Inleiding5
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Be‐ paalde beschrijvingen, zoals dievoor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht
niet voor uw auto.
Antidiefstalfunctie De antidiefstalfunctie werkt door een
deel van het voertuigidentificatienum‐
mer (VIN) door te geven aan het In‐
fotainmentsysteem. Het Infotain‐
mentsysteem werkt niet als het is ge‐ stolen of verplaatst naar een ander
voertuig.
Overzicht
bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem werkt met de toetsen, het touchscreen, de
stuurbedieningsknoppen en stemher‐ kenning.
Gebruik 3 12.
14Inleiding
Druk op de toets Instellingen om de
hoofdpagina Instellingen weer te ge‐
ven. Pas in dit scherm functies zoals
tijd en datum, radio, telefoon, naviga‐ tie, auto en display aan.
Menu Configuratie 3 56.
Druk op de toets Audio om de hoofd‐
pagina Audio weer te geven. Stel de
toon en luidsprekers af door op de
toetsen te drukken die de geluidsni‐
veaus van treble, middentonen, bass, fade en balans wijzigen.
Geluidsinstellingen 3 17.
Druk op de schermtoets
Afbeeldingen om afbeeldingen op uw
USB-drive of SD card te bekijken. U
kunt afbeeldingen op de SD card al‐
leen door een USB-adapter bekijken.
Afbeeldingen weergeven 3 37.
Druk op de toets FM om de hoofdpa‐
gina FM te tonen en te luisteren naar
het huidige of laatst afgestemde FM- station.
AM/FM-radio 3 18.
Druk op de toets AM om de hoofdpa‐
gina AM te tonen en te luisteren naar
het huidige of laatst afgestemde AM-
station.
AM/FM-radio 3 18.
Druk op de schermtoets Stitcher (in‐
dien aanwezig) om de startpagina Stitcher weer te geven en stream
nieuws, sport en amusementspro‐
gramma's via het audiosysteem.
16Inleiding
Druk op de schermtoets Messages
(indien aanwezig) om het Postvak In
voor tekstberichten weer te geven.
Tekstberichten 3 79.
Indien aanwezig is deze functie be‐
schikbaar via het pictogram Apps op
het Infotainmentsysteem
Startpagina . Voor het downloaden en
gebruiken van apps is een Wi-Fi-in‐
ternetverbinding als onderdeel van
een smartphone of andere dataservi‐
ceregeling van een mobiel apparaat
nodig. Bij de meeste smartphone kunt u deze activeren in het instellingen‐
menu onder Mobiele netwerksharing, Persoonlijke hotspot, Mobiele hotspot
Wi-Fi-hotspot of soortgelijke opties.
Druk na het activeren van Wi-Fi op de
smartphone op het pictogram Apps
op de Startpagina . Volg de aanwijzin‐
gen voor het configureren van de in‐
ternetverbinding en het instellen van
een account.
Snelle info
Snelle info geeft u toegang tot quic‐
kinfo over afspelen van audio.
Druk hiervoor op Snelle info op de
Startpagina of op de console op de
knop INFO. Afhankelijk van het sys‐
teem en of de opties voor die regio
beschikbaar zijn, zijn sommige opties
wellicht uitgegrijsd.
Audioinfo : toont informatie over het
momenteel beluisterde nummer.
Beeldscherm schoonmaken
Verwijder vuil dat krassen zou kun‐
nen veroorzaken met een zachte bor‐ stel. Veeg glanzende opperlakken of
displays van de auto's schoon met
een microvezeldoek.
Gebruik nooit ruitreinigers of oplos‐
middelen.
Let op
Het gebruik van schuurmiddelen
voor de reiniging van glasoppervlak‐
ken kan het glas krassen. Wanneer
u het glas reinigt, gebruikt u een zachte doek en sproeit u geen reini‐
gingsmiddel rechtstreeks op het In‐
fotainmentsysteem.
Let op
Bevestig geen apparaat met een
zuignap op het display.
Veeg de middenconsole niet schoon
met een harde doek of een vluchtige
vloeistof. Dit kan immers het opper‐
vlak krassen of de tekens op de knop
wissen.
20Radio
Autostore
Ga als volgt te werk om Autostore te
gebruiken:
1. Druk op SOURCE om AM of FM
te selecteren.
2. Druk gedurende twee seconden op de toets AS 1-2.
3. De radio zoekt naar de zes meest
krachtige zenders en slaat deze
op.
Druk op de toets AS 1-2 om tussen de
Autostore-zenders en favorieten te
schakelen.
Autostore wist eerder opgeslagen fa‐ voriete zenders niet.
Gemengde voorkeuzes
Elke favorietenpagina kan zes voor‐
keuzezenders opslaan. De voorkeu‐
zes op een pagina kunnen verschil‐ lende radiogolflengtes hebben.
Als u wilt scrollen door de pagina's,
drukt u op de knop FAV op de console
of selecteert u de toets Fav in de bo‐
venste balk. Het huidige paginanum‐
mer verschijnt boven de toetsen vande voorkeuzes. De opgeslagen zen‐
ders voor elke Fav-pagina verschij‐
nen op de voorkeuzetoetsen.
