2015.5 OPEL ASTRA J Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 161 of 345

OPEL ASTRA J 2015.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Klimaatregeling159
Als geen koeling of droging gewenst
is, moet u omwille van het brandstof‐
verbruik de koeling uitschakelen. Ge‐
activeerde koeling kan een Autostop
verhinderen.
Luchtrecirculati

Page 162 of 345

OPEL ASTRA J 2015.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 160Klimaatregeling
Ruiten ontwasemen enontdooien  V
■
V  indrukken: aanjager schakelt
automatisch over op hogere snel‐
heid, de luchtstroom wordt op de
voorruit gericht.
■ Draaiknop voor tempera

Page 163 of 345

OPEL ASTRA J 2015.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Klimaatregeling161
Achterruitverwarming Ü 3  37, Stoel‐
verwarming  ß 3  49 , Verwarmd stuur‐
wiel  * 3  106.
Elke verandering van de instellingen
verschijnt gedurende enkele secon‐ den op het

Page 164 of 345

OPEL ASTRA J 2015.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 162Klimaatregeling
Als de minimumtemperatuur Lo is in‐
gesteld, levert de klimaatregeling
maximale koeling, als de koeling  n
wordt ingeschakeld.
Wanneer u de maximumtemperatuur
Hi  instelt, zorgt h

Page 165 of 345

OPEL ASTRA J 2015.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Klimaatregeling163
Handmatige instellingenU kunt de instellingen van het klimaat‐
regelsysteem als volgt met de toetsen
en draaiknoppen veranderen. Wan‐
neer u een instelling verandert, wordt
de a

Page 166 of 345

OPEL ASTRA J 2015.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 164Klimaatregeling
brandt. Koeling werkt alleen bij een
draaiende motor en ingeschakelde
aanjager van de klimaatregeling.
Druk opnieuw op  n om koeling uit te
schakelen.
De airconditioning koelt en on

Page 167 of 345

OPEL ASTRA J 2015.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Klimaatregeling165Luchtroosters
Verstelbare luchtroosters
Wanneer de koeling ingeschakeld is
moet er minimaal een luchtrooster
openstaan.
Open het luchtrooster door het stel‐
wiel naar het grotere s

Page 168 of 345

OPEL ASTRA J 2015.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 166KlimaatregelingOnderhoud
Luchtinlaat
De luchtinlaat naar de motorruimte
onder aan de voorkant van de voorruit moet voor voldoende luchttoevoer
vrijgehouden worden. Bladeren, vuil
of sneeuw verwijde