gASCAP
Wanneer het diagnosesysteem detec-
teert dat de brandstofvuldop los zit,
onjuist aangebracht of beschadigd is,
verschijnt het bericht "gASCAP"
(brandstofvuldop) op het scherm van
de kilometerteller. Draai de brand-
stofvuldop stevig aan en druk op de
STEP-knop op het stuurwiel om het
bericht te verwijderen. Als het pro-
bleem zich opnieuw voordoet, ver-
schijnt de melding de volgende keer
dat de auto wordt gestart opnieuw.
noFUSE
Wanneer het diagnosesysteem detec-
teert dat de IOD-zekering (spanning
bij uitgeschakeld contact) verkeerd
gemonteerd of beschadigd is, ver-
schijnt het bericht "noFUSE" op het
scherm van de kilometerteller. Raad-
pleeg de paragraaf "Zekeringen" in
het hoofdstuk "Onderhoud van uw
auto" voor meer informatie over zeke-
ringen en zekeringlocaties.
CHAngE OIL
Uw auto is uitgerust met een indicator
voor olieverversing. Het berichtCHAngE OIL
(olie verversen) knip-
pert ongeveer 12 seconden op het
scherm van de kilometerteller na een
geluidssignaal, om de volgende ge-
plande olieverversingsbeurt aan te ge-
ven. De indicator voor olieverversing
is gebaseerd op de belasting van de
motor, wat betekent dat de periodieke
oliebeurten afhankelijk zijn van uw
persoonlijke rijstijl.
Als dit bericht niet wordt gereset, ver-
schijnt dit bericht telkens wanneer u
de contactschakelaar in de stand ON/
RUN zet. Druk op de STEP-knop van
het stuurwiel om dit bericht tijdelijk
uit te schakelen. Om de indicator voor
olieverversing (na periodiek onder-
houd) te resetten, volgt u de volgende
stappen.
1. Zet de contactschakelaar in de
stand ON/RUN (maar start de motor
niet).
2. Trap binnen 10 seconden drie keer
langzaam het gaspedaal volledig in.
3. Draai de contactsschakelaar in de
stand OFF/LOCK. OPMERKING: Als het indicatie-
bericht wordt weergegeven wan-
neer u de motor start, is de indica-
tor voor olieverversing niet
gereset. Herhaal deze stappen, in-
dien nodig.
Weergave elektronisch voertuigin-
formatiecentrum (EVIC) (voor be-
paalde uitvoeringen/landen)
Het elektronische voertuiginformatie-
centrum (EVIC) heeft een interactief
scherm dat zich in de instrumenten-
groep bevindt. Raadpleeg het hoofd-
stuk "Elektronisch voertuiginforma-
tiecentrum (EVIC)" voor meer
informatie hierover.
7. Controlelampje antiblokkeer-
systeem (ABS)
Dit lampje is een indicator
van het ABS-systeem. Het
lampje gaat branden wan-
neer u de contactschakelaar
in de stand ON/RUN zet en kan
daarna nog vier seconden blijven
branden.
198
Press Brake Pedal and Push Buttonto Start (Rempedaal intrappen en
knop indrukken om te starten)
Liftgate Ajar (achterklep open) (er klinkt een geluidssignaal als de
auto gaat rijden)
Low Tire Pressure (lage bandenspanning)
Service TPM System (Onderhoud bandenspanningscontrolesysteem)
(raadpleeg "Bandenspanningscon-
trolesysteem" (TPMS) in "Starten
en rijden")
Bandenspanningsdisplay bij lage spanning van band(en) bij premi-
umsysteem "Inflate Tire to XX"
(Pomp de band op tot XX)
Turn Signal On (richtingaanwijzer aan)
RKE Battery Low (batterij af- standsbediening leeg)
Service Keyless System (afstands- bediening controleren)
LOW WASHER FLUID (ruiten- sproeiervloeistof bijvullen) Oil Change Required (olieverver-
sing vereist)
Check gascap (brandstofvuldop controleren)
Left Front Turn Signal Lamp Out
(richtingaanwijzer linksvoor defect)
Left Rear Turn Signal Lamp Out (richtingaanwijzer linksachter
defect)
Right Front Turn Signal Lamp Out
(richtingaanwijzer rechtsvoor defect)
Right Rear Turn Signal Lamp Out (richtingaanwijzer rechtsachter
defect)
Park Assist Disabled (parkeerhulp uitgeschakeld)
Service Park Assist System (laat parkeersensoren repareren)
Personal Settings Not Available — Vehicle Not in Park (persoonlijke
instellingen niet beschikbaar —
auto staat niet in de stand P)
Blind Spot System Off (Dodehoek- systeem uit) — Dit bericht wordt
getoond als de contactschakelaar in de stand ON wordt gezet en duidt
aan dat het dodehoeksysteem is
uitgeschakeld.
