Radio27
Radiotekst
Als de RDS-functie wordt geactiveerd en er momenteel een RDS-zender
wordt ontvangen, verschijnt er infor‐
matie over het huidige programma en
de momenteel beluisterde muziek‐
track onder de naam van het pro‐
gramma.
Toon of verberg deze informatie door Radiotekst op Aan of Uit te zetten.
Regio-instelling
Soms zenden RDS-zenders regio‐
naal verschillende programma's op
verschillende frequenties uit.
Zet Regionaal op Aan of Uit.
Als de regio-instelling ingeschakeld
is, worden er zo nodig andere fre‐
quenties met dezelfde regionale pro‐ gramma's geselecteerd. Is de regio-
instelling uitgeschakeld, worden al‐
ternatieve frequenties voor de zen‐
ders geselecteerd zonder rekening te
houden met regionale programma's.PSN bladeren blokkeren
Sommige RDS-zenders geven niet
alleen de programmaservicenaam
(PSN) weer op het display, maar to‐
nen ook extra informatie over de hui‐
dige zender. Als er extra informatie
verschijnt, is de programmanaam
verborgen.
Zet om te voorkomen dat er extra in‐
formatie verschijnt Bevries PSN-
scrollen op Aan .
Digital Audio Broadcasting
Digital Audio Broadcasting (DAB) is
een innovatief en universeel uitzend‐
systeem.
DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam i.p.v. met de
zendfrequentie.
Algemene informatie ■ Met DAB kunnen verschillende pro‐
gramma's (diensten) op dezelfde
frequentie worden uitgezonden
(ensemble).■ Naast hoogwaardige diensten voor
digitale audio is DAB ook in staat
om programmagerelateerde gege‐
vens en een veelheid aan andere
dataservices uit te zenden, inclusief
reis - en verkeersinformatie.
■ Zolang een bepaalde DAB-ontvan‐ ger een signaal van een zender op
kan vangen (ook al is het signaal
erg zwak), is de geluidsweergave
gewaarborgd.
■ Er is fading (zwakker worden van het geluid dat typerend is voor AM-
of FM-ontvangst). Het DAB-signaal wordt op een constant volume
weergegeven.
Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden opgevan‐
gen, wordt de weergave geheel on‐
derbroken. Dit probleem kan wor‐ den vermeden door in het optie‐menu DAB Service koppelt DAB
en/of Service koppelt FM te active‐
ren (zie onderstaand).
■ Interferentie door zenders op nabu‐
rige frequenties (een verschijnsel
dat typisch is voor AM- en FM-ont‐
vangst) doet zich bij DAB niet voor.
28Radio
■ Als het DAB-signaal door natuur‐lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
ontvangstkwaliteit van DAB, terwijl
AM- en FM-ontvangst in die geval‐
len juist aanmerkelijk verzwakt.
■ Na het inschakelen van DAB-ont‐ vangst blijft de FM-tuner van het In‐fotainmentsysteem op de achter‐
grond actief en zoekt continu naar
de FM-zenders met de beste ont‐
vangst. Als TP 3 25 geactiveerd is,
worden de verkeersberichten van
de FM-zender met de op dat mo‐
ment beste ontvangst doorgege‐
ven. Deactiveer TP, als DAB-ont‐
vangst niet door FM-verkeersbe‐
richten moet worden onderbroken.
Menu DAB-optie
Om het menu voor de DAB-configu‐
ratie op te roepen:
Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens de knop Instellingen op het
scherm.
Selecteer Radio-instellingen en dan
DAB-optie om het betreffende menu
weer te geven.
DAB categorie-instellingen
Om te kiezen welke categorieën in
DAB-categorieënlijst in DAB-menu
3 24 worden weergegeven selecteert
u DAB categorie-instellingen . Het be‐
treffende menu verschijnt.Selecteer Alle of selecteer en dese‐
lecteer alleen bepaalde categorieën uit de beschikbare opties.
