
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
10 Kort en bondig
1. Elektrisch bediende ruiten oppagina Elektrisch bediende
ruiten 028.
Centrale vergrendeling op
pagina Centrale vergrende-
ling 021.
2. Buitenspiegels op pagina Bolle
buitenspiegels 026.
3. Cruisecontrol, snelheidsbe- grenzer op pagina Bestuur-
dersondersteuningssystemen
0 152.
Verwarmd stuurwiel op pagina
Verwarmd stuurwiel 059.
4. Richtingaanwijzers, lichtsig- naal, dimlicht en grootlicht op
pagina Richtingaanwij-
zers 086.
Uitstapverlichting op pagina
Uitstapverlichting 090.
Parkeerlichten op pagina
Parkeerlichten 088.
5. Luchtroosters op pagina Vaste
luchtroosters 0136.
6. Instrumenten op pagina Stuur-
wielverstelling 059. 7. Bestuurdersinformatiecentrum
op pagina Driver Information
Center 074.
8. Stuurbedieningsknoppen op pagina Stuurbedienings-
knoppen 059.
9. Voorruitwisser, sproeisysteem voorruit, achterruitwisser,
sproeisysteem achterruit op
pagina Wis-/wasinstallatie
voorruit 060.
10. Luchtroosters midden op pagina Verstelbare luchtroos-
ters 0136.
11. Alarmknipperlichten op pagina Alarmknipperlichten 086.
12. Infodisplay op pagina Overzicht 094.
13. Infotainmentsysteem op pagina Bediening 0100.
14. Handschoenenkastje op pagina Handschoenenkastje 051.
15. Klimaatregelsysteem op pagina Elektronisch klimaatregelsys-
teem 0132. 16. Keuzehendel, handgescha-
kelde versnellingsbak op
pagina Handgeschakelde
versnellingsbak 0145.
17. Handrem op pagina Handrem 0147.
18. Contactslot met stuurslot op pagina Contactslot-
standen 0139.
19. Claxon op pagina Claxon060.
Bestuurdersairbag op pagina
Airbagsysteem 038.
20. Stuurwielverstelling op pagina Stuurwielverstelling 059.
21. Ontgrendelhendel motorkap op pagina Motorkap 0162.
22. Zekeringkastje op pagina Zekeringen 0174.

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
58 Instrumenten en knoppen
Instrumenten en
knoppen
Bediening
Stuurwiel instellen . . . . . . . . . . . . . 59
Stuurbedieningsknoppen . . . . . . 59
Verwarmd stuurwiel . . . . . . . . . . . . 59
Claxon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Wis-/wasinstallatie voorruit . . . . . 60
Wis-/wasinstallatie achterruit . . . 61
Buitentemperatuur . . . . . . . . . . . . . 62
Klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Elektrische aansluitingen . . . . . . 62
Waarschuwingslampjes,
meters en verklikkerlichtjes
Snelheidsmeter . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Kilometerteller . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Dagteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Toerenteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Brandstofmeter . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Controlelampen . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Motorkoelvloeistofthermo-meter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Service-display . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Richtingaanwijzer . . . . . . . . . . . . . . 68
Veiligheidsgordelwaarschu- wingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Verklikkerlampje airbag en
gordelspanner . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Lampje Airbag-deactivering . . . . 69
Lampje oplaadsysteem . . . . . . . . 70
Storingslampje . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Service-indicatie (SVS-lampje) . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Waarschuwingslampje rem- en koppelingssysteem . . . . . . . . . . . 70
Waarschuwingslampje antiblok- keersysteem (ABS) . . . . . . . . . . . 71
Schakellampje . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Lampje variabele stuurbekrach- tiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Lampje Lane Departure Warning (LDW) . . . . . . . . . . . . . . . 71
Lampje ultrasoonpar- keerhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Controlelampje elektronische stabiliteitsregeling (ESC) . . . . . 71
Lampje Elektronische stabili- teitscontrole (ESC) uit . . . . . . . . 72
Traction Control (TCS) Uit-lampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Waarschuwingslampje koelvloei- stoftemperatuur . . . . . . . . . . . . . . . 72
Lampje bandenspanningscon- trolesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Lampje motoroliedruk . . . . . . . . . . 72
Te laag brandstofpeil . . . . . . . . . . . 73
Auto Stop-modus . . . . . . . . . . . . . . 73 Lampje voor de startbevei-
liging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Lampje Motorvermogen verminderd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Lampje groot licht aan . . . . . . . . . 73
Mistlamp voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Mistachterlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Controlelampje voor de achter-
lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Lampje cruisecontrol . . . . . . . . . . . 74
Lampje motorkap open . . . . . . . . 74
Lampje portier open . . . . . . . . . . . 74
Informatieschermen
Bestuurdersinformatiecentrum (DIC) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Boordberichten
Boordberichten . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Waarschuwingszoemers . . . . . . . 81
Persoonlijke instellingen
Persoonlijke instellingen . . . . . . . 82

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
Instrumenten en knoppen 59
Bediening
Stuurwiel instellen
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen
en vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot
verstellen.
Stuurbedieningsknoppen
U kunt het infotainment-systeem, de
cruise control en een gekoppelde
mobiele telefoon bedienen met de
knoppen op het stuurwiel.
Nadere informatie vindt u in de
infotainment-handleiding.
Cruisecontrol
0Cruisecon-
trol 0152.
Verwarmd stuurwiel
Druk opAom verwarming te
activeren. De activering wordt
aangeduid door de LED in de toets.

