Verlichting117Achteruitrijlichten
Het achteruitrijlicht gaat branden
wanneer de ontsteking is ingescha‐
keld en de auto in de achteruitver‐
snelling staat.
Beslagen lampglazen De binnenkant van de lampenglazen
kan bij koud en vochtig weer, bij he‐
vige regen of na een wasbeurt korte
tijd beslaan. De condens verdwijnt na
korte tijd vanzelf, om dit te versnellen
de verlichting inschakelen.Binnenverlichting
Regelbare instrumenten‐
verlichting
Wanneer de rijverlichting aanstaat,
kunt u de lichtsterkte van de volgende lampen regelen:
■ instrumentenverlichting
■ plafondverlichting
■ sfeerverlichting
■ Info-Display
■ verlichte schakelaars en bedie‐ ningselementen
Draai aan het kartelwiel A en houd dit
vast totdat de gewenste lichtsterkte is bereikt.
Bij auto’s met automatische verlich‐
ting kan de helderheid alleen worden
aangepast wanneer de rijverlichting
aanstaat en de lichtsensor nachtelijke
omstandigheden detecteert.
Binnenverlichting Voorste interieurverlichting
250TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............231, 235
Aanduidingen op banden ..........205
Aanhangerkoppeling ..................177
Aanhangerstabilisatie ................181
Aanhanger trekken ....................178
Aansteker .................................... 83
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 182
Accu ........................................... 188
Achterlichten .............................. 195
Achterruitverwarming ................... 33
Achteruitkijkcamera ...................168
Achteruitrijlichten .......................117
Afmetingen auto ........................242
Afslagverlichting ......................... 114
Airbag deactiveren ....................... 49 Airbag-deactivering ...................... 90
Airbag en gordelspanners ...........90
Airbaglabel.................................... 44
Airbagsysteem ............................. 44
Airconditioning ........................... 122
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 130
Alarmknipperlichten ...................115
Algemene informatie .................. 177
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 131Andere auto slepen ...................225
Antiblokkeersysteem .................147
Antiblokkeersysteem (ABS) .........91
Asbakken ..................................... 83
Autogegevens ............................ 235
Autokrik....................................... 204
Automatische dimfunctie .............31
Automatische verlichting ............ 112
Automatische versnellingsbak ...139
Automatisch vergrendelen ...........25
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 224 Auto stallen ................................. 182
Autostop ....................................... 94
B Bagageruimte ........................ 26, 69
Bagageruimte-afdekking .............71
Bandenreparatieset ...................213
Bandenspanning .......................206
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .................................. 93, 207
Bandenspanningswaarden ........245
Batterijspanning .........................105
Bedieningsorganen ......................76
Bekerhouders .............................. 58
Bekleding .................................... 229
Beladingsinformatie .....................74
Beslagen lampglazen ................117