Spraakherkenning121SpraakherkenningAlgemene informatie..................121
Telefoonregeling ........................122Algemene informatie
De spraakherkenning van het Info‐
tainmentsysteem stelt u in staat om
het telefoonportaal met uw stem te
besturen. De spraakbesturing her‐
kent commando's en cijferreeksen,
ongeacht wie de spreker is. De in‐
structies en cijferreeksen kunnen
zonder pauze tussen de afzonderlijke
woorden worden uitgesproken.
U kunt telefoonnummers onder een
toegewezen naam opslaan (spraak‐
label). Met deze namen kunt u later
een telefoonverbinding tot stand
brengen.
Bij onjuist gebruik of onjuiste com‐
mando's geeft de spraakherkenning u visuele en/of akoestische feedback
en wordt u gevraagd het gewenste commando te herhalen. Bovendienbevestigt de spraakherkenning be‐
langrijke instructies en stelt zo nodig
een vraag hierover.
Om te voorkomen dat gesprekken in
de auto onbedoeld de systeemfunc‐
ties beïnvloeden, moet u de spraak‐
herkenning pas starten nadat deze is geactiveerd.Belangrijke opmerkingen over
taalondersteuning ■ Niet alle talen die voor het display van het Infotainmentsysteem be‐
schikbaar zijn, zijn ook beschikbaar
voor de spraakherkenning.
■ Als de momenteel geselecteerde taal voor het display niet door de
spraakherkenning wordt onder‐
steund, moet u de spraakcomman‐
do's in het Engels invoeren.
Om spraakcommando's in het En‐
gels te kunnen invoeren moet u
eerst het telefoonhoofdmenu acti‐
veren door op 7 / i op het Info‐
tainmentsysteem te drukken en
dan de spraakherkenning van het
telefoonportaal te activeren door op w op het stuurwiel te drukken.
122SpraakherkenningTelefoonregeling
Spraakherkenning activeren Druk op w op het stuurwiel om de
spraakherkenning van het telefoon‐
portaal in te schakelen. Voor de duur
van de dialoog wordt het geluid van
alle actieve audiobronnen onderdrukt
en worden er geen verkeersmeldin‐
gen weergegeven.
Het volume van de stemoutput instellen Draai de volumeknop op het Infotain‐
mentsysteem of druk op + of ― op het
stuurwiel.
Een dialoog annuleren
Er zijn diverse manieren om de
spraakherkenning uit te schakelen en
de dialoog te annuleren:
■ Druk op x op het stuurwiel.
■ Zeg " Annuleren ".
■ Gedurende een bepaalde tijd geen commando's invoeren (zeggen).
■ Na het derde niet herkende com‐ mando.Bediening
Met behulp van de spraakherkenning kunt u de mobiele telefoon handig
met uw stem bedienen. Het is vol‐
doende om de spraakherkenning te
activeren en het gewenste com‐
mando in te voeren (te zeggen). Na
het geven van het commando leidt het Infotainmentsysteem u door de
dialoog door de voor het uitvoeren
van de gewenste handeling beno‐
digde vragen te stellen en feedback
te geven.
Hoofdcommando'sNa het inschakelen van de spraak‐
herkenning geeft een korte toon aan
dat de spraakherkenning een com‐
mando verwacht.
Beschikbare hoofdcommando's ■ " Kiezen "
■ " Bellen "
■ " Opnieuw kiezen "
■ " Opslaan "
■ " Verwijderen "
■ " Lijst "
■ " Koppelen "■ "Selecteer apparaat "
■ " Gesproken feedback "
Veelal beschikbare commando's ■ " Help ": de dialoog wordt afgesloten
en alle in de actuele functie be‐
schikbare commando's worden op‐
gesomd.
■ " Annuleren ": de spraakherkenning
is uitgeschakeld.
■ " Ja": afhankelijk van de context
wordt een geschikte actie onderno‐ men.
■ " Nee ": afhankelijk van de context
wordt een geschikte actie onderno‐
men.
Een telefoonnummer invoeren
Na het commando " Kiezen" vraagt de
spraakherkenning om het invoeren
van een nummer.