Ga als volgt te werk om het aantal
weer te geven Fav-pagina's te wijzi‐
gen:
1. Druk op Instellingen op het
Startpagina .
2. Radio-instellingen indrukken.
3. Aantal favoriete pagina's indruk‐
ken.
Een voorkeuzestation oproepen
Als u een voorkeuzezender wilt op‐
roepen uit een Fav-pagina, doet u
één van het volgende:
■ Druk op de console op de toets FAV om de voorkeuzepop-up weer
te geven. Druk op één van de voor‐
keuzeschermtoetsen om naar de
geselecteerde voorkeuzezender te
gaan.
■ In de hoofdpagina AM of FM selec‐
teert u één van de voorkeuzetoet‐
sen om naar de geselecteerde
voorkeuzezender te gaan.Radio Data System (RDS)
Radio Data System (RDS) is een ser‐ vice van FM-zenders die de gewen‐
ste zender helpt vinden met een
goede ontvangst. RDS-zenders wor‐ den herkend aan de programmana‐
men en niet aan de uitzendfrequentie.
TP (verkeersprogramma): zenders
met radioverkeersinformatieservice zijn RDS-zenders die verkeersinfor‐ matie uitzenden.
Verkeersinformatie in- of
uitschakelen Om de stand-by verkeersberichten‐
functie van het Infotainmentsysteem
in- en uit te schakelen:
■ Druk op de TP-toets. Als de ver‐
keersinformatieservice wordt inge‐
schakeld, licht [ TP] op het display
op.
■ Er worden alleen verkeersinforma‐ tiezenders weergegeven.
■ Als de actuele zender geen ver‐ keersinformatiezender is, wordt er
automatisch naar de volgende ver‐
keersinformatiezender gezocht.
Radio21
■ Als een radiozender met een ver‐keersinformatieservice wordt ge‐
vonden, licht [ TP] op het display op.
■ Verkeersberichten wordt afge‐ speeld op het ingestelde stemvo‐
lume door de knop CONFIG in te
drukken en vervolgens op de toet‐ sen Navigatie-instellingen en
Gesproken instructie te drukken.
■ Als de radioverkeersinformatieser‐ vice wordt ingeschakeld, wordt het
afspelen van cd's/dvd's en externe
bronnen gedurende het verkeers‐
bericht onderbroken.
Alleen naar verkeersberichten
luisteren
Schakel de radioverkeerinformatie‐
service in en draai het volume van het Infotainmentsysteem helemaal terug.EON (Enhanced Other
Networks)
Met EON kunt u naar verkeersberich‐
ten luisteren ook als de zender waar‐
naar u luistert zelf geen verkeersin‐
formatie uitzendt. Als zulk een station
wordt ingesteld, wordt het weergege‐
ven als TP.
RDS configureren Om het menu voor de RDS-
configuratie op te roepen:
1. Druk op de CONFIG-toets.
2. Selecteer Radio en vervolgens
RDS-opties .
RDS in-/uitschakelen
Zet RDS op Aan of Uit. Activeren van
RDS biedt de volgende voordelen:
■ Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de geselec‐
teerde zender i.p.v. de frequentie.
■ Het infotainmentsysteem stelt met behulp van AF (Alternative Fre‐
quency) altijd automatisch af op dezendfrequentie met de beste ont‐
vangst van de geselecteerde zen‐
der.
■ Afhankelijk van de ontvangen zen‐ der geeft het Infotainmentsysteem
radiotekst weer die bijv. informatie
over het actuele programma kan
bevatten.
In- en uitschakelen van regio- instelling RDS moet zijn geactiveerd voor de
regio-instelling. Soms zenden RDS- zenders op verschillende frequenties
programma's uit die regionaal van el‐
kaar verschillen.
1. Zet Regionaal op Aan of Uit. Al‐
leen alternatieve frequenties (AF)
van dezelfde regionale program‐
ma's worden geselecteerd.
2. Is de regio-instelling uitgescha‐ keld, worden alternatieve fre‐
quenties voor de zenders gese‐
lecteerd zonder rekening te hou‐
den met regionale programma's.
32Externe apparaten
Alvorens een goedgekeurde applica‐
tie met de bedieningsorganen en me‐
nu's van het Infotainmentsysteem
kan worden gebruikt, moet de betref‐
fende applicatie op de smartphone
worden geïnstalleerd.
Ga bij het installeren van een goed‐
gekeurde smartphone-applicatie te
werk volgens de instructie op de
smartphone.
Audio afspelen USB-speler
Terwijl de USB-bron actief is, gebruikt u het volgende om de USB-functie te
bedienen:
TUNE/MENU -knop: draai hieraan om
door de lijst te bladeren. Draai er snel
aan om snel alfabetisch door grote
lijsten te scrollen.
r (Afspelen/pauzeren): druk op
deze knop om de huidige mediabron
te starten, pauzeren of te hervatten.] SEEK (Vorige/terugspoelen):
■ Druk op deze knop om het begin van de huidige of vorige titel te zoe‐ken. Als de titel minder dan
vijf seconden werd afgespeeld,
wordt de vorige titel afgespeeld. Bij
meer dan vijf seconden herstart de
huidige titel.
