134Instrumenten en bedieningsorganen
Nr.Boordinformatie134Storing parkeerhulp, reinig
bumper136Service parkeerhulp145Controleer het sproeiervloei‐
stofpeil174Accu bijna leeg258Parkeerhulp uit
Boordinformatie op het Uplevel-
display of Uplevel-Combi-
display
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van teksten. Volg de instructies
van deze teksten.
Het display toont teksten over de vol‐
gende onderwerpen:
■ Vloeistofniveaus
■ Diefstalalarmsysteem
■ Remmen
■ Rijsystemen
■ Elektronische hulpsystemen bij het rijden
■ Cruise control
■ Detectiesystemen
■ Verlichting, gloeilampen vervangen
■ Wis-/wasinstallatie
■ Portieren, ruiten
■ Handzender
■ Veiligheidsgordels
■ Airbagsystemen
■ Motor en versnellingsbak ■ Bandenspanning
■ Dieselpartikelfilter
■ AccustatusBoordinformatie op het Colour-
Info-Display
Sommige belangrijke meldingen ver‐
schijnen tevens op het
Colour-Info-Display. Druk op de mul‐
tifunctionele toets om een boodschap te bevestigen. Sommige meldingen
verschijnen slechts gedurende en‐
kele seconden als popup.
Geluidssignalen Bij het starten van de motor oftijdens het rijden Er klinkt slechts één geluidssignaal
tegelijk.
Het geluidssignaal voor niet gedra‐
gen veiligheidsgordels geniet de pri‐
oriteit boven alle andere geluidssig‐
nalen.
■ Wanneer de veiligheidsgordel niet wordt gedragen.
■ Wanneer bij het wegrijden een van de portieren of de achterklep niet
goed gesloten is.
Klimaatregeling169Vaste luchtroostersEr bevinden zich bovendien nog
luchtroosters onder de voorruit en de
zijruiten, alsook in de voetenruimte.Onderhoud
Luchtinlaat
De luchtinlaat naar de motorruimte
onder aan de voorkant van de voorruit moet voor voldoende luchttoevoer
vrijgehouden worden. Bladeren, vuil
of sneeuw verwijderen.
Pollenfilter Het microfilter ontdoet de binnenko‐
mende buitenlucht van stof, roet,
stuifmeel en sporen.
Airconditioning regelmatig
aanzetten
Om te zorgen dat het systeem goed
blijft werken, moet de koeling een‐
maal per maand, ongeacht de weers‐
gesteldheid of het seizoen, enkele mi‐
nuten worden ingeschakeld. Bij te
lage buitentemperaturen kan de koe‐
ling niet worden ingeschakeld.
Service
Om de koeling optimaal te laten wer‐
ken, is het raadzaam het klimaatre‐
gelsysteem jaarlijks te laten controle‐
ren, te beginnen drie jaar na afleve‐
ring van de nieuwe auto, te weten:
■ functie- en druktest,
■ werking van de verwarming,
■ lektest,
■ controle van de aandrijfriemen,
■ afvoer van condensor en verdam‐ per reinigen,
■ prestatietest.
294Service en onderhoudService en onderhoudAlgemene informatie..................294
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐
middelen en onderdelen ............295Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐
veiligheid en voor het behoud van de waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Het uitgebreide bijgewerkte service‐
schema voor uw auto is beschikbaar
in de werkplaats.
Servicedisplay 3 115.
Europese service-intervallen Aan het voertuig moet om de
30.000 km onderhoud gepleegd wor‐
den, of na 1 jaar, wat het eerst voor‐
komt, tenzij anders vermeld op het
service-display.
De Europese service-intervallen gel‐
den voor de volgende landen:
Andorra, Oostenrijk, België, Bosnië-
Herzegovina, Bulgarije, Kroatië, Cy‐
prus, Tsjechische Republiek, Dene‐
marken, Estland, Finland, Frankrijk,
Duitsland, Griekenland, Groenland,Hongarije, IJsland, Ierland, Italië, Let‐
land, Litouwen, Luxemburg, Macedo‐ nië, Malta, Montenegro, Nederland,
Noorwegen, Polen, Portugal, Roeme‐
nië, Slowakije, Slovenië, Spanje,
Zweden, Zwitserland, Verenigd Ko‐
ninkrijk.
Servicedisplay 3 115.
Internationale service-
intervallen
Aan het voertuig moet om de
15.000 km onderhoud gepleegd wor‐
den, of na 1 jaar, wat het eerst voor‐
komt, tenzij anders vermeld op het
service-display.