Het telefoonnummer moet met nor‐
male stem worden gesproken, zonder
kunstmatige pauzes tussen de afzon‐ derlijke cijfers.
De spraakherkenning werkt het best als er tussen elke drie tot vijf cijfers
een pauze van minimaal een halve
Spraakherkenning123
seconde wordt ingelast. Het Infotain‐
mentsysteem herhaalt vervolgens de
herkende cijfers.
Daarna kunt u een nieuw nummer in‐
voeren of de volgende commando's
geven:
■ " Kiezen ": de invoer is geaccep‐
teerd.
■ " Verwijderen ": het laatst inge‐
voerde cijfer of de laatst ingevoerde cijferreeks wordt gewist.
■ " Plus ": een "+" wordt voor het num‐
mer geplaatst voor telefoneren met het buitenland.
■ " Controleren ": de invoer wordt door
de stemoutput gerepeteerd.
■ " Sterretje ": er wordt een sterretje "*"
ingevoerd.
■ " Hekje ": er wordt een hekje "#" in‐
gevoerd.
■ " Help "
■ " Annuleren "
De maximumlengte van het inge‐
voerde telefoonnummer is 25 cijfers.Om met het buitenland te kunnen te‐
lefoneren, kunt u aan het begin van
het telefoonnummer het woord "Plus" (+) zeggen. De plus stelt u in staat omvanuit elk willekeurig land te bellen
zonder dat u de internationale toe‐
gangscode kent van het land waarin
u zich bevindt. Zeg vervolgens het ge‐
wenste landnummer.Voorbeeld van een dialoog
Gebruiker: " Kiezen"
Stemoutput: " Zeg het nummer dat u
wilt bellen "
Gebruiker: " Plus Vier Negen "
Stemoutput: " Plus Vier Negen "
Gebruiker: " Zeven Drie Eén "
Stemoutput: " Zeven Drie Eén "
Gebruiker: " Eén Eén Negen Negen "
Stemoutput: " Eén Eén Negen Negen "
Gebruiker: " Kiezen"
Stemoutput: " Het nummer wordt
gekozen "Een naam invoeren
Met het commando " Bellen" wordt er
een telefoonnummer ingevoerd dat in
het telefoonboek onder een bepaalde naam (spraaklabel) is opgeslagen.
Beschikbare commando's: ■ " Ja"
■ " Nee "
■ " Help "
■ " Annuleren "Voorbeeld van een dialoog
Gebruiker: " Bellen"
Stemoutput: " Zeg de naam die u wilt
bellen "
Gebruiker:
Stemoutput: " Wilt u
bellen? "
Gebruiker: " Ja"
Stemoutput: " Het nummer wordt
gekozen "
Een tweede gesprek starten
Tijdens een actief telefoongesprek
kan er een tweede gesprek worden
gestart. Druk hiertoe op w.
124Spraakherkenning
Beschikbare commando's:■ " Verzenden ": handmatig DTMF
(toondruktoets-kiezen) inschake‐
len, bijv. voor voicemail of telefo‐
nisch bankieren.
■ " Naam verzenden ": DTMF (toon‐
druktoetskiezen) inschakelen door een naam (spraaklabel) in te voe‐
ren.
■ " Kiezen "
■ " Bellen "
■ " Opnieuw kiezen "
■ " Help "
■ " Annuleren "Voorbeeld van een dialoog
Gebruiker:
Gebruiker: " Verzenden"
Stemoutput: " Zeg het nummer dat u
wilt verzenden "
(voor het invoeren van een nummer
zie het dialoogvoorbeeld bij Een
telefoonnummer invoeren )
Gebruiker: " Verzenden"Opnieuw kiezen
Het laatst gekozen nummer wordt op‐
nieuw gekozen met het commando
" Opnieuw kiezen ".
Opslaan
Met het commando " Opslaan" kunt u
een telefoonnummer onder een naam (spraaklabel) opslaan in het telefoon‐boek.
