59
BluetoothAlgemene informatie .................31
Apparaat aansluiten ..................31
Bluetooth-verbinding .................47
Koppelen ................................... 47
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................... 34
Telefoon .................................... 51
Bluetooth-verbinding ....................47
C Categorielijst ................................. 24
D
DAB .............................................. 27
Datuminstellingen .........................10
Digital Audio Broadcasting ...........27
Display-instellingen................. 37, 39
Dynamische bereikcompressie..... 27
E EPG .............................................. 27
F
Fabrieksinstellingen radio .............10
Favoriete lijsten ............................ 24
Zenders ophalen .......................23
Zenders opslaan .......................23
Favorietenlijst ............................... 23
Filmbestanden .............................. 31Films afspelen.............................. 39
Film via AUX activeren .................39
Film via USB activeren .................39
Frequentiebereik........................... 27
Frequentiebereikmenu's ...............24
G
Gebruik ............................. 10, 21, 44
AUX ........................................... 31
Bluetooth ................................... 31
iPod ........................................... 31
Menu ......................................... 13
Radio ......................................... 21
Telefoon .................................... 51
USB ........................................... 31
Geluidsinstellingen .......................16
I
Infotainmentsysteem inschakelen 10
Intellitext ....................................... 27
iPod Algemene informatie .................31
Apparaat aansluiten ..................31
iPod-audiomenu ........................34
K Koppelen ...................................... 47M
Maximaal opstartvolume............... 17
Menubediening ............................. 13
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................56
Mute.............................................. 10
N Navigatie....................................... 42
Noodoproep .................................. 50
O
Oproepenhistorie ..........................51
Overzicht bedieningselementen .....8
R Radio Afstemmen op zender ...............21
Autostorelijsten.......................... 22
Categorielijst ............................. 24
DAB configureren ......................27
DAB-berichten ........................... 27
Digital audio broadcasting
(DAB) ........................................ 27
Dynamische bereikcompressie. 27
EPG huidig programma............. 27
EPG zenderlijst ......................... 27
Favoriete lijsten ...................23, 24
Frequentiebereik .......................27
Frequentiebereik selecteren .....21
64InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............64
Antidiefstalfunctie ......................... 65
Overzicht bedieningselementen ..66
Gebruik ........................................ 71
Basisbediening ............................ 73
Geluidsinstellingen ......................74
Volume-instellingen .....................75Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Met de radiotunerfuncties kunt u
maximaal 36 zenders op
zes favoriete pagina's registreren.
De geïntegreerde cd-speler onder‐
houdt u met audio- en MP3/WMA-
CD’s.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op hetInfotainmentsysteem aansluiten,
bijv. iPod, mp3-speler, USB-stick of
een draagbare cd-speler; via een ka‐
bel of via Bluetooth.
Ook is het Infotainmentsysteem uit‐
gevoerd met een telefoonportal waar‐
mee u uw mobiele telefoon comforta‐ bel en veilig in de auto kunt gebrui‐
ken.
