
16Inleiding
Druk op de schermtoets Messages
(indien aanwezig) om het Postvak In
voor tekstberichten weer te geven.
Tekstberichten 3 79.
Indien aanwezig is deze functie be‐
schikbaar via het pictogram Apps op
het Infotainmentsysteem
Startpagina . Voor het downloaden en
gebruiken van apps is een Wi-Fi-in‐
ternetverbinding als onderdeel van
een smartphone of andere dataservi‐
ceregeling van een mobiel apparaat
nodig. Bij de meeste smartphone kunt u deze activeren in het instellingen‐
menu onder Mobiele netwerksharing, Persoonlijke hotspot, Mobiele hotspot
Wi-Fi-hotspot of soortgelijke opties.
Druk na het activeren van Wi-Fi op de
smartphone op het pictogram Apps
op de Startpagina . Volg de aanwijzin‐
gen voor het configureren van de in‐
ternetverbinding en het instellen van
een account.
Snelle info
Snelle info geeft u toegang tot quic‐
kinfo over afspelen van audio.
Druk hiervoor op Snelle info op de
Startpagina of op de console op de
knop INFO. Afhankelijk van het sys‐
teem en of de opties voor die regio
beschikbaar zijn, zijn sommige opties
wellicht uitgegrijsd.
Audioinfo : toont informatie over het
momenteel beluisterde nummer.
Beeldscherm schoonmaken
Verwijder vuil dat krassen zou kun‐
nen veroorzaken met een zachte bor‐ stel. Veeg glanzende opperlakken of
displays van de auto's schoon met
een microvezeldoek.
Gebruik nooit ruitreinigers of oplos‐
middelen.
Let op
Het gebruik van schuurmiddelen
voor de reiniging van glasoppervlak‐
ken kan het glas krassen. Wanneer
u het glas reinigt, gebruikt u een zachte doek en sproeit u geen reini‐
gingsmiddel rechtstreeks op het In‐
fotainmentsysteem.
Let op
Bevestig geen apparaat met een
zuignap op het display.
Veeg de middenconsole niet schoon
met een harde doek of een vluchtige
vloeistof. Dit kan immers het opper‐
vlak krassen of de tekens op de knop
wissen.

28Externe apparatenExterne apparatenAlgemene informatie....................28
Audio afspelen ............................. 32
Afbeeldingen weergeven .............37
Smartphone-applicaties
gebruiken ..................................... 38Algemene informatie
Deze auto heeft een AUX-aansluiting
en een USB-aansluiting in de mid‐
denconsole om externe audiogege‐
vensbronnen aan te sluiten.
Voorzichtig
Laad via de USB-aansluiting geen toebehoren met USB-stekker op.
Door de warmteontwikkeling kan
het systeem minder goed gaan
werken of kan het Infotainment‐
systeem beschadigd raken.
Wijzig indien configurabel de in‐
stellingen van de apparatuur, bijv.
smartphones, zodanig dat de
USB-verbinding alleen wordt ge‐
bruikt voor gegevensoverdracht
en niet voor opladen.
Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon
en droog.
AUX-ingang
Mogelijke externe audiobronnen zijn:
■ Laptop
■ Mp3-speler
■ Cassettespeler
Deze aansluiting is geen audio-uit‐
gang. Sluit geen hoofdtelefoon aan
op de AUX-ingang. Sluit hulpappara‐
ten aan terwijl het voertuig in de stand P (Parkeren) staat.
Sluit een 3,5 mm-kabel aan van het
hulpapparaat op de AUX-ingang.
Wanneer een apparaat wordt aange‐ sloten, begint het systeem automa‐
tisch audio vanaf het apparaat af te
spelen via de luidsprekers van het
voertuig.

