Radio45
NAVI 50 - Automatisch zender
zoeken
Druk op l of m in het display om
naar de volgende te ontvangen zen‐ der in het huidige frequentiebereik te
zoeken.
Als geen zender wordt gevonden,
gaat het automatisch zoeken door tot
l of m nogmaals wordt ingedrukt.
NAVI 80 - Automatisch zender
zoeken
Druk op Y of Z in het display om naar
de volgende te ontvangen zender in
het huidige frequentiebereik te zoe‐
ken.
Als geen zender wordt gevonden,
gaat het automatisch zoeken door tot
Y of Z nogmaals wordt ingedrukt.
Handmatig zender zoeken
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Handmatig zender zoeken
Selecteer het gewenste frequentiebe‐
reik en houd vervolgens de toets 2
of 3 ingedrukt om het geselecteerde
frequentiebereik te scannen.Laat de toets los wanneer u vlakbij de gewenste frequentie bent. Er wordt
dan automatisch gezocht naar de vol‐ gende te ontvangen zender en deze
wordt automatisch afgespeeld.
Draai aan de draaiknop OK om de
frequentie in stappen te wijzigen.Opgeslagen zender zoeken
Hiermee kunt u radiozenders oproe‐
pen die u voorheen hebt opgeslagen.
Om een zender op te slaan, selec‐
teert u het gewenste frequentiebereik en de gewenste zender en drukt u
vervolgens op toets 1...6 van de zen‐
der totdat een akoestisch signaal
klinkt, wat bevestigt dat de zender in
de juiste zendertoets is opgeslagen.
Er kunnen 6 zenders per frequentie‐
bereik worden opgeslagen.Een opgeslagen zender oproepen Om een zender op te roepen, selec‐teert u het gewenste frequentiebereik en drukt u even op toets 1...6 van de
zender.Naar radiozendernaam (alleen FM)
zoeken
Selecteer het FM-frequentiebereik en markeer dan de zendernaam in het
display met de toets _ of 6.
Druk herhaalde malen op de toets 1 of 4 om handmatig naar de gewen‐
ste zendernaam te zoeken. De fre‐
quentie kan worden weergegeven als de zendernaam niet beschikbaar is.
De alfabetische lijst bevat maximaal 60 FM radio zenders met de beste
ontvangst. De lijst kan op elk gewenst
moment worden bijgewerk. Auto‐
store-lijsten 3 47.
CD35 BT USB - Handmatig zender zoeken
Selecteer het gewenste frequentiebe‐
reik en houd vervolgens de toets 2
of 3 ingedrukt om het geselecteerde
frequentiebereik te scannen.
Laat de toets los wanneer u vlakbij de gewenste frequentie bent. Er wordt
dan automatisch gezocht naar de vol‐ gende te ontvangen zender en deze
wordt automatisch afgespeeld.
Cd-speler53Cd-spelerAlgemene informatie....................53
Gebruik ........................................ 54Algemene informatie
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's, mp3-cd's en
ook wma-cd's afspelen.
CD16 BT, CD18 BT: De indelingen
aac en wav kunnen ook worden afge‐
speeld.
Belangrijke informatie over
audio- en mp3/wma-cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en het afspeelmecha‐
nisme zwaar beschadigen. Een
kostbare vervanging van uw toe‐
stel is dan noodzakelijk.
■ Audio-cd's met kopieerbeveiliging die niet voldoen aan de audio-cd-
standaard, worden mogelijk niet correct of zelfs helemaal niet afge‐
speeld.
■ Zelf-opgenomen cd-r's en cd-rw's en wma-bestanden met Digital
Rights Management (DRM) van on‐ line muziekwinkels spelen wellicht
niet goed of helemaal niet.
■ Bij Mixed-Mode-CD’s (met een combinatie van audio en data,
bijv. MP3) worden alleen de audio‐
tracks herkend en afgespeeld.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbespeelde
cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt vooral
voor zelfgebrande cd-r's en cd-rw's;
zie hieronder.
■ Zorg dat er bij het wisselen van cd's
geen vingerafdrukken op de cd's
komen.
■ Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler om zetegen vuil en beschadiging te be‐
schermen.
USB-poort59USB-poortAlgemene aanwijzingen...............59
Opgeslagen audiobestanden afspelen ....................................... 60Algemene aanwijzingen
In het infotainmentsysteem (of op de
middenconsole) bevindt zich een
USB-aansluiting waarmee externe
audiobronnen kunnen worden aange‐ sloten.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Een mp3-speler, USB-opslagappa‐
raat of een iPod kunnen op de USB-
poort worden aangesloten.
