Telefoon67voordat u de telefoon in hands‐free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel telefoneren verboden is, als de
mobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op http://www.blue‐
tooth.com
Bluetooth-verbinding Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. mobiele telefoons, iPod/iPhone-
modellen of andere apparaten.
Voor het maken van een Bluetooth-
verbinding met het Infotainmentsys‐
teem moet de Bluetooth-functie van
het Bluetooth-apparaat geactiveerd
zijn. Voor nadere informatie verwijzen wij u naar de gebruiksaanwijzing van
het Bluetooth-apparaat.
Via het menu Bluetooth worden Blue‐
tooth-apparaten met het Infotain‐ mentsysteem gekoppeld (uitwisselen
van pincode tussen Bluetooth-appa‐
raat en Infotainmentsysteem) en ver‐
bonden.
Opmerkingen ■ Aan het systeem kunnen maximaal
vijf apparaten worden gekoppeld.
■ Er kan slechts één gekoppeld ap‐ paraat tegelijk met het infotain‐
mentsysteem worden verbonden.
■ Koppelen is in de regel slechts één
keer noodzakelijk, tenzij het appa‐
raat van de lijst met gekoppelde ap‐ paraten wordt gewist. Als het appa‐raat eerder verbonden was, brengt
het Infotainmentsysteem de verbin‐
ding automatisch tot stand.
■ Bij werken via Bluetooth wordt de accu van het apparaat aanzienlijk
belast. Laat het apparaat daarom
via een stopcontact opladen.
Bluetooth-menu
Voor het openen van het menu
Bluetooth kunt u naar keuze:
■ Druk op de O-toets. Selecteer de
menuoptie Telefooninstelling en
daarna Bluetooth .
■ Druk op de CONFIG-toets. Selec‐
teer de menuoptie Telefooninstel‐
ling en daarna Bluetooth.
■ Druk op de toets ; en selecteer het
pictogram Instellingen . Selecteer
de menuoptie Telefooninstelling en
daarna Bluetooth .
De menuopties Apparatenlijst en
Apparaat koppelen verschijnen.
Apparaat koppelen
Activeer het koppelen op het Infotain‐
mentsysteem door de menuoptie
Apparaat koppelen te selecteren. Er
68Telefoon
verschijnt een bericht met de viercij‐
ferige code van het Infotainmentsys‐
teem.
Activeer het koppelen op het Blue‐
tooth-apparaat. Voer zo nodig de
code van het Infotainmentsysteem op het Bluetooth-apparaat in.
Voor het koppelen verschijnt er een
zescijferige pincode op het Infotain‐
mentsysteem.
Koppelen bevestigen: ■ Als SSP (secure simple pairing) wordt ondersteund:
Vergelijk (desgevraagd) de pinco‐
des op het Infotainmentsysteem en op het Bluetooth-apparaat en be‐
vestig het bericht op het Bluetooth-
apparaat.
■ Als SSP (secure simple pairing) niet wordt ondersteund:
Voer de pincode op het Bluetooth-
apparaat in en bevestig uw invoer.
De apparaten zijn gekoppeld en het
telefoonhoofdmenu verschijnt.
Het telefoonboek en de oproeplijsten
(indien beschikbaar) worden vanaf
het Bluetooth-apparaat gedownload.Bevestig zo nodig het bijbehorende
bericht op het Bluetooth-apparaat.
Apparatenlijst De apparatenlijst bevat alle Blue‐tooth-apparaten die aan het Infotain‐
mentsysteem gekoppeld zijn.
Als een nieuw appraat wordt gekop‐
peld, verschijnt het in de apparaten‐
lijst.
Een apparaat aansluiten
Selecteer het apparaat dat u wenst te
koppelen. Er verschijnt een submenu.
Selecteer de knop Selecteren op het
scherm.
Het eerder verbonden apparaat wordt
ontkoppeld en dit apparaat wordt ver‐
bonden.
Een apparaat wissen
Selecteer het apparaat dat u wenst te wissen. Er verschijnt een submenu.
Selecteer de knop Verw. op het
scherm.
Het apparaat is gewist.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste
manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
Telefoon699Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
de gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van de telefoonapplicatie.
Daarom kan het bereik aan beschre‐ ven functies afwijken.
Hoofdmenu Telefoon
Om het hoofdmenu Telefoon weer te
geven, drukt u op de toets O. Het
volgende scherm verschijnt (als er
een mobiele telefoon verbonden is).
72Telefoon
Naar handset doorschakelen
Selecteer de menuoptie
Doorverb.naar handset om het ge‐
sprek door te schakelen naar de mo‐ biele telefoon. Het Privé gesprekken
-menu verschijnt.
Selecteer de menuoptie Gesprek
doorverbinden in het menu Privé
gesprekken om het gesprek weer te‐
rug te schakelen naar het Infotain‐
mentsysteem.
