
34Externe apparaten
Afspelen vanaf een iPod®
Deze functie ondersteunt de vol‐
gende iPod-modellen:
■ iPod classic ®
(6e generatie)
■ iPod nano ®
(3G, 4G, 5G en 6G)
■ iPod touch ®
(1G, 2G, 3G en 4G)
In de volgende gevallen kunnen er
storingen tijdens de bediening en
werking optreden:
■ U sluit een iPod aan waarop een nieuwere firmware-versie geïnstal‐leerd is dan de versie die het Info‐
tainmentsysteem ondersteunt.
■ U sluit een iPod met firmware van andere leveranciers aan.
Verbind een iPod als volgt: 1. Verbind één uiteinde van de stan‐
daard iPod USB-kabel met de
dockconnector van de iPod.
2. Sluit het andere uiteinde aan op de USB-poort in de middencon‐
sole.Informatie over de muziek op de iPod
verschijnt op het display van het Info‐ tainmentsysteem en de muziek wordt
afgespeeld via het audiosysteem van
de auto.
De batterij van de iPod herlaadt auto‐
matisch wanneer het voertuig is inge‐
schakeld. De iPod sluit af en stopt met opladen wanneer de auto wordt afge‐ sloten.
Als uw iPod niet wordt ondersteund,
kunt u de muziek erop nog steeds be‐
luisteren door de iPod aan te sluiten
op de AUX-ingang met een standaard
stereokabel van 3,5 mm.
iPod-menu
Gebruik iPod-menu voor selecteren
van:
Door elkaar : druk hierop om de titels
in willekeurige volgorde af te spelen.
Druk opnieuw om willekeurige volg‐
orde te stoppen.
Vergelijkbare nummers afspelen :
Hiermee kan het Infotainmentsys‐
teem afspeellijsten aanmaken met
songs/tracks die op de nu beluisterde
lijken. Het Infotainmentsysteem
creëert een afspeellijst met maximaal 30 gelijksoortige songs. De afspeel‐
lijst verschijnt in de Afspeellijsten-ca‐
tegorie van het menu voor later be‐
luisteren.
1. Druk hierop voor automatisch cre‐
eren van een afspeellijst voor
songs die op de nu beluisterde lij‐
ken.
2. Op het display verschijnt "Afspeellijst succesvol
aangemaakt " en het systeem blijft
de huidige song afspelen.
Automatische afspeellijst
verwijderen : druk hierop om een
nieuw aangemaakte afspeellijst te
wissen.

36Externe apparaten
Luisterboek:
1. Druk hierop om de audiobooks op
de iPod te bekijken.
2. Selecteer de naam van een audi‐ oboek om een lijst met alle audio‐boeken te bekijken.
3. Selecteer een audiobook uit de lijst om het afspelen te beginnen.
Afspelen vanaf een iPhone ®
of
iPad ®
Deze functie ondersteunt de het/de
volgende iPhone-model of iPad-mo‐ dellen:
■ iPhone (2G, 3G, 3GS, 4, 4S en 5)
■ iPad (1G, 2G)
Ga op dezelfde manier te werk zoals eerder beschreven voor gebruik van
een iPod.
Spreek voor het gebruiken van stem‐ herkenning of het afspelen van mu‐
ziek een mediacommando en dan
" Artiest … afspelen. ", "Album …
afspelen ", "Liedje … afspelen. " of
" Genre … afspelen. " uit.
Stemherkenning 3 63.Problemen oplossen met
iPhone, iPod Touch en iPad
Wanneer een iPhone, iPod Touch of
iPad via USB en Bluetooth verbonden
is, klinkt er bij het selecteren van de
iPod-bron op het Infotainmentsys‐
teem wellicht geen audio. Als er tij‐
dens het beluisteren van de iPod-
bron een gesprek binnenkomt en er
geen audio voor de iPod achter de
bron is, ga dan naar het Airplay-pic‐
togram op het apparaat en selecteer
de dockconnector of ontkoppel de
dockconnector en sluit deze weer aan
op het apparaat. Afhankelijk van de
versie van het besturingssysteem op
het apparaat kan sommige functiona‐ liteit verschillen.AUX-ingang
Ga als volgt te werk als er al een rand‐ apparaat aangesloten is, maar er mo‐
menteel een andere bron actief is:
■ Druk op SOURCE om door alle be‐
schikbare schermen met audio‐
bronnen te bladeren totdat het
bronscherm AUX is geselecteerd.
