
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
Sleutels, portieren en ruiten 25
Aanwijzing:Afhankelijk van het
gewicht van eventueel gemonteerde
accessoires blijft de achterklep
mogelijk niet in geopende stand
staan.Autodiefstalbevei-
liging
Diefstalalarmsysteem
Het bewaakt:
. portieren, achterklep, motorkap
. contact
Bij het ontgrendelen van de auto
worden beide systemen tegelijk
uitgeschakeld.
De status-led is geïntegreerd in de
sensor boven op het instrumenten-
paneel. Status tijdens de eerste 30
seconden na het activeren van het
alarmsysteem:
Led gaat branden: test, activeren
wordt uitgesteld.
Led knippert snel: portieren, achter-
klep of motorkap zijn niet goed
gesloten, of systeemfout.
Deactivering
Als u de auto ontgrendeld door op
de handzender op
Kte drukken,
wordt het diefstalalarmsysteem
uitgeschakeld.
Alarm
Het alarm kan worden afgezet door
het indrukken van een willekeurige
toets op de handzender of door het
inschakelen van het contact.
U kunt het diefstalalarmsysteem
weer inschakelen door op
Kte
drukken of het contact aan te zetten.

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
26 Sleutels, portieren en ruiten
Automatische portiervergren-
deling
Wanneer geen enkel portier wordt
geopend of de contactsleutel binnen
3 minuten nadat de portieren zijn
ontgrendeld via de handzender niet
in stand 1 of stand 2 wordt gezet,
worden alle portieren weer vergren-
deld en wordt het diefstalalarmsys-
teem automatisch ingeschakeld.
Automatische portierontgren-
deling
Alle portieren ontgrendelen automa-
tisch zodra de botsingssensoren
een botsingssignaal ontvangen
terwijl het contact AAN stand 2
staat.
Wel zullen de portieren mogelijk niet
ontgrendelen als er mechanische
problemen zijn opgetreden met het
systeem voor portiervergrendeling
of met het accuvoedingsysteem.
Startbeveiliging
Het systeem is onderdeel van de
contactschakelaar en het controleert
of de auto met de gebruikte sleutel
mag worden gestart.De startbeveiliging activeert zichzelf
automatisch nadat u de sleutel uit
de contactschakelaar hebt gehaald.
Knippert de controlelamp
Anadat
het contact is ingeschakeld, dan is
er een storing in het systeem: de
auto kan niet worden gestart.
Contact uitschakelen en opnieuw
proberen te starten.
Als de controlelamp
Ablijft
knipperen, kunt u proberen om de
motor met de reservesleutel te
starten en daarna de hulp van een
werkplaats inroepen.
Aanwijzing: De startbeveiliging
vergrendelt de portieren niet.
Vergrendel daarom steeds na het
verlaten van de auto de portieren en
schakel het diefstalalarmsysteem
0
in Centrale vergrendeling 021,
Diefstalalarmsysteem 025.
Controlelamp
A 0Lampje van de
startbeveiliging 073.
Buitenspiegels
Bolle spiegels
De vergrotende buitenspiegel heeft
een asferisch deel dat de dode
hoeken verkleint. Door de vorm van
de spiegel lijken voorwerpen kleiner
dan ze zijn, waardoor afstanden
moeilijker zijn in te schatten.
Elektrisch bediende
buitenspiegels

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
56 Opbergruimte
Auto's met reservewiel
Berg de gevarendriehoek op in het
opbergvak in de bagageruimte.
EHBO-set
Berg de verbandtrommel op in het
opbergvak in de bagageruimte.
Beladingsinformatie
.Zware voorwerpen in de bagage-
ruimte tegen de rugleuningen
leggen. Controleren of de
rugleuningen naar behoren zijn
vergrendeld. Bij stapelbare
voorwerpen de zwaarste
voorwerpen onderop leggen.
. Losse voorwerpen in de bagage-
ruimte vastzetten om
verschuiven tegen te gaan.
. Bij het vervoeren van
voorwerpen in de bagageruimte
mogen de rugleuningen van de
achterbank niet schuin naar
voren geklapt zijn.
. Bagage niet boven de rugleu-
ningen laten uitsteken.
. Niets op de hoedenplank of op
het instrumentenpaneel leggen
en de sensor boven op het
instrumentenpaneel niet
afdekken.
. De bagage mag de bediening
van pedalen, handrem, schakel-
hefboom en de bewegingsvrij-
heid van de bestuurder niet

