WAT U MOET WETEN
OVER UW Uconnect®
PHONE
GEBRUIKSAANWIJZING
Uconnect® PHONE
Als u een korte beschrijving van de
functies van Uconnect® Phone wilt
horen, drukt u op de toets
en zegt u
“Uconnect® Tutorial” (Uconnect®
gebruiksaanwijzing).
STEMTRAINING
Als u bij het herkennen van uw ge-
sproken opdrachten of telefoonnum-
mers door Uconnect® Phone proble-
men ondervindt, kunt u de functie
Stemtraining van Uconnect® Phone
gebruiken. Om deze training te acti-
veren, volgt u een van de volgende
twee procedures:
Wanneer de Uconnect® Phone modus
niet actief is (maar bijvoorbeeld de
radiomodus) Houd de toets
vijf seconden
lang ingedrukt tot de trainingsessie
begint of
Druk op de toets
en spreek de
volgende opdracht in: "Voice Trai-
ning", "System Training", "Start
Voice Training" (Stemtraining,
Systeemtraining, Start
stemtraining).
Herhaal de woorden en zinnen als
Uconnect® Phone daarom vraagt. U
bereikt de beste resultaten wanneer de
stemtraining plaatsvindt terwijl de
auto is geparkeerd, de motor draait,
alle ramen zijn gesloten en de aanja-
ger is uitgeschakeld.
Deze procedure kan herhaald worden
met een nieuwe gebruiker. Het sys-
teem past zich alleen aan aan de laatst
getrainde stem.
Om de fabrieksinstellingen van het
spraakbedieningssysteem te herstel-
len, activeert u de stemtrainingssessie
via de bovenstaande procedure en
volgt u de aanwijzingen.
RESETTEN
Druk op de toets.
Na de prompt "Ready" (Gereed) en de daaropvolgende pieptoon zegt u
"Setup" (Instellen) en vervolgens
"Reset".
Hiermee verwijdert u alle telefoon-
koppelingen, telefoonboekvermeldin-
gen en overige instellingen in alle ta-
len. Het systeem zal u om een
bevestiging vragen voordat de fa-
brieksinstellingen worden hersteld.
SPRAAKBEDIENING
Voor optimale prestaties stelt u de achteruitkijkspiegel zo in dat er ten
minste 1 cm afstand is tussen de
spiegel en de dakconsole (voor be-
paalde uitvoeringen/landen).
Wacht altijd op de pieptoon voor u begint spreken.
Spreek gewoon zonder te pauzeren, net alsof u een gesprek voert met
iemand die een meter of twee van u
vandaan zit.
115
Zorg ervoor dat u de enige bent diespreekt tijdens de spraakbediening.
De spraakherkenning werkt het best:
als de aanjager op een lage of nor- male stand staat,
bij lage tot matige voertuigsnelheid,
bij weinig weglawaai,
bij een gelijkmatig wegdek,
bij volledig gesloten ramen,
bij droge weersomstandigheden.
Ofschoon het systeem ontworpen is voor sprekers van het Brits Engels,
Nederlands, Frans, Duits, Italiaans
of Spaans, is het mogelijk dat het
systeem bij sommige personen niet
altijd werkt.
Tijdens het navigeren door een ge- automatiseerd systeem, zoals voice-
mail, of wanneer u een pieper op-
roept, moet u erop letten dat u aan
het einde van de gesproken reeks
het woord "Send" (verzenden)
zegt. Het wordt afgeraden namen in het
telefoonboek op te slaan tijdens het
rijden.
Het is niet raadzaam om namen die hetzelfde klinken op te slaan in het
Uconnect® telefoonboek.
De herkenning van de namen in het Uconnect® telefoonboek (zowel ge-
download als in de telefoon zelf)
verloopt het beste als de namen niet
op elkaar lijken.
Nummers moeten als losse cijfers worden ingesproken. "800" moet
uitgesproken worden als "acht-nul-
nul", niet als "achthonderd".
U kunt "O" (de letter "O") zeggen in plaats van "0" (nul).
Hoewel voor internationale ge- sprekken de meeste cijfercombina-
ties worden ondersteund, is het mo-
gelijk dat sommige verkorte
nummercodes niet werken.
Bij cabrioletmodellen kan de ge- luidskwaliteit van het systeem te
wensen overlaten tijdens het rijden
met open dak.GELUIDSKWALITEIT
TELEFOON ACHTERIN
De geluidskwaliteit is het beste:
als de aanjager op een lage of nor-male stand staat,
bij lage tot matige voertuigsnelheid,
bij weinig weglawaai,
bij een gelijkmatig wegdek,
bij volledig gesloten ramen,
bij droog weer en
bij bediening vanuit de bestuur- dersstoel.