De ingevoerde naam moet een keer
worden herhaald. De toonhoogte en
de uitspraak moeten beide keren zo
gelijk mogelijk zijn. Anders verwerpt
de spraakherkenning de invoer.
Er kunnen maximaal 50 spraaklabels
in het telefoonboek worden opgesla‐
gen.
Spraaklabels zijn sprekerafhankelijk,
d.w.z. dat alleen de persoon die het
spraaklabel heeft ingesproken ze kan openen.
Om te voorkomen dat het begin van
de opname van een opgeslagen
naam wordt afgesneden, moet er na
een verzoek om invoer een korte
pauze in acht worden genomen.Om het spraaklabel onafhankelijk van
de locatie, d.w.z. ook in andere lan‐
den, te kunnen gebruiken, moeten
alle telefoonnummers met een "plus"
en een landnummer worden inge‐
voerd.
Beschikbare commando's: ■ " Opslaan ": de invoer is geaccep‐
teerd.
■ " Controleren ": de laatste invoer
wordt herhaald.
■ " Help "
■ " Annuleren "Voorbeeld van een dialoog
Gebruiker: " Opslaan"
Stemoutput: " Zeg het nummer dat u
wilt opslaan "
(voor het invoeren van een nummer
zie het dialoogvoorbeeld bij Een
telefoonnummer invoeren )
Gebruiker: " Opslaan"
Stemoutput: " Zeg de naam die u wilt
opslaan "
Gebruiker:
Stemoutput: " Herhaal de naam om te
bevestigen "
126Spraakherkenning
Gesproken feedback
Elke steminvoer wordt door het Info‐
tainmentsysteem beantwoord of be‐
commentarieerd met een aan de si‐
tuatie aangepaste stemoutput.
Als u de gesproken uitvoer wilt in- of
uitschakelen, zegt u " Gesproken
feedback " of drukt u op w.
128Telefoonvoordat u de telefoon in hands‐free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel
telefoneren verboden is, als de
mobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerddoor de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
De spraakherkenning gebruiken
Gebruik de spraakherkenning niet in
noodsituaties, omdat uw stem onder
stress zodanig kan veranderen dat hij
mogelijk niet meer herkend wordt en
de gewenste verbinding daardoor
wellicht niet snel genoeg tot stand kan worden gebracht.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur. Informatie zoals een telefoon‐
boek, gesprekkenlijsten, de naam
van de netwerkoperator en de sterkte
van de verbinding kan worden over‐
gedragen. Welke functies er beschik‐ baar zijn hangt af van het type tele‐
foon.
Om een Bluetooth-verbinding met het telefoonportaal tot stand te kunnen
brengen, moet de Bluetooth-functie
van de mobiele telefoon zijn inge‐
schakeld en moet de mobiele tele‐
foon in de stand "zichtbaar" worden
gezet. U vindt nadere informatie in de gebruiksaanwijzing van de mobiele
telefoon.Bluetooth-menu
Druk op CONFIG .
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth.
Bluetooth inschakelen
Wanneer de Bluetooth-functie van
het telefoonportaal uitgeschakeld is:
Activering instellen op Aan en het
daaropvolgende bericht bevestigen.Apparatenlijst
Wordt een mobiele telefoon voor het
eerst via Bluetooth met het telefoon‐
portaal verbonden, dan wordt de te‐
lefoon in de apparatenlijst opgesla‐
gen.
Telefoon129
U kunt maximaal 5 mobiele telefoons
in de apparatenlijst opslaan.
Mobiele telefoon voor het eerst
aansluiten
Er zijn twee opties voor het verbinden van een mobiele telefoon met het te‐
lefoonportaal: door het als een
handsfree-apparaat toe te voegen of
door het SIM Access Profile (SAP) te
gebruiken.
Handsfree-modus
Wanneer de mobiele telefoon wordt
toegevoegd als een handsfree-appa‐
raat kan de gebruiker gesprekken
voeren en ontvangen en andere func‐
ties gebruiken via het telefoonportaal.
Het aantal beschikbare functies is af‐ hankelijk van de mobiele telefoon.