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
Instrumenten en knoppen 71
Waarschuwingslampje
antiblokkeersysteem
(ABS)
!
brandt geel.
Brandt na het inschakelen van de
ontsteking enkele seconden. Het
systeem is na het doven van het
controlelampje klaar voor gebruik.
Als de controlelamp na enkele
seconden niet dooft of als deze
tijdens de rit gaat branden, dan zit
er een storing in het ABS-systeem.
Het remsysteem blijft normaal
werken, maar zonder ABS-regeling.
Antiblokkeersysteem
0Antilock
Brake System (ABS) (antiblokkeer-
systeem van de remmen) 0146.
Schakellampje
*
ofkmet het getal van de
volgende hogere of lagere versnel-
ling wordt aangeduid wanneer
opschakelen of neerschakelen
wordt aanbevolen om brandstof te
besparen.
Lampje variabele stuurbe-
krachtiging
m
brandt geel.
Storing in het elektrisch stuurbe-
krachtigingssysteem (EPS).
Hierdoor kan de auto zwaarder of
lichter gaan sturen. De hulp van een
werkplaats inroepen.
Stop/Start-systeem
0Stop/start-
systeem 0141.
Lampje Lane Departure
Warning (LDW)
@
brandt groen of knippert geel.
Brandt groen
Het systeem wordt ingeschakeld en
is gebruiksklaar.
Knippert geel
Het systeem herkent een
onbedoelde verandering van
rijstrook.
Lampje ultrasoonpar-
keerhulp
X
brandt geel.
Storing in het systeem
of
Storing door vervuilde of met
sneeuw of ijs bedekte sensoren
of
Storingen door externe bronnen van
ultrasoon geluid. Zodra de storings-
bron is weggenomen, werkt het
systeem weer normaal.
Oorzaak van de systeemstoring
onmiddellijk door een werkplaats
laten verhelpen.
Ultrasoonparkeerhulp
0Parkeer-
hulp (parkeerhulp achteraan) 0151.
Controlelampje elektroni-
sche stabiliteitsrege-
ling (ESC)
d
brandt of knippert geel.
Brandt
Er zit een storing in het systeem.

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
72 Instrumenten en knoppen
Verder rijden is mogelijk. De rijstabi-
liteit kan echter afhankelijk van de
staat van het wegdek verslechteren.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten
verhelpen.
Knippert
Het systeem is actief bezig.
Het motorvermogen kan worden
begrensd en de auto kan automa-
tisch iets worden afgeremd.
Lampje Elektronische
stabiliteitscontrole
(ESC) uit
d
brandt geel.
Het systeem wordt gedeactiveerd.
Traction Control (TCS)
Uit-lampje
i
brandt geel.
Het systeem wordt gedeactiveerd.
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur
C
brandt rood.
Dit controlelampje geeft aan
wanneer de koelvloeistoftempera-
tuur te hoog is.
Wanneer onder normale omstandig-
heden met de auto hebt gereden,
verlaat u de weg, stopt u de auto en
laat u de motor enkele minuten stati-
onair draaien.
Als het lampje niet dooft, moet u de
motor uitzetten en zo snel mogelijk
naar een werkplaats gaan. Wij
adviseren u contact op te nemen
met een erkende werkplaats.
Lampje bandenspan-
ningscontrolesysteem
7
brandt of knippert geel.
Brandt
Bandenspanningverlies. Meteen
stoppen en de bandenspanning
controleren. Knippert
Storing in het systeem of wiel
zonder gemonteerde druksensor
(bijv. reservewiel). Na 60–90
seconden brandt de controlelamp
continu. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Bandenspanningscontrolesysteem
0Bandenspanning
0180.
Lampje motoroliedruk
:
brandt rood.
Brandt na het inschakelen van de
ontsteking en dooft vlak na het
starten van de motor.
Brandt bij een draaiende motor
Voorzichtig
Motorsmering wordt mogelijk
onderbroken. Dit kan aanleiding
geven tot motorschade en/of tot
het blokkeren van de aandrijf-
wielen.

