68Spraakherkenning
MenuActieSpraakcommando'sNavigatiemenuEen routepunt
toevoegenNavi | Navigatie | Bestemming , Routepunt naar adres toevoegen
Navi | Navigatie | Bestemming , Voeg routepunt toe ([Bestemming] Adres [invoer] |
(enter | ga naar | Navigeer naar) [Bestemming] Adres).
Navi | Navigatie | Bestemming , Voeg routepunt toe (POI | (plaats | Point) of Interest)
Navi | Navigatie | Bestemming , Routepunt toevoegen (Knooppunt | Kruising)
Navi | Navigatie | Bestemming , Routepunt [(Ga | Navigeer) naar] contact toevoegen
Navi | Navigatie | Bestemming , Routepunt [(Ga | Navigeer) [naar]] THUIS toevoegenEen routepunt
wissenNavi | Navigatie | Bestemming , Routepunt verwijderenRoutebegeleiding
annulerenNavi | Navigatie | Bestemming , (stop | cancel) (directions | route [guidance] | driving
instructions)Gesproken
aanwijzingen
activeren/
deactiverenStembegeleiding aan
Stembegeleiding uit
Spraakherkenning69
MenuActieSpraakcommando'sMenu TelefoonApparaat koppelenVerbinding maken | Verbinden | ConnectEen telefoonnummerkiezenNummer bellen
Bellen ... | Kiezen …Laatste nummer
opnieuw kiezenOpnieuw bellen | Laatste nummer opnieuw kiezen | Nogmaals kiezen | Laatste nummer opnieuw bellen | Opnieuw kiezen | Nogmaals bellen | Nog een keer bellen
| Bel opnieuwCijfers wissenWissen | Verwijderen
Alles wissen | Alles verwijderenEen tekstbericht
lezenS M S lezen | SMS-berichten lezen | S M S-bericht lezen
... : dynamische spatie staat voor de specifieke namen die op die positie moeten komen te staan
| : verticaal balkje scheidt alternatieven
( ) : ronde haakjes omvatten alternatieven
[ ] : vierkante haakjes geven optionele gedeelten in een commando aan
, : komma scheidt noodzakelijke stappen in een reeks
72Telefoon
Koppelen bevestigen:■ Als SSP (secure simple pairing) wordt ondersteund:
Vergelijk (desgevraagd) de pinco‐
des op het Infotainmentsysteem en op het Bluetooth-apparaat en be‐
vestig het bericht op het Bluetooth-
apparaat.
■ Als SSP (secure simple pairing) niet wordt ondersteund:
Voer de pincode op het Bluetooth-
apparaat in en bevestig uw invoer.
De apparaten zijn gekoppeld en het
telefoonhoofdmenu verschijnt.
Het telefoonboek en de oproeplijsten
(indien beschikbaar) worden vanaf
het Bluetooth-apparaat gedownload.
Bevestig zo nodig het bijbehorende
bericht op het Bluetooth-apparaat.
Apparatenlijst De apparatenlijst bevat alle Blue‐tooth-apparaten die aan het Infotain‐
mentsysteem gekoppeld zijn.
Als een nieuw appraat wordt gekop‐
peld, verschijnt het in de apparaten‐
lijst.
Een apparaat aansluiten
Selecteer het apparaat dat u wenst te
koppelen. Er verschijnt een submenu.
Selecteer Selecteren .
Het eerder verbonden apparaat wordt
ontkoppeld en dit apparaat wordt ver‐
bonden.
Een apparaat wissen
Selecteer het apparaat dat u wenst te
wissen. Er verschijnt een submenu.
Selecteer Verw..
Het apparaat is gewist.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
Telefoon73mobiele telefoonnetwerken
worden gebeld; mogelijkerwijs
kunnen deze oproepen niet ge‐
daan worden wanneer bepaalde
netwerkdiensten en/of telefoon‐
functies actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raad‐
plegen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het In‐ fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw
mobiele telefoon ook via het Infotain‐
mentsysteem bedienen.
