Page 81 of 90

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-3
7
4. Gebruik oliespray als universeelschoonmaakmiddel om nog achter-
gebleven vuil te verwijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen door steenslag e.d. bij.
6. Zet alle gelakte en verchroomde op- pervlakken in de was. Vermijd produc-
ten die zowel was als
reinigingsmiddelen bevatten; vaak be-
vatten deze schuurdeeltjes die de lak
of de beschermende deklaag aantas-
ten.
7. Laat de motorfiets volledig drogen al- vorens deze te stallen of af te dekken.
WAARSCHUWING
DWA11132
Verontreini gin g van d e remmen of ban-
d en kan lei den tot verlies van d e controle
over de machine.
Controleer of er geen olie of was op
d e remmen of ban den zit.
Reini g d e remschijven en remvoe-
rin gen in dien no dig met een norma-
le remschijfreini ger of aceton en
spoel de ban den schoon met lauw
water en een mil d reini gin gsmi ddel.
Test de remwerkin g en het we gge-
d ra g van d e machine in bochten
voor dat u met ho ge snelhe den gaat
rij den.
LET OP
DCA10951
Bren g een g eringe hoeveelhei d
oliespray en was aan en verwij der
overtolli ge hoeveelhe den.
Bren g nooit olie of was aan op de
aan drijfriem.
Bren g oliespray of was nooit aan op
ru bber of kunststof d elen, behan del
d eze met een daartoe bestem d ver-
zor gin gsmi ddel.
Vermij d het geb ruik van schuren de
poetsmi ddelen, deze tasten d e lak
aan.OPMERKING Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
DAU26283
Stallin gKorte termijn
Stal uw motorfiets steeds op een koele en
droge plek en bescherm indien nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stallinghoes.
Zorg ervoor dat de motor en het uitlaatsy-
steem zijn afgekoeld alvorens de motorfiets
af te dekken.LET OP
DCA10811
Als de motorfiets wor dt gestal d in
een slecht geventileer de ruimte of
in vochti ge toestan d wor dt af ge-
d ekt met een hoes of een dekzeil,
zal water en vocht kunnen b innen-
d rin gen en roestvormin g veroorza-
ken.
Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochti ge kel-
d er, een stal (i.v.m. d e aanwezig-
hei d van ammoniak damp) en in een
opsla gruimte voor sterke chemica-
liën.Lang e termijn
Alvorens uw motorfiets gedurende meer-
dere maanden aaneen te stallen: 1. Volg alle instructies op in de paragraaf “Verzorging” in dit hoofdstuk.
U1CSD1D0.book Page 3 Tuesday, August 6, 2013 11:22 AM
Page 82 of 90

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-4
7
2. Vul de brandstoftank en voeg een sta-bilisatoradditief (indien verkrijgbaar)
toe om roestvorming in de tank en
achteruitgang van de brandstof te
voorkomen.
3. Voer de volgende stappen uit om de cilinders, de zuigerveren etc. te be-
schermen tegen corrosie.a. Verwijder de bougiedoppen en de bougies.
b. Giet een theelepel motorolie in elk
bougiegat.
c. Breng de bougiedoppen aan op de bougies en leg dan de bougies
zodanig op de cilinderkop dat de
elektroden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer rond- draaien op de startmotor. (De cilin-
derwanden worden zo geolied.)
WAARSCHUWING! Ver bin d de
b ou gie-elektro des met de mas-
sa bij het ron ddraaien van de
motor om scha de of letsel d oor
vonkvormin g te voorkomen.
[DWA10952]
e. Haal de bougiedoppen los van de
bougies en breng dan de bougies
en de bougiedoppen weer aan. 4. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.
5. Controleer de bandenspanning, corri-
geer deze indien nodig en breng dan
de motorfiets omhoog, zodat beide
wielen los van de grond zijn. Een an-
dere mogelijkheid is de wielen elke
maand iets te draaien, zodat de ban-
den niet op één gedeelte sterker ach-
teruitgaan.
6. Dek de uitlaatdemper af met een plas- tic zak om te voorkomen dat vocht
kan binnendringen.
7. Verwijder de accu en laad deze volle- dig bij. Berg de accu op een koele en
droge plek op en laad deze eens per
maand bij. Berg de accu niet op een
overmatig koude of warme plek op
[onder 0 °C (30 °F) of boven 30 °C (90
°F)]. Zie pagina 6-27 voor meer infor-
matie over het opbergen van de accu.
OPMERKINGVoer eventueel benodigde reparaties uit
voordat u uw motorfiets stalt.
U1CSD1D0.book Page 4 Tuesday, August 6, 2013 11:22 AM
Page 83 of 90