■ Houd de knop ingedrukt om het af‐ spelen snel terug te spoelen. Laat
los om de afspeelsnelheid te her‐
vatten. De verstreken tijd ver‐
schijnt.
SEEK [ (Volgende/doorspoelen):
■ Druk op deze knop om de volgende
titel te zoeken.
■ Houd ingedrukt om het afspelen snel door te spoelen. Laat los om
de afspeelsnelheid te hervatten. De verstreken tijd wordt weergegeven.
USB-menu
De volgende opties zijn beschikbaar
via het USB-menu :Door elkaar : druk hierop om de titels
in willekeurige volgorde af te spelen.
Druk opnieuw om willekeurige volg‐
orde te stoppen.
Vergelijkbare nummers afspelen :
1. Druk hierop voor automatisch cre‐
eren van een afspeellijst voor
songs die op de nu beluisterde lij‐ ken.
2. Op het display verschijnt "Afspeellijst succesvol
aangemaakt " en het systeem blijft
de huidige song afspelen.
Aanmaken afspeellijst mislukt kan
verschijnen als een song niet in de Gracenote database voorkomt.
Automatische afspeellijst
verwijderen : druk hierop om een
nieuw aangemaakte afspeellijst te
wissen.
Afspeellijsten/Mappen : druk hierop
om een lijst met mappen te openen
om zo toegang tot bestanden in de
mappenstructuur te hebben.
34Externe apparaten
Afspelen vanaf een iPod®
Deze functie ondersteunt de vol‐
gende iPod-modellen:
■ iPod classic ®
(6e generatie)
■ iPod nano ®
(3G, 4G, 5G en 6G)
■ iPod touch ®
(1G, 2G, 3G en 4G)
In de volgende gevallen kunnen er
storingen tijdens de bediening en
werking optreden:
■ U sluit een iPod aan waarop een nieuwere firmware-versie geïnstal‐leerd is dan de versie die het Info‐
tainmentsysteem ondersteunt.
■ U sluit een iPod met firmware van andere leveranciers aan.
Verbind een iPod als volgt: 1. Verbind één uiteinde van de stan‐
daard iPod USB-kabel met de
dockconnector van de iPod.
2. Sluit het andere uiteinde aan op de USB-poort in de middencon‐
sole.Informatie over de muziek op de iPod
verschijnt op het display van het Info‐ tainmentsysteem en de muziek wordt
afgespeeld via het audiosysteem van
de auto.
De batterij van de iPod herlaadt auto‐
matisch wanneer het voertuig is inge‐
schakeld. De iPod sluit af en stopt met opladen wanneer de auto wordt afge‐ sloten.
Als uw iPod niet wordt ondersteund,
kunt u de muziek erop nog steeds be‐
luisteren door de iPod aan te sluiten
op de AUX-ingang met een standaard
stereokabel van 3,5 mm.
iPod-menu
Gebruik iPod-menu voor selecteren
van:
Door elkaar : druk hierop om de titels
in willekeurige volgorde af te spelen.
Druk opnieuw om willekeurige volg‐
orde te stoppen.
Vergelijkbare nummers afspelen :
Hiermee kan het Infotainmentsys‐
teem afspeellijsten aanmaken met
songs/tracks die op de nu beluisterde
lijken. Het Infotainmentsysteem
creëert een afspeellijst met maximaal 30 gelijksoortige songs. De afspeel‐
lijst verschijnt in de Afspeellijsten-ca‐
tegorie van het menu voor later be‐
luisteren.
1. Druk hierop voor automatisch cre‐
eren van een afspeellijst voor
songs die op de nu beluisterde lij‐
ken.
2. Op het display verschijnt "Afspeellijst succesvol
aangemaakt " en het systeem blijft
de huidige song afspelen.
Automatische afspeellijst
verwijderen : druk hierop om een
nieuw aangemaakte afspeellijst te
wissen.
Externe apparaten39
Het menu toont welke smartphone-
applicaties momenteel door het Info‐
tainmentsysteem worden onder‐
steund.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de betreffende applicatie verwij‐
zen wij u naar de website van de be‐ treffende softwarefabrikant.
Een applicatie starten
Verbind de smartphone als deze nog
niet met het Infotainmentsysteem ver‐ bonden is:
■ iPod/iPhone of iPad: verbind het
apparaat met de USB-poort 3 28.
■ Android phone: breng een Blue‐
tooth-verbinding tot stand 3 70.
Download indien niet geïnstalleerd de
betreffende applicatie naar uw smart‐ phone.
Druk op de toets ; en selecteer de
knop op het scherm Apps om het be‐
treffende menu te openen.Tik op de knop op het scherm van de
gewenste applicatie. Er komt een ver‐ binding met de betreffende applicatie
op de verbonden smartphone tot
stand.
Het hoofdmenu van de applicatie ver‐
schijnt op het display van het Infotain‐ mentsysteem.
Let op
Controleer bij het gebruik van een
navigatie-applicatie of de GPS-ont‐
vangst van de smartphone goed is.