160Spraakherkenning
Gebruiker:
Stemoutput: " Naam opslaan "
Wissen
Een eerder opgeslagen spraaklabel
kan worden gewist met het com‐ mando " Verwijderen ".
Beschikbare commando's: ■ " Ja"
■ " Nee "
■ " Help "
■ " Annuleren "
Naar opgeslagen namen luisteren
De stemuitvoer van alle opgeslagen
namen (spraaklabels) wordt gestart
met het commando " Lijst".
Tijdens stemoutput van de spraakla‐
bels beschikbare commando's:
■ " Bellen ": het telefoonnummer van
het laatst voorgelezen spraaklabel
wordt geselecteerd.
■ " Verwijderen ": de invoer van het
laatst voorgelezen spraaklabel
wordt gewist.Een mobiele telefoon toevoegen aan
of verwijderen van de apparatenlijst
Met het commando " Koppelen" kunt
u een mobiele telefoon aan de appa‐
ratenlijst van het telefoonportaal toe‐
voegen of ervan verwijderen 3 163.
Beschikbare commando's: ■ " Toevoegen "
■ " Verwijderen "
■ " Help "
■ " Annuleren "Voorbeeld van een dialoog
Gebruiker: " Koppelen"
Stemoutput: " Wilt u een apparaat
toevoegen of verwijderen? "
Gebruiker: " Toevoegen"
Stemoutput: " Probeer te koppelen
aan <1234> in het externe apparaat "
Stemoutput: " Wilt u het apparaat
koppelen? "
Gebruiker: " Ja"
Stemuitvoer: " Het apparaat is
verbonden als nummer
apparatenlijst selecteren
Met het commando " Selecteer
apparaat " kunt u een mobiele tele‐
foon op de apparatenlijst selecteren
om een Bluetooth-verbinding op te bouwen.Voorbeeld van een dialoog
Gebruiker: " Selecteer apparaat "
Stemoutput: " Zeg het nummer van
het apparaat dat uw wilt selecteren "
Gebruiker:
Stemoutput: " Wilt u apparaatnummer
Gebruiker: " Ja"
Stemoutput: " Wilt u het apparaat
koppelen? "
Gebruiker: " Ja"
Stemoutput: " Eén moment. Het
systeem zoekt het geselecteerde
apparaat "
Stemoutput: " Apparaatnummer
162TelefoonTelefoonAlgemene aanwijzingen.............162
Bluetooth-verbinding ..................163
Noodoproep ............................... 168
Bediening ................................... 169
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ..................172Algemene aanwijzingen
De telefoonportal biedt u de mogelijk‐ heid om via een microfoon en de luid‐
sprekers van de auto telefoonge‐
sprekken te voeren en met het info‐
tainmentsysteem van de auto de be‐
langrijkste functies van de mobiele te‐
lefoon te bedienen. Om het telefoon‐
portaal te kunnen gebruiken, moet de mobiele telefoon via Bluetooth aan‐
gesloten zijn.
Het telefoonportaal kan daarnaast
ook met het spraakherkenningsys‐
teem worden bediend.
Niet alle functies van de telefoonpor‐
tal worden door elke mobiele telefoon ondersteund. Welke telefoonfuncties
mogelijk zijn, hangt af van de desbe‐
treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover vindt u in de bedienings‐
handleiding van uw mobiele telefoon.
U kunt hierover ook informatie vragen bij uw netwerkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn er
veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
nen opgesteld. Alvorens gebruik
te maken van de telefoonfunctie
dient u op de hoogte te zijn van de desbetreffende richtlijnen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het rij‐
den kan gevaarlijk zijn doordat uw concentratie afneemt tijdens het
telefoneren. Parkeer uw auto
Telefoon163voordat u de telefoon in hands‐free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel telefoneren verboden is, als de
mobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op http://www.blue‐
tooth.com
De spraakherkenning gebruiken Gebruik de spraakherkenning niet in
noodsituaties, omdat uw stem onder
stress zodanig kan veranderen dat hij
mogelijk niet meer herkend wordt en
de gewenste verbinding daardoor
wellicht niet snel genoeg tot stand kan worden gebracht.
Bedieningselementen
De belangrijkste telefoonspecifieke
bedieningselementen zijn de vol‐
gende:
O -toets: opent het telefoonhoofd‐
menu.
Knoppen op het stuurwiel:
q , w : gesprek aannemen, spraak‐
herkenning activeren.
n , x : gesprek beëindigen/weige‐
ren, spraakherkenning uitschakelen.
