Page 89 of 129
Inleiding89
Radio-ontvangstTijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
■ wijzigingen in de afstand tot de zen‐
der
■ ontvangst van meerdere signalen tegelijk door reflecties
■ obstakels
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 90 of 129
90InleidingOverzicht bedieningselementen
Bedieningspaneel
Page 91 of 129

Inleiding91
1Radiozendertoetsen 1 - 6
Lang indrukken: zender
opslaan ............................... 101
Kort indrukken: zender
selecteren ........................... 101
2 m VOL
Indrukken: infotainment‐
systeem in-/uitschakelen ....... 93
Draaien: volume
aanpassen ............................ 93
3 RADIO BAND
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen .....99
4 CD
CD-geluidsbron activeren ...108
5 AUX
Media activeren of naar
andere audiobron gaan .........9367 / i
Telefoonhoofdmenu
openen ................................ 117
of mutefunctie activeren/
deactiveren ........................... 93
7 Cd-sleuf
8 TONE
Geluidsinstellingen ................97
9 P BACK
Menu: een niveau terug ........94
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 94
10 Multifunctionele knop
Centraal
bedieningselement voor
selectie en navigatie in
menu's .................................. 94
11 CONFIG
Systeeminstellingen ..............9312 INFO
Radio: Informatie over de
huidige zender
Cd/mp3/wma: informatie
over de huidige track
13 d
Disc uitwerpen ....................109
14 TP
Activeren of deactiveren
verkeersberichten ...............104
15 AS 1-2
Autostorelijsten ...................101
16 FAV 1-2-3
Radiofavorieten ...................101
17 s en u
Radio: achteruit en vooruit zoeken .................................. 99
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit of vooruit
overslaan ............................ 109
Page 92 of 129

92Inleiding
Audioknoppen op stuurwiel
1xn
Indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........121
of gesprekslijst sluiten .........121
of mutefunctie activeren/
deactiveren ........................... 93
2 q
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen 117
of functie Opnieuw kiezen
activeren ............................. 121
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................. 121
Lang indrukken:
gesprekslijst openen ...........121
of handsfreemodus in-/
uitschakelen ........................ 121
3 SRC (bron)............................ 93
Indrukken: audiobron
selecteren ............................. 93
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ............................. 99
Bij actieve cd-speler:
omhoog/omlaag zetten
om volgende/vorige cd/
mp3/wma-track te
selecteren ........................... 109Bij een actief
telefoonportal en open
bellijst (zie optie 1):
omhoog/omlaag draaien
om volgende/vorige
vermelding in bellijst te
selecteren ........................... 121
Bij actieve telefoonportal
en gesprekken in de
wacht: omhoog/omlaag
draaien om tussen
gesprekken te schakelen ....121
4 + en -
Volume verhogen of verlagen
Page 93 of 129

Inleiding93Gebruik
Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een multifunctionele knop en menu's
op het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
■ het bedieningspaneel op het Info‐ tainmentsysteem 3 90
■ audioknoppen op het stuurwiel 3 90
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X VOL . Na het
inschakelen wordt de laatst geselec‐
teerde Infotainmentbron actief.
Druk opnieuw op X VOL om het sys‐
teem uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Wanneer u het Infotainmentsysteem,
terwijl het contact uitgeschakeld is,
met behulp van X VOL inschakelt,dan wordt het 10 minuten na de laat‐
ste invoer automatisch weer uitge‐
schakeld.
Volume instellen
Draai m VOL . De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits deze instelling het maxi‐
male volume bij het starten niet over‐
schrijdt (zie onderstaand).
U kunt het volgende afzonderlijk in‐
voeren:
■ het maximale inschakelvolume 3 97
■ het volume van verkeersberichten 3 97
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakelen van het voor snelheid gecompenseerd volume 3 97 wordt
het volume automatisch zodanig aan‐
gepast dat u geen geluid van het weg‐
dek of van de rijwind hoort.Stiltefunctie
Druk op 7/i (als de telefoonportal
beschikbaar is: enkele seconden in‐
drukken) om het geluid van audio‐
bronnen te onderdrukken.
Mutefunctie annuleren: draai m VOL
of druk opnieuw op 7/i (indien tele‐
foonportaal beschikbaar: enkele se‐
conden indrukken).
Volumebeperking bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden Radio
Druk op RADIO BAND om het radio‐
hoofdmenu te openen of te wisselen
tussen de verschillende frequentiebe‐
reiken.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de frequentiebereikmenu's met
opties voor zenderselectie te gaan.
Page 94 of 129

