
104Cd-spelerCd-spelerAlgemene aanwijzingen.............104
Gebruik ...................................... 105Algemene aanwijzingen
De cd-speler van het infotainment‐
systeem kan audio-cd's en mp3/
wma-cd's afspelen.
Belangrijke informatie over
audio- en mp3/wma-cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en het afspeelmecha‐
nisme zwaar beschadigen. Een
kostbare vervanging van uw toe‐
stel is dan noodzakelijk.
■ Audio-cd's met kopieerbeveiliging die niet voldoen aan de audio-cd-
standaard, worden mogelijk niet correct of zelfs helemaal niet afge‐
speeld.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbespeelde
cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt vooral
voor zelfgebrande cd-r's en cd-rw's;
zie hieronder.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's wor‐
den mogelijk niet correct of zelfs
helemaal niet afgespeeld.
■ Bij Mixed-Mode-CD’s (met een combinatie van audio en data,
bijv. MP3) worden alleen de audio‐
tracks herkend en afgespeeld.
■ Zorg dat er bij het wisselen van cd's
geen vingerafdrukken op de cd's
komen.
■ Berg cd's onmiddellijk na het uitne‐
men uit de audiospeler veilig op om
ze tegen beschadiging en vuil te
beschermen.
■ Vuil en vloeistof op de cd's kunnen de lens van de audiospeler binnen
in het apparaat vies maken en sto‐
ringen veroorzaken.
■ Bescherm cd's tegen warmte en di‐
rect zonlicht.

Cd-speler105
■ De volgende beperkingen zijn vantoepassing op gegevens die op een
mp3/wma-cd zijn opgeslagen:
Maximale mapstructuurdiepte:
11 niveaus.
Maximaal aantal mp3/wma-
bestanden dat kan worden opge‐
slagen: 1000.
Wma-bestanden met Digital Rights Management (DRM) van online-
muziekwinkels kunnen niet worden afgespeeld.
Wma-bestanden kunnen alleen
veilig worden afgespeeld als deze
met Windows Media Player, mini‐
maal versie 8, zijn aangemaakt.
Toepasbare afspeellijst-
extensies: .m3u, .pls.
De afspeellijstitems moeten als re‐
latieve paden zijn opgemaakt.
■ In dit hoofdstuk wordt alleen het af‐
spelen van mp3-bestanden behan‐
deld, omdat de werking voor mp3-
en wma-bestanden hetzelfde is.
Wanneer een cd met wma-bestan‐den wordt geplaatst, worden mp3-
gerelateerde menu's weergege‐
ven.
Gebruik
Afspelen van een cd starten
Duw de CD met de beschreven kant
naar boven zo ver in de CD-sleuf dat
deze naar binnen wordt getrokken.
Het afspelen van de CD start auto‐
matisch en het Audio-cd of Audio-
MP3 -menu wordt weergegeven.
Zit er al een CD in het apparaat, maar
is het Audio-cd of Audio-MP3 -menu
niet actief:
Druk op de CD/AUX-toets.
Het Audio-cd of Audio-MP3 -menu
wordt geopend en de CD-speler
wordt gestart.
Afhankelijk van de data die op de au‐
dio- of mp3-cd is opgeslagen, ver‐
schijnt er op het display dienovereen‐ komstig informatie over de cd en de
actuele track.
Een nummer selecteren Draai de multifunctionele knop om
een lijst met alle tracks op de cd weer te geven. Het nummer dat op dat mo‐
ment wordt afgespeeld, staat gese‐
lecteerd.
Selecteer de gewenste titel.
Naar de volgende of vorige track
gaan Druk de s - of u-toets een - of
meermaals kort in.