Blind Spot System Off (Dodehoek- systeem niet beschikbaar) — Dit
bericht wordt getoond als het sys-
teem voor dodehoekbewaking
(BSM) tijdelijk niet beschikbaar is
wegens een geblokkeerde sensor,
elektromagnetische storing of an-
dere 'tijdelijke' omstandigheid. Als
dit bericht wordt getoond, gaan de
pictogrammen in de beide buiten-
spiegels branden. Als er sprake is
van een elektromagnetische sto-
ring, gaat alleen het pictogram aan
de kant van de storing branden tot-
dat de storing voorbij is.
Service Blind Spot System (Onder-
houd dodehoeksysteem) — Dit be-
richt wordt getoond als het systeem
voor dodehoekbewaking (BSM) per-
manent niet beschikbaar is. De be-
stuurder ontvangt in dat geval een
bericht van het EVIC en de BSM-
waarschuwing gaat permanent
branden in beide buitenspiegels.
Neem contact op met een erkende
dealer als u dit bericht ontvangt.
207
Als het lampje bij draaiende motor
blijft branden, kunt u in de meeste
gevallen gewoon met de auto rijden.
Neem echter zo snel mogelijk contact
op met uw erkende dealer voor repa-
ratie. Als het lampje knippert wan-
neer de motor draait, is onmiddellijk
onderhoud noodzakelijk. In een der-
gelijk geval is het mogelijk dat het
motorvermogen afneemt, de motor
versneld of onregelmatig stationair
draait of afslaat en dat uw auto moet
worden gesleept.
Waarschuwingslampje
motortemperatuurDit lampje waarschuwt voor
een oververhitte motor. Als de
temperatuur stijgt en de meter dichter
bij Hkomt, gaat dit lampje branden
en klinkt er een geluidssignaal als de
ingestelde grenswaarde wordt bereikt.
Als de oververhitting blijft toenemen,
en de naald van de temperatuurmeter
de waarde Hpasseert, klinkt er een
aanhoudend geluidssignaal tot de mo-
tor kan afkoelen. Wanneer het lampje tijdens het rijden
gaat branden, zet dan de auto veilig
stil aan de kant van de weg. Als de
airco is ingeschakeld, schakel deze
dan uit. Zet de versnellingsbak in de
stand NEUTRAL en laat de motor
stationair draaien. Als de meternaald
niet terugkeert naar normaal, zet de
motor dan onmiddellijk uit en bel
voor hulp. Raadpleeg de paragraaf
"Oververhitting van de motor" in het
hoofdstuk "Wat doen in geval van
nood" voor meer informatie hierover.
Waarschuwingslampje
versnellingsbaktemperatuur
Dit lampje geeft aan dat de
temperatuur van de trans-
missievloeistof te hoog is.
Dit kan gebeuren bij veelei-
send gebruik, zoals het trekken van
een aanhanger. Wanneer dit lampje
gaat branden, zet dan de auto veilig
stil aan de kant van de weg. Schakel
vervolgens naar NEUTRAL en laat de
motor stationair of met een hoger toe-
rental draaien tot het lampje dooft.LET OP!
Als u door blijft rijden terwijl het
lampje voor de versnellingsbak-
temperatuur brandt, kan de ver-
snellingsbak ernstig beschadigd of
defect raken.
WAARSCHUWING!
Als u door blijft rijden terwijl het bij
het lampje voor de versnellingsbak-
temperatuur brandt, kan de vloei-
stof overkoken, in aanraking komen
met hete motor- of uitlaatonderdelen
en brand veroorzaken.
OLIEVERVERSING
VEREIST
Uw auto is uitgerust met een indicator
voor olieverversing. Het bericht "Oil
change due"(olie verversen) knippert
ongeveer 10 seconden in het EVIC-
scherm na één geluidsignaal om de
volgende oliebeurt aan te geven. De
indicator voor olieverversing is geba-
seerd op de belasting van de motor,
211
ONDERHOUDSSCHEMA
ONDERHOUDSSCHEMA —
BENZINEMOTOR
De geplande onderhoudsbeurten in
deze handleiding moeten op de aan-
geduide tijdstippen of kilometerstan-
den worden uitgevoerd om uw garan-
tie te behouden en optimale
betrouwbaarheid en prestaties van de
auto te garanderen. Bij veeleisend ge-
bruik, bijvoorbeeld door het rijden in
stoffige omgevingen of veel korte rit-
ten, is mogelijk meer onderhoud ver-
eist. Laat ook telkens inspectie en on-
derhoud uitvoeren wanneer u een
defect vermoedt.
