Page 86 of 207

84Instrumenten en bedieningsorganenKilometerteller
Geeft de gemeten afstand aan.
Dagteller De dagteller verschijnt onder de kilo‐
meterteller op het Driver Information
Center en toont de afstand die sinds
de laatste reset is afgelegd.
Bij weergegeven dagteller terugzet‐
ten door de knop aan het uiteinde van
de wisserhendel gedurende enkele
seconden met ingeschakeld contact
ingedrukt te houden. Het display zal
knipperen en de waarde wordt op nul
teruggezet.
Driver Information Center 3 93.
Toerenteller
Weergave van het motortoerental.
In elke versnelling zo veel mogelijk
met een laag toerental rijden.
Voorzichtig
Als de naald in het gele gebied
komt, betekent dit dat het maxi‐
maal toegestane toerental wordt
overschreden. Gevaar voor de
motor.
Brandstofmeter
Geeft het brandstofpeil in de tank
aan.
Controlelamp Y brandt ook op de in‐
strumentengroep 3 86 wanneer het
brandstofpeil laag is (bereik van on‐
geveer 50 km): onmiddellijk tanken
3 139.
Tank nooit leegrijden.
Dieselbrandstofsysteem ontluchten
3 151.
Page 87 of 207

Instrumenten en bedieningsorganen85
Let op
Om er zeker van te zijn dat het juiste brandstofpeil wordt weergegeven,
moet het contact worden uitgescha‐
keld voordat wordt bijgetankt. Ver‐
mijd bijvullen met kleine hoeveelhe‐
den (bijv. minder dan 5 liter), om ze‐
ker te zijn van een nauwkeurige af‐ lezing.
Door brandstofresten in de tank kan
de hoeveelheid brandstof die kan
worden bijgetankt kleiner zijn dan de
gespecificeerde tankinhoud.
BrandstofverbruikmeterDe brandstofverbruikmeter berekent
meteen het brandstofverbruik op ba‐
sis van de huidige rijstijl.
De meter geeft het huidige brandstof‐ verbruik aan met kleuren:Groen=u rijdt optimaal zui‐
nigGeel=rijstijl te agressiefOranje=u rijdt uiterst onzui‐
nig
De brandstofverbruikmeter is stan‐ daard ingeschakeld. U kunt deze uit‐
schakelen via het Infotainmentsys‐
teem. Raadpleeg de handleiding van
het Infotainmentsysteem voor nadere informatie.
Service-display Na het inschakelen van het contact,
kan de resterende afstand tot aan de
volgende onderhoudsbeurt korte tijd
in het driver information center ver‐
schijnen. Afhankelijk van de rijom‐
standigheden kan een onderhouds‐
beurt met aanzienlijk variërende tus‐
senpozen worden gemeld.
U kunt de afstand tot de volgende on‐
derhoudsbeurt bekijken door de knop op het uiteinde van de wisserhendel
gedurende ongeveer 5 seconden in
te drukken.
Als de resterende afstand of tijd tot de volgende onderhoudsbeurt minder
dan 1500 km of 1 maand is, verschijnt
er een bericht op het Driver Informa‐
tion Center.
Als de afstand op 0 km komt of de on‐
derhoudsdatum daar is, gaat contro‐
lelamp F op de instrumentengroep
resp. het Driver Information Center branden en verschijnt er een bijbeho‐ rende bericht op het Driver Informa‐
tion Center.
De auto vergt een onderhoudsbeurt.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Service-display terugzetten
Na de onderhoudsbeurt moet het ser‐ vice-display worden gereset:
Selecteer de afstand tot de volgende
onderhoudsbeurt op het Driver Infor‐
mation Center en houd vervolgens de
Page 97 of 207