94Inleiding
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 99.
Audiospelers
Druk één of meerdere keren op AUX
om naar het hoofdmenu USB, iPod of AUX (indien beschikbaar) te gaan of
om tussen deze menu's te schakelen.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de betreffende menu's met op‐ ties voor trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
■ CD-spelerfuncties 3 108
■ AUX-functies 3 111
■ USB-poortfuncties 3 112
■ Bluetooth-muziekfuncties 3 115
Telefoon
Druk kort op 7 / i om naar het tele‐
foonmenu te gaan.
Druk op de multifunctionele knop om
naar het telefoonmenu met opties
voor het invoeren en selecteren van
nummers te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de telefoonportal 3 117.Systeeminstellingen
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐ baar in diverse talen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Talen (Languages) in het
menu Instellingen om het betreffende
menu weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐ teksten.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de menubediening 3 94.
Tijd- en datuminstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.
Basisbediening
Multifunctionele knop
De multifunctionele knop is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's.Draai aan de multifunctionele knop:
■ een menuoptie markeren
■ een numerieke waarde instellen
Druk op de multifunctionele knop: ■ de gemarkeerde optie selecteren of
inschakelen
■ een ingestelde waarde bevestigen
■ een systeemfunctie in- of uitscha‐ kelen
Knop P BACK
Druk kortstondig op P BACK om:
■ een menu te verlaten
■ van een submenu naar het vol‐ gende, hogere menuniveau te gaan
■ het laatste teken van een teken‐ reeks te wissen
Houd P BACK enkele seconden in‐
gedrukt om de hele invoer te wissen.
Page 95 of 129
Inleiding95
Voorbeelden van de
menubediening
Een optie selecteren
Draai aan de multifunctionele knop
om de cursor (= gekleurde achter‐
grond) naar de gewenste optie te ver‐ plaatsen.
Druk op de multifunctionele knop om
de gemarkeerde optie te selecteren.
Submenu's
Een pijltje aan de rechterkant van het menu geeft aan dat na er na het se‐
lecteren van die optie een submenu met verdere opties verschijnt.
Een instelling activeren
Draai aan de multifunctionele knop
om de gewenste instelling te marke‐
ren.
Druk op de multifunctionele knop om de instelling te activeren.
Een waarde instellen
Draai aan de multifunctionele knop
om de actuele waarde van de instel‐
ling te wijzigen.
Druk op de multifunctionele knop om de ingestelde waarde te bevestigen.
De cursor gaat daarna naar de vol‐
gende waarde. Als alle waarden zijn
ingesteld, gaat u automatisch terug
naar het naasthogere menuniveau.
Page 96 of 129
96Inleiding
Een instelling aanpassen
Draai aan de multifunctionele knop
om de instelling aan te passen.
Druk op de multifunctionele knop om de instelling te bevestigen.
Een functie in- of uitschakelen
Draai aan de multifunctionele knop
om de functie die u in of uit wilt scha‐
kelen te markeren.
Druk op de multifunctionele knop om
tussen de instellingen Aan en Uit te
wisselen.
Een tekenreeks invoeren
Tekenreeksen invoeren, bijv. pinco‐
des of telefoonnummers:
Draai aan de multifunctionele knop
om het gewenste teken te markeren.
Druk op de multifunctionele knop om het gemarkeerde teken te bevesti‐
gen.
Het laatste teken in de tekenreeks
kan worden gewist door k op het
display te selecteren of door op
P BACK op het instrumentenpaneel
te drukken. Door P BACK ingedrukt
te houden wordt de complete invoer verwijderd.