■ Gebruik stemherkenning en zeg "Front aux afspelen | Spelen AUX |
Spelen Voorkant AUX " om het
randapparaat te beluisteren.
Stemherkenning 3 63.
Audio via Bluetooth
Indien aanwezig, kan er muziek van
een gekoppeld Bluetooth-apparaat worden afgespeeld.
"Een telefoon/apparaat koppelen" on‐ der Bluetooth 3 70.
Muziek via een Bluetooth-apparaat
afspelen:
1. Schakel het apparaat in en koppel
en verbind het.
2. U kunt muziek op een van de vol‐
gende manieren starten:

Externe apparaten37
◆ Druk op de Startpagina op de
schermtoets BT Audio.
◆ Druk op SOURCE totdat BT
Audio wordt geselecteerd.
◆ Druk op de knop SRC op de stuurbedieningsknoppen totdat
BT Audio geselecteerd is.
Stuurbedieningsknoppen 3 5.
◆ Gebruik stemherkenning 3 70.
De muziek kan worden bediend met de Infotainment-bedieningsorganen
of bedieningsorganen op het appa‐
raat. Wanneer een telefoon door au‐
dio via Bluetooth met het systeem
verbonden is, zijn de telefoonsignalen en -geluiden wellicht niet hoorbaar op
de telefoon totdat Bluetooth wordt
ontkoppeld. Signaalfuncties kunnen
per telefoon variëren. Controleer de
informatie van de fabrikant van de te‐
lefoon voor ondersteuning van signa‐ len.
Menu BT Audio
Druk op de schermtoets Menu en het
volgende kan verschijnen:Door elkaar : Druk op de knop
TUNE/MENU om de willekeurige
volgorde in of uit te schakelen. Niet
alle apparaten ondersteunen de func‐ tie Willekeurige volgorde.
Bij het selecteren van BT Audio werkt
de interne muziekspeler van het Blue‐
tooth-apparaat afhankelijk van de sta‐ tus van het apparaat wellicht niet. Bijalle apparaten werkt het starten en
afspelen van audio anders. Contro‐
leer bij het afspelen van audio via
Bluetooth op het Infotainmentsys‐
teem of de juiste audiobron op het ap‐ paraat wordt afgespeeld. Wanneer deauto stil staat, gebruik dan het appa‐
raat om het afspelen te starten.
Wanneer u BT Audio als bron selec‐
teert, kan het Infotainmentsysteem
omschakelen naar het scherm
Onderbroken zonder dat er audio
klinkt. Druk op het apparaat op Afspe‐
len of druk op r om het afspelen te
starten. Dit kan gebeuren afhankelijk
van hoe het apparaat via Bluetooth
communiceert.Sommige telefoons ondersteunen het
verzenden van informatie over strea‐
ming audio via Bluetooth voor weer‐
gave op het Infotainmentsysteem. Wanneer het Infotainmentsysteem
deze informatie ontvangt, controleert
het of er album art beschikbaar is en
geeft de radio deze weer.
Controleer bij het afspelen van mu‐
ziek op het Infotainmentsysteem
vanaf een Bluetooth-apparaat of het
Bluetooth-apparaat gedeblokkeerd is en of de gewenste muziek-app op het startscherm verschijnt.
Bij iPhone/iPod touch en iPad appa‐
raten werkt audio via Bluetooth niet
als het apparaat tegelijkertijd via USB
en Bluetooth verbonden is.
Afbeeldingen weergevenU kunt afbeeldingen van een USB-
apparaat bekijken.
Let op
Voor uw eigen veiligheid werken
sommige functies onderweg niet.

