verbetert indien nodig de rijst-
abiliteit ongeacht de staat van het
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
Rijden en bedienen 153
Inschakelen
Druk op5; controlelamp5in de
instrumentengroep brandt wit.
Activering
Accelereer tot de gewenste snelheid
en draai het stelwiel naar SET/-, de
huidige snelheid wordt opgeslagen
en vastgehouden. De controlelamp
5in de instrumentengroep brandt
groen. U kunt het gaspedaal
loslaten.
Het is mogelijk te versnellen door
gas te geven. Na het loslaten van
het gaspedaal wordt opnieuw de
opgeslagen snelheid aangehouden.
De cruise control blijft ingeschakeld
tijdens het schakelen.
Snelheid verhogen
Houd, terwijl de cruisecontrol actief
is, het stelwiel op RES/+of draai het
meermaals kort naar RES/+: de
snelheid loopt continu of in kleine
stappen op.
U kunt ook tot de gewenste snelheid
accelereren en deze opslaan door
het stelwiel naar SET/-te draaien.
Snelheid verlagen
Houd, terwijl de cruisecontrol actief
is, het stelwiel op RES/-of draai het
meermaals kort naar RES/-: de
snelheid loopt continu of in kleine
stappen af.
Deactivering
Druk op*; controlelamp5in de
instrumentengroep brandt wit. De
cruise control is gedeactiveerd. De
laatste gebruikte ingestelde snelheid
wordt in het geheugen opgeslagen
voor het later hervatten van de
snelheid.
Automatisch uitschakelen:
. De rijsnelheid is lager dan ca. 25
km/u.
. Het rempedaal wordt bediend.
. Het koppelingspedaal wordt een
aantal seconden ingedrukt.
. De keuzehendel staat in
neutraal.
. Het motortoerental is in een zeer
laag bereik.
. Het Traction Control-systeem of
elektronische stabiliteitsregeling
is actief.
Opgeslagen snelheid hervatten
Draai het stelwiel naar RES/+bij
een snelheid boven 25 km/u. De
opgeslagen snelheid wordt bereikt.
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
218 Index
Instrumentenpaneel (Vervolg)Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Instrumentenverlichting . . . . . . . . . 173
Interieurluchtfilter . . . . . . . . . . . . . . . 137
ISOFIX-kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . 48
K
Katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 144
Kettingen, sneeuw . . . . . . . . . . . . . . 186
Kilometerteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Rit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Kindersloten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Kinderzitjes Inbouwposities . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
ISOFIX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Systemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Top-Tether . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Klimaatregelsysteem Elektronica . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132
Klimaatregelsystemen Verwarming en ventilatie . . . . . . 129
Klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Knipperlichten, alarm . . . . . . . . . . . . 86
Koelvloeistof Motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164
Motorthermometer . . . . . . . . . . . . . . 67
Waarschuwingslampjemotortemperatuur . . . . . . . . . . . . . 72 Koolmonoxide
Brandstofverbruik -
CO2-uitstoot . . . . . . . . . . . . . . . . 158
Motoruitlaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 144
Koplampen Dagrijlicht (DRL) . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Gloeilamp vervangen . . . . . . . . . 168
Grootlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
Lampje groot licht aan . . . . . . . . . . 73
Parkeerlichten . . . . . . . . . . . . .88, 168
Verstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Koplampverstelling . . . . . . . . . . . . . . 86
L
Lampen Achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . 170
Achteruitrijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
Beslagen lampglazen . . . . . . . . . . . 88
Bochten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Dagrijlicht (DRL) . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . .89, 173
Kentekenplaat . . . . . . . . . . . . . . . . 173
Koplampen en parkeer-lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
Mist voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Mistachter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Richtingaanwijzers opzij . . . . . . 172
Richtingaanwijzers vooraan . . . 170 Lampen (Vervolg)
Storing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Lampje Elektronische stabiliteitscon-
trole (ESC), uit . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Schakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Traction Control-sys- teem (TCS) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Variabele stuurbekrachtiging . . . . 71
Lampje bandenspanningscon- trolesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Lampje Elektronische stabili- teitscontrole (ESC) uit . . . . . . . . . . 72
Lampje groot licht aan . . . . . . . . . . . 73
Lampje Lane Departure
Warning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Lampje motorkap open . . . . . . . . . . 74
Lampje Motorvermogen verminderd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Lampje oplaadsysteem . . . . . . . . . . 70
Lampje ultrasoonparkeerhulp . . . . 71
Lampje variabele stuurbe- krachtiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Lampje, Auto Stop-modus . . . . . . . 73
Lane Departure Warning (LDW) . . . . . . . . . . . . . . . . 155
Lekke band Verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
Index 221
Sproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . 165
Startbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26Lampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Starthulp gebruiken . . . . . . . . . . . . . 195
Starthulp, hellingen . . . . . . . . . . . . . 147
Stoelen Afstelling, voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Positie, voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Verwarmd voor . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Stoelpositie voorstoelen
Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Storingslampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Stuurinrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139 Verwarmd wiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Wiel verstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Wielknoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Systemen Bestuurdersondersteuning . . . . 152
T
Te laag brandstofpeil . . . . . . . . . . . . 73
Technische gegevensBandenspanning . . . . . . . . . . . . . .211
Telefoon
Bluetooth . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .119
Temperatuur Buiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62 Thermometer
Buitentemperatuur . . . . . . . . . . . . . . 62
Tijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Toerenteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Top-Tether-bevestigingsogen . . . . 50
Tractie Control-systeem (TCS) . . . . . . . 148
Traction Control (TCS) Uit-lampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
U
Uitstoot - CO2Brandstofverbruik . . . . . . . . . . . . . 158
V
Vaste luchtroosters . . . . . . . . . . . . . 136
Veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . . . . 35Driepuntsgordel . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . 69
Ventilatie Vaste luchtroosters . . . . . . . . . . . 136
Verstelbare luchtroosters . . . . . 136
Verlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 Airbag en gordelspanner . . . . . . . 69
Airbag-deactivering . . . . . . . . . . . . . 69
Bandenspanningscontrole-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 Verlichting (Vervolg)
Controlelampje voor de
achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Cruise control . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Groot licht aan . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Grootlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
Instap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
Lane Departure Warning . . . . . . . . 71
Middenconsole . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
Mistachterlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Mistlamp voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Motorkap open . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Motoroliedruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Motorvermogen verminderd . . . . . 73
Oplaadsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Portier open . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Regelbare verlichting . . . . . . . . . . . 88
Rem- en koppelingssysteem . . . . 70
Service-indicatie
(SVS-lampje) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Startbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Te laag brandstofpeil . . . . . . . . . . . 73
Uitstap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
Ultrasoonparkeerhulp . . . . . . . . . . . 71
Veiligheidsgordelwaarschu- wingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Waarschuwing antiblokkeer- systeem (ABS) . . . . . . . . . . . . . . . . 71