Wisselgesprek Wisselgesprek initiëren
Selecteer tijdens een actieve oproep
de menuoptie Nummer invoeren op
het in-gesprekscherm. Het toetsen‐
blok verschijnt. U kunt een nummer
invoeren of een nummer uit het tele‐
foonboek selecteren, zie boven‐
staand.
Tweede inkomende oproep
Bij een wisselgesprek verschijnt er
een bericht onderaan op het scherm.
Selecteer de gewenste optie.Bij het aannemen van het gesprek
wordt het eerste gesprek in de wacht
gezet en wordt het wisselgesprek ac‐ tief.
Beide gesprekken verschijnen op het
in-gesprekscherm.
Selecteer de menuoptie Gesprekken
wisselen om te schakelen tussen de
gesprekken.
Conferentiegesprek
Selecteer de schermtoets Conferen‐
tiegesprek om beide gesprekken te‐
gelijkertijd te activeren.
De schermtoets Conferentiegesprek
verandert in Gesprek vrijgeven .
Selecteer voor het beëindigen van
een conferentiegesprek de scherm‐
toets Gesprek vrijgeven .
Telefoongesprekken beëindigen
Selecteer in een conferentiegesprek
de schermtoets Ophangen om beide
telefoongesprekken te beëindigen.
Tekstberichten Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het In‐ fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, hebt u via het Infotainment‐
systeem toegang tot het Postvak IN
van uw mobiele telefoon.
Niet elke telefoon ondersteunt de
tekstberichtenfunctie van het Infotain‐
mentsysteem.
Berichtenapplicatie op de
mobiele telefoon activeren Het verzenden van tekstberichtgege‐
vens naar het Infotainmentsysteem
moet op de mobiele telefoon geacti‐
veerd zijn.
Telefoon73
Selecteer in het Bluetooth-menu van
uw mobiele telefoon de naam van het
gekoppelde Infotainmentsysteem om
het betreffende submenu weer te ge‐ ven.
Activeer voor het weergeven van de
tekstberichten in de berichtenapplica‐
tie van het Infotainmentsysteem de
betreffende functie in het submenu op de mobiele telefoon.
Het pictogram Messages in het menu
Start van het Infotainmentsysteem is
dan selecteerbaar.
Inkomend tekstbericht Bij het ontvangen van een nieuw
tekstbericht verschijnt er een bericht
met de naam of het nummer van de
afzender.
Selecteer één van de opties in het be‐ richt.
Beluisteren
Als u het bericht door het systeem wilt laten voorlezen, selecteer dan de
schermtoets Luisteren.Weergave
Selecteer voor het weergeven van
het bericht op het scherm de respec‐
tievelijke schermtoets.
Let op
Berichten verschijnen alleen op het
scherm wanneer de auto gepar‐
keerd is.
Weigeren
Selecteer voor het weigeren van het
bericht de respectievelijke scherm‐
toets.
Beantwoorden
Selecteer voor het beantwoorden van
het bericht de schermtoets Antwoord.
Er verschijnt een lijst met voorgedefi‐ nieerde berichten.
Selecteer het gewenste bericht en
bevestig uw invoer.
Het bericht wordt verzonden.
Let op
U kunt nieuwe voorgedefinieerde
berichten in het instellingenmenu
aanmaken.Bel
Selecteer de schermtoets Bellen om
de afzender van het tekstbericht te
bellen.
Postvak IN
Druk op de toets ; en selecteer het
pictogram Messages om het betref‐
fende menu weer te geven.
Selecteer de menuoptie Inbox om
een lijst met alle berichten in het Post‐
vak IN weer te geven.
Selecteer het gewenste bericht. Het
bericht verschijnt op het scherm.