SPECIFICATIES
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
2490 mm (98.0 in)
Totale breedte:
Voor modellen zonder UBS
1000 mm (39.4 in)
Voor UBS-modellen
995 mm (39.2 in)
Totale hoogte: 1145 mm (45.1 in)
Zadelhoogte: 690 mm (27.2 in)
Wielbasis:
1690 mm (66.5 in)
Grondspeling: 145 mm (5.71 in)
Kleinste draaicirkel: 3500 mm (137.8 in)Gewicht:Rijklaar gewicht:304 kg (670 lb)Motor:Type motor:
Vloeistofgekoeld, 4-takt, SOHC
Cilinderopstelling: 2-cilinder, V-blok
Slagvolume: 1304 cm³
Boring × slag:
100.0 × 83.0 mm (3.94 × 3.27 in)
Compressieverhouding: 9.50 : 1
Startsysteem: Elektrische startmotor Smeersysteem:
Wet sump
Motorolie:Aanbevolen merk:
YAMALUBE
Type: SAE 10W-30, 10W-40, 10W-50, 15W-40,
20W-40 of 20W-50
Aanbevolen kwaliteit motorolie: Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie: Zonder vervanging van oliefilterpatroon:
3.20 L (3.38 US qt, 2.82 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon: 3.40 L (3.59 US qt, 2.99 Imp.qt)Koelsysteem:Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):0.45 L (0.48 US qt, 0.40 Imp.qt)
Inhoud radiator (inclusief alle leidingen):
2.10 L (2.22 US qt, 1.85 Imp.qt)
Luchtfilter:Luchtfilterelement:Papieren element met oliecoatingBran dstof:Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije benzine (Gasohol (E10)
acceptabel)
Inhoud brandstoftank: 19.0 L (5.02 US gal, 4.18 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof: 3.7 L (0.98 US gal, 0.81 Imp.gal)Bran dstofinjectie:Gasklephuis:
Het teken van identificatie:
3D81 20Bou gie(s):Fabrikant/model:
NGK/LMAR7A-9
Elektrodenafstand:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)Koppelin g:Type koppeling:
Nat, meervoudige plaatVersnellin gsb ak:Primaire reductieverhouding:
1.556 (70/45)
Eindoverbrenging: Riem
Secundaire reductieverhouding:
2.333 (70/30)
Type versnellingbak: Constant mesh, 5 versnellingen
Bediening: Bediening met linkervoet
–20 –10 0 1020 30 40 50 C
10 30 50 70 90 110
0 130 F
SAE 10W-30
SAE 15W-40SAE 20W-40SAE 20W-50
SAE 10W-40SAE 10W-50
U1CSD1D0.book Page 1 Tuesday, August 6, 2013 11:22 AM
Page 84 of 90

