Page 54 of 233
52Stoelen, veiligheidssystemen
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteemGewichtsklasseMaatklasseBevestigingOp passagiersstoelOp buitenste zitplaatsen
achterinOp middelste zitplaats
achterinGroep 0: tot 10 kgEISO/R1XIL 1XGroep 0+: tot 13 kgEISO/R1XIL 1XDISO/R2XIL1XCISO/R3XIL1XGroep I: 9 tot 18 kgDISO/R2XIL1XCISO/R3XIL1XBISO/F2XIL, IUFXB1ISO/F2XXIL, IUFXAISO/F3XIL, IUFXGroep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaarXILXGroep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaarXILX
Page 55 of 233

Stoelen, veiligheidssystemen53
1=Zet de passagiersstoel in de voorste stand of zet de rugleuning van de voorstoel zo veel als nodig verticaal, opdat
het kinderveiligheidssysteem en de rugleuning van de voorstoel elkaar niet raken.IL=Geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-univer‐
seel'. Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotype.IUF=Geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd voor
deze gewichtsklasse.X=Geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.
ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheid
A - ISO/F3=voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kgB - ISO/F2=voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgB1 - ISO/F2X=voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgC - ISO/R3=achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot
18 kgD - ISO/R2=achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kgE - ISO/R1=achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg
Page 56 of 233
54Stoelen, veiligheidssystemenISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
Installatie van ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
zonder vaste geleider
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels. ISOFIX veiligheidssyste‐
men voor specifieke auto's worden in de tabel aangeduid met IL.
ISOFIX-bevestigingsbeugels zijn
aangeduid met een label op de rug‐
leuning.
Installatie van ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen met vaste geleider
Wellicht is de auto vóór de bevesti‐
gingsbeugels uitgevoerd met gelei‐ ders ter ondersteuning van de mon‐
tage van het kinderveiligheidssys‐
teem.
Page 57 of 233
Stoelen, veiligheidssystemen55
Bij het bevestigen van het kindervei‐
ligheidssysteem zwenken de kappen van de geleiders automatisch naar
achteren.
Top-Tether-
bevestigingsogen Al naargelang de landspecifieke uit‐
rusting kan de auto twee of drie be‐
vestigingsogen hebben.
Top-Tether-bevestigingsogen wor‐
den aangeduid met het symbool :
van een kinderveiligheidssysteem.Maak voor niet-ISOFIX-kinderveilig‐
heidssystemen de Top-Tethergordel
vast aan de Top-Tetherbevestigings‐
ogen. Daarbij moet de bijbehorende
gordel tussen de glijstangen van de
hoofdsteun lopen.
Maak voor ISOFIX-kinderveiligheids‐
systemen de Top-Tethergordel vast
aan de Top-Tetherbevestigingsogen
naast de ISOFIX-bevestiging. Daarbij moet de bijbehorende gordel tussen
de glijstangen van de hoofdsteun lo‐
pen.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen
uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF.
Page 230 of 233

228
Hellingrem ................................. 137
Hoofdsteunen .............................. 35
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 122
I
Inbouwmaten trekhaak ..............222
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 51
Info-Displays ................................. 92
Inhouden ................................... 220
Inklapbare spiegels .....................29
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 115
Interieurverlichting ......................113
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ........54
K Katalysator ................................. 131
Kentekenverlichting ...................179
Keuzehendel ............................. 132
Kilometerteller .............................. 82
Kindersloten ................................. 25 Kinderveiligheidssystemen ...........49
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................117
Klok .............................................. 79
Koelvloeistof .............................. 169
Koelvloeistof en antivries ............209Koelvloeistoftemperatuurmeter ...83
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 109
Koplampverstelling ....................108
L Laadsysteem ............................... 87
Lane Departure Warning ......88, 151
Leeslampen ............................... 114
Lekke band ................................. 197
Lichtschakelaar .......................... 107
Lichtsignaal ................................ 108
Luchtinlaat ................................. 123
M
Meters........................................... 81
Mistachterlicht ...................... 91, 113
Mistlamp ...................................... 91
Mistlampen ................................ 177
Mistlampen voor ........................112
Motorgegevens .......................... 216
Motor-ID...................................... 212
Motorkap .................................... 167
Motorkap open.............................. 91
Motorolie .................... 167, 209, 213
Motoroliedruk ............................... 90
Motor starten ............................. 125
N Nieuwe auto inrijden ..................125O
Obstakeldetectiesystemen .........145
Olie, motor .......................... 209, 213
Ontlaadbeveiliging accu ............116
Opbergvakken .............................. 56
Opbergvakken instrumentenpaneel ..................56
Opbergvak middenconsole ..........59
Opbergvak onder passagiersstoel 58
Opgeslagen instellingen ...............22
Opschakelen................................. 88 Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panne ......................................... 202
Parkeerhulp ............................... 145
Parkeren .............................. 18, 129
Park pilot met ultrasoonsensoren 145
Partikelfilter ................................. 130
Pedaal intrappen .......................... 87
Persoonlijke instellingen ............103
Pollenfilter .................................. 123
Portieren ....................................... 25
Portier open ................................. 91
Prestaties ................................... 217
Profieldiepte ............................... 191