106Cd-speler
Nummer vooruit of achteruit
zoeken
Druk kort op de s - of u -toets en
houd vervolgens de s - of u-
toets nogmaals ingedrukt tot de ge‐
wenste titel verschijnt.
Snel vooruit of achteruit
Houd de toets s of u ingedrukt
voor snel vooruit of achteruit van het huidige nummer.Nummers selecteren met
behulp van het audio-cd- of mp3-menu
Tijdens het afspelen van een
audio-cd
Druk op de multifunctionele knop om
het audio-cd-gerelateerde menu te
openen.
Alle nummers willekeurig afspelen:
stel Toevalsweergave (RDM) in op
Aan .
Een nummer op een audio-cd selec‐
teren: selecteer Titellijst en selecteer
vervolgens het gewenste nummer.
Tijdens het afspelen van een mp3-cd
Druk op de multifunctionele knop om
het mp3-gerelateerde menu te ope‐ nen.
Alle nummers willekeurig afspelen:
stel Toevalsweergave (RDM) in op
Aan .
Een nummer uit een map of afspeel‐
lijst (mits beschikbaar) selecteren: se‐ lecteer Mappen of Afspeellijsten .
Selecteer een map of afspeellijst en
selecteer vervolgens het gewenste
nummer.

108AUX-ingangAUX-ingangAlgemene aanwijzingen.............108
Gebruik ...................................... 108Algemene aanwijzingen
Aansluitingen voor externe apparaten bevinden zich verborgen achter een
afdekking in de middenconsole.
Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon en droog.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om een
draagbare cd-speler op de AUX-in‐
gang aan te sluiten met een 3,5 mm
stekkeringang.
Gebruik
Druk een of meerdere malen op de
CD/AUX -toets om de AUX-modus in
te schakelen.
Een op de AUX-ingang aangesloten
audiobron kan alleen via de bedie‐
ningselementen van de desbetref‐
fende audiobron worden bediend.

USB-poort109USB-poortAlgemene aanwijzingen.............109
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ..................................... 110Algemene aanwijzingen
Aansluitingen voor externe apparaten bevinden zich verborgen achter een
afdekking in de middenconsole.
Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon en droog.
Een mp3-speler, USB-opslagappa‐
raat of een iPod kunnen op de USB-
poort worden aangesloten.
Let op
Niet alle modellen mp3-spelers, USB-drives en iPods worden onder‐
steund door het Infotainmentsys‐
teem.
Opmerkingen
Mp3-speler en USB-opslagapparaten ■ De aangesloten mp3-speler en USB-opslagapparaten moeten aan
de USB MSC-specificatie voldoen
(USB Mass Storage Class).
■ Alleen MP3-spelers en USB-op‐ slagapparaten met een clusterom‐
vang die kleiner of gelijk is aan64 kB in het FAT16/FAT32-be‐ standssysteem worden onder‐
steund.
■ Harddiskdrives (HDD) worden niet ondersteund.
■ USB-hubs worden niet onder‐ steund.
■ De volgende beperkingen gelden voor de gegevens die opgeslagen
zijn op een mp3-speler of een USB- opslagapparaat:
Maximale mapstructuurdiepte: 11 niveaus.
Maximaal aantal mp3/wma-
bestanden dat kan worden opge‐ slagen: 1000.
Wma-bestanden met Digital Rights Management (DRM) van online-
muziekwinkels kunnen niet worden
afgespeeld.
Wma-bestanden kunnen alleen
veilig worden afgespeeld als deze
met Windows Media Player, mini‐
maal versie 8, zijn aangemaakt.
Toepasbare afspeellijst-
extensies: .m3u, .pls.

110USB-poort
De afspeellijstitems moeten als re‐
latieve paden zijn opgemaakt.
Het systeemkenmerk voor map‐
pen/bestanden dat audiogegevens
bevat, mag niet ingesteld zijn.
Opgeslagen
audiobestanden afspelen
Mp3-speler/USB-
opslagapparaat
Druk een of meerdere malen op de
CD/AUX -toets om de audio-USB-mo‐
dus in te schakelen.
Het afspelen van audiogegevens die
op het USB-opslagapparaat zijn op‐
geslagen, is gestart.
De bediening van de via USB aange‐ sloten gegevensbronnen is hetzelfde
als bij een audio MP3/WMA CD
3 105.
iPod
Druk een of meerdere malen op de
CD/AUX -toets om de audio-iPod-
modus in te schakelen.
Het afspelen van audiogegevens die
op het iPod-opslagapparaat zijn op‐
geslagen, is gestart.
De bediening van de via USB aange‐ sloten iPod is vrijwel hetzelfde als bij
een audio MP3/WMA CD 3 105.
Op de volgende pagina's worden al‐
leen de afwijkende/aanvullende be‐
dieningsaspecten beschreven.
iPod-functies
Afhankelijk van de opgeslagen data
hebt u diverse opties voor het selec‐
teren en afspelen van nummers.
Druk op de multifunctionele knop en
selecteer vervolgens Zoeken om de
beschikbare opties weer te geven.