SPECIFICATIES
8-2
8
Overbrengingsverhoudingen:1e:
2.769 (36/13)
2e: 1.778 (32/18)
3e: 1.381 (29/21)
4e:
1.115 (29/26)
5e: 0.960 (24/25)Chassis:Type frame:
Dubbel wiegframe
Spoorhoek: 32.70 graad
Naspoor: 145 mm (5.7 in)Voor ban d:Type:
Tubeless
Maat: 130/90 16M/C 67H
Fabrikant/model:
DUNLOP/D404F X
Fabrikant/model: BRIDGESTONE/EXEDRA G721Achter ban d:Type:
Tubeless
Maat: 170/70B 16M/C 75H
Fabrikant/model: DUNLOP/K555 Fabrikant/model:
BRIDGESTONE/EXEDRA G722 G
Bela din g:Maximale belasting:
209 kg (461 lb)
(Totaal gewicht van bestuurder, passagier,
bagage en accessoires)Ban denspannin g (g emeten aan kou de
b an den):Gewichtsverdeling:
0–90 kg (0–198 lb)
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Achter:
280 kPa (2.80 kgf/cm², 41 psi)
Gewichtsverdeling: 90–209 kg (198–461 lb)
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Achter:
280 kPa (2.80 kgf/cm², 41 psi)Voorwiel:Type wiel:Gietwiel
Velgmaat:
16M/C x MT3.00Achterwiel:Type wiel:Gietwiel
Velgmaat:
16M/C x MT4.50
Gekoppel d remsysteem:Bediening:
Voor UBS-modellen
Geactiveerd door achterremVoorrem:Type:
Dubbele schijfrem
Bediening: Bediening met rechterhand
Aanbevolen remvloeistof: DOT 4Achterrem:Type:Enkele schijfrem
Bediening: Bediening met rechtervoet
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4Voorwielophan gin g:Type:
Telescoopvork
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/oliedemper
Veerweg: 135.0 mm (5.31 in)Achterwielophan gin g:Type:
Achterbrug (link-ophanging)
Veer/schokdempertype: Schroefveer/gas-oliedemper
Veerweg: 110.0 mm (4.33 in)
U1CSD1D0.book Page 2 Tuesday, August 6, 2013 11:22 AM
Page 85 of 90

SPECIFICATIES
8-3
8
Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:Transistorontsteking
Laadsysteem:
Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:YTX20L-BS
Voltage, capaciteit: 12 V, 18.0 AhKoplamp:Type gloeilamp:HalogeenlampGloeilampen volta ge, watta ge × aantal:Koplamp:
12 V, 60.0 W/55.0 W × 1
Achterlicht/remlicht unit: 12 V, 5.0 W/21.0 W × 1
Voorste richtingaanwijzer: 12 V, 21.0 W × 2
Achterste richtingaanwijzer:
12 V, 21.0 W × 2
Parkeerlicht: 12 V, 5.0 W × 1
Kentekenverlichting: 12 V, 5.0 W × 1
Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje vrijstand: LED
Controlelampje grootlicht: LED Waarschuwingslampje olieniveau:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers: LED
Controlelampje brandstofniveau:
LED
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring: LED
Controlelampje startblokkering: LED
Zekerin gen:Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
20.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 10.0 A
Backup-zekering: 10.0 A
U1CSD1D0.book Page 3 Tuesday, August 6, 2013 11:22 AM
Page 86 of 90

GEBRUIKERSINFORMATIE
9-1
9
DAU48613
Id entificatienummersNoteer het voertuigidentificatienummer en
de gegevens op de modelinformatiesticker
in onderstaande ruimtes. Deze gegevens
heeft u nodig om reserveonderdelen bij een
Yamaha dealer te bestellen of wanneer uw voertuig is gestolen.
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER:
MODELINFORMATIESTICKER:
DAU26401
Voertui gid entificatienummer
Het voertuigidentificatienummer is ingesla-
gen op de balhoofdbuis. Noteer dit num-
mer in het daartoe bestemde vakje.OPMERKINGHet voertuigidentificatienummer is bedoeld
voor identificatie van uw motorfiets en kan
worden gebruikt om uw motor in uw land
aan te melden voor kentekenregistratie.
DAU26471
Mo delinformatiesticker
De modelinformatiesticker is onder het be-
stuurderszadel bevestigd aan het frame.
(Zie pagina 3-15.) Noteer de informatie op
deze sticker in het daartoe bestemde vakje.
Deze informatie is nodig om reserve-onder-
delen te bestellen bij een Yamaha dealer.
1. Voertuigidentificatienummer
1. Modelinformatiesticker
U1CSD1D0.book Page 1 Tuesday, August 6, 2013 11:22 AM
Page 87 of 90

