Page 114 of 239
114Digitale fotolijst
Foto's weergevenFoto's die in het geheugen van het In‐
fotainmentsysteem zijn opgeslagen,
kunnen één voor één op het display
worden getoond.
Druk op de CONFIG-toets, selecteer
Displayinstellingen , Fotolijst en ver‐
volgens Fotokeuze . Het onder‐
staande menu wordt weergegeven.
Selecteer de foto die u op het display wilt weergeven.
Druk een aantal keren op de INFO-
toets totdat de momenteel geselec‐
teerde foto op het display wordt ge‐
toond.
Om een standaard Infotainmentsys‐
teem-menu nogmaals weer te geven
drukt u een toets op het Infotainment‐
systeem.
Zo lang een foto geselecteerd blijft in het Fotokeuze -menu, kan deze op elk
gewenst moment worden weergege‐
ven met behulp van de INFO-toets.
Page 117 of 239

Navigatie117
De kaart van de huidige locatie ver‐
schijnt op het display, zie "Informatie op het display" onderstaand.
Routebegeleidingsinstructies
Naast de visuele instructies op het
display (zie "Informatie op het dis‐
play" hieronder), krijgt u routebege‐
leidingsinstructies te horen, mits rou‐
tebegeleiding actief is.
Voor het vooraf instellen van het vo‐
lume van routebegeleidingsinstruc‐
ties, zie "Instellen van het navigatie‐
systeem" hieronder.
Om het volume van routebegelei‐
dingsinstructies aan te passen terwijl
u ze hoort, draait u aan de X VOL -
knop.
Voor het herhalen van de laatste rou‐ tebegeleidingsinstructie, drukt u op
de RPT / NAV -knop.Informatie op het display
Routebegeleiding niet actief
Als routebegeleiding niet actief is,
verschijnt de volgende informatie:
■ In de bovenste regel: tijd, straat‐ naam van huidige positie, buiten‐
temperatuur.
■ Adres en geografische coördinaten
van de huidige positie.
■ Kaartdisplay van het gebied rond de huidige positie.
■ Op de kaart: huidige positie gemar‐
keerd door een rode driehoek.
Een kompassymbool dat het noor‐
den aanduidt.
Als op de huidige positie geen
GPS-signaal beschikbaar is, wordt
een "GPS"-symbool met een kruis
erdoor weergegeven onder het
kompassymbool.
De actueel geselecteerde kaart‐
schaal (veranderen van de schaal:
draai de multifunctionele knop).
Let op
Voor de volledige kaartweergave op
NAV drukken.
Routebegeleiding actief
Als routebegeleiding actief is, wordt
de volgende informatie weergegeven (afhankelijk van de huidige Navigatie-
opties -instellingen, zie hoofdstuk
"Begeleiding" 3 141):
Page 118 of 239

118Navigatie
Informatie in de kopregel
■ Tijd
■ Afstand tot eindbestemming
■ Aankomsttijd of reistijd
■ Buitentemperatuur
Informatie op het pijldisplay ■ Een grote pijl die de te volgen rich‐ ting weergeeft.
■ Een kleine pijl die de eerstvolgende
aanwijzing weergeeft.
■ Afstand tot volgende kruising.
■ Te volgen straten die van de hui‐ dige straat afbuigen.■ Onder het pijlsymbool: de naam van de huidige straat die wordt ge‐
volgd.
■ Boven het pijlsymbool: de naam van de straat die na de volgende
kruising moet worden gevolgd.
■ Tijdens het rijden op een snelweg:
Rijrichting en afstand tot de vol‐
gende afrit die u moet nemen.
Afstanden tot het volgende par‐
keerplaats met voorzieningen, rust‐
plaats, knooppunten en/of afritten langs de snelweg.
■ Bij het naderen van een snelweg‐ knooppunt wordt informatie over
adviesrijstrook weergegeven:
Als de optie Rijstrookassistent is
geactiveerd in het Weergave
routegel. -menu (zie hoofdstuk "Be‐
geleiding" 3 141), wordt het vol‐
gende afbeeldingstype weergege‐
ven:
Page 119 of 239