Het telefoonportaal kan daarnaast ook met spraakherkenning worden
bediend 3 156.
Bluetooth-verbinding Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een mobiele telefoon met andere
apparatuur. Informatie zoals een te‐
lefoonboek, gesprekslijsten, de naam
van de netwerkoperator en de sterkte van de verbinding kan worden over‐
gedragen. Welke functies er beschik‐ baar zijn hangt af van het type tele‐
foon.Om een Bluetooth-verbinding met het
telefoonportaal tot stand te kunnen
brengen, moet de Bluetooth-functie van de mobiele telefoon zijn inge‐
schakeld en moet de mobiele tele‐ foon in de stand "zichtbaar" worden
gezet. Zie hiertoe de gebruiksaanwij‐
zing van de mobiele telefoon.
Bluetooth-menu
Druk op de CONFIG-toets.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth.
164Telefoon
Bluetooth inschakelen
Als de Bluetooth-functie van de tele‐ foonportal is uitgeschakeld:
Zet Activeren op Aan en bevestig de
boodschap die verschijnt.
Apparatenlijst
Wordt een mobiele telefoon voor het
eerst via Bluetooth met de telefoon‐
portal verbonden, dan wordt de tele‐
foon in de apparatenlijst opgeslagen.
U kunt maximaal 5 mobiele telefoons
op de apparatenlijst opslaan.
Mobiele telefoon voor het eerst
aansluiten Er zijn twee opties voor het verbindenvan een mobiele telefoon met de te‐
lefoonportal: door het als een hands‐
free-apparaat toe te voegen of door
het SIM Access Profile (SAP) te ge‐
bruiken.
Handsfree-modus
Wanneer de mobiele telefoon wordt
toegevoegd als een handsfree-
apparaat kan de gebruiker gesprek‐
ken voeren en ontvangen en andere
functies gebruiken via de telefoonpor‐
tal. Het aantal beschikbare functies is afhankelijk van de mobiele telefoon.
Terwijl deze met de telefoonportal is
verbonden, kan de mobiele telefoon
normaal worden bediend.
Let op dat de accu van de mobiele te‐
lefoon met een hogere snelheid dan
gebruikelijk kan ontladen als gevolg
van de actieve Bluetooth-verbinding
in combinatie met het normale ge‐
bruik van de mobiele telefoon.SAP-modus
Wanneer de SAP-optie wordt ge‐ bruikt, zijn er meer functies beschik‐
baar via de telefoonportal, zoals ver‐
schillende beveiligings - berichtver‐
zendingsopties. Het werkelijke aantal beschikbare functies is afhankelijk
van de netwerkprovider. Daarnaast
bevindt de mobiele telefoon zich in de
SAP-modus in de stand-bystand. Al‐
leen de Bluetooth-verbinding en de
simkaart zijn actief, wat resulteert in een lager energieverbruik van de
aangesloten mobiele telefoon.
Een mobiele telefoon als een
handsfree-apparaat aansluiten
Telefoon165
Selecteer Handsfree-apparaat
toevoegen . De Bluetooth-code die in
de mobiele telefoon moet worden in‐
gevoerd, verschijnt.
De telefoonportal kan nu door andere Bluetooth-apparaten worden gede‐
tecteerd.
Zodra de mobiele telefoon de tele‐ foonportal heeft gedetecteerd, kan de
Bluetooth-code in de mobiele tele‐
foon worden ingevoerd.
Zodra de telefoonportal de mobiele
telefoon heeft herkend, kan het tot
stand komen van de verbinding wor‐
den bevestigd.
De mobiele telefoon wordt in de ap‐
paratenlijst opgenomen en kan via de telefoonportal worden bediend.
De Bluetooth-code wijzigen
(alleen relevant voor handsfree-
modus)
De eerste keer dat een Bluetooth- verbinding met de telefoonportal
wordt ingesteld, wordt een standaard‐
code weergegeven. Deze standaard‐
code kan op elk gewenst moment
worden gewijzigd. Om veiligheidsre‐
denen moet u een willekeurig geko‐
zen viercijferige code gebruiken.Selecteer Bluetooth-code wijzigen .
Bewerk in het weergegeven menu de
huidige Bluetooth-code en bevestig
de veranderde code met OK.
Een mobiele telefoon via SIM Access Profile (SAP) verbinden
Selecteer SIM Access Profile-
apparaat toevoegen (SAP) . De mo‐
bieletelefoonportal scant of er be‐
schikbare apparaten zijn en toont een
lijst met de gevonden apparaten.