Spraakherkenning157Telefoonregeling
Spraakherkenning activeren
Druk op de w-toets op het stuur om de
spraakherkenning van het telefoon‐
portaal te activeren. Voor de duur van
de dialoog wordt het geluid van alle
actieve audiobronnen onderdrukt en
worden er geen verkeersmeldingen
weergegeven.
Het volume van de stemoutput
instellen
Draai aan de volumeknop van het In‐
fotainmentsysteem of druk op de
+ of ―-toets op het stuur.
Een dialoog annuleren
Er zijn diverse mogelijkheden om de
spraakherkenning uit te schakelen en de dialoog te annuleren:
■ Toets x op het stuur indrukken.
■ Zeg " Annuleren ".
■ Gedurende een bepaalde tijd geen commando's invoeren (zeggen).
■ Na het derde niet herkende com‐ mando.Bediening
Met behulp van de spraakherkenning kunt u de mobiele telefoon handig
met uw stem bedienen. Het is vol‐
doende om de spraakherkenning te
activeren en het gewenste com‐
mando in te voeren (te zeggen). Na
het geven van het commando leidt het Infotainmentsysteem u door de
dialoog door de voor het uitvoeren
van de gewenste handeling beno‐
digde vragen te stellen en feedback
te geven.
Hoofdcommando's
Na het inschakelen van de spraak‐
herkenning geeft een korte toon aan
dat de spraakherkenning een com‐
mando verwacht.
Beschikbare hoofdcommando's ■ " Kiezen "
■ " Bellen "
■ " Opnieuw kiezen "
■ " Opslaan "
■ " Verwijderen "
■ " Lijst "
■ " Koppelen "■ "Selecteer apparaat "
■ " Gesproken feedback "
Veelal beschikbare commando's ■ " Help ": de dialoog wordt afgesloten
en alle in de actuele functie be‐
schikbare commando's worden op‐
gesomd.
■ " Annuleren ": de spraakherkenning
is uitgeschakeld.
■ " Ja": afhankelijk van de context
wordt een geschikte actie onderno‐ men.
■ " Nee ": afhankelijk van de context
wordt een geschikte actie onderno‐ men.
Een telefoonnummer invoeren
Na het commando " Kiezen" vraagt de
spraakherkenning om het invoeren
van een nummer.
Het telefoonnummer moet met nor‐
male stem worden gesproken, zonder
kunstmatige pauzes tussen de afzon‐ derlijke cijfers.
De spraakherkenning werkt het best
als er tussen elke drie tot vijf cijfers
een pauze van minimaal een halve

174TrefwoordenlijstAAdresboek .................................. 126
Adresinvoer ................................ 126
Afspelen van een cd starten .......105
Algemene aanwijzingen ............
.......... 82, 104, 108, 109, 115, 162
Algemene informatie ..........112, 156
Antidiefstalfunctie ........................83
Autostore-lijsten ............................ 95
B
BACK-toets ................................... 89
Basisbediening ............................. 89
Bediening.................................... 169
Begeleiding ................................ 141
Bluetooth .................................... 162
Bluetooth-verbinding ..................163
C CD-speler activeren.................................. 105
Belangrijke informatie .............104
gebruik .................................... 105
CD-speler activeren ....................105
CD-speler gebruiken................... 105
D DAB ............................................ 101
DAB configureren .......................101
De AUX-ingang gebruiken ..........108De digitale fotolijst gebruiken .....112
De radio gebruiken .......................94
De radio inschakelen ....................94
De USB-poort gebruiken ............109
Digital Audio Broadcasting .........101
Door de gebruiker bepaalde NP's 126
Dynamische routebegeleiding ....149
E Enhanced Other Networks ...........99
EON .............................................. 99
F
Favorietenlijst ............................... 96
Frequentiebereikmenu's ...............96
Frequentiebereik selecteren .........94
G
Gebruik ...87, 94, 105, 108, 112, 116
Geluidsinstellingen .......................91
H
Handsfree-modus .......................163
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 87
Het navigatiesysteem activeren. 116
Het navigatievolume instellen .....116