Page 447 of 512

4478-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_WE_52D53E
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
●Een band mag alleen met de bandenreparatieset worden gerepareerd
indien de beschadiging te wijten is aan perforatie door een spijker of
schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet uit de band. Door het verwijderen
van de spijker of de schroef kan het gat groter worden waardoor de band
niet meer tijdelijk gerepareerd kan worden.
●De reparatieset is niet waterbestendig. Zorg dat de reparatieset niet nat
wordt, wanneer de set bijvoorbeeld in de regen wordt gebruikt.
●Zet de reparatieset niet op een stoffige ondergrond zoals bijvoorbeeld
zand. Als de reparatieset stof e.d. opzuigt, kunnen er storingen optreden.
■Voorzorgsmaatregelen voor de bandenreparatieset
●De reparatieset heeft als voeding 12V-gelijkstroom nodig. Sluit de repara-
tieset niet aan op andere voedingsbronnen.
●Als er benzinedruppels op de reparatieset terechtkomen, kan de set defect
raken. Zorg dat de set niet met benzine in aanraking kan komen.
●Berg de reparatieset op, zodat de set beschermd is tegen vuil en vocht.
●Berg de reparatieset op in de bagageruimte, buiten bereik van kinderen.
●Demonteer de reparatieset niet en breng geen wijzigingen aan. Stel
onderdelen als de bandenspanningsmeter niet bloot aan schokken. Hier-
door kunnen storingen optreden.
■Om schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders te voorko-
men (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang bij het vervangen van
de band ook de bandenspanningssensor en -zender. (Blz. 348)
Page 491 of 512
4919-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
9
Specificaties
YARIS_F_WE_52D53E■
Automatische verlichting (Blz. 202)
■Verlichting (Blz. 202)
■Verlichting (Blz. 299)
*: Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
instelling
Gevoeligheid lichtsensor Niveau 3Niveau
1 tot 5OO
12
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
instelling
Tijd dat het dimlicht blijft ingescha-
keld terwijl de auto geparkeerd
staat
30 seconden
60 seconden
—O90 seconden
120
seconden
12
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
instelling
Tijd die verstrijkt voordat de inte-
rieurverlichting uit gaat15 seconden
7,5
seconden
—O
30 seconden
Werking als de portieren worden
ontgrendeldAAN UIT — O
Werking als het contact UIT wordt
gezetAAN UIT — O
Werking wanneer u de auto nadert
en de elektronische sleutel bij u
draagt
*
AAN UIT — O
12
Page 502 of 512

502Alfabetische index
YARIS_F_WE_52D53E
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem ....... 348
Functie .................................. 348
Initialisatie ............................. 348
Plaatsen van banden-
spanningssensoren en
-zenders.............................. 348
Registreren van
identificatiecodes ................ 350
Resetknop bandenspannings-
waarschuwingssysteem...... 349
Waarschuwingslampje .......... 409
Bekerhouders........................... 303
Bevestigingspunten .................. 67
Binnenspiegel .......................... 149
Blokkeerschakelaar
ruitbediening.......................... 155
Bougie....................................... 480
Bovenste gordel......................... 68
Brake Assist ............................. 235
Brandstof
Als de brandstof opraakt
en de motor afslaat ............. 462
Brandstofmeter ....................... 88
Capaciteit .............................. 473
Informatie .............................. 487
Tanken .................................. 216
Type .............................. 216, 473
Uitschakelsysteem
brandstofpomp.................... 404
Waarschuwingslampje .......... 408
Brandstoffilter .................. 346, 407
Brandstofverbruik
Actueel brandstofverbruik ....... 92
Gemiddeld brandstofverbruik .. 92
Buitenspiegels ......................... 152
Buitenspiegelverwarming
.................................... 283, 291
Verstellen en inklappen......... 152
Verwarming ................... 283, 291
Buitentemperatuur, display ...... 94CD-speler.................................. 257
Claxon....................................... 147
Condensor................................ 341
Contact (startknop) ......... 182, 185
Contactslot ...................... 182, 185
Contactslotverlichting ............ 299
Controlelampje
achterpassagiersgordel........ 408
Controlelampje
bestuurdersgordel ................ 408
Controlelampje
voorpassagiersgordel........... 408
Controlelampjes ........................ 85
CRS (baby- en kinderzitjes) ...... 53
Cruise control .......................... 220
Waarschuwingslampjes ........ 407
Curtain airbags .......................... 37C
Page 507 of 512

507Alfabetische index
YARIS_F_WE_52D53E
Reservewiel .............................. 419
Bandenspanning ................... 483
Opbergmogelijkheden ........... 419
Resetten van onderhouds-
gegevens ................................ 338
Richtingaanwijzers .................. 200
Richtingaanwijzerschakelaar 200
Vermogen ............................. 486
Vervangen van lampen . 384, 386
Richtingaanwijzers achter ...... 200
Richtingaanwijzerschakelaar 200
Vermogen ............................. 486
Vervangen van lampen ......... 386
Richtingaanwijzers opzij ......... 200
Richtingaanwijzerschakelaar 200
Vermogen ............................. 486
Vervangen van lampen ......... 385
Richtingaanwijzers voor ......... 200
Richtingaanwijzerschakelaar 200
Vermogen ............................. 486
Vervangen van lampen ......... 384
Rijden ........................................ 160
De juiste houding achter
het stuur................................ 28
Inrijperiode, tips..................... 163
Procedures............................ 160
Rijden in de winter ................ 242
Rijden in de winter ................... 242
Rijden met een
aanhangwagen ...................... 173
Roetfiltersysteem..................... 240
Waarschuwingslampjes ........ 409
Ruiten........................................ 155
Achterruitverwarming .... 283, 291
Elektrisch bedienbare ruiten . 155
Ruitensproeiers ..................... 210Ruitensproeiers ............... 210, 214
Controleren ........................... 345
Rijden in de winter, voorbe-
reidingen en controles ........ 242
Schakelaar .................... 210, 214
Ruitenwissers .......................... 210
Ruitenwissers met
intervalstand ....................... 210
Ruitenwissers met
regensensor ....................... 211
Schakelaars
Achterruitenwisser- en
-sproeierschakelaar ............ 214
Blokkeerschakelaar
ruitbediening ....................... 155
Contactslot .................... 182, 185
Cruise control-schakelaar ..... 220
Lichtschakelaar ..................... 202
Paddle shift-schakelaars
................................... 193, 194
Resetknop bandenspannings-
waarschuwingssysteem .... 349
Schakelaar
achterruitverwarming .......... 297
Schakelaar
alarmknipperlichten ............ 394
Schakelaar centrale
vergrendeling...................... 118
Schakelaar mistlampen ........ 208
Schakelaar ruitenwissers en
-sproeiers ........................... 210
Schakelaar VSC OFF ........... 236
Schakelaars buitenspiegels .. 152
Schakelaars centrale
vergrendeling...................... 118
Schakelaars ruitbediening .... 155
S
*: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.