Daarnaast kan het infotainmentsys‐ teem worden bediend met behulp van
de bedieningstoetsen op het stuur‐
wiel.Door het goeddoordachte design van de bedieningselementen en de hel‐
dere displays kunt u het systeem ge‐ makkelijk en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht
niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan
de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
Inleiding67
1m VOL
Drukken: Infotainment-
systeem in-/uitschakelen ....... 71
Draaien: volume
aanpassen ............................ 71
2 Display
3 MENU-TUNE
Centrale bediening voor
selectie en navigatie in
menu's .................................. 73
4 AUX-ingang ........................... 88
5 P BACK
Menu: één niveau terug ........73
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ..........73
6 CONFIG
Systeeminstellingen ..............71
7 u
Radio: vooruit zoeken ...........77
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................... 868 FAV 1-2-3
Radiofavorieten en
Autostore-lijsten ....................79
9 MEDIA
Media activeren of naar
andere audiobron gaan .........71
10 TP
Activeren of deactiveren
verkeersberichten .................81
11 RADIO
Activeren radio of wijzigen
golfband ................................ 77
12 TONE
Tooninstellingen ....................74
13 s
Radio: achteruit zoeken ........77
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan ...............8614INFO
Radio: Informatie over
huidig station
Cd/mp3/wma: informatie
over de huidige track
15 y / @
Openen hoofdmenu
telefoon ................................. 94
of mutefunctie in-/
uitschakelen .......................... 71
16 Disksleuf
17 d
Disc uitwerpen ......................86
18 Radiozendertoetsen 1 - 6
Lang drukken: station
opslaan ................................. 79
Kort drukken: station
selecteren ............................. 79
Inleiding69
1m VOL
Drukken: Infotainment-
systeem in-/uitschakelen ....... 71
Draaien: volume
aanpassen ............................ 71
2 Display
3 MENU-TUNE
Centrale bediening voor
selectie en navigatie in
menu's .................................. 73
4 AUX-ingang ........................... 88
5 P BACK
Menu: één niveau terug ........73
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ..........73
6 CONFIG
Systeeminstellingen ..............71
7 u
Vooruit zoeken ......................77
8 FAV 1-2-3
Radiofavorieten en
Autostore-lijsten ....................799AUX
Randapparaat activeren .......71
10 TP
Activeren of deactiveren
verkeersberichten .................81
11 RADIO
Activeren radio of wijzigen golfband ................................ 77
12 TONE
Tooninstellingen ....................74
13 s
Achteruit zoeken ...................77
14 INFO
Informatie over de huidige
radiozender
15 @
Mutefunctie activeren/
deactiveren ........................... 7116Radiozendertoetsen 1 - 6
Lang drukken: station
opslaan ................................. 79
Kort drukken: station
selecteren ............................. 79
Inleiding71Gebruik
Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een knop MENU-TUNE en menu's op
het display.
Keuzen worden ingevoerd via het be‐ dieningspaneel op het Infotainment‐
systeem 3 66
Of deze kunnen via de audiobedie‐
ningselementen op het stuur worden
gemaakt 3 66.
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen Druk de X VOL -knop kort in. Na het
inschakelen wordt de laatst geselec‐
teerde Infotainmentbron actief.
Druk opnieuw op X VOL om het sys‐
teem uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Wanneer u het Infotainmentsysteem,
terwijl het contact uitgeschakeld is,
met behulp van X VOL inschakelt,dan wordt het 10 minuten na de laat‐
ste invoer automatisch weer uitge‐
schakeld.
Volume instellen Draai m VOL . De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits deze instelling het maxi‐
male volume bij het starten niet over‐
schrijdt (zie onderstaand).
U kunt het volgende afzonderlijk in‐
voeren:
■ het maximale inschakelvolume 3 75
■ het volume van verkeersberichten 3 75
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakelen van het voor snelheid gecompenseerd volume 3 75 wordt
het volume automatisch zodanig aan‐
gepast dat u geen geluid van het weg‐
dek of van de rijwind hoort.Stiltefunctie
Druk op y / @ of @ (als telefoonportaal
beschikbaar is: enkele seconden in‐
drukken) om de audiobronnen te
dempen.
Stiltefunctie uitschakelen: draai aan
m VOL of druk op y / @ (als telefoon‐
portaal beschikbaar is: enkele secon‐
den indrukken) of druk nogmaals op
@ .
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij zeer hoge interieurtemperaturen begrenst het Infotainmentsysteem
het maximaal instelbare volume. In‐
dien nodig wordt het maximale vo‐
lume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen de verschillende frequentiebereiken.
Druk op MENU-TUNE om naar de fre‐
quentiebereikmenu's met opties voor zenderselectie te gaan.
72Inleiding
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 77.
Audiospelers
R 3.0
Druk op AUX om de modus AUX te
activeren.
CD 3.0 BT
Druk één of meerdere keren op
MEDIA om naar het hoofdmenu CD,
USB, iPod of AUX te gaan of om tus‐
sen deze menu's te wisselen.
Druk op MENU-TUNE om naar de be‐
treffende menu's met opties voor
trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van CD-spelerfuncties 3 85, AUX-
functies 3 88, USB-poortfuncties
3 89 en functies voor streaming au‐
dio via Bluetooth 3 92.