Navigatie57
Talen (Languages)Druk op de toets Instellingen op de
Startpagina of de toets CONFIG op
de console om de menuopties te ope‐
nen. Draai de knop TUNE/MENU of
tik op de schuifbalk om door de be‐
schikbare opties te scrollen. Druk op
de knop TUNE/MENU of druk op
Talen (Languages) om de talen weer
te geven. De gewenste taal selecte‐
ren.
Tijd en datum
Druk vanuit de toets Tijd en datum
hierop om het menu Tijd en datum
weer te geven.
Automatische klokupdate : Na het ac‐
tiveren past deze functie de klok au‐ tomatisch aan.
Tijd instellen : druk op + of - om de
uren en minuten op de klok hoger of
lager te zetten.
Datum instellen : Druk op + of - om de
datum vooruit of achteruit te zetten.
Tijdnotatie instellen : Druk op de
schermtoets 12 uur voor de stan‐
daardtijd en 24 uur voor de militaire
tijd.
Druk op de schermtoets Terug om de
aanpassingen op te slaan.
Radio-instellingen Druk op de toets Instellingen op de
Startpagina of de toets CONFIG op
de console om de menuopties te ope‐ nen.
Draai de knop TUNE/MENU of tik op
de schuifbalk om door de beschik‐
bare opties te scrollen.
Druk op de knop TUNE/MENU of druk
op Radio-instellingen om het menu
met de radio-instellingen te tonen.
Druk op deze functie om wijzigingen
aan weergegeven radio-informatie,
voorkeuzepagina's en Automatische
volumeregeling toe te brengen.
De Radio-instellingen zijn:Automatische volumeregeling : selec‐
teer Uit, Laag , Middelhoog of Hoog
voor de gevoeligheid om het volume
automatisch aan te passen om zo de
effecten van ongewenste achter‐
grondruis te minimaliseren die kun‐
nen voorkomen uit het wijzigende
wegoppervlakken, rijsnelheden of
open ruiten. Deze functie werkt het
best bij een laag volume waarbij de
achtergrondruis doorgaans luider dan
het volume van het geluidssysteem
is.
Gracenote-opties : druk hierop voor
in-/uitschakelen van Normaliseren
voor betere stemherkenning en me‐
diagroeperingen.
Cd-speler 3 25, USB 3 32, randap‐
paratuur 3 32 en audio via Bluetooth
3 32.
Startvolume : druk hierop om het
maximale volumeniveau bij het op‐
starten in te stellen. Dit volume zal
worden gebruikt zelfs als een hoger
volume was ingesteld wanneer het In‐
fotainmentsysteem werd uitgescha‐
keld.

60Navigatie
Waarschuwingen routebegeleiding
Indrukken voor inschakelen van de
pop-up Begeleidingsmelding die op
de kaart of op het hoofdscherm, bijv.
audio, telefoon enz. moet verschij‐
nen. Er verschijnt een vinkje om aan
te geven dat de stand Begeleidings‐
melding aan is.
Voertuig instellingen
Zie "Persoonlijke instellingen" in het
Instructieboekje.
Displayinstellingen
Druk op de knop Instellingen op de
pagina Startpagina of de knop
CONFIG op de console en selecteer
dan Displayinstellingen in de lijst.
U kunt de volgende opties zien:
Startpaginaopties : druk hierop om het
eerste scherm van de Startpagina
aan te passen.
Display UIT : Druk hierop om het dis‐
play uit te schakelen. Het display
komt terug bij het indrukken van een
toets van het Infotainmentsysteem of
het aanraken van het scherm (indien
aanwezig).
Kaartinstellingen : druk hierop om
naar het submenu te gaan om Auto
zoom te wijzigen, de weergave van
Snelheidslimieten op de kaart in te
schakelen en de instellingen van
Weergave kaart te wijzigen.
Weergave kaart : druk hierop om de
achtergrond van het scherm te wijzi‐
gen.
■ De instelling Automatisch past de
achtergrond van het scherm auto‐
matisch aan volgens de rijverlich‐
ting.
■ In de stand Dag is de achtergrond
van de kaart helder.
■ In de stand Nacht is de achtergrond
van de kaart donker.