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
74 Instrumenten en knoppen
Het mistachterlicht is ingeschakeld0Mistachterlicht087.
Controlelampje voor de
achterlichten
;
brandt groen.
De rijverlichting is ingeschakeld
0
Lichtschakelaar 085.
Lampje cruisecontrol
I
brandt wit of groen.
Brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.
Brandt groen
Een bepaalde snelheid wordt
opgeslagen.
Cruisecontrol
0Cruisecon-
trol 0152.
Lampje motorkap open
i
gaat branden wanneer de
motorkap open is.
Automatische motorstop/startfunctie
0Stop/start-systeem 0141.
Lampje portier open
U
brandt rood.
Een portier of de achterklep
staat open.
Informatieschermen
Bestuurdersinformatie-
centrum (DIC)
Het Driver Information Center (DIC)
is ondergebracht in de instrumen-
tengroep.
U selecteert de menupagina's door
op MENU te drukken op de
richtingaanwijzerhendel.
De te selecteren menupagina's van
Midlevel-display zijn:
. menu Rit, zie hieronder
. menu Auto, zie hieronder

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
138 Rijden en bedienen
Rijden en bedienen
Informatie over het rijden
Controle over de auto . . . . . . . . 138
Stuurinrichting . . . . . . . . . . . . . . . . 139
Starten en bediening
Nieuwe auto inrijden . . . . . . . . . . 139
Contactstanden . . . . . . . . . . . . . . 139
Motor starten . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
Ingeschakelde accessoirevoe-ding (RAP) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
Stop/start-systeem . . . . . . . . . . . 141
Parkeerplaats . . . . . . . . . . . . . . . . 143
Motoruitlaat
Motoruitlaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 144
Katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 144
Handgeschakelde versnel-
lingsbak
Handgeschakelde versnel- lingsbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
Remsysteem
Remsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . 146
Antiblokkeersysteem van deremmen (ABS) . . . . . . . . . . . . . . 146 Parkeerrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147
Remassistent . . . . . . . . . . . . . . . . . 147
Hellingrem (HSA) . . . . . . . . . . . . . 147
Rijregelsystemen
Traction Control-sys-
teem (TCS) . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Elektronische stabiliteitsrege- ling (ESC) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Obstakeldetectiesystemen
Parkeerhulp (Parkeerhulpachteraan) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
Bestuurdersondersteunings-
systemen
Bestuurdersondersteunings-systemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
Cruise control . . . . . . . . . . . . . . . . 152
Snelheidsbegrenzer . . . . . . . . . . 154
Lane Departure
Warning (LDW) . . . . . . . . . . . . . 155
Brandstof
Brandstof (voor benzinemo-toren) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
De tank vullen . . . . . . . . . . . . . . . . 157
Brandstofverbruik - CO2-uit- stoot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
Informatie over het
rijden
Controle over de auto
Nooit laten vrijlopen wanneer
de motor niet draait (uitgezon-
derd tijdens Autostop)
Veel systemen werken dan niet
meer (bijv. rembekrachtiger, stuur-
bekrachtiging). Als u op deze
manier rijdt, brengt u uzelf en
anderen in gevaar.
Stationair aanjagen
Als het nodig is om de accu op te
laden wegens een probleem met de
accu, moet het vermogen van de
dynamo worden vergroot. Dit kan
door stationair aanjagen, wat
mogelijk hoorbaar is.
Pedalen
Om de pedalen ongehinderd te
kunnen bedienen geen matten
onder de pedalen leggen.

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
152 Rijden en bedienen
Voorzichtig
Het systeem werkt eventueel
minder goed wanneer de
sensoren zijn bedekt, bijv. met ijs
of sneeuw.
Het parkeerhulpsysteem werkt bij
een zware belading eventueel
minder goed.
Speciale situaties gelden bij het
inparkeren van grotere voertuigen
(bijv. terreinwagens, minivans,
bestelbusjes, campers, aanhang-
wagens en vrachtwagens). De
objectherkenning en de juiste
afstandsindicatie in het bovenste
deel van deze voertuigen kan niet
worden gegarandeerd.
Objecten met een erg klein reflec-
tievlak, zoals smalle voorwerpen
of zachte materialen, herkent het
systeem mogelijkerwijs niet.
De parkeerhulp detecteert geen
objecten buiten het detectie-
bereik.
Bestuurdersonder-
steuningssystemen
{Waarschuwing
Bestuurdersondersteuningssys-
temen zijn ontwikkeld om de
bestuurder te ondersteunen en
niet om zijn aandacht te
vervangen.
De bestuurder aanvaardt de volle-
dige verantwoordelijkheid
wanneer hij de auto bestuurt.
Wanneer bestuurdersondersteu-
ningssystemen worden gebruikt,
altijd op de huidige verkeerssi-
tuatie letten.
Cruise control
De cruise control kan snelheden
van ca. 25 tot 170 km/u opslaan en
aanhouden. Bij het op- en afrijden
van hellingen zijn afwijkingen van
de opgeslagen snelheid mogelijk.Om veiligheidsredenen kan de
cruise control pas worden ingescha-
keld nadat het rempedaal eenmaal
werd bediend.
Activeren in de eerste versnelling is
niet mogelijk.
De cruise control niet inschakelen
wanneer het aanhouden van een
constante snelheid onverstandig is.
Controlelamp
5
0Controle-
lampen 064.