Let op
De mobiele telefoon moet geacti‐ veerd zijn voor Bluetooth en op
zichtbaar ingesteld staan.
Telefoon169BedieningInleiding
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐ bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus blijft bedie‐
ning van de mobiele telefoon moge‐ lijk, bv. een gesprek beantwoorden
of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
de gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens
de gegevensoverdracht is het bedie‐nen van de mobiele telefoon via het
Infotainmentsysteem slechts beperkt mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van de telefoonportal. Zo‐
doende is het mogelijk dat de functi‐
onaliteit die bij deze specifieke tele‐
foons staat beschreven, afwijkt.
Volume van de handsfree-
installatie instellen Draai aan de m VOL -knop van het
infotainmentsysteem of druk op de + /
- -toetsen op het stuurwiel.
Een telefoonnummer bellenDruk terwijl het telefoonhoofdmenu
actief is op de multifunctionele knop
om Telefoonmenu te openen.
Er zijn verschillende opties beschik‐ baar voor het kiezen van telefoon‐
nummers, voor het gebruik van het
telefoonboek en gesprekslijsten en
voor het bekijken en bewerken van
berichten.
Met behulp van het commando
Telefoon uit kan de verbonden tele‐
foon worden losgekoppeld van de te‐
lefoonportal.
Handmatig een nummerinvoeren
174TrefwoordenlijstAAdresboek .................................. 126
Adresinvoer ................................ 126
Afspelen van een cd starten .......105
Algemene aanwijzingen ............
.......... 82, 104, 108, 109, 115, 162
Algemene informatie ..........112, 156
Antidiefstalfunctie ........................83
Autostore-lijsten ............................ 95
B
BACK-toets ................................... 89
Basisbediening ............................. 89
Bediening.................................... 169
Begeleiding ................................ 141
Bluetooth .................................... 162
Bluetooth-verbinding ..................163
C CD-speler activeren.................................. 105
Belangrijke informatie .............104
gebruik .................................... 105
CD-speler activeren ....................105
CD-speler gebruiken................... 105
D DAB ............................................ 101
DAB configureren .......................101
De AUX-ingang gebruiken ..........108De digitale fotolijst gebruiken .....112
De radio gebruiken .......................94
De radio inschakelen ....................94
De USB-poort gebruiken ............109
Digital Audio Broadcasting .........101
Door de gebruiker bepaalde NP's 126
Dynamische routebegeleiding ....149
E Enhanced Other Networks ...........99
EON .............................................. 99
F
Favorietenlijst ............................... 96
Frequentiebereikmenu's ...............96
Frequentiebereik selecteren .........94
G
Gebruik ...87, 94, 105, 108, 112, 116
Geluidsinstellingen .......................91
H
Handsfree-modus .......................163
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 87
Het navigatiesysteem activeren. 116
Het navigatievolume instellen .....116
176
Regionalisatie............................... 99
Routebegeleiding ...............141, 149
S SAP-modus ................................ 163
SD Card ...................................... 150
SIM Access Profile (SAP) ...........163
Spellingsfunctie .......................... 126
Spraakherkenning ..............156, 157
activeren.................................. 157
gebruik .................................... 157
telefoonregeling ......................157
volume voor stemoutput ..........157
Spraakherkenning activeren .......157
Stemherkenning ......................... 156
Symbolenoverzicht ....................152
T
Telefoon bedieningselementen ..............162
belangrijke informatie ..............162
belsignalen instellen ................163
berichtfuncties ......................... 169
Bluetooth ................................. 162
Bluetooth-verbinding ...............163
een telefoonnummer vormen ..169
functies tijdens een gesprek ...169
gesprekkenlijsten ....................169
handsfree-modus ....................163
het volume instellen ................169noodoproepen ......................... 168
SIM Access Profile (SAP) .......163
telefoonbatterij opladen ...........162
telefoonboek ........................... 169
Telefoonbatterij opladen .............162
Telefoonregeling .........................157
Thuisadres .................................. 116
V Verkeersberichten ........................93
Volume instellen ........................... 87
Volume-instellingen ......................93
Volume voor stemuitvoer ............157
Voor snelheid gecompenseerd volume....................................... 87
Z
Zenderlijsten bijwerken .................96
Zenders ophalen ....................95, 96
Zenders opslaan .....................95, 96
Zender zoeken.............................. 94