Selecteer OK om uw keuze te beves‐
tigen.
DAB-configuratie
In het menu DAB-optie kunt u functies
met betrekking tot de DAB-radio-ont‐
vangst instellen.
Servicekoppeling DAB
Als deze functie geactiveerd is, scha‐
kelt het systeem over op dezelfde ser‐
vice van een ander DAB-ensemble
Radio29
(frequentie indien beschikbaar) als
het DAB-signaal te zwak is om door
de radio te worden opgevangen.
Zet Service koppelt DAB op Aan of
Uit .
Servicekoppeling FM
Als deze functie geactiveerd is, scha‐
kelt het systeem over op eenzelfde
FM-zender van de actieve DAB-ser‐
vice (indien beschikbaar) als het
DAB-signaal te zwak is om door de
radio te worden opgevangen.
Zet Service koppelt FM op Aan of Uit.
Dynamische bereikcompressie Als deze functie geactiveerd is, wordt
het dynamische bereik van het DAB-
signaal gereduceerd. Dit betekent dat
het niveau harde geluiden wordt ge‐
reduceerd en dat het niveau van rus‐
tige geluiden wordt verhoogd. Daar‐
door kan het volume van het Infotain‐
ment zo worden afgesteld dat zacht
geluid goed hoorbaar is zonder dat
hard geluid te hard klinkt.
Zet Dyn. bereikregeling op Aan of Uit.Frequentiebereik selecteren
Via deze functie kunt u definiëren
welke DAB-frequentiebereiken door
het Infotainmentsysteem moeten
worden ontvangen.
Kies Alleen L-band
( 1452 - 1492 MHz, grond- en satellie‐
tradio) Alleen Band III
(174 - 240 MHz, grondradio) of
Allebei .
Radiotekst
Als deze functie geactiveerd is, ver‐
schijnt er extra informatie over het
momenteel ontvangen programma of
de momenteel ten gehore gebrachte
muziektrack, zoals titel, artiest, genre, nieuws of verkeersberichten.
Toon of verberg deze informatie door
Radiotekst op Aan of Uit te zetten.
Diavoorstelling
Als deze functie geactiveerd is, ver‐
schijnt er extra informatie over het
momenteel ontvangen programma of
de momenteel ten gehore gebrachte
muziektrack in de vorm van afbeel‐
dingen, grafische vormgeving of korte videoclips.Toon of verberg deze afbeeldingen,
grafische vormgeving of videoclips
door Diavoorstelling op Aan of Uit te
zetten.
Golfbandmenu Tik op de knop MENU op het scherm
op de onderste regel van het DAB- hoofdmenu om het frequentiebereik‐
submenu te openen.
DAB-berichten
Naast hun muziekprogramma's zen‐
den veel DAB-zenders ook diverse
categorieën berichten uit. Als u som‐ mige of alle categorieën activeert,wordt de momenteel ontvangen DAB- service bij een bericht uit deze cate‐
gorieën onderbroken.
Selecteer DAB-aankondigingen in
het DAB-frequentiebereikmenu. Er
verschijnt een lijst met categorieën.
Radio83
■ Als de actuele zender geen ver‐keersinformatiezender is, wordt er
automatisch naar de volgende ver‐
keersinformatiezender gezocht.
■ Wanneer een verkeersinformatie‐ zender is gevonden, wordt [TP] in
het hoofdmenu van de radio weer‐
gegeven.
■ Verkeersberichten worden op het van tevoren ingestelde TA-volume3 75 weergegeven.
■ Als verkeersinformatie is ingescha‐
keld, wordt de cd-/mp3-weergave
voor de duur van het verkeersbe‐
richt onderbroken.
Alleen naar verkeersberichten
luisteren
Schakel verkeersinformatie in en
draai het volume van het infotain‐
mentsysteem helemaal omlaag.