Na het tot stand brengen van een ver‐ binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
de gegevens van de mobiele telefoon
naar het Infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens deze periode is het bedienen van demobiele telefoon via het Infotainment‐
systeem slechts beperkt mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van de telefoonapplicatie.
Daarom kan het bereik aan beschre‐
ven functies afwijken.
Hoofdmenu TelefoonDruk op O om het telefoonhoofd‐
menu weer te geven. Het volgende
scherm verschijnt (indien een mo‐
biele telefoon is aangesloten).
Telefoongesprek initiëren
Een nummer invoeren
Druk op O en selecteer dan
Nummer invoeren . Er verschijnt een
toetsenblok.
Telefoon75
Gesprekkenlijsten
Druk op O en selecteer dan
Gesprekslijsten . Het menu
Gesprekslijsten wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste oproeplijst.
Afhankelijk van de geselecteerde lijst worden de laatste ontvangen, uit‐
gaande of gemiste oproepen weerge‐
geven.
Selecteer de gewenste vermelding in de oproeplijst om het bellen te star‐
ten.
Binnenkomend gesprek
Bij een binnenkomende oproep ver‐
schijnt er een bericht op het scherm.
Selecteer Aannemen om het gesprek
aan te nemen.
Selecteer Weigeren om het gesprek
te weigeren.
Functies tijdens een
telefoongesprek
Bij een actieve oproep verschijnt het
in-gesprekscherm.Telefoongesprek beëindigen
Selecteer Ophangen om het gesprek
te beëindigen.
Geluid van een gesprek
onderdrukken
Activeer Microfoon uit om de micro‐
foon tijdelijk uit te schakelen.
Deactiveer Microfoon uit om de mi‐
crofoon weer in te schakelen.
Naar handset doorschakelen
Selecteer Doorverb.naar handset om
het gesprek door te schakelen naar
de mobiele telefoon. Het menu Privé
gesprekken wordt weergegeven.
76Telefoon
Selecteer Gesprek doorverbinden in
het menu Privé gesprekken om het
gesprek weer terug te schakelen naar
het Infotainmentsysteem.
Wisselgesprek Wisselgesprek initiëren
Selecteer tijdens een actieve oproep
Nummer invoeren op het in-ge‐
sprekscherm. Het toetsenblok ver‐
schijnt. U kunt een nummer invoeren
of een nummer uit het telefoonboek
selecteren, zie bovenstaand.
Tweede inkomende oproep
Bij een wisselgesprek verschijnt er
een bericht onderaan op het scherm.
Selecteer de gewenste optie.
Bij het aannemen van het gesprek
wordt het eerste gesprek in de wacht
gezet en wordt het wisselgesprek ac‐ tief.
Beide gesprekken verschijnen op het
in-gesprekscherm.
Selecteer Gesprekken wisselen om
tussen de gesprekken te wisselen.
Conferentiegesprek
Selecteer Conferentiegesprek om
beide gesprekken tegelijkertijd te ac‐ tiveren.
Conferentiegesprek verandert in
Gesprek vrijgeven .
Selecteer Gesprek vrijgeven om een
conferentiegesprek te beëindigen.
Telefoongesprekken beëindigen
Selecteer in een conferentiegesprek
Ophangen om beide telefoonge‐
sprekken te beëindigen.
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Installatie-instructies enbedieningsrichtlijnen
De installatie-instructies die eigen zijn
aan de auto en de bedieningsrichtlij‐
nen van de mobiele telefoon- en handsfreefabrikant moeten in acht
worden genomen wanneer u een mo‐ biele telefoon installeert en bedient.
Anders kunt u de voertuigtypegoed‐
keuring ongeldig maken (EU-richtlijn
95/54/EC).
Aanbevelingen voor probleemloze
werking:
■ De buitenantenne moet professio‐ neel worden geïnstalleerd om het
maximaal mogelijke bereik te krij‐
gen.
■ Maximaal zendvermogen: 10 watt
■ De mobiele telefoon moet op een geschikte plek worden geïnstal‐
leerd. Zie de betreffende opmer‐
king in het instructieboekje, het
hoofdstuk Airbagsysteem .