De indicator voor olieverversing her-
innert u eraan dat uw auto een onder-
houdsbeurt nodig heeft.Op auto's met elektronisch voertuig-
informatiecentrum (EVIC) wordt het
bericht "Oil Change Required" (olie
verversen) weergegeven op het EVIC
en er klinkt een geluidssignaal om aan
te geven dat de olie ververst moet
worden.
OPMERKING:
Het systeem houdt geen rekening
met de tijd die is verstreken
sinds de laatste olieverversing.
Ververs de olie van uw auto als
de laatste verversingsbeurt lan-
ger dan twaalf maanden geleden
is, ook wanneer het bericht voor
olieverversing NIET wordt weer-
gegeven. Onder geen beding mogen de in-
tervaltermijnen voor olieverver-
sing groter zijn dan 12.000 km of
12 maanden, afhankelijk van
wat eerst komt.
Rouleer de banden bij de eerste tekenen van ongelijkmatige
slijtage.
De erkende dealer reset de indicator
voor olieverversing nadat de geplande
olieverversing is uitgevoerd.
LET OP!
Als noodzakelijk onderhoud ach-
terwege wordt gelaten, kan dit lei-
den tot schade aan uw auto.
In duizenden kilometers 24 48 72 96 120 144 168 192 Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96
Motorolie verversen en oliefilter vervangen. (**)
PCV-klep controleren en zo nodig vervangen.
Accustatus controleren en zo nodig bijladen.
Banden op conditie/slijtage controleren en bandenspanning
indien nodig corrigeren.
388
U dient de volgende inspecties vaker
uit te voeren dan is aangegeven in het
onderhoudsschema:
remblokken vóór op conditie enslijtage contoleren;
controleren of sloten van motorkap en scharnieren schoon en vol-
doende gesmeerd zijn;
visuele controle uitvoeren van con- ditie van: motor, versnellingsbak,
pijpen en leidingen (uitlaat -
brandstofsysteem - remmen) en
rubberdelen (hoezen - manchetten
- bussen - enz.);
accustatus en het accuvloeistofni- veau (elektrolyt) controleren;
visuele controle uitvoeren van de conditie van de
hulpaandrijfriemen;
motorolie controleren en indien no-
dig verversen en oliefilter vervangen;
pollenfilter controleren en indien nodig vervangen;
luchtfilter controleren en indien no- dig vervangen.
ONDERHOUDSSCHEMA —
DIESELMOTOR
Om u de beste rijervaring te bieden
heeft de fabrikant een specifiek on-
derhoudsschema opgesteld aan de
hand waarvan u kunt zorgen dat uw
auto goed en veilig blijft rijden.
De fabrikant raadt aan deze onder-
houdsbeurten te laten uitvoeren bij de
dealer waar u de auto heeft aange-
schaft. De monteurs bij de dealer ken-
nen uw auto het beste en hebben toe-
gang tot informatie van
fabrieksgetrainde specialisten, origi-
nele onderdelen van LANCIA en spe-
ciaal ontworpen elektronisch en me-
chanisch gereedschap waarmee
kostbare reparaties in de toekomst
kunnen worden voorkomen.
De onderhoudsbeurten moeten wor-
den uitgevoerd zoals aangegeven in
dit hoofdstuk. OPMERKING:
Onder geen beding mogen de in-
tervaltermijnen voor olieverver-
sing groter zijn dan 25.000 km of
12 maanden, afhankelijk van
wat eerst komt.
Rouleer de banden bij de eerste tekenen van ongelijkmatige
slijtage.
LET OP!
Als noodzakelijk onderhoud ach-
terwege wordt gelaten, kan dit lei-
den tot schade aan uw auto.
Dieselmodellen met roetfilter
(DPF)
De indicator voor olieverversing her-
innert u eraan dat uw auto een onder-
houdsbeurt nodig heeft.
Een melding "CHANgE OIL" (olie
verversen) knippert in de instrumen-
tengroep van de kilometerteller en er
klinkt een geluidssignaal om aan te
geven dat de olie ververst moet wor-
den.
391