De internationale service-intervallen
zijn geldig in de landen die niet tot de groep behoren waarvoor de Euro‐
pese service-intervallen werden op‐
gesteld.
Servicedisplay 3 115.
Registraties
Uitgevoerde service wordt geregi‐
streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het Service- en garantie‐
boekje. De datum en afgelezen
Service en onderhoud295
kilometerstand worden bevestigd met
stempel en handtekening van de uit‐
voerende werkplaats.
Zorg ervoor dat het Service- en ga‐
rantieboekje correct wordt ingevuld,
omdat een sluitend bewijs van ser‐
vice essentieel is bij aanspraken op
garantie of goodwill en tevens een
pluspunt is bij verkoop van de auto.
Service-interval met resterende
levensduur van motorolie Het service-interval is gebaseerd op
diverse parameters afhankelijk van
het gebruik.
Het service-display meldt wanneer de
motorolie moet worden ververst.
Servicedisplay 3 115.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen
en smeermiddelen
Gebruik alleen producten die voldoen aan de aanbevolen specificaties.Schade als gevolg van het gebruik
van producten die niet voldoen aan
deze specificaties, wordt niet gedekt
door de garantie.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig han‐ teren. Informatie op de verpakking in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis
van de kwaliteit en de viscositeit. Bij
de keuze van motorolie is kwaliteit be‐
langrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De vis‐
cositeit geeft informatie over de dikte
van de olie bij diverse temperaturen.
Dexos is de nieuwste motoroliekwali‐ teit die optimale bescherming biedtvoor benzine- en dieselmotoren. In‐
dien deze niet voorhanden is moet
motorolie van een andere gerenom‐
meerde kwaliteit worden gebruikt.
Aanbevelingen voor benzinemotoren
zijn ook geldig voor motoren met de
brandstoffen Compressed Natural
Gas (CNG), Liquified Petroleum Gas
(LPG) en Ethanol (E85).
Kies de juiste motorolie op basis van
zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 299.
Motorolie bijvullen
Motoroliesoorten van verschillende
fabrikanten en merken kunnen wor‐
den gemengd zolang ze voldoen aan de vereiste motoroliecriteria kwaliteit
en viscositeit.
296Service en onderhoud
Het gebruik van motorolie met alleen
de kwaliteit ACEA A1/B1 of alleen A5/
B5 is verboden, omdat deze onder
bepaalde omstandigheden langdu‐
rige motorschade kan veroorzaken.
Kies de juiste motorolie op basis van
zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 299.
Extra motorolieadditieven
Het gebruik van extra motorolieaddi‐
tieven kan schade tot gevolg hebben
en de garantie ongeldig maken.
Motorolieviscositeitswaarden
De SAE-viscositeitswaarde geeft in‐
formatie over de dikte van de olie.
Multigrade-olie wordt aangeduid door twee cijfers, bijv. SAE 5W-30. Het
eerste cijfer, gevolgd door een W,
duidt de lage temperatuurviscositeit aan en het tweede cijfer de hoge tem‐
peratuurviscositeit.
Selecteer de betreffende viscositeits‐ index afhankelijk van de minimumom‐
gevingstemperatuur 3 299.Alle aanbevolen viscositeitswaarden
zijn geschikt voor hoge omgevings‐
temperaturen.
Koelvloeistof en antivries
Gebruik uitsluitend Long Life koel‐
vloeistof/antivries (LLC) op basis van
organisch zuur, die voor de auto is
goedgekeurd. De hulp van een werk‐ plaats inroepen.
Het systeem is af-fabriek afgevuld
met koelvloeistof voor optimale cor‐
rosiebescherming en vorstbescher‐
ming tot een temperatuur van ca.
–28 °C . In noordelijke landen met ex‐
treem lage temperaturen biedt de af-
fabriek bijgevulde koelvloeistof vor‐
stbescherming tot ca. –37°C. Deze concentratie dient het gehele jaar in
stand te worden gehouden. Extra
koelvloeistofadditieven die bedoeld
zijn om extra corrosiebestendigheid
te bieden of om kleine lekken te dich‐ ten kunnen functiestoringen veroor‐
zaken. Aansprakelijkheid voor even‐
tuele gevolgen van het gebruik van
extra koelvloeistofadditieven wordt
niet aanvaard.Rem- en koppelingsvloeistof
Gebruik alleen hoogwaardige rem‐
vloeistof die voor de auto is goedge‐
keurd, raadpleeg een garage.
Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven interval worden ververst.