Als u de algemene helderheid van het beeldscherm wilt wijzigen, gebruikt u
de regelbare instrumentenverlichting
voor de binnenverlichting.
Globaal Positioning
System (gps) De positie van het voertuig wordt be‐paald door het gebruik van satelliet‐
signalen, diverse voertuigsignalen en
kaartgegevens.
Andere storingen zoals de satelliet‐
toestand, de wegconfiguratie, de toe‐ stand van de auto en/of andere om‐
standigheden kunnen hinderen bij de
bepaling van een nauwkeurige positie
van de auto door het navigatiesys‐
teem.

Stemherkenning63StemherkenningStemherkenning ........................... 63Stemherkenning
Door stemherkenning kunt u de func‐ ties van het Infotainmentsysteem
handenvrij bedienen.
Stemherkenning kan worden gebruikt
wanneer het Infotainmentsysteem is
ingeschakeld of wanneer vertraagde
uitschakeling stroom actief is. Zie
"Vertraagde uitschakeling stroom" in
het Instructieboekje. Het systeem
heeft een minimumvolume.
Stemherkenning gebruiken 1. Druk de knop 3 op het stuur
even in. Het audiosysteem wordt
gedempt en u hoort een pieptoon. Een gesproken aanwijzing zegt
" Geef een commando. ". U kunt
het commando na de pieptoon uit‐
spreken.
Als er geen pieptoon is, zorg dan
dat het volume hoog staat.
Wanneer stemherkenning actief
is, verschijnt er rechtsboven ophet scherm van het systeem een
symbool w.
2. Spreek één van de commando's, die later in dit hoofdstuk worden
vermeld, duidelijk uit.
Druk twee keer op q/w op het
stuurwiel om de gesproken
promptberichten over te slaan.
Stemherkenning annuleren 1. Druk de bedieningsknop 4 op
het stuur even in om een com‐ mando te annuleren, als de res‐
pons van het systeem niet over‐
eenstemt met het gesproken
commando of zeg " Tot ziens | Dag
| Doeg | Doei " of "Annul. ".
2. Het systeem antwoordt " Tot ziens
| Dag | Doeg | Doei ".
Nuttige hints voor gesproken
commando's ■ Wanneer meerdere commando's beschikbaar zijn, kiest u het com‐
mando dat u het gemakkelijkst
vindt.

Stemherkenning65
Mijn media: Gebruik dit commando
om meer te vernemen over hoe u spe‐
cifieke tracks, artiesten, albums, met
de USB-poort verbonden apparaten
afspeelt of hoe u van bron verandert.
Instellingen : Gebruik dit commando
om meer te vernemen over hoe u ge‐ sproken prompts in- of uitschakelt of
hoe u de taal instelt
Commando's voor
stemherkenning
De volgende lijst toont de beschik‐ bare gesproken commando's voor
het Infotainmentsysteem en een bij‐
horende korte beschrijving. De com‐
mando's worden vermeld met de op‐
tionele woorden tussen haakjes. Zie
de eerdere instructies voor het ge‐
bruik van de gesproken commando's.
Commando's voor radio
AM tuner , FM tuner : instrueert het
systeem om naar het specifieke golf‐
bereik en de laatste zender te gaan.
AM tuner … (frequentie), FM …
tuner : instrueert het systeem om naar
de specifieke zender te gaan.Telefooncommando's
Bellen | Kiezen (telefoonnummer of
contactpersoon): Instrueert het sys‐
teem om iemand te bellen. Zeg bij‐
voorbeeld "Kies 1 248 123 4567". Bel
een contactpersoon uit het telefoon‐
boek met Bellen | Kiezen , zeg de
naam en locatie en zeg Bellen |
Kiezen . Zeg bijvoorbeeld Bel Jan
thuis" of "Bel Jan op het werk". Als
een nummer niet wordt herkend,
wordt het eerste nummer uit de lijst
gebeld.
Verbinding maken | Verbinden |
Connect : Instrueert het systeem om
een apparaat te koppelen.
Nummer bellen : Instrueert het sys‐
teem om een telefoonnummer cijfer
voor cijfer te kiezen. Spreek de cijfers
uit en zeg Bellen | Kiezen .