Verkeersberichten blokkeren
Om verkeersberichten te blokkeren,
bijv. tijdens afspelen van CD/MP3:Druk op de toets TP of de multifunc‐
tionele knop MENU-TUNE om het an‐
nuleringsbericht op het display te be‐
vestigen.
Het verkeersbericht wordt geannu‐
leerd, maar de verkeersinformatie
blijft ingeschakeld.
Digital Audio Broadcasting
Digital Audio Broadcasting (DAB) is
een innovatief en universeel uitzend‐
systeem.
DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam i.p.v. met de
zendfrequentie.
Algemene informatie
■ Met DAB kunnen verschillende pro‐
gramma's (diensten) op dezelfde
frequentie worden uitgezonden
(ensemble).
■ Naast hoogwaardige diensten voor
digitale audio is DAB ook in staat
om programmagerelateerde gege‐
vens en een veelheid aan andere
dataservices uit te zenden, inclusief reis - en verkeersinformatie.
■ Zolang een bepaalde DAB-ontvan‐ ger een signaal van een zender op
kan vangen (ook al is het signaal
erg zwak), is de geluidsweergave
gewaarborgd.
■ Er is fading (zwakker worden van het geluid dat typerend is voor AM-
of FM-ontvangst). Het DAB-signaal wordt op een constant volume
weergegeven.
■ Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden opgevan‐
gen, wordt de weergave geheel on‐
derbroken. Dit probleem kan wor‐ den vermeden door in het menuDAB-instellingen Automatische
groeplinks en/of Automatische links
DAB-FM te activeren.
■ Interferentie door zenders op nabu‐
rige frequenties (een verschijnsel
dat typisch is voor AM- en FM-ont‐
vangst) doet zich bij DAB niet voor.
84Radio
■ Als het DAB-signaal door natuur‐lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
ontvangstkwaliteit van DAB, terwijl
AM- en FM-ontvangst in die geval‐
len juist aanmerkelijk verzwakt.
■ Na het inschakelen van DAB-ont‐ vangst blijft de FM-tuner van het In‐fotainmentsysteem op de achter‐
grond actief en zoekt continu naar
de FM-zenders met de beste ont‐
vangst. Als TP 3 81 geactiveerd is,
klinken de verkeersberichten van
de FM-zender met het krachtigste
signaal. Deactiveer TP, als DAB-
ontvangst niet door FM-verkeers‐
berichten moet worden onderbro‐
ken.
DAB configureren Druk op CONFIG .
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens DAB-instellingen .
In het configuratiemenu zijn de vol‐
gende opties beschikbaar:
Automatisch ensemble koppelen
Als deze functie ingeschakeld is,
schakelt het systeem over op de‐
zelfde service van een ander DAB-
ensemble (frequentie) als het DAB-
signaal te zwak is om door de radio te worden opgevangen.
Zet de functie op Aan of Uit.
Automatisch koppelen DAB-FM
Als deze functie ingeschakeld is,
schakelt het systeem over naar een
overeenkomstige FM-zender van de
actieve DAB-service als het DAB-sig‐
naal te zwak is om door de radio te
worden opgevangen.
Zet de functie op Aan of Uit.
Dynamisch audioaanpassing
Als deze functie geactiveerd is, wordt het dynamische bereik van het DAB-
signaal gereduceerd. Dat houdt in dat
het volume van hard geluid wordt ge‐
reduceerd en dat van zacht geluid
wordt verhoogd. Daardoor kan het
volume van het Infotainmentsysteem
zo worden afgesteld dat zacht geluid
goed hoorbaar is zonder dat hard ge‐
luid te hard klinkt.
Zet de functie op Aan of Uit.
Bereik selecteren
Selecteer de menuoptie Bandkeuze
om het betreffende menu weer te ge‐ ven.
Om te definiëren welke DAB-golfbe‐
reiken door het Infotainmentsysteem
moeten worden ontvangen, activeert
u één van de opties:
L-band : 1452 - 1492 MHz, grond- en
satellietradio
Band III : 174 - 240 MHz, grondradio
Beide