Audiospelers219
Wanneer het af te spelen iPod-appa‐
raat al is aangesloten, drukt u meer‐ dere malen op AUX om de iPod-spe‐
ler te selecteren.
■ Hij zal dan automatisch afspelen vanaf het punt waarop afspelen
eerder werd onderbroken.
■ De bij dit product gebruikte afspeel‐
functies en de items voor informa‐
tieweergave op de iPod-speler kun‐
nen afwijken van de iPod als het
gaat om de afspeelvolgorde, wer‐
king en getoonde informatie.
De speelfuncties van de iPod worden op soortgelijke wijze bediend als bij
afspelen van CD's en MP3-bestan‐
den.
Uitloggen na afspelen van de iPod
Om het afspelen te beëindigen drukt
u op RADIO/BAND of CD om andere
functies te selecteren.
Het iPod-menu gebruiken
Vanaf de Menu iPod zijn de instruc‐
ties voor Tracks shuffelen /Herhalen /
Zoeken... (inclusief die van
Luisterboeken en Componisten ) ge‐
lijk aan die van de CD/MP3-speler
Cd-menu ; alleen het kopje iPod
uitwerpen is toegevoegd. Raadpleeg
om te gebruiken elk item in het CD/
MP3-menu.iPod-menu → iPod uitwerpen
Druk vanuit de iPod-modus op de
multifunctionele knop om Menu iPod
weer te geven.
Ga naar iPod uitwerpen door aan de
multifunctionele knop te draaien en druk dan op de multifunctionele knop
voor het bericht dat het apparaat nu
veilig kan worden verwijderd.
Ontkoppel het iPod-apparaat van de
USB-aansluiting.
Ga terug naar de vorige in gebruik
zijnde functie.
220Audiospelers
Ingang voor externe spelers(AUX)
Hoofdknoppen en
bedieningsorganen
De volgende hoofdknoppen en draai‐
knop gebruikt u om te genieten van de rijke klank van het infotainmentsys‐
teem nadat een externe speler op de
AUX- ingang is aangesloten.
(5) Knop AUX
Wanneer een externe muziekspeler
is aangesloten, drukt u meerdere ma‐
len op de knop om de ingang voor ex‐
terne spelers te selecteren.
(2) knop m met draaiknop VOL
Draai de knop om het volume te re‐ gelen.
(6) Knop O
Houd deze knop ingedrukt om de stil‐
schakelfunctie op Aan of Uit te zetten.Een externe speler aansluiten
Sluit de audio-uitgang van de externe
audiospeler aan op de AUX-ingang.
Het infotainmentsysteem schakelt
automatisch naar de ingang voor ex‐ tern geluid (AUX) zodra de externeaudiospeler wordt aangesloten.
Druk op AUX om over te schakelen
naar de ingang voor extern geluid als het externe audiosysteem al was
aangesloten.
Draai aan de knop VOL om het vo‐
lume te regelen.
Telefoon221TelefoonBluetooth®................................. 221
Telefoon met handsfreefunctie ..227Bluetooth®
Hoofdknoppen en
bedieningsorganen
De volgende hoofdknoppen en draai‐
knop worden gebruikt om muziekbe‐
standen af te spelen of om telefoon‐
functies via een Bluetooth-apparaat
te gebruiken.
(6) Knop O
Druk op deze knop om de Bluetooth-
modus in te schakelen.
(5) Knop AUX
Wanneer een Bluetooth-apparaat
met een muziekspelerfunctie is aan‐
gesloten, drukt u meerdere malen op
deze knop om de Bluetooth-audioaf‐
speelfunctie te selecteren.
(10) Multifunctionele knop ■ Druk in de Bluetooth-telefoonmo‐ dus op deze knop om het menu‐
scherm weer te geven.
■ Draai aan de knop om naar het menu of de instelwaarde te gaan.(17) Knoppen 1 / 8
■ Druk op deze knoppen in de Blue‐ tooth-audioafspeelmodus om naar
de vorige of volgende song te gaan.
■ Houd deze knoppen ingedrukt om snel vooruit of terug te spoelen enlaat weer los om op normale snel‐
heid af te spelen.
Bluetooth koppelen
Het Bluetooth-apparaat aanmelden
Meld het aan het Infotainmentsys‐
teem te koppelen Bluetooth-apparaat met uitgeschakeld contact aan.
Stel eerst in de Instellingen
Bluetooth het te koppelen Bluetooth-
apparaat in, zodat andere apparaten
kunnen zoeken naar het Bluetooth-
apparaat.
224Telefoon
Ontkoppel het momenteel verbonden
Bluetooth-apparaat als volgt: selec‐
teer in het apparatenlijstscherm het
gekoppelde apparaat, waarbij dan
Ontkoppelen verschijnt. Druk vervol‐
gens op de multifunctionele knop.
Aanwijzingen bij aanmelden/
koppelen aan Bluetooth
■ Wanneer een apparaat niet met Bluetooth kan worden verbonden,
wis dan de hele apparatenlijst uit
het te verbinden Bluetooth-appa‐
raat en probeer het opnieuw. Wan‐ neer ook wissen van de hele appa‐
ratenlijst niet werkt, breng dan de
batterij opnieuw aan en koppel op‐
nieuw.