Opnieuw bellen | Laatste nummer
opnieuw kiezen | Nogmaals kiezen |
Laatste nummer opnieuw bellen |
Opnieuw kiezen | Nogmaals bellen |
Nog een keer bellen | Bel opnieuw :
Instrueert het systeem om het laatst
gebelde telefoonnummer te kiezen.Apparaat kiezen : Instrueert het sys‐
teem om naar een ander gekoppeld apparaat over te schakelen. Het ap‐
paraat moet van het scherm of met de knop TUNE/MENU worden geselec‐
teerd.
Apparaat wissen : Instrueert het sys‐
teem om een gekoppeld apparaat te
wissen.
SMS lezen | SMS-berichten lezen |
SMS-bericht lezen : instrueert het sys‐
teem om tekstberichten van een ge‐
koppeld apparaat te lezen. Niet alle
apparaten ondersteunen tekstberich‐
ten. Van toepassing indien aanwezig.
Mijn mediacommando's CD , AUX , USB of BT Audio : Instru‐
eert het systeem om te veranderen van bron.
CD-track ... afspelen : Instrueert het
systeem om een cd af te spelen. Zeg bijvoorbeeld " CD-track ... afspelen ".
De volgende commando's gelden al‐
leen voor USB-, iPod- en iPhone-
bronnen. Ze worden ondersteund na‐
dat het apparaat geïndexeerd is.

66Stemherkenning
Artiest … afspelen.: Instrueert het
systeem om songs van een speci‐
fieke artiest af te spelen. Zeg bijvoor‐
beeld " Artiest … afspelen.
Album … afspelen : Instrueert het sys‐
teem om een specifiek album af te spelen.
Liedje … afspelen. : Instrueert het
systeem om een specifieke song af te
spelen.
Genre … afspelen. : Instrueert het
systeem om songs van een specifiek
genre af te spelen.
Artiest zoeken … : Instrueert het sys‐
teem om een lijst met alle songs van een specifieke artiest weer te geven.
Zeg bijvoorbeeld " Artiest zoeken …
Componist zoeken … : Instrueert het
systeem om een lijst met alle songs
van een specifieke componist weer te geven. Zeg bijvoorbeeld " Componist
zoeken …
teem om een lijst met alle songs van een specifiek album weer te geven.
Zeg bijvoorbeeld " Album zoeken …
Genre zoeken … : Instrueert het sys‐
teem om een lijst met alle songs van
een specifiek genre weer te geven. Zeg bijvoorbeeld " Genre zoeken …
Map zoeken … : Instrueert het sys‐
teem om een lijst met alle songs in
een specifieke map weer te geven.
Zeg bijvoorbeeld " Map zoeken …
Speellijst zoeken … : Instrueert het
systeem om een lijst met alle songs in
een specifieke afspeellijst weer te ge‐
ven. Zeg bijvoorbeeld " Speellijst
zoeken …
Audioboek zoeken … : Instrueert het
systeem om een lijst met alle tracks in een specifiek audiobook weer te ge‐
ven. Zeg bijvoorbeeld " Audioboek
zoeken …
systeem om een lijst met alle songs in een specifieke afspeellijst weer te ge‐
ven. Zeg bijvoorbeeld " Speellijst
zoeken …
Podcast zoeken … : Instrueert het
systeem om een lijst met alle tracks in een specifieke podcast weer te ge‐
ven. Zeg bijvoorbeeld " Podcast
zoeken …
Meer van dit : Instrueert het systeem
een afspeellijst aan te maken met ge‐ lijksoortige tracks als die welke nu
klinkt.
Instellingscommando's
Taal ... [instellen] : Instrueert het sys‐
teem om de taal in te stellen.
Lijst apparaten : Vraagt het systeem
om een apparatenlijst voor gebruik.
Andere commando's Tot ziens | Dag | Doeg | Doei : Instru‐
eert het systeem om een telefoonge‐
sprek of stemherkenning te beëindi‐
gen.
Annul. : Instrueert het systeem om
een handeling te annuleren.