Instrumenten en bedieningsorganen95
■Als het smeren van de motor wordt
onderbroken 3 91.
■ Als de elektronische sleutel buiten het detectiebereik is.
Elektronisch sleutelsysteem 3 23,
Aan/Uit-knop 3 118.
Bij het parkeren van de auto en/
of het openen van het bestuurdersportier: ■ Als de sleutel nog in het contact zit.
■ Als de elektronische sleutel nog in de kaartlezer zit.
Elektronisch sleutelsysteem 3 23,
Aan/Uit-knop 3 118.
■ Als de auto in een Autostop is. Stop-startsysteem 3 121.
■ Als de rijverlichting brandt.
Motoroliepeil Als het minimum motoroliepeil wordt
bereikt, verschijnt er gedurende
30 seconden na het starten van de motor een bericht op het Driver Infor‐
mation Center.
Oliepeil controleren 3 145.Tripcomputer
De tripcomputer geeft informatie over
rijgegevens die voortdurend geregi‐
streerd en elektronisch verwerkt wor‐ den.
Afhankelijk van het specifieke model
kunnen de volgende functies worden
geselecteerd door de knop op het uit‐ einde van de wisserhendel meerdere
malen in te drukken.
■ Brandstofverbruik
■ Gemiddeld verbruik
■ Momentaan verbruik
■ Actieradius
■ Afgelegde weg
■ Gemiddelde snelheid
■ Afstand vóór onderhoudsbeurt 3 85
■ Klok 3 81, buitentemperatuur 3 81
■ Opgeslagen snelheid cruise control
en snelheidsbegrenzer 3 131
■ Brandstofverbruikcijfer
■ Bandenspanningswaarden 3 163
■ Storings- en informatieberichten
Brandstofverbruik
Geeft de hoeveelheid brandstof aan
die verbruikt is sinds de laatste reset.
De meting kan te allen tijde opnieuw
worden gestart door de knop inge‐
drukt te houden.
Gemiddeld verbruik
De waarde verschijnt na het afleggen
van een afstand van 400 meter.
Het gemiddelde verbruik wordt aan‐
gegeven op basis van de afgelegde
afstand en de verbruikte brandstof
sinds de laatste reset.
Page 98 of 207

96Instrumenten en bedieningsorganen
De meting kan op ieder gewenst mo‐
ment opnieuw gestart worden.
Momentaan verbruik
De waarde verschijnt na het bereiken
van een snelheid van 30 km/u.
Actieradius De waarde verschijnt na het afleggen
van een afstand van 400 meter.
De actieradius wordt berekend op ba‐
sis van de huidige inhoud van de
brandstoftank en het gemiddelde ver‐
bruik sinds de laatste reset.
De actieradius verschijnt niet als con‐ trolelampje Y op de instrumenten‐
groep 3 92 verschijnt.
Afgelegde weg Geeft de afgelegde afstand sinds de
laatste reset aan.
De meting kan op ieder gewenst mo‐
ment opnieuw gestart worden.
Gemiddelde snelheid
De waarde verschijnt na het afleggen
van een afstand van 400 meter.Geeft de gemiddelde snelheid sinds
de laatste reset aan.
De meting kan op ieder gewenst mo‐
ment opnieuw gestart worden.
Ritonderbrekingen waarbij het con‐
tact wordt uitgeschakeld niet meege‐
rekend.
Informatie tripcomputer resetten
Tripcomputer terugzetten door een
van de functies ervan te selecteren en
de knop aan het uiteinde van de wis‐
serhendel ingedrukt te houden.
De volgende informatie op de trip‐
computer wordt gereset:
■ Brandstofverbruik
■ Gemiddeld verbruik
■ Afgelegde weg
■ Gemiddelde snelheid
Bij het overschrijden van de maxi‐
mumwaarde van een van de parame‐
ters wordt de tripcomputer automa‐
tisch teruggezet.Brandstofverbruikcijfer
(ecoScoring)
Indien aanwezig, verschijnt er een cij‐
fer van 0 tot 100 op het infodisplay ter beoordeling van het brandstofver‐
bruik op basis van uw rijstijl.
Hoe hoger het cijfer, hoe beter het
brandstofverbruik.
Tips voor een beter brandstofverbruik verschijnen ook op het infodisplay.
Ritten kunnen worden opgeslagen in
het systeemgeheugen, zodat u pres‐
taties kunt vergelijken. Raadpleeg de
handleiding van het Infotainmentsys‐
teem voor nadere informatie.
Boordinformatie 3 94.
Ritverslag Wanneer de motor uitgeschakeld is,
wordt een verslag van de laatste rit op
het infodisplay getoond.
De volgende informatie verschijnt: ■ Gemiddeld brandstofverbruik
■ Totaal brandstofverbruik
■ Afgelegde weg
■ Bespaarde brandstof in km