Remvloeistof moet worden opgesla‐
gen in een afgesloten verpakking om
absorptie van vocht tegen te gaan.
Verontreiniging van de remvloeistof
voorkomen.
Technische gegevens299AutogegevensAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen
Europees serviceschema
Vereiste motoroliekwaliteitAlle Europese landen
(uitgezonderd Wit-Rusland, Moldavië, Rusland, Servië, Turkije)
Alleen Israël
MotoroliekwaliteitBenzinemotoren
(met inbegrip van CNG, LPG, E85)DieselmotorenBenzinemotoren
(met inbegrip van CNG, LPG, E85)Dieselmotorendexos 1––✔–dexos 2✔✔–✔
Wanneer er geen dexos-kwaliteit beschikbaar is, kunt u één keer tussen elke olieverversing max. 1 liter motorolie van dekwaliteit ACEA C3 gebruiken.
Motorolieviscositeitswaarden
Alle Europese landen en Israël
(uitgezonderd Wit-Rusland, Moldavië, Rusland, Servië, Turkije)OmgevingstemperatuurBenzine- en dieselmotorentot –25 °CSAE 5W-30 of SAE 5W-40onder –25 °CSAE 0W-30 of SAE 0W-40
300Technische gegevens
Internationaal serviceschema
Vereiste motoroliekwaliteitAlle landen buiten Europa uitgezonderd IsraëlAlleen Wit-Rusland, Moldavië, Rusland, Servië, TurkijeMotoroliekwaliteitBenzinemotoren
(met inbegrip van CNG, LPG, E85)DieselmotorenBenzinemotoren
(met inbegrip van CNG, LPG, E85)Dieselmotorendexos 1✔–––dexos 2–✔✔✔
Wanneer er geen dexos-kwaliteit beschikbaar is, kunt u de onderstaande oliekwaliteiten gebruiken:
Alle landen buiten Europa
uitgezonderd IsraëlAlleen Wit-Rusland, Moldavië, Rusland, Servië, TurkijeMotoroliekwaliteitBenzinemotoren
(met inbegrip van CNG, LPG, E85)DieselmotorenBenzinemotoren
(met inbegrip van CNG, LPG, E85)DieselmotorenGM-LL-A-025✔–✔–GM-LL-B-025–✔–✔
330Klantinformatie
■ Reacties van de auto in specifiekeverkeerssituaties (bijv. ontplooien
van een airbag, activeren van de
stabiliteitsregeling)
■ Omgevingscondities (bijv. tempe‐ ratuur)
Deze gegevens zijn uitsluitend tech‐ nisch en helpen bij het identificeren
en corrigeren van fouten en het opti‐
maliseren van boordfuncties.
Bewegingsprofielen die op afgelegde
routes duiden, kunnen niet met deze
gegevens worden aangemaakt.
Als er services worden gebruikt (bijv.
reparatiewerkzaamheden, onder‐
houdsprocessen, garantieclaims,
kwaliteitsborging), kunnen medewer‐
kers van het servicenetwerk (inclusief de fabrikant) deze technische infor‐
matie met speciale diagnoseappara‐
tuur uit de voorvaal- en foutgege‐
vensopslagmodules aflezen. Raad‐
pleeg desgewenst deze werkplaat‐
sen voor meer informatie. Na het cor‐
rigeren van een fout worden de ge‐
gevens gewist uit de foutopslagmo‐
dule of worden ze constant over‐ schreven.Bij het gebruik van deze auto kunnen
er zich situaties voordoen waarin
deze technische gegevens in ver‐
band met andere informatie (o.a. on‐
gevalmelding, schade aan de auto,
getuigenverklaringen) met een per‐
soon kunnen worden geassocieerd -
mogelijk met behulp van een expert.
Bij extra contractueel met de klant
overeengekomen functies (bijv. loka‐
liseren van de auto in noodgevallen)
mogen er bepaalde gegevens m.b.t.
de auto vanuit de auto worden ver‐
zonden.Radiofrequentie-
identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van de banden‐
spanning en beveiliging van het ont‐
stekingssysteem. Het wordt ook sa‐
men gebruikt met apparaten zoals ra‐
diogestuurde afstandsbedieningen
voor het vergrendelen/ontgrendelen
van de deuren en starten en zenders in de auto voor het openen van gara‐ gedeuren. RFID-technologie in Opel-
voertuigen gebruikt geen persoonlijke informatie, houdt ze niet bij of koppelt
deze niet aan andere Opel-systemen
die persoonlijke informatie bevatten.