Page 99 of 400
97
3
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013
Temperatuurregeling
Draai de knop van blauw (koel) naar rood (warm) om de temperatuur naar behoefte in te stellen.
De airconditioning werkt alleen als de motor draait.
Luchtopbrengstregeling
Draai de knop om de gewenste luchtopbrengst te verkrijgen.
Wanneer de knop van de luchtopbrengstregeling in de minimumstand staat (uitschakeling van het systeem), wordt het thermische comfort niet meer geregeld. Er blijft door de rijwind echter nog wel een kleine luchtstroom gehandhaafd.
Handbediende airconditioning
Verwarming / ventilatie
Page 100 of 400
98
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013
Luchtverdeling
Voorruit en zijruiten.
Beenruimte.
Middelste ventilatieroosters en zijventilatieroosters.
De luchtstroom kan worden verdeeld door meerdere toetsen in te drukken.
Airconditioning aan/uit
Het systeem stelt u in staat: - de temperatuur in het interieur 's zomers te verlagen, - in de winter bij temperaturen boven 3°C beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Aan
Druk op deze toets. Het verklikkerlampje gaat branden.
Uit
Druk nogmaals op deze toets. Het verklikkerlampje gaat uit. Als de airconditioning is uitgeschakeld, kunnen onaangename verschijnselen optreden (vocht, beslagen ruiten).
De airconditioning werkt doeltreffend in elk jaargetijde, mits de ruiten zijn gesloten.
De airconditioning werkt niet als de regeling voor de luchtopbrengst is uitgeschakeld.
Om sneller koele lucht te verkrijgen kunt u gedurende enige tijd de recirculatiestand inschakelen. Schakel daarna de toevoer van buitenlucht weer in.
Page 101 of 400
99
3
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013
Handbediende airconditioning (Touchscreen)
Temperatuurregeling
Druk op een van deze toetsen om de waarde te verlagen of te verhogen.
De handbediende airconditioning werkt bij draaiende motor. Luchtopbrengstregeling
Druk op een van deze toetsen om de aanjagersnelheid te verhogen of te verlagen.
Het symbool van de luchtopbrengst (ventilator) wordt geleidelijk opgevuld, afhankelijk van de gewenste aanjagersnelheid. Door de aanjagersnelheid in de laagst mogelijke stand te zetten wordt de aanjager volledig uitgeschakeld.
Rijd niet te lang met uitgeschakelde aanjager om te voorkomen dat de ruiten beslaan en de luchtkwaliteit vermindert.
Druk op de toets van het menu " Airconditioning " om de pagina met de bedieningstoetsen van het systeem weer te geven.
Page 102 of 400

100
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013
De airconditioning werkt doeltreffend in elk jaargetijde, mits de ruiten zijn gesloten.
Airconditioning aan/uit
Aan
Uit
De airconditioning werkt niet als de regeling voor de luchtopbrengst is uitgeschakeld.
Druk op deze toets. Het verklikkerlampje gaat branden.
Het systeem stelt u in staat:
- de temperatuur in het interieur 's zomers te verlagen, - in de winter bij temperaturen boven 3°C beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Druk nogmaals op deze toets. Het verklikkerlampje gaat uit.
Luchtverdeling
Met deze toetsen regelt u de verdeling van de luchtstroom naar het interieur.
Voorruit.
De luchtstroom kan met meerdere toetsen worden aangepast: als het verklikkerlampje brandt, stroomt er lucht in de aangegeven richting; als het verklikkerlampje uit is, stroomt er geen lucht in de aangegeven richting. Voor een gelijkmatige verdeling van de lucht over het interieur kunnen de drie toetsen gelijktijdig zijn geactiveerd.
Beenruimte.
Middelste ventilatieroosters en zijventilatieroosters.
Als de airconditioning is uitgeschakeld, kunnen onaangename verschijnselen optreden (vocht, beslagen ruiten).
Om sneller koele lucht te verkrijgen kunt u
gedurende enige tijd de recirculatiestand inschakelen. Schakel daarna de toevoer van buitenlucht weer in.
Page 103 of 400

101
3
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013
Automatische airconditioning met gescheiden regeling (Touchscreen)
Dit airconditioningssysteem werkt bij draaiende motor, maar de aanjager en bedieningsfuncties zijn ook beschikbaar bij aangezet contact. Het inschakelen van de airconditioning, de temperatuur van de lucht die uit de ventilatieroosters en uitstroomopeningen stroomt, de luchtopbrengst en de luchtverdeling in het interieur worden automatisch geregeld, afhankelijk van de temperatuur in het interieur en de ingestelde temperatuur.
Temperatuurregeling
De bestuurder en voorpassagier kunnen de temperatuur afzonderlijk instellen.
Druk op een van deze toetsen om de waarde te verhogen.
De weergegeven waarde heeft betrekking op een bepaald comfortniveau en niet op een temperatuur in graden Celsius of Fahrenheit (afhankelijk van de gekozen eenheid). Een ingestelde waarde van ongeveer 21 zorgt voor een optimaal comfort. Afhankelijk van uw wensen is een instelling tussen 18 en 24 gebruikelijk. Bovendien is het raadzaam het verschil tussen
de instellingen links en rechts niet meer dan 3 te laten bedragen.
Druk op de toets van het menu " Airconditioning " om de pagina met de bedieningsfuncties van de airconditioning op het scherm weer te geven. Druk op een van deze toetsen om de waarde te verlagen.
Page 104 of 400