Terwijl deze met het telefoonportaal
is verbonden, kan de mobiele tele‐
foon normaal worden bediend. Let op
dat de accu van de mobiele telefoon
met een hogere snelheid dan gebrui‐ kelijk kan ontladen als gevolg van deactieve Bluetooth-verbinding in com‐binatie met het normale gebruik van
de mobiele telefoon.
SAP-modus
Wanneer de SAP-optie wordt ge‐
bruikt, zijn er meer functies beschik‐
baar via het telefoonportaal, bijv. ver‐
schillende beveiligings- en bericht‐
verzendingsopties. Het werkelijke
aantal beschikbare functies is afhan‐ kelijk van de netwerkprovider. Daar‐
naast staat de mobiele telefoon zich
in de SAP-modus in de stand-by‐
stand. Alleen de Bluetooth-verbinding
en de simkaart zijn actief, wat resul‐
teert in een lager energieverbruik van de aangesloten mobiele telefoon.Een mobiele telefoon als een
handsfree-apparaat aansluiten
Selecteer Apparaat (handsfree)
toevoegen . De Bluetooth-code die in
de mobiele telefoon moet worden in‐
gevoerd, verschijnt.
Het telefoonportaal kan nu door an‐
dere Bluetooth-apparaten worden ge‐ detecteerd.
Zodra de mobiele telefoon het tele‐ foonportaal heeft gedetecteerd, kan
de Bluetooth-code in de mobiele te‐
lefoon worden ingevoerd.
132Telefoon
Mobiele telefoon van
apparatenlijst verwijderen
Selecteer de gewenste mobiele tele‐
foon in de apparatenlijst. Selecteer
Wissen in het getoonde menu en be‐
vestig de boodschap die verschijnt.
Een verbonden telefoon
instellen Verschillende instellingen van de mo‐
biele telefoon kunnen in het Telefoon‐
instellingen -menu worden geconfigu‐
reerd, wanneer de telefoon via SAP is aangesloten.
Beltoon aanpassen
Ga als volgt te werk om het type bel‐
toon aan te passen:
Druk op CONFIG .
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Beltoon.
Selecteer de gewenste optie. Ga als volgt te werk om het volume
van de beltoon aan te passen:
Als de telefoon overgaat, draait u m
van het Infotainmentsysteem of drukt u op + of - op het stuurwiel.Beveiligingsinstellingen wijzigen
Druk op CONFIG .
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Beveiliging.
Het beveiligingsdialoogvenster wordt
weergegeven.
Pinverzoek in/uitschakelen
Selecteer Pinbeveiliging Aan of Uit.
Voer de pincode in van de simkaart
van de mobiele telefoon en bevestig
deze.
Let op
Deze optie hangt af van de indivi‐
duele netwerkprovider.
De pincode wijzigenSelecteer Pin wijzigen .
Voer de huidige pincode in. Voer de
nieuwe pincode in. Herhaal de
nieuwe pincode en bevestig deze.
PIN is gewijzigd.Netwerkdiensten configureren
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Netwerkdiensten . Het dia‐
loogvenster voor netwerkdiensten wordt weergegeven.Afhankelijk van de netwerkprovider
en de mobiele telefoon zijn er ver‐
schillende opties beschikbaar.
■ Netwerkselectie : kies tussen auto‐
matische of handmatige netwerk‐
selectie.
■ Wisselgesprek : gesprek in de
wacht in- of uitschakelen.
■ Gespreksdoorschakeling : door‐
schakelopties selecteren op basis van de situatie.
■ Gespreksblokkering : gespreks‐
blokkeringsopties configureren op
basis van de situatie.
Voor details over de configuratie van de netwerkdiensten raadpleegt u de
handleiding van de mobiele telefoon
of u neemt contact op met de mo‐
biele-netwerkprovider.
Nummer sms-centrale configureren
Het nummer van de sms-centrale is
een telefoonnummer dat fungeert als
een poort voor het verzenden van
sms-berichten tussen mobiele tele‐
foons. Dit nummer wordt gewoonlijk
vooraf vastgesteld door de netwerk‐
provider.