Page 32 of 207

30Sleutels, portieren en ruiten
Bediening met fysieke sleutel
Deuren handmatig vergrendelen of
ontgrendelen door de sleutel in het
slot te draaien.
Centrale vergrendelingstoets
Vergrendelt of ontgrendelt de portie‐
ren en de bagageruimte vanuit de
passagiersruimte.
Druk op de schakelaar e om de auto
te vergrendelen. De activering wordt
aangeduid door de LED in de toets.
Bij het sluiten van een open deur
wordt de deur automatisch vergren‐
deld.
Druk nogmaals op e om de auto te
ontgrendelen.
Bij het rijden met een open bagage‐
ruimte kunnen de voordeuren (en de
zijschuifdeuren) nog steeds worden
vergrendeld. Met ingeschakeld con‐
tact de schakelaar e gedurende on‐
geveer 5 seconden ingedrukt hou‐
den. Bij het sluiten van de achterdeu‐ ren/achterklep worden ze automa‐tisch vergrendeld.
Automatisch vergrendelen 3 31.
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de cen‐
trale vergrendelingstoets e wordt in‐
gedrukt. Start de motor om de han‐
denvrije bediening weer te activeren.
Elektronisch sleutelsysteem 3 23.
Deurvangers
Bij bepaalde modellen worden de slo‐
ten van de laadruimte apart bediend
voor meer veiligheid.
Bij deurvangers dient de bagage‐ ruimte met de hand te worden ge‐
opend door de sleutel in het slot te
steken en om te draaien, ofschoon de
deuren met de handzender of de
elektronische sleutel kunnen worden
vergrendeld en ontgrendeld.
Achterdeuren 3 32.
Page 83 of 207

Instrumenten en bedieningsorganen81Buitentemperatuur
Een dalende temperatuur wordt on‐
middellijk aangeduid, een stijgende
temperatuur met enige vertraging.
Bij buitentemperaturen tot 3 °C knip‐ pert °C op het Driver Information Cen‐
ter om voor gladheid te waarschu‐
wen. Het lampje blijft knipperen totdat de temperatuur 3 °C overschrijdt.
9 Waarschuwing
Ook bij een aanduiding van enkele
graden boven 0 °C kan het weg‐
dek al beijzeld zijn.
Klok
Afhankelijk van het specifieke model
kan de actuele tijd verschijnen op het
centrale informatiedisplay en/of het
Driver Information Center.
Infodisplay:
De uren en minuten kunnen worden
aangepast met de betreffende knop‐
pen naast het display of de bedie‐
ningsorganen van het infotainment‐
systeem.
Raadpleeg voor meer informatie de
handleiding van het infotainmentsys‐ teem.
Bestuurdersinformatiecentrum:
De klokinstelfunctie weergeven door
de knop aan het uiteinde van de wis‐
serhendel meerdere malen in te druk‐
ken.
Houd de knop gedurende ongeveer
5 seconden ingedrukt:
■ Uren knipperen
■ Knop meerdere malen indrukken om uren te wijzigen
■ Wacht ongeveer 5 seconden om de
uren in te stellen
■ Minuten knipperen
Page 97 of 207

Instrumenten en bedieningsorganen95
■Als het smeren van de motor wordt
onderbroken 3 91.
■ Als de elektronische sleutel buiten het detectiebereik is.
Elektronisch sleutelsysteem 3 23,
Aan/Uit-knop 3 118.
Bij het parkeren van de auto en/
of het openen van het bestuurdersportier: ■ Als de sleutel nog in het contact zit.
■ Als de elektronische sleutel nog in de kaartlezer zit.
Elektronisch sleutelsysteem 3 23,
Aan/Uit-knop 3 118.
■ Als de auto in een Autostop is. Stop-startsysteem 3 121.
■ Als de rijverlichting brandt.
Motoroliepeil Als het minimum motoroliepeil wordt
bereikt, verschijnt er gedurende
30 seconden na het starten van de motor een bericht op het Driver Infor‐
mation Center.
Oliepeil controleren 3 145.Tripcomputer
De tripcomputer geeft informatie over
rijgegevens die voortdurend geregi‐
streerd en elektronisch verwerkt wor‐ den.
Afhankelijk van het specifieke model
kunnen de volgende functies worden
geselecteerd door de knop op het uit‐ einde van de wisserhendel meerdere
malen in te drukken.
■ Brandstofverbruik
■ Gemiddeld verbruik
■ Momentaan verbruik
■ Actieradius
■ Afgelegde weg
■ Gemiddelde snelheid
■ Afstand vóór onderhoudsbeurt 3 85
■ Klok 3 81, buitentemperatuur 3 81
■ Opgeslagen snelheid cruise control
en snelheidsbegrenzer 3 131
■ Brandstofverbruikcijfer
■ Bandenspanningswaarden 3 163
■ Storings- en informatieberichten
Brandstofverbruik
Geeft de hoeveelheid brandstof aan
die verbruikt is sinds de laatste reset.
De meting kan te allen tijde opnieuw
worden gestart door de knop inge‐
drukt te houden.
Gemiddeld verbruik
De waarde verschijnt na het afleggen
van een afstand van 400 meter.
Het gemiddelde verbruik wordt aan‐
gegeven op basis van de afgelegde
afstand en de verbruikte brandstof
sinds de laatste reset.
Page 142 of 207

140Rijden en bediening
Om de tankdop te openen, deze
linksom draaien.
Bij het tanken de tankdop in de steun op de tankklep hangen.
Om te tanken, het vulpistool volledig
in de vulopening brengen en open‐
zetten.
Nadat deze automatisch is afgesla‐
gen, kunnen er nog max. twee doses
worden toegevoegd.Voorzichtig
Gemorste brandstof onmiddellijk
afwassen.
Na het tanken de tankdop terugplaat‐
sen en zo ver mogelijk rechtsom
draaien.
Sluit de tankklep.
Tankdop
Gebruik uitsluitend originele tankdop‐ pen. Auto's met een dieselmotor heb‐
ben een speciale tankdop.
Brandstofverbruik -
CO 2-uitstoot
De waarden voor het brandstofver‐
bruik (gecombineerd) van het model
Opel Vivaro liggen binnen een bereik van 7,4 tot 5,7 l/100 km.
De CO 2-emissie (gecombineerd) is
binnen een bereik van 195 tot
149 g/km.
Raadpleeg voor de waarden die spe‐ cifiek voor uw voertuig gelden het
'EEC Certificate of Conformity' dat bij uw voertuig werd geleverd of de an‐
dere nationale autopapieren.
Algemene informatie
De opgegeven getallen voor het offi‐
ciële brandstofverbruik en de speci‐
fieke CO
2-
emissie hebben betrekking
op het EU-basismodel met standaard uitrusting.
Brandstofverbruikgegevens en CO 2-
emissiegegevens worden bepaald
volgens verordening R (EG)
nr. 715/2007 (in de meest recente van
toepassing zijnde versie), waarbij re‐
kening wordt gehouden met het ge‐wicht van de auto in bedrijfstoestand, zoals voorgeschreven door de veror‐
dening.
De getallen worden alleen gegeven
ter vergelijking tussen verschillende
varianten van de auto's en mogen niet als garantie worden opgevat voor het
werkelijke brandstofverbruik van een
bepaalde auto.
Extra uitrusting kan enigszins hogere
resultaten tot gevolg hebben dan de
vermelde getallen voor brandstofver‐
bruik en CO 2. Het brandstofverbruik
hangt bovendien af van de persoon‐
lijke rijstijl, de staat van het wegdek en de verkeersomstandigheden.