102
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013
Om bij koud weer en koude motor de toevoer van koude lucht in het interieur te beperken, wordt de luchtopbrengst geleidelijk vergroot tot de gewenste comfortwaarde is bereikt. Als de temperatuur in de auto bij
het instappen veel lager of hoger is dan de ingestelde waarde, heeft het geen zin om voor een optimale temperatuur de ingestelde waarde te wijzigen. Het systeem compenseert automatisch en zo snel mogelijk het temperatuurverschil.
De intensiteit is uitsluitend gekoppeld aan de stand AUTO. Als de stand AUTO echter wordt uitgeschakeld, blijft het lampje van de geselecteerde intensiteit branden. Als de intensiteit wordt gewijzigd ter wijl de stand AUTO is uitgeschakeld, wordt de stand AUTO hierdoor niet ingeschakeld.
Als het lampje van de toets brandt, werkt het airconditioningssysteem automatisch: afhankelijk van het comfortniveau dat u hebt geselecteerd, zorgt het systeem voor een optimale temperatuur, luchtopbrengst en luchtverdeling in het interieur.
Druk op de toets "AUTO" om het automatische programma van de airconditioning in of uit te schakelen.
Automatisch programma
"comfort"
Druk om de door het groene lampje aangegeven ingestelde intensiteit te wijzigen op de toets van de gewenste intensiteit:
"Soft": voor een aangenaam comfort en een zo laag mogelijk geluidsniveau, aangezien de
aanjagersnelheid beperkt wordt.
"Normaal": voor het beste compromis tussen thermisch comfort en een laag geluidsniveau (standaardinstelling).
"Fast": voor een doeltreffende en dynamische luchttoevoer.
De intensiteit van het automatische programma "comfort" kan worden ingesteld op de secundaire pagina van het menu " Airconditioning ".
Page 105 of 400

103
3
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013
U kunt de luchtverdeling in het interieur regelen met behulp van deze drie toetsen.
Regeling luchtopbrengst
Vermijd het te lang rijden met een uitgeschakelde aanjager om te voorkomen dat de ruiten beslaan of de luchtkwaliteit vermindert.
Regeling luchtverdeling
Druk op een van deze toetsen om de aanjagersnelheid te verhogen of te verlagen.
Het symbool van de luchtopbrengst (ventilator) wordt afhankelijk van de ingestelde luchtopbrengst geleidelijk opgevuld. Door de luchtopbrengst tot het minimum te verminderen, schakelt u de aanjager uit. Naast de ventilator wordt " OFF " weergegeven.
Voorruit.
Middelste ventilatieroosters en zijventilatieroosters.
Voeten van de inzittenden.
Door het indrukken van een toets wordt de desbetreffende functie in- of uitgeschakeld. Als de functie is ingeschakeld, brandt het lampje van de toets. Voor een gelijkmatige luchtverdeling in het interieur kunnen de drie functies gelijktijdig worden geactiveerd.
Handmatig instellen
Het is mogelijk één of meer functies van de airconditioning handmatig in te stellen, terwijl de overige functies door het systeem geregeld blijven: - luchtopbrengst, - luchtverdeling.
Druk nogmaals op de toets "AUTO" om het automatische programma "comfort" weer in te schakelen.
Zodra u een instelling wijzigt, gaat het lampje van de toets " AUTO " uit.
In de stand AUTO zijn de lampjes van deze drie toetsen gedoofd.
Page 106 of 400

104
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013
Functie "Mono"
Het comfortniveau aan passagierszijde kan worden aangepast aan het comfortniveau aan bestuurderszijde (monozone).
Op de secundaire pagina van het menu " Airconditioning ":
Druk op deze toets om de functie "Mono" in of uit te schakelen. Het lampje van de toets brandt als de functie is ingeschakeld.
De functie wordt automatisch uitgeschakeld als de passagier de toetsen voor de temperatuurregeling aan passagierszijde gebruikt.
Dit systeem maakt het mogelijk om: - in de zomer de temperatuur in het interieur te verlagen, - in de winter, bij temperaturen hoger dan 3°C, de ruiten sneller te ontwasemen.
Uitschakelen
Druk de toets "A /C " nogmaals in om het airconditioningssysteem uit te schakelen. Als het lampje onder de toets gedoofd is, is de airconditioning uitgeschakeld.
Inschakelen
Druk op de toets A/C om het airconditioningssysteem in te schakelen. Als het lampje onder de toets brandt, is de airconditioning ingeschakeld. De airconditioning werkt niet als de regeling voor de luchtopbrengst is uitgeschakeld.
Airconditioning AAN/UIT
De airconditioning functioneert, als de ruiten gesloten zijn, optimaal in elk seizoen.
Functie "ventilatie bij
aangezet contact"
Als het contact is aangezet, kunt u gebruikmaken van het ventilatiesysteem en via het menu " Airconditioning " de luchtopbrengst en luchtverdeling in het interieur regelen. Deze functie is gedurende enkele minuten beschikbaar, afhankelijk van de laadtoestand van de accu.
Als deze functie wordt ingeschakeld, blijft de airconditioning uitgeschakeld. Met de toetsen van de temperatuurregeling kunt u profiteren van de restwarmte van de motor om het interieur op te warmen.