Deze apparaten worden bediend via
de bedieningselementen en menu's
van het infotainmentsysteem.
OpmerkingenMp3-speler en USB-opslagapparaten ■ De aangesloten mp3-speler en USB-opslagapparaten moeten aan
de USB MSC-specificatie voldoen
(USB Mass Storage Class).
■ Alleen mp3-spelers en USB-op‐ slagapparaten met een sectorom‐
vang van 512 bytes en een cluster‐
omvang die kleiner dan of gelijk is
aan 32 kB in het FAT32-bestands‐
systeem, worden ondersteund.
■ Vaste-schijfstations (HDD) worden niet ondersteund.
■ De volgende beperkingen gelden voor de gegevens die opgeslagen
zijn op een mp3-speler of een USB- opslagapparaat:
Alleen mp3-, wma- en acc 1)
-bestan‐
den kunnen worden gelezen. Wav-
bestanden en alle andere gecom‐
primeerde bestanden kunnen niet
worden afgespeeld.1) Niet met NAVI 50, NAVI 80.
60USB-poort
Maximale mapstructuurdiepte:
11 niveaus.
Maximaal aantal bestanden dat op‐
geslagen kan worden:
1000 bestanden.
Wma-bestanden met Digital Rights
Management (DRM) van online
muziekwinkels spelen wellicht niet
goed of helemaal niet.
Toepasbare afspeellijst-exten‐
sies: .m3u, .pls.
De afspeellijstitems moeten als re‐
latieve paden zijn opgemaakt.
Opgeslagen
audiobestanden afspelen Zodra het audioapparaat is aangeslo‐
ten, kunt u alleen de bedieningsele‐
menten en menu's van het infotain‐
mentsysteem gebruiken om het ap‐ paraat te bedienen.R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB - Muziek afspelen via USB-aansluiting
Mp3-speler / iPod / USB-stations
Het systeem detecteert het audioap‐
paraat wanneer een USB-apparaat is
aangesloten. Het huidige nummer
wordt automatisch weergegeven.
Wanneer een nieuw audioapparaat
wordt aangesloten, wordt automa‐
tisch het eerste nummer in de eerste
map afgespeeld. Bij het weer aanslui‐
ten van het apparaat klinkt het eerste
afgespeelde nummer weer.
Afhankelijk van het audioapparaat dat is aangesloten, selecteert u een map(mp3-speler, USB-apparaat) of een
afspeellijst (draagbare, digitale mu‐
ziekspeler).
De bediening van audiobronnen die
aangesloten zijn via USB, is in het al‐ gemeen gelijk aan die voor een audio
mp3/wma-cd 3 54.Een nummer selecteren
Om direct nummers te selecteren (en van map te wisselen) gaat u tijdens
het afspelen eerst naar de menu‐
structuur van het audioapparaat door op de draaiknop OK te drukken. Se‐
lecteer nummers en wissel van map
door de draaiknop te draaien en in te
drukken.
CD35 BT USB - Muziek
afspelen via USB-aansluiting
Mp3-speler / iPod / USB-stations
Het systeem detecteert het audioap‐
paraat wanneer een USB-apparaat is
aangesloten. Het eerste nummer in
de eerste map wordt automatisch af‐
gespeeld. Bij het weer aansluiten van het apparaat klinkt het eerste afge‐
speelde nummer weer.
Afhankelijk van het audioapparaat dat
is aangesloten, selecteert u een map
(mp3-speler, USB-apparaat) of een
afspeellijst (draagbare, digitale mu‐
ziekspeler).
Navigatie79
USB-geheugenstick verwijderen
Schakel het navigatiesysteem uit en
verwijder de USB-geheugenstick uit
de USB-poort op het paneel van het
infotainmentsysteem.
AFSTANDSBEDIENING
CD35 BT USB NAVI
1. Toets in het midden: Bevestigen, het snelmenu openen
Op omhoog, omlaag, rechts, links drukken: In het menu of de kaart
bewegen
Op omhoog/omlaag drukken: De
schaal van de kaart aanpassen
(in-/uitzoomen)
Rechts drukken: Verkeersinfor‐
matie oproepen
2. Schermtoetsen (⌞ en ⌟) Uit het menu: Handelingen selec‐
teren en bevestigen
Uit de kaart: Linkertoets (⌞) - her‐ haalt een gesproken aanwijzing;
rechter toets (⌟) - toont het route-
overzicht
3. MENU : Het hoofdmenu openen
4. MAP 2D/3D
Uit het menu: Geeft de kaart weer
Uit de kaart: Schakelt de kaart
naar 2D/3D-modus
5. BACK : Terug naar het vorige
scherm
Met de schermtoetsen ⌞ en ⌟ worden
handelingen geselecteerd of beves‐
tigd die onderaan het scherm worden weergegeven.