Navigatie119
Informatie op de kaartweergaveAan de rechterkant van het display
wordt de volgende informatie weer‐
gegeven:
■ Een kompassymbool dat het noor‐ den aanduidt.
■ Als op de huidige positie geen GPS-signaal beschikbaar is (zie
hoofdstuk "Algemene informatie"
3 115), wordt een "GPS"-symbool
met een kruis erdoor weergegeven
onder het kompassymbool.
■ De actueel geselecteerde kaart‐ schaal (veranderen van de schaal:
draai de multifunctionele knop).
Op de kaart wordt de volgende infor‐
matie weergegeven:
■ De route als een blauwe lijn.
■ De huidige positie als een rode driehoek.
■ De eindbestemming als een finis‐ hvlag.
■ Verschillende symbolen (zie hoofd‐
stuk "Symbolenoverzicht" 3 152)
geven de verkeersinformatie weer
en algemene aanwijzingen of spe‐
ciale bestemmingen.Het navigatiesysteem instellen
Druk op de CONFIG-knop en selec‐
teer vervolgens Navigatie-
instellingen om een menu met instel‐
lingen voor navigatie te openen.
Navi-volume
De relatieve volumes van het naviga‐
tiebericht ( Bericht) en de geluidsbron
( Achtergrond ) tijdens een navigatie‐
bericht kunnen vooraf worden inge‐
steld.
Page 144 of 239

144Navigatie
Selecteer Dynamische routegel. voor
het activeren/deactiveren van de rou‐ tebegeleiding.
Als dynamische routebegeleiding is
geactiveerd:
Selecteer Opnieuw berekenen
automatisch als u wilt dat de route au‐
tomatisch opnieuw wordt berekend
wanneer er verkeersproblemen zijn.
Selecteer Opnieuw berekenen met
controle als u wilt dat de route alleen
opnieuw wordt berekend na bevesti‐
ging van het bijbehorende bericht.
Selecteer Instellingen overnemen
voor het activeren van de displayin‐
stellingen en het verlaten van het
menu.
Selecteer één of meerdere van de
volgende opties in het Routecriteria-
menu:
■ Snelwegen mijden
■ Tolwegen mijden
■ Tunnels mijden
■ Veren mijden
■ Wegen met tijdsbeperking
gebruiken
Weergave routegel.
De volgende opties zijn beschikbaar
voor het weergeven van de routebe‐
geleiding:
Met behulp van de Rijstrookassis‐
tent -optie kunt u bepalen welk afbeel‐
dingstype moet worden getoond wan‐
neer u een knooppunt van snelwegen nadert.
Als Rijstrookassistent wordt gedeac‐
tiveerd, wordt het volgende afbeel‐
dingstype getoond:
Page 145 of 239

Navigatie145
Als Rijstrookassistent wordt geacti‐
veerd, wordt het volgende afbeel‐
dingstype getoond:
Met de Pop-ups -optie kunt u selecte‐
ren of de routebegeleidingsinformatie van de navigatie moet worden weer‐
gegeven in popup-vensters bij andere bedieningsmodi ( bijv. radio). De infor‐
matie wordt verborgen na een inge‐
stelde tijd of door het indrukken van
de BACK -knop.
Selecteer Instellingen overnemen
voor het activeren van de displayin‐
stellingen en terugkeer naar het
Navigatie-opties -menu.
Kaartopties
Selecteer Kaartopties en daarna
Kaartoriëntatie voor het weergeven
van het volgende submenu:
Kiezen uit kaartoriëntatie noorden bo‐
ven of in rijrichting bij de kaartweer‐
gave.
Selecteer Kaartopties en daarna
Spec. bestemmingen tonen op kaart voor het openen van een submenu
met verschillende opties voor het al
dan niet weergeven van speciale be‐
stemmingen op de kaart.
Als Bepaald door gebruiker is gese‐
lecteerd, kan het type speciale be‐
stemmingen worden gedefinieerd die
moeten worden weergegeven, bijv.
restaurants, hotels, openbare gele‐
genheden, etc.
Page 146 of 239

