2014 OPEL CASCADA ESP

[x] Cancel search: ESP

Page 58 of 255

OPEL CASCADA 2014  Gebruikershandleiding (in Dutch) 56Stoelen, veiligheidssystemen9Waarschuwing
Veiligheidsgordel vóór elke rit om‐
doen.
Inzittenden die geen gebruik ma‐
ken van de veiligheidsgordel bren‐ gen bij eventuele aanrijdingen me‐
d

Page 59 of 255

OPEL CASCADA 2014  Gebruikershandleiding (in Dutch) Stoelen, veiligheidssystemen57
Gordelwaarschuwing
De voorstoelen zijn met een gordel‐
verklikker uitgerust, aangegeven voor de bestuurdersstoel als controlelamp
X  in de toerenteller  3 92 en voor d

Page 69 of 255

OPEL CASCADA 2014  Gebruikershandleiding (in Dutch) Stoelen, veiligheidssystemen67Inbouwposities kinderveiligheidssystemen
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteemGewichts- of leeftijdsgroep
Op passagiersstoel
Op zi

Page 85 of 255

OPEL CASCADA 2014  Gebruikershandleiding (in Dutch) Instrumenten en bedieningsorganen83
Instelbare gevoeligheid van de
regensensor
Draai aan het stelwiel om de gevoe‐
ligheid in te stellen:
lage
gevoelig‐
heid=draai het stelwiel om‐
laaghoge
gevo

Page 91 of 255

OPEL CASCADA 2014  Gebruikershandleiding (in Dutch) Instrumenten en bedieningsorganen89
Tank nooit leegrijden.
Door brandstofresten in de tank kan
de hoeveelheid brandstof die kan
worden bijgetankt kleiner zijn dan de
gespecificeerde tankinhoud.
Koelvl

Page 104 of 255

OPEL CASCADA 2014  Gebruikershandleiding (in Dutch) 102Instrumenten en bedieningsorganen
Draai aan het stelwiel om een paginate selecteren:
■ Schakelindicatie : De huidige ver‐
snelling verschijnt in een pijltje. Het
cijfer erboven geeft aan dat de

Page 143 of 255

OPEL CASCADA 2014  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening141
Automatische
startmotorregeling
Deze functie regelt de startprocedure van de motor. U hoeft de sleutel niet
in stand  3 vast te houden. Na de ac‐
tivering blijft het systeem a

Page 144 of 255

OPEL CASCADA 2014  Gebruikershandleiding (in Dutch) 142Rijden en bediening
De motor wordt uitgeschakeld terwijl
het contact aan blijft.
Een Autostop wordt aangegeven
door de naald op de  AUTOSTOP-po‐
sitie in de toerenteller.
Tijdens een Autostop bli
Page:   1-8 9-16 next >