Externe apparaten31
gebruikt. Als er geen cover art wordt
gevonden, gebruikt Gracenote gen‐
reafbeeldingen of foto's van artiesten.Meer van dit
De Gracenote-database bevat attri‐
buten voor muziek, bijv. genre, mu‐
ziekperiode, regio, soort artiest, stem‐
ming, enz. Gebruik dit voor het creë‐
ren van een afspeellijst van maximaal
30 songs "zoals" de momenteel be‐
luisterde song. Deze afspeellijst
wordt opgeslagen in het menu
Afspeellijsten wanneer het apparaat
weer wordt verbonden. Als er songs
van het apparaat worden verwijderd,
slaat het systeem deze songs simpel‐
weg over en speelt het de volgende
beschikbare song af. Gebruik het
aanraakscherm of stemherkenning
om een "Meer van dit" afspeellijst te
creëren. Stemherkenning 3 63.Gracenote indexering
Terwijl Gracenote indexeert, zijn er
Infotainmentfuncties beschikbaar,
zoals het selecteren van muziek uit
het menu. Muziek via stemherken‐
ning is niet beschikbaar totdat het In‐
fotainmentsysteem het apparaat ge‐heel heeft geïndexeerd. Bij apparaten
met meer muziek kan het indexeren
meer tijd in beslag nemen. Bij de eer‐
ste keer aansluiten op het Infotain‐
mentsysteem gaat het apparaat in‐
dexeren. Als Indexeren van het
scherm verdwijnt, is het Infotainment‐
systeem gereed voor het ondersteu‐
nen van zoeken naar muziek. Bij de
volgende keer aansluiten of de vol‐
gende contactcyclus verschijnt In‐
dexeren kort op het scherm. Het Info‐ tainmentsysteem zoekt naar wijzigin‐
gen in het apparaat en stelt de mu‐
zieklijst op. Als er geen wijzigingen zijn, is het zoeken naar muziek via
stemherkenning beschikbaar. Het In‐
fotainmentsysteem gaat indexeren
en slaat twee apparaten met maxi‐
maal 10.000 songs op elk apparaat
op.
Afbeeldingsfunctie USB
Afbeeldingen kunnen alleen met
USB-apparaten worden bekeken. Zet afbeeldingen op een SD card over op
een USB-apparaat of gebruik een
USB-SD-adapter. Bestanden van
meer dan ongeveer vier megapixelworden wellicht niet weergegeven.
Alleen jpeg-, bmp-, gif- en png-be‐
standen worden ondersteund.
Bestandssysteem en namen
De songs, artiesten, albums en gen‐
res worden uit de songinformatie van
het bestand gehaald en worden al‐
leen weergegeven als ze aanwezig
zijn. Het Infotainmentsysteem geeft
de bestandsnaam als de tracknaam
weer als de songinformatie niet be‐
schikbaar is.
Audio via Bluetooth
Indien aanwezig, kan er muziek van
een gekoppeld Bluetooth-apparaat
worden afgespeeld.
Bluetooth-verbinding 3 70.
Ondersteuning van
smartphone-applicaties
Met de functie Apps van het Infotain‐
mentsysteem hebt u toegang tot
goedgekeurde smartphone-applica‐
ties. Het Infotainmentsysteem autori‐
seert applicatie-updates zodra ze ver‐
krijgbaar zijn.

32Externe apparaten
Alvorens een goedgekeurde applica‐
tie met de bedieningsorganen en me‐
nu's van het Infotainmentsysteem
kan worden gebruikt, moet de betref‐
fende applicatie op de smartphone
worden geïnstalleerd.
Ga bij het installeren van een goed‐
gekeurde smartphone-applicatie te
werk volgens de instructie op de
smartphone.
Audio afspelen USB-speler
Terwijl de USB-bron actief is, gebruikt u het volgende om de USB-functie te
bedienen:
TUNE/MENU -knop: draai hieraan om
door de lijst te bladeren. Draai er snel
aan om snel alfabetisch door grote
lijsten te scrollen.
r (Afspelen/pauzeren): druk op
deze knop om de huidige mediabron
te starten, pauzeren of te hervatten.] SEEK (Vorige/terugspoelen):
■ Druk op deze knop om het begin van de huidige of vorige titel te zoe‐ken. Als de titel minder dan
vijf seconden werd afgespeeld,
wordt de vorige titel afgespeeld. Bij
meer dan vijf seconden herstart de
huidige titel.
■ Houd de knop ingedrukt om het af‐ spelen snel terug te spoelen. Laat
los om de afspeelsnelheid te her‐
vatten. De verstreken tijd ver‐
schijnt.
SEEK [ (Volgende/doorspoelen):
■ Druk op deze knop om de volgende
titel te zoeken.
■ Houd ingedrukt om het afspelen snel door te spoelen. Laat los om
de afspeelsnelheid te hervatten. De verstreken tijd wordt weergegeven.
USB-menu
De volgende opties zijn beschikbaar
via het USB-menu :Door elkaar : druk hierop om de titels
in willekeurige volgorde af te spelen.
Druk opnieuw om willekeurige volg‐
orde te stoppen.
Vergelijkbare nummers afspelen :
1. Druk hierop voor automatisch cre‐
eren van een afspeellijst voor
songs die op de nu beluisterde lij‐ ken.
2. Op het display verschijnt "Afspeellijst succesvol
aangemaakt " en het systeem blijft
de huidige song afspelen.
Aanmaken afspeellijst mislukt kan
verschijnen als een song niet in de Gracenote database voorkomt.
Automatische afspeellijst
verwijderen : druk hierop om een
nieuw aangemaakte afspeellijst te
wissen.
Afspeellijsten/Mappen : druk hierop
om een lijst met mappen te openen
om zo toegang tot bestanden in de
mappenstructuur te hebben.