146Navigatie
Weergave van aankomsttijd of ritduur
Na het selecteren van de optie
Indicatie verwachte reistijd of
Indicatie verwachte aankomsttijd in
het menu Navigatie-opties , wordt de
betreffende tijd getoond op de boven‐
ste regel van het routebegeleidings‐
scherm.
Informatie huidige positie Voor uw huidige positie wordt de vol‐
gende informatie weergegeven:
■ Plaats
■ Straat
■ Lengtegraad
■ Breedtegraad
■ Kaartvenster
De huidige positie kan worden geko‐
pieerd naar het adresboek of MijnNP-
geheugen met behulp van Opslaan,
zie "Een adres opslaan in het adres‐
boek of MijnNP-geheugen" in hoofd‐
stuk "Invoer van de bestemming"
hierboven.
Informatie bestemming
Weergegeven informatie: zelfde als op het display voor Huidige positie.
Functies voor actieve
routebegeleiding
Navigatie stoppen
Na het selecteren van Navigatie
stoppen wordt de routebegeleiding
gedeactiveerd en worden de menu- opties voor inactieve routebegelei‐
ding weergegeven, zie "Functies bij
inactieve routebegeleiding" hierbo‐
ven.
TMC-berichten
Informatie over TMC, zie hoofdstuk
"Dynamische routebegeleiding"
3 115.
Page 149 of 239

Navigatie149
Alle blokkeringen opheffen
Na het selecteren van deze optie
wordt bij de routebegeleiding reke‐
ning gehouden met alle zones/traject‐
gedeelten die eerder zijn uitgesloten.
Dynamische
routebegeleiding Als de actieve dynamische routebe‐
geleiding actief is, wordt de hele ac‐
tuele verkeerssituatie die het Infotain‐ mentsysteem via de TMC-verkeers‐
informatie ontvangt, bij de routebere‐
kening betrokken. De aanbevolen
route wordt gebaseerd op alle ver‐
keersproblemen en beperkingen vol‐
gens de vooringestelde criteria (bijv.
"kortste route", "mijd snelwegen",
etc.).
Bij een verkeersprobleem (bijv. file,
afgesloten weg) op de gereden route,
wordt een melding gegeven op het
display en een gesproken melding die
de aard van het probleem aangeven. De bestuurder kan besluiten om het
verkeersprobleem heen te rijden ende suggestie voor het wijzigen van de
route te volgen of door het verkeers‐
probleem te rijden.
Ook bij een niet-actieve routebegelei‐ ding worden verkeersknelpunten inde directe omgeving gemeld.
Tijdens een actieve routebegeleiding
controleert het systeem m.b.v. de ver‐
keersinformatie continu of een herbe‐
rekening of een alternatieve route
met inachtneming van de actuele ver‐ keerssituatie zinvol is.
Het activeren en deactiveren van de
dynamische routebegeleiding, even‐
als de criteria voor de berekening van
de route en andere navigatie-instel‐
lingen, worden ingesteld in het
Navigatie-opties -menu, zie het hoofd‐
stuk "Begeleiding" 3 141.
De dynamische routebegeleiding
werkt alleen bij ontvangst van ver‐
keersinformatie, afkomstig van het
RDS-TMC-verkeersinformatiesys‐
teem.
De door het Infotainmentsysteem be‐ rekende eventuele vertraging we‐
gens een verkeersknelpunt is geba‐
seerd op de data die het systeem van
de op dat moment ingestelde RDS-
TMC-zender ontvangt. De werkelijke
vertraging kan afwijken van de bere‐
kende.