■ Als er na het koppelen van een Bluetooth-apparaat een probleem
is, voert u met de multifunctionele
knop Instellingen → Instellingen
Bluetooth → Fabrieksinstellingen
herstellen uit.
Initialiseer het apparaat met het
probleem, veroorzaakt door een
fout opgetreden tijdens het koppe‐
len van het Bluetooth-apparaat aan
het Infotainmentsysteem.
■ Soms kan Bluetooth alleen worden
gekoppeld via de handenvrij bellen-
functie of de Bluetooth audioaf‐
speelfunctie, ook al is er een ste‐
reo-headset aangesloten. Probeer
in zo'n geval het infotainmentsys‐
teem opnieuw te koppelen met ge‐
bruik van het Bluetooth-apparaat.
■ Bij Bluetooth-apparatuur die geen stereo-headsets ondersteunt, kan
de Bluetooth-audioafspeelfunctie
niet worden gebruikt.Audio via Bluetooth
Afspelen van Bluetooth-audio ■ Een mobiele telefoon of Bluetooth- apparaat dat A2DP-versies (Ad‐
vanced Audio Distribution Profile)
van na 1.2 ondersteunt, moet wor‐
den aangemeld en gekoppeld aan
het product.
■ Vind vanuit de mobiele telefoon of het Bluetooth-apparaat het Blue‐
tooth-apparaattype om het item in
te stellen/te koppelen als een ste‐
reo-headset.
Er verschijnt een muzieknootpicto‐
gram n in de rechterbenedenhoek
van het scherm als de stereo-head‐ set met succes is gekoppeld.
■ Sluit de mobiele telefoon niet aan via de Bluetooth-aansluiting. Er kanzich een storing voordoen terwijl de
telefoon is aangesloten tijdens de
CD/MP3- en Bluetooth-audioaf‐
speelmodus.
Telefoon225
Bluetooth-audio afspelen
Druk meerdere malen op AUX om de
audioafspeelmodus van het gekop‐
pelde Bluetooth-apparaat te selecte‐
ren.
Als het Bluetooth-apparaat niet ge‐
koppeld is, kunt u deze functie niet
selecteren.
Na aanzetten van de mobiele tele‐ foon of het Bluetooth-apparaat wor‐
den de muziekbestanden afgespeeld.
■ Het door het Bluetooth-apparaat af‐
gespeeld geluid is hoorbaar via het
infotainmentsysteem.
■ Om Bluetooth-audio te kunnen af‐ spelen, moet de muziek minstens
eenmaal zijn afgespeeld vanaf de
muziekspeelfunctie van de mobiele telefoon of vanaf het Bluetooth-ap‐
paraat, nadat dit als stereo-headset
is gekoppeld. Na minstens een‐
maal te zijn afgespeeld zal de mu‐
ziekspeler automatisch afspelen
als deze in de afpeelmodus komt,
en zal hij automatisch stoppen zo‐
dra de muziekafspeelmodus wordt
beëindigd. Als de mobiele telefoon
of het Bluetooth-apparaat zich niet
in de wachtschermmodus bevin‐ den, zullen sommige apparaten
mogelijk niet automatisch afspelen
in de Bluetooth-audioafspeelfunc‐
tie.
Druk op de knoppen 1 / 8 om
naar het vorige of volgende nummer
te gaan of houd deze knoppen inge‐
drukt om snel vooruit of terug te spoe‐ len.■ Deze functie werkt alleen met Blue‐
tooth-apparaten die de AVRCP-
versie (Audio Video Remote Con‐
trol Profile) 1.0 of hoger ondersteu‐ nen. (Afhankelijk van de opties voor
het Bluetooth-apparaat zullen som‐ mige apparaten bij de eerste kop‐
peling "AVRCP wordt gekoppeld"
weergeven.)
■ De informatie over het afspelen van
de track en de positie in de track
wordt niet weergegeven op het scherm van het Infotainmentsys‐
teem.
Aanwijzingen bij het afspelen van
Bluetooth-audio
■ Spring niet te snel heen en weer tussen songs bij het afspelen van
Bluetooth-audio.
Het kostte enige tijd om data vanuit
de mobiele telefoon naar het info‐
tainmentsysteem te verzenden.
■ Het infotainmentsysteem verzendt de afspeelopdracht vanuit de mo‐
biele telefoon in de Bluetooth-audi‐ oafspeelmodus. Wanneer dit in een
andere modus gebeurt, zendt het
226Telefoon
apparaat de opdracht om te stop‐pen.
Afhankelijk van de opties van de
mobiele telefoon is er wellicht enige tijd nodig om deze opdracht tot af‐
spelen/stoppen te activeren.
■ Als de mobiele telefoon of het Blue‐
tooth-apparaat zich niet in de
wachtschermmodus bevindt, zullen deze mogelijk niet automatisch af‐
spelen, ook al wordt de opdracht
uitgevoerd in de Bluetooth-audioaf‐ speelmodus.