36Externe apparaten
Luisterboek:
1. Druk hierop om de audiobooks op
de iPod te bekijken.
2. Selecteer de naam van een audi‐ oboek om een lijst met alle audio‐boeken te bekijken.
3. Selecteer een audiobook uit de lijst om het afspelen te beginnen.
Afspelen vanaf een iPhone ®
of
iPad ®
Deze functie ondersteunt de het/de
volgende iPhone-model of iPad-mo‐ dellen:
■ iPhone (2G, 3G, 3GS, 4, 4S en 5)
■ iPad (1G, 2G)
Ga op dezelfde manier te werk zoals eerder beschreven voor gebruik van
een iPod.
Spreek voor het gebruiken van stem‐ herkenning of het afspelen van mu‐
ziek een mediacommando en dan
" Artiest … afspelen. ", "Album …
afspelen ", "Liedje … afspelen. " of
" Genre … afspelen. " uit.
Stemherkenning 3 63.Problemen oplossen met
iPhone, iPod Touch en iPad
Wanneer een iPhone, iPod Touch of
iPad via USB en Bluetooth verbonden
is, klinkt er bij het selecteren van de
iPod-bron op het Infotainmentsys‐
teem wellicht geen audio. Als er tij‐
dens het beluisteren van de iPod-
bron een gesprek binnenkomt en er
geen audio voor de iPod achter de
bron is, ga dan naar het Airplay-pic‐
togram op het apparaat en selecteer
de dockconnector of ontkoppel de
dockconnector en sluit deze weer aan
op het apparaat. Afhankelijk van de
versie van het besturingssysteem op
het apparaat kan sommige functiona‐ liteit verschillen.AUX-ingang
Ga als volgt te werk als er al een rand‐ apparaat aangesloten is, maar er mo‐
menteel een andere bron actief is:
■ Druk op SOURCE om door alle be‐
schikbare schermen met audio‐
bronnen te bladeren totdat het
bronscherm AUX is geselecteerd.
■ Gebruik stemherkenning en zeg "Front aux afspelen | Spelen AUX |
Spelen Voorkant AUX " om het
randapparaat te beluisteren.
Stemherkenning 3 63.
Audio via Bluetooth
Indien aanwezig, kan er muziek van
een gekoppeld Bluetooth-apparaat worden afgespeeld.
"Een telefoon/apparaat koppelen" on‐ der Bluetooth 3 70.
Muziek via een Bluetooth-apparaat
afspelen:
1. Schakel het apparaat in en koppel
en verbind het.
2. U kunt muziek op een van de vol‐
gende manieren starten:

Externe apparaten37
◆ Druk op de Startpagina op de
schermtoets BT Audio.
◆ Druk op SOURCE totdat BT
Audio wordt geselecteerd.
◆ Druk op de knop SRC op de stuurbedieningsknoppen totdat
BT Audio geselecteerd is.
Stuurbedieningsknoppen 3 5.
◆ Gebruik stemherkenning 3 70.
De muziek kan worden bediend met de Infotainment-bedieningsorganen
of bedieningsorganen op het appa‐
raat. Wanneer een telefoon door au‐
dio via Bluetooth met het systeem
verbonden is, zijn de telefoonsignalen en -geluiden wellicht niet hoorbaar op
de telefoon totdat Bluetooth wordt
ontkoppeld. Signaalfuncties kunnen
per telefoon variëren. Controleer de
informatie van de fabrikant van de te‐
lefoon voor ondersteuning van signa‐ len.
Menu BT Audio
Druk op de schermtoets Menu en het
volgende kan verschijnen:Door elkaar : Druk op de knop
TUNE/MENU om de willekeurige
volgorde in of uit te schakelen. Niet
alle apparaten ondersteunen de func‐ tie Willekeurige volgorde.
Bij het selecteren van BT Audio werkt
de interne muziekspeler van het Blue‐
tooth-apparaat afhankelijk van de sta‐ tus van het apparaat wellicht niet. Bijalle apparaten werkt het starten en
afspelen van audio anders. Contro‐
leer bij het afspelen van audio via
Bluetooth op het Infotainmentsys‐
teem of de juiste audiobron op het ap‐ paraat wordt afgespeeld. Wanneer deauto stil staat, gebruik dan het appa‐
raat om het afspelen te starten.
Wanneer u BT Audio als bron selec‐
teert, kan het Infotainmentsysteem
omschakelen naar het scherm
Onderbroken zonder dat er audio
klinkt. Druk op het apparaat op Afspe‐
len of druk op r om het afspelen te
starten. Dit kan gebeuren afhankelijk
van hoe het apparaat via Bluetooth
communiceert.Sommige telefoons ondersteunen het
verzenden van informatie over strea‐
ming audio via Bluetooth voor weer‐
gave op het Infotainmentsysteem. Wanneer het Infotainmentsysteem
deze informatie ontvangt, controleert
het of er album art beschikbaar is en
geeft de radio deze weer.
Controleer bij het afspelen van mu‐
ziek op het Infotainmentsysteem
vanaf een Bluetooth-apparaat of het
Bluetooth-apparaat gedeblokkeerd is en of de gewenste muziek-app op het startscherm verschijnt.
Bij iPhone/iPod touch en iPad appa‐
raten werkt audio via Bluetooth niet
als het apparaat tegelijkertijd via USB
en Bluetooth verbonden is.
Afbeeldingen weergevenU kunt afbeeldingen van een USB-
apparaat bekijken.
Let op
Voor uw eigen veiligheid werken
sommige functies onderweg niet.

