54Telefoon
Om een Bluetooth -verbinding tot
stand te brengen, moet het handsfree telefoonsysteem ingeschakeld en
moet Bluetooth op de mobiele tele‐
foon geactiveerd zijn.
Koppel een mobiele telefoon met de
volgende knoppen op het stuurwiel:
1. Â / MENU : indrukken
2. R / S : indrukken om op het dis‐
play omhoog/omlaag te gaan
3. INSTELLINGEN : optie selecteren
4. SRC/OK : indrukken om de gese‐
lecteerde optie te bevestigen
5. R / S : indrukken om op het dis‐
play omhoog/omlaag te gaan
6. REGISTREREN : optie selecteren
7. SRC/OK : indrukken om de gese‐
lecteerde optie te bevestigen
Op het display verschijnt Verbinden
terwijl het systeem via Bluetooth naar
beschikbare toestellen zoekt.
Als het handsfree systeem uw mo‐
biele telefoon heeft gevonden, ver‐
schijnt er een 4-cijferige pincode op
het display.Voer de pincode in op het toetsenblok
van uw mobiele telefoon. Op het dis‐ play verschijnt een bevestiging in de
vorm van informatie dat uw mobiele
telefoon gekoppeld is.
Let op
Elke keer bij het koppelen van een
nieuwe telefoon genereert het Info‐
tainmentsysteem hiervoor willekeu‐
rig een pinnummer. Daarom hoeft u
dit niet te onthouden. Als u het kwij‐
traakt, kunt u nog steeds het hand‐
sfreesysteem gebruiken.
Let op
Als het pinnummer niet binnen en‐
kele minuten wordt ingevoerd, wordt
de handeling automatisch geannu‐
leerd.
U kunt het koppelen ook met het
stemherkenningssysteem activeren
3 42.
Let op
Als een andere telefoon tijdens een
nieuwe koppelingsprocedure auto‐
matisch wordt aangesloten, wordtdeze automatisch losgekoppeld om
de nieuwe koppelingsprocedure te laten plaatsvinden.
Let op
U kunt het koppelen te allen tijde on‐ derbreken met de knop à / ESC op
het stuurwiel. Op het display ver‐
schijnt een foutmelding ter bevesti‐
ging dat het koppelen mislukt is.
Bij het voor de eerste keer koppelen
van een mobiele telefoon geeft het
systeem na het verbinden eerst een
welkomstbericht. Dit bericht ver‐
schijnt bij de volgende keren verbin‐
den van dezelfde mobiele telefoon
niet meer.
U hoeft uw telefoon slechts één keer
te koppelen. Daarna maakt het hand‐ sfreesysteem elke keer als u de con‐
tactsleutel in de stand MAR draait au‐
tomatisch verbinding.
Let op
Activeer de Bluetooth-functie van uw
mobiele telefoon, zodat het Infotain‐
mentsysteem de telefoon elke keer
bij het instappen en als u de contact‐ sleutel in de stand MAR zet, herkent.
Telefoon55
Let op
Ga als het koppelen mislukt na of het
telefoonsysteem van de auto op de
lijst in het toetsel staat.
Wellicht moet u het toestel uit het te‐ ostellenoverzicht wissen en als een
nieuw toestel koppelen.
Na het koppelen door het systeem wordt u gevraagd of u de contacten
van de zojuist gekoppelde telefoon
wilt kopiëren. 3 56
Na het koppelen is de telefoon auto‐
matisch met het handsfree telefoon‐
systeem verbonden. De mobiele te‐
lefoon kan dan via de knoppen van
het Infotainmentsysteem op het
stuurwiel worden bediend.
Mobiele telefoon ontkoppelen
van het handsfree
telefoonsysteem Wanneer de lijst met gekoppelde te‐
lefoons vol is, kan een nieuwe tele‐
foon alleen worden gekoppeld wan‐
neer een bestaande telefoon wordt
ontkoppeld.Ontkoppel een mobiele telefoon met
de knoppen op het stuurwiel:
1. Â / MENU : indrukken
2. R / S : indrukken om op het dis‐
play omhoog/omlaag te gaan
3. INSTELLINGEN : optie selecteren
en met de toets SRC/OK bevesti‐
gen
4. R / S : indrukken om op het dis‐
play omhoog/omlaag te gaan
5. Gebruikersgegevens : optie selec‐
teren en met de toets SRC/OK be‐
vestigen
6. R / S : indrukken om op het dis‐
play omhoog/omlaag te gaan
7. Gebruikers wissen : optie selecte‐
ren en met de toets SRC/OK be‐
vestigen
Wis het toestel uit de lijst met
Bluetooth -toestellen op uw mobiele
telefoon. Raadpleeg de bedienings‐
instructies van uw mobiele telefoon.
Door een telefoon te ontkoppelen
worden alle gedownloade contacten
en het belgeheugen ervan uit het
handsfreesysteem verwijderd.Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
56Telefoonmobiele telefoonnetwerken wor‐den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en
regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Inleiding Wanneer een Bluetooth-verbinding
tot stand is gebracht tussen uw mo‐
biele telefoon en het handsfree tele‐
foonsysteem, kunnen de functies van
uw mobiele telefoon grotendeels via
de knoppen van het Infotainmentsys‐ teem op het stuurwiel worden be‐
diend.
Het handsfree telefoonsysteem werkt
ook via gesproken opdrachten 3 42.
Het is dan bijv. mogelijk om de tele‐
foonnummers en contacten die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen, in
het handsfree telefoonsysteem te im‐
porteren en bij te werken.