Als de Bluetooth-audioafspeelfunc‐
tie niet werkt, controleer dan of de
mobiele telefoon zich in de wacht‐
schermmodus bevindt.
■ Soms kan tijdens het afspelen van Bluetooth-audio de geluidsweer‐
gave stokken. Het Infotainmentsys‐ teem verwerkt het klanksignaal
vanaf de mobiele telefoon of het
Bluetooth-apparaat terwijl dit wordt
gezonden.Bluetooth-foutmeldingen en
maatregelen
■ Bluetooth gedeactiveerd
Controleer of Bluetooth geacti‐
veerd is. De Bluetooth-functie werkt
meteen na het activeren van Blue‐ tooth.
■ Bluetooth is bezig
Controleer of er andere gekoppelde
Bluetooth-apparaten zijn. Om een
ander apparaat te koppelen, ont‐
koppelt u eerst eventuele overige gekoppelde apparatuur en koppelt
u vervolgens opnieuw.
■ Apparatenlijst is vol
Controleer of er minder dan
5 aangemelde apparaten zijn. Er
kunnen niet meer dan 5 apparaten zijn aangemeld.
■ Geen telefoonboek beschikbaar
Dit bericht verschijnt als de mobiele telefoon het overbrengen van con‐
tactpersonen niet ondersteunt. Als
dit bericht na een aantal pogingen
verschijnt, ondersteunt het appa‐
raat het overbrengen van contact‐
personen niet.Voorzichtig
Het bericht wordt getoond wan‐
neer de overdracht van contact‐
personen wordt ondersteund ter‐
wijl eveneens informatie met een
apparaatfout wordt overgebracht.
Voer als dit gebeurt opnieuw een
update voor het apparaat uit.
■ Het telefoonboek is leeg
Dit bericht wordt weergegeven als
er in de mobiele telefoon geen te‐
lefoonnummers zijn opgeslagen.
Dit bericht verschijnt ook wanneer
overdracht van het telefoonlogboek
wel wordt ondersteund, maar zoda‐ nig dat het infotainmentsysteem dit
niet ondersteunt.
Telefoon233
■ Denk eraan dat handenvrij telefo‐neren en audio afspelen via Blue‐
tooth wordt onderbroken tijdens het bijwerken van contactpersonen
(andere functies dan handenvrij te‐
lefoneren en audio afspelen via
Bluetooth kunnen wel worden ge‐
bruikt).
■ Bij het bijwerken van uw contact‐ personen is het mogelijk om de
overdrachtcertificatie voor contact‐
personen op te vragen. Wanneer er
op het wachtende scherm lange tijd niets verandert, kunt u controleren
of de mobiele telefoon certificatie
aanvraagt. Bij een aanvraag voor
certificatie van de mobiele telefoon, worden alle Bluetooth-verbindin‐
gen afgebroken als deze niet wor‐
den geaccepteerd; daarna wordt
het apparaat opnieuw verbonden.
■ Bij het ontvangen van de oproep‐ geschiedenis is het mogelijk om de
overdrachtcertificatie op te vragen
voor de oproepgeschiedenis van
de mobiele telefoon. Wanneer er
op het wachtende scherm lange tijd niets verandert, controleer dan ofde mobiele telefoon certificatie aan‐
vraagt.
Bij een aanvraag voor certificatie
van de mobiele telefoon, worden
alle Bluetooth-verbindingen onder‐
broken als deze niet worden geac‐
cepteerd; daarna wordt het appa‐
raat opnieuw verbonden.
■ Wanneer er een probleem is in de opgeslagen informatie van een mo‐
biele telefoon, worden de contact‐ personen mogelijk niet bijgewerkt.
■ Het infotainmentsysteem gebruikt alleen informatie gecodeerd vol‐
gens de UTF-8-indeling.
■ Wanneer andere bewerkingen (spellen, zoeken, navigatie etc.), tij‐dens het bijwerken van contactper‐
sonen of overdragen van de op‐
roepgeschiedenis worden geacti‐
veerd, functioneert het bijwerk-/
overdrachtproces mogelijk niet.
Dit komt doordat andere bewerkin‐
gen uitgevoerd op de mobiele tele‐
foon de dataoverdracht verstoren.■ Wanneer het bijwerken van con‐ tactpersonen of de overdracht van
de oproepgeschiedenis is voltooid,
worden alle functies voor handen‐ vrij telefoneren en audio afspelenvia Bluetooth automatisch ontkop‐
peld en weer gekoppeld.
■ Wanneer het Infotainmentsysteem uitschakelt tijdens een telefoonge‐
sprek, wordt de oproep doorge‐
schakeld naar de mobiele telefoon. Bij sommige telefoons moet moge‐lijk eerst een oproepoverdracht‐functie worden ingesteld, naarge‐
lang het type telefoon.
■ Wanneer de gebruiker de aanslui‐ ting rechtstreeks verbreekt (via het
infotainmentsysteem of de mobiele
telefoon), wordt de functie voor au‐
tomatische verbinding niet uitge‐
voerd.
Automatische verbinding: deze functie vindt automatisch het laat‐
ste aangesloten apparaat en ver‐
bindt hiermee.