76TrefwoordenlijstAAdresboek .................................... 47
Afbeeldingen ................................ 38
Afbeeldingen weergeven ..............38
Afbeeldingsbestanden ..................35
Afbeelding via USB activeren .......38
Algemene aanwijzingen ...32, 42, 66
AUX ........................................... 35
Bluetooth-muziek ......................35
CD ............................................. 32
Infotainmentsysteem ...................6
Navigatie ................................... 42
Radio ......................................... 25
Telefoonportal ........................... 66
USB ........................................... 35
Algemene informatie ..............35, 62
Antidiefstalfunctie ..........................7
Apps gebruiken............................. 39
Audio afspelen .............................. 37
Audiobestanden ........................... 35
Audio via USB activeren ...............37
Automatisch volume .....................21
Autostore-lijsten ............................ 27
Zenders ophalen .......................27
Zenders opslaan .......................27
AUX .............................................. 35
AUX activeren............................... 37B
BACK-toets ................................... 17
Balance......................................... 20
Basisbediening ............................. 17
Bass.............................................. 20 Bediening...................................... 69 AUX ........................................... 37
Bluetooth-muziek ......................37
CD ............................................. 33
Infotainmentsysteem .................14
Menu ......................................... 17
Navigatiesysteem ......................43
Radio ......................................... 25
Telefoon .................................... 69
USB ..................................... 37, 38
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Beeldscherm................................. 22 Begeleiding .................................. 57
Bestandsindelingen ......................32
Afbeeldingsbestanden ..............35
Audiobestanden ........................35
Bluetooth-muziek ..........................35
Bluetooth-verbinding ....................67
Broodkruimels............................... 57
77
CCategorielijst ................................. 25
CD-speler ..................................... 32
CD-speler activeren ......................33
D DAB .............................................. 30
Datum ........................................... 22
Digital Audio Broadcasting ...........30
E
EQ ................................................ 20
Equalizer....................................... 20
F
Fabrieksinstellingen ......................22
Fader ............................................ 20
Favoriete lijsten Zenders ophalen .......................27
Zenders opslaan .......................27
Favorietenlijst ............................... 27
G Gebruik ................. 14, 25, 33, 43, 63
AUX ........................................... 37
Bluetooth-muziek ......................37
CD ............................................. 33
Infotainmentsysteem .................14
Navigatiesysteem ......................43Telefoon.................................... 69
USB ..................................... 37, 38
Geluidsinstellingen .......................20
H Het Infotainmentsysteem activeren.................................... 14
Het navigatiesysteem activeren ...43
I
Infotainmentsysteem inschakelen 14
Invoer van de bestemming ..........47
K Kaarten ......................................... 43
Koppelen ...................................... 67
L
Lijst met afslagen.......................... 57
M Maximaal inschakelvolume........... 21
Meldingen ..................................... 17
Menubediening ............................. 17
Middenbereik ................................ 20
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................74
Multifunctionele knop ....................17
Mute.............................................. 14N
Navigatie Adresboek ................................. 47
Algemene instellingen ...............43
Begeleidingswaarschuwingen ...57
Bestemmingsinvoer................... 47
Broodkruimels ........................... 57
Coördinaten............................... 47
Favoriete routes ........................47
Gesproken instructies ...............57
Huidige locatie........................... 43
Kaart manipuleren .....................43
Kaartvenster .............................. 43
Lijst met afslagen ......................57
Nuttige plaatsen ........................47
Recente bestemmingen ............47
Reis met viapunten ...................47
Route simuleren ........................43
Route terugvinden .....................57
Routebegeleiding ......................57
Routeopties ............................... 57
Thuisadres ................................ 47
TMC-zenders ............................ 57
Toetsenbord .............................. 47
Verkeersincidenten ...................57
Navigatiesysteem .........................42
Navigatievolume ........................... 21
Noodoproep .................................. 68
Nuttige plaatsen............................ 47
78
O
Overzicht bedieningselementen .....8
R Radio Autostorelijsten.......................... 27
Categorielijst ............................. 25
DAB ........................................... 30
DAB-berichten ........................... 30
Digital Audio Broadcasting ........30
Favoriete lijsten ......................... 27
Menu RDS-opties ......................28
Radio Data System ...................28
RDS........................................... 28
Regionaal .................................. 28
Selectie van frequentiebereik ....25
TP.............................................. 28 Verkeersinformatie ....................28
Zender zoeken .......................... 25
Zenderlijst.................................. 25
Zenders ophalen .......................27
Zenders opslaan .......................27
Radio activeren............................. 25
Radio Data System (RDS) ........... 28
Regio-instelling ............................. 28
Reis met viapunten .......................47
Routebegeleiding .........................57
Route simuleren ........................... 43S
Selectie van frequentiebereik .......25
Software-update ........................... 22
Spraakherkenning ........................62
Startpagina ............................. 17, 22
Stemherkenning ........................... 62
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................... 37
Systeeminstellingen...................... 22 Beeldscherm ............................. 22
Software .................................... 22
Startpagina ................................ 22
Taal ........................................... 22
Tijd en datum ............................ 22
T
TA ................................................. 28
Taal............................................... 22
TA-volume .................................... 21
Tekstberichten .............................. 72
Telefoon Bluetooth ................................... 66
Bluetooth-verbinding .................67
Conferentiegesprek ...................69
Functies tijdens het gesprek .....69
Noodoproepen .......................... 68
Recente oproepen ....................69
Tekstberichten........................... 72
Telefoonboek ............................ 69Telefoonboek.......................... 47, 69
Telefoongesprek Initiëren ..................................... 69
Opnemen .................................. 69
Telefoonportal activeren ...............69
Thuisadres .................................... 47
TMC .............................................. 57
Toetsenbord ................................. 47
TP ................................................. 28
Treble ........................................... 20
Tijd ................................................ 22
Tijdsindeling.................................. 22
U USB .............................................. 35
V
Verkeersincidenten .......................57
Verkeersinformatie .......................28
Volume Automatisch volume ..................21
Maximaal inschakelvolume .......21
Navigatievolume........................ 21
Stiltefunctie................................ 14
Volume van geluidsindicaties ....21
Volume van geluidssignaal .......21
Volume van verkeersinformatie. 21
Volume-instellingen ......................21
Volume van geluidsindicaties .......21
Volume van geluidssignaal ...........21