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
Instrumenten en knoppen 79
Bij het wijzigen van de eenheid
knippert de geselecteerde eenheid.
Druk opSET/CLR om te beves-
tigen.
Banden inleren
Op dit scherm kunt u nieuwe
banden en wielen met de
TPMS-sensoren koppelen.
Druk enkele seconden op SET/CLR
om het koppelen uit te voeren.
Zie Lampje bandenspanningscontro-
lesysteem
0Lampje bandenspan-
ningscontrolesysteem 072.
Draagvermogen banden
Druk enkele seconden op SET/CLR
om het menu te selecteren.
Draai aan het stelwiel om één van
de instellingen te kiezen.
. capaciteit laag
. capaciteit eco
. capaciteit hoog
Boordberichten
Berichten worden voornamelijk
weergegeven op het Driver Informa-
tion Centre (DIC); in sommige
gevallen samen met een waarschu-
wingszoemer.
Druk op SET/CLR, MENUof draai
aan het stelwiel om een bericht te
bevestigen.
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van cijfercodes.
Nr. boordinformatie
2 Geen handzender herkend, trap
koppeling in om te herstarten

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
Instrumenten en knoppen 83
Om een ander Instelmenu te kiezen,
draait u aan de knop MENU.
Om het Instelmenu te selecteren,
drukt u opMENU.
Om af te sluiten of terug te gaan
naar een vorig menu, drukt u op
TERUG.
Selecteer "Persoonlijke instel-
lingen".
Voertuiginstellingen
. Parkeerhulp / Botsingdetectie
Park assist (parkeerhulp):
Activeert of deactiveert ultra-
soonsensoren.
. Comfortinstellingen
Chime volume (volume geluids-
signaal): Volume van het
geluidssignaal wijzigen.
Personalisatie door de
bestuurder: Activeert of deacti-
veert persoonlijke instellingen. Rear auto wipe in reverse
(achterruit wissen in achteruit-
versnelling): Wissen Van De
Achterruit In De Achteruitver-
snelling In- Of Uitschakelen.
. Language (taal)
Selecteer het menu Talen.
Blader door de lijst en selecteer
de gewenste taal.
. Omgeving verlichten
Exterior lighting by unlocking
(instapverlichting bij ontgrende-
ling): instapverlichting in- of
uitschakelen.
Duration upon exit of vehicle
(tijdsduur uitstapverlichting):
uitstapverlichting in- of uitscha-
kelen en verlichtingsduur
wijzigen. .
Stop door lock if door open
(portierslot uit bij geopend
portier): slot van het bestuurder-
sportier in- of uitschakelen
wanneer het portier is geopend.
Indien uitschakelen wordt
geselecteerd, komt het menu
Vertraagde portiervergrendeling
beschikbaar.
Delayed door lock (vertraagd
portierslot): het vertraagd portier-
slot in- of uitschakelen.
Bij het indrukken van de toets
voor centrale vergrendeling,
geven drie geluidssignalen aan
dat vertraagde vergrendeling is
ingeschakeld. Deze functie
vertraagt het vergrendelen van
de portieren tot vijf seconden
nadat het laatste portier is
gesloten.

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
Verlichting 89
Bij modellen met een lichtsensor
kan de helderheid alleen worden
versteld als de rijverlichting aan is
en de lichtsensor nachtzicht
registreert.
Binnenverlichting
De interieurverlichting vooraan
wordt bij het in- en uitstappen
vanzelf ingeschakeld en dooft met
enige vertraging.
Aanwijzing:Bij een ongeval
waarbij de airbags geactiveerd
worden gaat de vloerverlichting
automatisch aan.
Voorste interieurverlichting
Bedien de wipschakelaar:
1: schakelt automatisch aan en uit.
+indrukken: Aan.
*indrukken: Uit.
Leeslampjes
Worden bediend met knoppen in de
interieurverlichting vooraan.