De led op de afstandsbediening knip‐
pert eenmaal wanneer de afstands‐ bediening is verbonden met het navi‐ gatiesysteem. Om hem sneller te ver‐binden, drukt u op een van de af‐
standsbedieningstoetsen terwijl het
systeem start voordat dat de wette‐
lijke opmerkingen verschijnen.
Wanneer de led knippert en er een
bericht op het scherm verschijnt,
moeten de batterijen worden vervan‐
gen.
Navigatie89
■My TomTom LIVE
Toont de vervaldata van de servi‐
ceabonnementen. Ga naar de web‐ winkel om abonnementen te ver‐
nieuwen.
Let op
Om deze service te kunnen gebrui‐
ken, moet u een geldig e-mailadres
invoeren.
Let op
Facturen worden verstuurd naar het
ingevoerde e-mailadres, samen met (indien nodig) de installatie-instruc‐
ties en gebruikersinformatie voor de
toepassingen, services of andere
gedownloade content.
■ Het weer
De weersverwachtingsdienst geeft weerberichten voor maximaal
5 dagen voor uw huidige locatie en
uw gekozen bestemming.AFBEELDINGSVIEWER
CD35 BT USB NAVI - VIEWER
VOOR AFBEELDINGEN
Het systeem kan worden gebruikt om afbeeldingen te bekijken. Selecteer
Viewer voor afbeeldingen in het
hoofdmenu; de afbeeldingscollectie
wordt geopend en er kan een afbeel‐
ding worden geselecteerd.
Om door de afbeeldingen in de dia‐
voorstellingsmodus te schuiven, se‐
lecteert u Diavoorstelling met de rech‐
ter schermtoets ⌟ en stelt u de secon‐
den-per-dia in wanneer daarom wordt gevraagd, met de richtingstoetsen.
Om de diavoorstelling op de handma‐
tige modus in te stellen, selecteert u
Handmatig door helemaal naar rechts
van het display seconden-per-dia te
gaan en dan de richtingstoetsen te gebruiken om handmatig door de af‐
beeldingen te schuiven. Start de dia‐
voorstelling door op de
rechter schermtoets ⌟ te drukken.
Afbeeldingen kunnen worden toege‐
voegd of verwijderd tijdens het bijwer‐
ken van het navigatiesysteem.Compatibele afbeeldingsindelingen
zijn:
■ JPG: Grijsschaal of RGB
■ BMP: 1-bits, 2 kleuren; 4-bits, 16 kleuren; 8-bits, 256 kleuren en
24-bits, 16,7 miljoen kleuren
HET NAVIGATIESYSTEEM INSTELLEN
CD35 BT USB NAVI -
Navigatiesysteem instellenNavigatievolume
Om het volume tijdens een gespro‐
ken aanwijzing te veranderen, draait
u de knop X of drukt u op < of ].
Of druk op de toets ! of # van de
bedieningselementen op de stuurko‐
lom om het volume te veranderen.
Om de gesproken aanwijzing te her‐
halen, drukt u op de
linker schermtoets ⌞.Systeemvoorkeuren
Het systeem kan aan de persoonlijke
wensen worden aangepast. Selec‐
teer Wijzig voorkeuren in het hoofd‐
menu om de aanpasbare voorkeuren
te bekijken.
90Navigatie
Bepaalde menu-items kunnen ook
sneller worden gevonden in het snel‐
menu. Druk op de toets in het midden
op de afstandbediening om het
Snelmenu te openen.Wijzig thuislocatie
Om de locatie van uw opgegeven
thuislocatie te wijzigen.Beheer favorieten
Opgeslagen favoriete bestemmingen
verwijderen. Selecteer de gewenste
invoer, gevolgd door OK, met de
schermtoets om de invoer te wissen.Wissel kaart
Wordt gebruikt wanneer verschil‐
lende kaarten op de SD-kaart worden
geïnstalleerd. Om de kaart te wijzi‐
gen, selecteert u Wissel kaart en se‐
lecteert u vervolgens de noodzake‐
lijke kaart.Spraak-voorkeuren
Een stem selecteren voor het geven
van gesproken aanwijzingen en men‐
selijke of kunstmatige stemmen se‐ lecteren.De aanwijzingen met menselijke stem geven alleen vereenvoudigde bege‐
leiding terwijl de aanwijzingen met
kunstmatige stem wegaanwijzingen
plus aanvullende informatie geven
(bijv. verkeersborden en verkeersin‐
formatie enz.).Stem uitschakelen
De gesproken aanwijzingen uitscha‐ kelen en alleen het kaartscherm voor
begeleiding gebruiken.Zet geluid uit
Al het geluid uitschakelen, inclusief gesproken aanwijzingen en waar‐
schuwingen enz.. Om het geluid weer
aan te zetten selecteert u Zet geluid
aan .Veiligheids-voorkeuren
Om geluidswaarschuwingen tijdens
het rijden in te schakelen ( bijv. bij het
overschrijden van een ingestelde
snelheid of of bij het naderen van
scholen enz.). Deze optie kan ook
worden gebruikt om de menu's te ver‐ eenvoudigen.Planningvoorkeuren
Er zijn vijf soorten planningsvoorkeu‐
ren waaruit kan worden gekozen. De
aanbevolen voorkeur is Snelste
route .