10-1
10
INDEX
AAccu ..................................................... 6-27
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-26
Achterwielophanging, smeren .............. 6-25BBanden ................................................. 6-15
Bestuurderszadel.................................. 3-15
Bougies, controleren .............................. 6-8
Brandstof .............................................. 3-13
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 5-3CClaxonschakelaar ................................. 3-10
Contactslot/stuurslot .............................. 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ..... 3-3
Controlelampje grootlicht ....................... 3-4
Controlelampje richtingaanwijzers ......... 3-3
Controlelampje startblokkeersysteem .... 3-5DDimlichtschakelaar ................................. 3-9
Doorbuiging aandrijfriem ...................... 6-22GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren ............................................... 6-23
Gereedschapsset ................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting, vervangen ........................................... 6-32HHelmbevestiging ................................... 3-16IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode.............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren............. 6-23 Klepspeling .......................................... 6-15
Koelvloeistof......................................... 6-12
Koplampgloeilamp, vervangen ............ 6-30
Koppelingshendel ................................ 3-11
Koppelingshendel, vrije slag
afstellen.............................................. 6-17
LLichtsignaalschakelaar ........................... 3-9
Luchtfilterelement, vervangen .............. 6-14MMatkleur, let op ...................................... 7-1
Modelinformatiesticker........................... 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ............... 6-10
Multifunctionele meter ........................... 3-6NNoodstopschakelaar ............................ 3-10OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem .... 6-3
Ondersteunen van de motorfiets ......... 6-34PPaneel, verwijderen en aanbrengen ....... 6-8
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-33
Parkeren ................................................. 5-4
Plaats van de onderdelen ...................... 2-1
Problemen oplossen ............................ 6-34RRem- en koppelingshendels, controleren en smeren ....................... 6-24
Rem- en schakelpedalen controleren
en smeren .......................................... 6-24
Remhendel ........................................... 3-11
Remlichtschakelaars ............................ 6-19
Rempedaal ........................................... 3-12
Remvloeistofniveau, controleren.......... 6-20 Remvloeistof, verversen ....................... 6-22
RESET-schakelaar ................................ 3-10
Richtingaanwijzergloeilamp of
gloeilamp in remlicht/achterlicht,
vervangen ........................................... 6-32
Richtingaanwijzerschakelaar .................. 3-9
SSchakelaar alarmverlichting.................. 3-10
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal ...................................... 3-11
Schokdemperunit, afstellen .................. 3-16
SELECT-schakelaar .............................. 3-10
Smering en onderhoud, periodiek .......... 6-4
Specificaties ........................................... 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Startblokkeersysteem ............................. 3-1
Starten van de motor .............................. 5-1
Startknop .............................................. 3-10
Startspersysteem.................................. 3-18
Storingzoekschema’s ........................... 6-36
Stuurschakelaars .................................... 3-9
Stuursysteem, controleren ................... 6-27TTankbeluchtingsslang en overloopslang ..................................... 3-14
Tankdop................................................ 3-12UUitlaatkatalysator .................................. 3-14VVeiligheidsinformatie............................... 1-1
Verzorging............................................... 7-1
Voertuigidentificatienummer ................... 9-1
Voor- en achterremblokken controleren ......................................... 6-19
U1CSD1D0.book Page 1 Tuesday, August 6, 2013 11:22 AM
Page 88 of 90
INDEX
10-2
10
Voorvork, controleren ........................... 6-26
Vrije slag van gasgreep, controleren .... 6-14
Vrije slag van remhendel, controleren ......................................... 6-18
Vrijstandcontrolelampje .......................... 3-4WWaarschuwingslampje
brandstofniveau.................................... 3-4
Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur ...................... 3-4
Waarschuwingslampje motorstoring ...... 3-5
Waarschuwingslampje olieniveau........... 3-4
Wielen ................................................... 6-17
Wiellagers controleren .......................... 6-27ZZekeringen, vervangen ......................... 6-29
Zijstandaard .......................................... 3-17
Zijstandaard, controleren en smeren .... 6-25
U1CSD1D0.book Page 2 Tuesday, August 6, 2013 11:22 AM