Telefoon
Druk kort op y / @ om naar het tele‐
foonmenu te gaan.
Druk op MENU-TUNE om naar het
telefoonmenu met opties voor het in‐ voeren en selecteren van nummers te gaan.Voor een gedetailleerde beschrijving
van de telefoonportal 3 94.
Systeeminstellingen
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐ baar in diverse talen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer de menuoptie Talen
(Languages) in het menu
Instellingen om het betreffende menu
weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐ teksten.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de menubediening 3 73.
Datum- en tijdinstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.
Voertuiginstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.
Andere instellingen
U vindt een gedetailleerde beschrij‐ ving voor alle andere instellingen in
de betreffende hoofdstukken.
Fabrieksinstellingen terugzetten
Alle instellingen, bijv. de volume- en
geluidsinstellingen, de favorietenlijs‐
ten of de lijst met Bluetooth-appara‐
ten, kunnen worden teruggezet op de fabrieksinstellingen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen. Selecteer
Auto-instellingen en vervolgens Fa‐
brieksinstellingen herstellen .
In het submenu wordt u een vraag
gesteld. Selecteer Ja om alle waar‐
den op de fabriekswaarden terug te
zetten.
74Inleiding
De cursor gaat dan over naar de vol‐
gende waarde. Na het instellen van
alle waarden gaat u automatisch te‐
rug naar het naasthogere menuni‐
veau.
Een instelling aanpassen
Draai MENU-TUNE om de instelling
bij te stellen.
Druk op MENU-TUNE om de instel‐
ling te bevestigen.
Een functie in- of uitschakelen
Draai MENU-TUNE om de functie die
u in of uit wilt schakelen te markeren.
Druk op MENU-TUNE om tussen de
instellingen Aan en Uit te wisselen.
Een tekenreeks invoeren
Tekenreeksen invoeren, bijv. pinco‐
des of telefoonnummers:
Draai MENU-TUNE om het gewenste
teken te markeren.
Druk op MENU-TUNE om het gemar‐
keerde teken te bevestigen.
Het laatste teken in de tekenreeks
kan worden gewist met de optie k op
het display of door op P BACK te
drukken. Door P BACK ingedrukt te
houden wordt de complete invoer ver‐
wijderd.
Wijzig de positie van de cursor in de
al ingevoerde tekenreeks door ◀ of ▶
op het display te selecteren.
Geluidsinstellingen
In het geluidsinstellingenmenu kunt uvoor elk radiofrequentiebereik en
voor elke audiospeler afzonderlijk de
geluidskarakteristieken instellen.
Druk op TONE om het geluidsinstel‐
lingenmenu te openen.
Lage, middelhoge en hoge
tonen instellen
Blader door de lijst en selecteer Bas,
Midrange of Treble .
Stel voor de geselecteerde optie de
gewenste waarde in.
Radio77RadioGebruik........................................ 77
Zender zoeken ............................. 77
Autostore-lijsten ........................... 78
Favorietenlijst ............................... 79
Frequentiebereikmenu's ..............79
Radio Data System (RDS) ...........81
Digital Audio Broadcasting ..........83Gebruik
Radio activeren
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der wordt weergegeven.
Frequentiebereik selecteren Druk één of meerdere malen op
RADIO om het gewenste frequentie‐
bereik te selecteren.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der van dat frequentiebereik wordt
weergegeven.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Druk kort op s of u om de vol‐
gende zender in het zendergeheugen weer te geven.
Handmatig zender zoeken
Houd s of u ingedrukt. Loslaten
als de gewenste frequentie bijna is
bereikt op het frequentiedisplay.
De volgende ontvangbare zender
wordt opgezocht en automatisch af‐
gespeeld.
Let op
Handmatig zender zoeken: Als de
radio geen station vindt, schakelt hij
automatisch naar een gevoeliger
zoekniveau. Als er dan nog geen
station wordt gevonden, zal de laatst
actieve frequentie weer worden ge‐
kozen.
Let op
Frequentiebereik FM: Als de RDS-
functie is ingeschakeld, wordt er al‐
leen naar RDS-zenders 3 81 ge‐
zocht en als verkeersinformatie TP