Na het selecteren van de plannings‐ criteria kunt u via het systeem de
functie IQ Routes™ activeren. Na het activeren plant deze functie de beste
route met inachtneming van de gel‐
dende maximumsnelheden.
Tolwegvoorkeuren: Nadat een be‐
stemming is ingevoerd, vraagt het
systeem u of u dit verzoek wilt veran‐
deren. Selecteer een van de 3 types
planningsvoorkeuren en sluit vervol‐
gens af met de
rechter schermtoets ⌟.
Wegtypes: Selecteer voorkeuren
m.b.t. specifieke opbouw van de reis, zoals onverharde wegen en veer‐
overtochten.Toon rijstrookbeelden
Bij het naderen van een belangrijke
afslag kan het systeem omschakelen
naar een close-up van de afslag met
Navigatie95
Gps
Druk op de knop Start ;, gevolgd
door NAVI , Opties en Gps om de gps-
informatie te bekijken, zoals beschik‐
bare satellieten, hun locatie en sig‐
naalsterkte.Kaartupdate
Druk op de knop Start ;, gevolgd
door NAVI , Opties en Kaartupdate
om de volgende digitale kaartgege‐
vens weer te geven:
■ Aandachtspunten
■ Weergave kruispunten
■ Kaarten
■ Plaatsen
■ Voorbewerkt wegennet
Het is mogelijk om specifieke content of alle content voor kaarten bij te wer‐ ken. Selecteer eerst een van de op‐
ties of druk op Opties, gevolgd door
Update . Wacht tot de update is vol‐
tooid.
Raadpleeg (NAVI 50) "USB-geheu‐
genstick", "USB-geheugenstick en
navigatiesysteem updaten" in het hoofdstuk "Algemene informatie"
3 73.NAVI 80 - Navigatiesysteem instellen
Om vanuit de startpagina naar het
menu Navigatie-instellingen te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Navigatie en Instellingen op het dis‐
playscherm. De volgende submenu's voor de instellingen verschijnen:
■ Stembegeleiding uitschakelen :
Schakel de stembegeleiding in of
uit tijdens de navigatie.
■ Routeplanning :
Selecteer het gewenste plannings‐
type. Het wordt aanbevolen om
"Snelste route" te gebruiken. De
eco-route is bedoeld om zo zuinig
mogelijk te rijden.
Schakel daarna "iQ routes™" in/uit,
indien nodig. iQ routes™ zorgt er‐
voor dat routes worden berekend
op basis van het gemiddelde ver‐ keersaanbod op een bepaalde dag en tijd, en dat de beste route wordt
gekozen op basis van de huidige
snelheid van het verkeer.
■ Nuttige plaats op de kaart
weergeven :Categorieën van NP-markeringen
op de kaart tonen of verbergen.
■ Nuttige plaatsen beheren :
NP's of NP-categorieën toevoegen,
aanpassen of verwijderen.
■ Stem :
Selecteer een gesynthetiseerde
mannelijke of vrouwelijke stem
(voor de gesproken instructies) uit
de beschikbare lijst.
Deze menselijke stemmen geven
vereenvoudigde gesproken in‐
structies voor de begeleiding en
zijn niet beschikbaar wanneer de
stemherkenningsfunctie wordt ge‐
bruikt 3 118.
■ EV-instellingen :
Niet gebruikt.
■ Thuislocatie instellen :
Thuisadres of meest gebruikte be‐
stemmingsadres wijzigen.
■ Opgeslagen locaties beheren :
Bestemmingsadres verwijderen of
hernoemen.
Selecteer een adres uit de ge‐
toonde lijst, druk op Hernoemen en