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
Rijden en bedienen 153
Inschakelen
Druk op5; controlelamp5in de
instrumentengroep brandt wit.
Activering
Accelereer tot de gewenste snelheid
en draai het stelwiel naar SET/-, de
huidige snelheid wordt opgeslagen
en vastgehouden. De controlelamp
5in de instrumentengroep brandt
groen. U kunt het gaspedaal
loslaten.
Het is mogelijk te versnellen door
gas te geven. Na het loslaten van
het gaspedaal wordt opnieuw de
opgeslagen snelheid aangehouden.
De cruise control blijft ingeschakeld
tijdens het schakelen.
Snelheid verhogen
Houd, terwijl de cruisecontrol actief
is, het stelwiel op RES/+of draai het
meermaals kort naar RES/+: de
snelheid loopt continu of in kleine
stappen op.
U kunt ook tot de gewenste snelheid
accelereren en deze opslaan door
het stelwiel naar SET/-te draaien.
Snelheid verlagen
Houd, terwijl de cruisecontrol actief
is, het stelwiel op RES/-of draai het
meermaals kort naar RES/-: de
snelheid loopt continu of in kleine
stappen af.
Deactivering
Druk op*; controlelamp5in de
instrumentengroep brandt wit. De
cruise control is gedeactiveerd. De
laatste gebruikte ingestelde snelheid
wordt in het geheugen opgeslagen
voor het later hervatten van de
snelheid.
Automatisch uitschakelen:
. De rijsnelheid is lager dan ca. 25
km/u.
. Het rempedaal wordt bediend.
. Het koppelingspedaal wordt een
aantal seconden ingedrukt.
. De keuzehendel staat in
neutraal.
. Het motortoerental is in een zeer
laag bereik.
. Het Traction Control-systeem of
elektronische stabiliteitsregeling
is actief.
Opgeslagen snelheid hervatten
Draai het stelwiel naar RES/+bij
een snelheid boven 25 km/u. De
opgeslagen snelheid wordt bereikt.

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
154 Rijden en bedienen
Uitschakelen
Druk op5; controlelamp5in de
instrumentengroep dooft. De
opslagen snelheid wordt gewist.
Als u op
sdrukt voor het activeren
van de snelheidsbegrenzer of het
uitschakelen van het contact, wordt
ook de cruisecontrol uitgeschakeld
en wordt de opgeslagen snelheid
gewist.
Snelheidsbegrenzer
De snelheidsbegrenzer voorkomt
dat de auto een vooraf ingestelde
snelheidslimiet overschrijdt.
De snelheidslimiet kan worden
ingesteld op een snelheid hoger dan
30 km/u.
De bestuurder kan alleen accele-
reren tot de vooraf ingestelde
snelheid. Bij het afrijden van
hellingen zijn afwijkingen van de
snelheidslimiet mogelijk.
Als het systeem geactiveerd is,
wordt de ingestelde snelheidslimiet
op het Driver Information Center
(DIC) weergegeven.
Activering
Druk ops. Als de cruisecontrol
eerder geactiveerd was, wordt deze
uitgeschakeld als de snelheidsbe-
grenzer wordt geactiveerd en dooft
controlelamp
5.
Ingestelde snelheidslimiet
Als de snelheidsbegrenzer geacti-
veerd is, houd u het stelwiel op
RES/+ of draait u herhaaldelijk kort
naar RES/+ tot de gewenste
snelheidslimiet op het DIC wordt
getoond. U kunt ook tot de gewenste snelheid
accelereren en het stelwiel kort naar
SET/-
draaien: de huidige snelheid
wordt opgeslagen als maximale
snelheid. De snelheidslimiet wordt
weergegeven op het DIC.
Snelheidslimiet wijzigen
Als de snelheidsbegrenzer geacti-
veerd is, het stelwiel naar RES/+
draaien om te verhogen of naar
SET/- om de gewenste snelheidsli-
miet te verlagen.
Snelheidslimiet overschrijden
In noodgevallen is het mogelijk de
snelheidslimiet te overschrijden door
het gaspedaal stevig door de
weerstand heen in te trappen. De
snelheidslimiet knippert in het DIC
en er klinkt tegelijkertijd een geluids-
signaal.