38Externe apparaten
Afbeeldingen kunnen alleen met
USB-apparaten worden bekeken. Zet afbeeldingen op een SD card over op
een USB-apparaat of gebruik een
USB-SD-adapter. Bestanden van
meer dan ongeveer vier megapixel
worden wellicht niet weergegeven.
Alleen jpeg-, bmp-, gif- en png-be‐
standen worden ondersteund.
1. Druk op de Startpagina op de
schermtoets Afbeeldingen .
2. Het systeem zoekt naar de map‐ pen met afbeeldingen. Het bericht" Een ogenblik geduld " verschijnt
totdat het zoeken voltooid is.
3. Er verschijnt een lijst. Selecteer een afbeelding om te bekijken.
4. Na het verschijnen van een af‐
beelding zijn de volgende opties
beschikbaar:
Info : indrukken om de bestands‐
naaminformatie in of uit te schakelen.
< : druk hierop om een eerdere af‐
beelding weer te geven, indien niet in
een diavoorstelling.
6 : druk hierop om om te schakelen
tussen diavoorstelling en handmatige modus.
> : druk hierop om een latere afbeel‐
ding weer te geven, indien niet in een diavoorstelling.
v : druk hierop om een afbeelding
90 graden linksom te draaien.
Menu : indrukken om het scherm
Instellingen foto-viewer te openen.
Hoofdmenu foto-viewer , Foto-viewer
- timer diashow en Shuffle foto's ver‐
schijnen als opties voor configureren
van het bekijken van in het systeem
opgeslagen afbeeldingen.
Als het weergavescherm voor afbeel‐ dingen niet binnen zes seconden
wordt gebruikt, verdwijnen de opties in de balken boven en onder. Tik op
het scherm om de balken boven en
onder weer te laten verschijnen.
Smartphone-applicaties
gebruiken Alvorens een goedgekeurde applica‐
tie met de bedieningsorganen en me‐
nu's van het Infotainmentsysteem
kan worden gebruikt, moet de betref‐
fende applicatie op de smartphone
worden geïnstalleerd.
Ondersteunde applicaties
Druk op de toets ; en selecteer de
knop op het scherm Apps om het be‐
treffende menu te openen.

Externe apparaten39
Het menu toont welke smartphone-
applicaties momenteel door het Info‐
tainmentsysteem worden onder‐
steund.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de betreffende applicatie verwij‐
zen wij u naar de website van de be‐ treffende softwarefabrikant.
Een applicatie starten
Verbind de smartphone als deze nog
niet met het Infotainmentsysteem ver‐ bonden is:
■ iPod/iPhone of iPad: verbind het
apparaat met de USB-poort 3 28.
■ Android phone: breng een Blue‐
tooth-verbinding tot stand 3 70.
Download indien niet geïnstalleerd de
betreffende applicatie naar uw smart‐ phone.
Druk op de toets ; en selecteer de
knop op het scherm Apps om het be‐
treffende menu te openen.Tik op de knop op het scherm van de
gewenste applicatie. Er komt een ver‐ binding met de betreffende applicatie
op de verbonden smartphone tot
stand.
Het hoofdmenu van de applicatie ver‐
schijnt op het display van het Infotain‐ mentsysteem.
Let op
Controleer bij het gebruik van een
navigatie-applicatie of de GPS-ont‐
vangst van de smartphone goed is.