44Stoelen, veiligheidssystemenAirbagsysteem
Het airbagsysteem bestaat uit meer‐
dere afzonderlijke systemen afhanke‐
lijk van de omvang van de uitrusting.
Bij het activeren worden de airbags
binnen enkele milliseconden gevuld.
Ook het leeglopen van de airbags
verloopt zo snel, dat dit tijdens een
aanrijding vaak niet eens wordt opge‐ merkt.9 Waarschuwing
Bij onoordeelkundige behandeling
kunnen de airbagsystemen op ex‐plosieve wijze in werking treden.
Let op
Ter hoogte van de middenconsole
zitten de regelelektronica van het
airbagsysteem en de gordelspan‐
ners. In dit gebied geen magneti‐
sche voorwerpen plaatsen.
Bevestig geen voorwerpen op de af‐
dekkingen van de airbags en bedek
ze niet met andere materialen.
Elke airbag treedt slechts eenmaal
in werking. Geactiveerde airbags
onmiddellijk laten vervangen door
een werkplaats. Ook moeten even‐ tueel het stuurwiel, het instrumen‐
tenbord, plaatwerk, de portierafdich‐ tingen, handgrepen en de stoelen
worden vervangen.
Geen aanpassingen in het airbag‐
systeem aanbrengen, anders ver‐
valt de typegoedkeuring van de
auto.
Bij het ontplooien van de airbags kun‐
nen ontsnappende hete gassen
brandwonden veroorzaken.
Storing
Bij een storing in het airbagsysteem
licht het controlelampje v op en ver‐
schijnt er een bericht of een code op het Driver Information Center. Het
systeem is buiten werking.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Controlelamp voor airbagsystemen
3 90.Kinderveiligheidssystemen op
de passagiersstoel met
airbagsystemen
EN: NEVER use a rearward-facing
child restraint on a seat protected by
an ACTIVE AIRBAG in front of it;
DEATH or SERIOUS INJURY to the
CHILD can occur.
DE: Nach hinten gerichtete Kinder‐
sitze NIEMALS auf einem Sitz ver‐ wenden, der durch einen davor be‐
findlichen AKTIVEN AIRBAG ge‐
schützt ist, da dies den TOD oder
SCHWERE VERLETZUNGEN DES
KINDES zur Folge haben kann.
253
Parkeren .............................. 19, 137
Park pilot met ultrasoonsensoren 158
Partikelfilter ................................. 138
Pedaal intrappen .......................... 91
Persoonlijke instellingen ............106
Pollenfilter .................................. 130
Portieren ....................................... 26
Portier open ................................. 95
Prestaties ................................... 240
Profieldiepte ............................... 211
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 249
Regelbare instrumentenverlich‐ ting ......................................... 117
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 248
Remassistentie .......................... 149
Rem- en koppelingssysteem .......91
Rem- en koppelingsvloeistof ......231
Remmen ............................ 147, 187
Remvloeistof .............................. 187
Reservewiel ............................... 221
Richtingaanwijzer ........................89
Richtingaanwijzers ..................... 115
Richtingaanwijzers vooraan ......195
Roetfilter ............................... 93, 138
Rugleuning neerklappen .............39
Ruiten ........................................... 31Rijgedrag en aanhangertips ......177
Rijregelsystemen ........................149
Rijverlichting .......................... 12, 94
S
Schakelen ..................................... 92
Service ....................................... 130
Service-display ............................ 86
Service-indicatie .......................... 91
Service-informatie ...................... 230
Sjorogen ...................................... 72
Sleutel, opgeslagen instellingen ...23
Sleutels ........................................ 21
Sleutels, sloten ............................. 21
Sneeuwkettingen .......................213
Snelheidsbegrenzer .............95, 153
Snelheidsmeter ............................ 84
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................187
Stadsmodus................................ 150
Startbeveiliging ......................29, 94
Starten en bedienen ...................132
Starthulp gebruiken ...................223
Stoelpositie .................................. 37
Stoelverstelling ........................7, 38
Stop/Start-systeem .....................134
Storing ............................... 142, 147
Storingsindicatielamp ..................90
Stroomonderbreking ..................142
Stuurbedieningsknoppen .............76Stuurbekrachtiging........................ 92
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 76
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 175
Te laag brandstofpeil ...................94
Toerenteller ................................. 85
Top-Tether-bevestigingsogen ......56
Traction Control .........................149
Trekhaak .................................... 179
Trekken............................... 177, 224
Trekstang.................................... 177
Typeplaatje ................................ 234
U Uitlaatgassen ............................. 138
Uitrol-brandstofafsluiter .............134
Uitstapverlichting .......................119
Ultrasoonparkeerhulp ..................92
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 212
Vaste luchtroosters ....................130
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................40
Velgen en banden .....................205