78Veelgestelde vragenVeelgestelde vragenVeelgestelde vragen....................78Veelgestelde vragen
Spraakherkenning? De spraakherkenningsfunctie
werkt niet erg goed. Hoe kan ik
deze beter laten werken?
! Wacht op de pieptoon en probeer
het commando op natuurlijke wijze
uit te spreken. Vermijd lange pau‐
zes, spreek met weinig accentue‐
ring en niet te luid.
Gedetailleerde beschrijving 3 61.? De gesproken aanwijzingen van
het spraakherkenningssysteem
zijn te lang. Hoe kan ik ze onder‐
breken om direct een commando
in te spreken?
! Druk op
w op het stuurwiel om de
gesproken aanwijzing van het
spraakherkenningssysteem te on‐
derbreken. Wacht op de pieptoon en spreek uw commando uit.
Gedetailleerde beschrijving 3 61.? Ik kan geen telefooncontact via
spraakherkenning selecteren. Wat doe ik verkeerd?
! Het Infotainmentsysteem vraagt
de contacten op in de indeling
waarin ze zijn opgeslagen. Als de
sorteervolgorde is ingesteld op
"achternaam, voornaam", is "Jan‐
sen, Jan" het juiste commando om
Jan Jansen te bellen.
Gedetailleerde beschrijving 3 60.? Ik kan via spraakherkenning geen
adres in een ander land invoeren.
Wat doe ik verkeerd?
! Via spraakherkenning kunt u al‐
leen adressen invoeren voor be‐
stemmingen in het land waarvan
de taal als systeemtaal is geselec‐ teerd. Als het systeem bijv. op
Duits staat, kunt u geen bestem‐
ming in Frankrijk invoeren.
Gedetailleerde beschrijving 3 60.
83
CCategorielijst ................................. 25
CD-speler ..................................... 32
CD-speler activeren ......................33
D DAB .............................................. 30
Datum ........................................... 22
Digital Audio Broadcasting ...........30
E
EQ ................................................ 20
Equalizer....................................... 20
F
Fabrieksinstellingen ......................22
Fader ............................................ 20
Favoriete lijsten Zenders oproepen .....................27
Zenders opslaan .......................27
Favorietenlijst ............................... 27
G Gebruik ................. 14, 25, 33, 41, 61
AUX ........................................... 37
Bluetooth-muziek ......................37
CD ............................................. 33
Infotainmentsysteem .................14
Navigatiesysteem ......................41Telefoon.................................... 73
USB ..................................... 37, 38
Geluidsinstellingen .......................20
Gracenote ..................................... 35
H Het Infotainmentsysteem activeren.................................... 14
Het navigatiesysteem activeren ...41
I
Infotainmentsysteem inschakelen 14
Invoer van de bestemming ..........45
K Kaarten ......................................... 41
Koppelen ...................................... 71
L Lijst met afslagen.......................... 54
M
Maximaal inschakelvolume........... 21
Meldingen ..................................... 17
Menubediening ............................. 17
Middenbereik ................................ 20
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................76
Multifunctionele toets ....................17
Mute.............................................. 14N
Navigatie Adresboek ................................. 45
Algemene instellingen ...............41
Begeleidingswaarschuwingen ...54
Bestemmingsinvoer................... 45
Broodkruimels ........................... 54
Coördinaten............................... 45
Favoriete routes ........................45
Gesproken instructies ...............54
Huidige locatie........................... 41
Kaart manipuleren .....................41
Kaartvenster .............................. 41
Lijst met afslagen ......................54
Nuttige plaatsen ........................45
Recente bestemmingen ............45
Reis met viapunten ...................45
Route simuleren ........................41
Route terugvinden .....................54
Routebegeleiding ......................54
Routeopties ............................... 54
Thuisadres ................................ 45
TMC-zenders ............................ 54
Toetsenbord .............................. 45
Verkeersincidenten ...................54
Navigatiesysteem .........................40
Navigatievolume ........................... 21
Noodoproep .................................. 72
Nuttige plaatsen............................ 45