Nadat de verbinding tot stand is ge‐
bracht, worden de gegevens van de
mobiele telefoon naar het handsfree
telefoonsysteem verzonden. Afhan‐ kelijk van het model telefoon kan dit
enige tijd duren. Tijdens de gege‐
vensoverdracht is bedienen van de
mobiele telefoon slechts beperkt mo‐
gelijk.Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt de functies van het hands‐
free-telefoonsysteem. Daarom kan
het bereik aan beschreven functies
afwijken.
Telefoonbedieningselementen De belangrijkste telefoonbedienings‐
elementen zijn de volgende:
Knoppen op het stuurwiel: ■ Â / MENU : menu telefoon active‐
ren, geselecteerde menuoptie be‐
vestigen, oproep aannemen, wis‐
selgesprek, getoond bericht selec‐ teren. gesprek afwijzen/beëindigen
3 20
■ SRC/OK : geselecteerde menu‐
optie bevestigen, telefoongesprek
van handsfreesysteem naar mo‐
biele telefoon en omgekeerd door‐
verbinden, getoond SMS-bericht
selecteren 3 20
■ Ã / ESC : stemherkenning deacti‐
veren, gesproken bericht/lezen van een tekstbericht onderbreken,
menu Telefoon afsluiten, submenu
afsluiten en terug naar vorige
Telefoon61
Let op
De beltoon van het handsfreetele‐
foonsysteem hangt af van de geper‐
sonaliseerde beltonen, het model en de stand ( o.a. stil, trillen) van uw mo‐
biele telefoon.
Functies tijdens een
telefoongesprek
Naast volumeregeling zijn er tijdens
een gesprek diverse functies beschik‐
baar:
■ Druk op de knop à / ESC op het
stuurwiel om de beller in de wacht
te zetten en de microfoon te deac‐
tiveren. Druk opnieuw op de knop
à / ESC om het gesprek voort te
zetten.
■ De functie Call alert meldt u een
ander ontvangen oproep en laat u de ontvangen oproep tijdens een
ander gesprek beantwoorden en
een wisselgesprek voeren. Druk op
de knop  / MENU op het stuurwiel
om de ontvangen oproep te beant‐
woorden. Het systeem schakelt
over op de ontvangen oproep enzet het huidige gesprek in de wacht. Druk opnieuw op de knop  /
MENU om van gesprek te wisselen.
■ Verbind het gesprek door van het handsfree telefoonsysteem naar demobiele telefoon met de knop SRC/
OK op het stuurwiel. U kunt via uw
mobiele telefoon spreken en de
stuurbedieningsknoppen blijven
gebruiken. Specifiek kunt u bij meer dan één actief gesprek met de knop
 / MENU van gesprek wisselen.
Houd de knop  / MENU kort in‐
gedrukt om het huidige gesprek te
beëindigen.
SMS (Short Message Service) De geïntegreerde SMS-
berichtenlezer van het Infotainment‐
systeem leest ontvangen tekstberich‐
ten op uw mobiele telefoon via
Bluetooth op het geluidssysteem van
de auto voor.
U kunt maximaal 20 SMS-berichten
op het Infotainmentsysteem. Daarna wordt bij ontvangst van een nieuw be‐
richt, het oudste bericht in het Post‐
vak IN gewist.De SMS-berichtenlezer kan afkortin‐
gen herkennen en lezen en de meest
gangbare emoticons, bijv. "Smiley",
interpreteren.
De functies van de SMS-
berichtenlezer werken via de stuur‐
bedieningsknoppen of 3 8 gesproken
opdrachten 3 42.
Let op
Niet alle mobiele telefoons onder‐
steunen het voorlezen van SMS-be‐ richten of het automatisch overzet‐
ten van contacten. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing in het handboek
van uw mobiele telefoon of neem
contact op met uw netwerkprovider.
De hoofdfuncties van de SMS-
berichtenlezer zijn als volgt:
■ Melden van een nieuw ontvangen tekstbericht op uw mobiele telefoon
via Bluetooth , met de/het naam/
nummer van de afzender op het display.
Ook wordt u gevraagd of het bericht moet worden voorgelezen
66TrefwoordenlijstAAF schakelen ................................ 27
Afstandsbediening op stuurwiel ......8
Algemene aanwijzingen 4, 35, 37, 51
Algemene informatie..................... 31
Alternatieve frequenties (AF) ........27
AM-radio ....................................... 24
Antidiefstalfunctie ..........................6
Audio-cd's ..................................... 31
Audio-indelingen ........................... 37
Audio-instellingen .........................19
Automatische verbinding ..............52
Automatische volumeaanpassing. 14
Automatisch uitschakelen .............14
Automatisch zender zoeken .........25
Autostore-functie .......................... 26
Autostore-lijsten ............................ 26
AUX-ingang .................................. 35
B Balance......................................... 19
Bass.............................................. 19
Bediening...................................... 56
Bedieningsorganen ......................14
Bedieningsrichtlijnen voor telefoon ..................................... 63
Bedieningsstanden .......................14Bedieningstoetsen radio
Radio met cd / mp3-speler ........24
Radio met cd-speler ..................24
Berichtenlezer (SMS) .............51, 56
Beveiligingscode............................. 6
Bluetooth .......................... 51, 52, 53
Bluetooth-verbinding ....................53
C CD-display .................................... 32
CD-speler ..................................... 31
CD-weergave................................ 32
Codekaart ....................................... 6
Contacten toevoegen ...................56
Contacten wissen .........................56
D
Displayscherm Bediening .................................. 56
Menu's ....................................... 14
Draagbare audiospelers ...............35
E Een cd uitwerpen ..........................32
Een mobiele telefoon koppelen ....53
Een mobiele telefoon ontkoppelen 53
Een telefoonnummer bellen .........56
Enhanced other network (EON) ...27
Equalizer....................................... 19