De geluidskwaliteit, zoals de hel- derheid, echo en dynamiek, is in
hoge mate afhankelijk van de ge-
bruikte telefoon en het netwerk, en
niet van Uconnect® Phone.
Echo bij de ontvanger van het tele- foongeluid achterin kan soms wor-
den beperkt door het volume in de
auto te verlagen.
Bij cabrioletmodellen kan de ge-
luidskwaliteit van het systeem te
wensen overlaten tijdens het rijden
met open dak.
116
RECENTE GESPREKKEN
Als uw telefoon de functie "Telefoon-
boek automatisch downloaden" on-
dersteunt, kan Uconnect® Phone een
lijst tonen van uw uitgaande, ontvan-
gen en gemiste oproepen.
BEANTWOORDING
GESPROKEN
TEKSTBERICHTEN
Als uw telefoon beantwoording van
gesproken tekstberichten onder-
steunt, kan Uconnect® Phone nieuwe
berichten op uw telefoon voorlezen of
verzenden.
Berichten voorlezen:
Als u een nieuw tekstbericht ontvangt
terwijl uw telefoon is verbonden met
Uconnect® Phone, volgt er een mel-
ding om u te waarschuwen dat u een
nieuw tekstbericht hebt ontvangen.
Ga als volgt te werk om het nieuwe
bericht te beluisteren:
Druk op de toets
. Na de prompt "Ready" (Gereed) en
de daaropvolgende pieptoon zegt u
"SMS Read" (SMS lezen) of "Read
Messages" (Berichten lezen).
Uconnect® Phone speelt het vol- gende tekstbericht voor u af.
Nadat u een bericht hebt gelezen,
kunt u het met Uconnect® Phone be-
antwoorden ("Reply") of doorsturen
("Forward").
Berichten verzenden:
U kunt berichten verzenden met
Uconnect® Phone. Ga als volgt te werk
om een nieuw bericht te verzenden:
Druk op de knop.
Na de prompt "Ready" (Gereed) en de daaropvolgende pieptoon zegt u
"SMS Send" (SMS verzenden) of
"Send Messages" (Berichten
verzenden).
U kunt nu het te verzenden bericht
inspreken, of u kunt zeggen: "List
Messages" (Berichten weergeven).
Er zijn 20 kant-en-klare berichten.
Als u een bericht wilt verzenden,
drukt u op de toets
terwijl het
bericht wordt weergegeven door het
systeem en zegt u "Send" (verzen-
den).
Uconnect® Phone vraagt u de naam
of het nummer te zeggen van de per-
soon waaraan u het bericht wilt zen-
den.
Overzicht van de kant-en-klare be-
richten:
1. Yes (Ja)
2. No (Nee)
3. Where are you? (Waar ben je?).
4. I need more direction. (Ik heb
meer routeaanwijzingen nodig.)
5. LOL
6. Why (Waarom)
7. I love you (Ik hou van je)
8. Call me (Bel me)
9. Call me later (Bel me straks)
10. Thanks (Bedankt)
117
11. See You in 15 minutes (Tot over
een kwartier)
12. I am on my way (Ik ben onder-
weg)
13. I’ll be late (Ik kom later)
14. Are you there yet? (Ben je er al?).
15. Where are we meeting? (Waar
spreken we af?)
16. Can this wait? (Kan dit wach-
ten?)
17. Bye for now (Tot later)
18. Wanneer kunnen we elkaar ont-
moeten
19. Send number to call (Stuur me
het telefoonnummer)
20. Start without me (Begin zonder
mij)Aankondiging van inkomende
tekstberichten in-/uitschakelen
Als u de aankondiging van inko-
mende tekstberichten uitschakelt, zal
het systeem geen melding geven wan-
neer een nieuw bericht binnenkomt.
Druk op de toets
.
Na de prompt "Ready" (Gereed) en de daaropvolgende pieptoon zegt u
"Setup, Incoming Message An-
nouncement" (Instellen, waarschu-
wing inkomend bericht). Vervol-
gens krijgt u de mogelijkheid deze
instelling te wijzigen.
Bluetooth® COMMUNICA-
TIEVERBINDING
De verbinding tussen mobiele tele-
foons en Uconnect® Phone kan soms
worden verbroken. Als dit gebeurt,
kunt u de verbinding gewoonlijk op-
nieuw tot stand brengen door de mo-
biele telefoon in en uit te schakelen.
Het is raadzaam op uw mobiele tele-
foon de stand Bluetooth® AAN inge-
schakeld te laten.
INSCHAKELEN
Nadat u de contactsleutel van de
stand OFF naar de stand ON of ACC
heeft gedraaid of na een verandering
van taal, moet u ten minste vijftien
seconden wachten voordat u het sys-
teem kunt gebruiken.
118
drukt u herhaald kort op de selectie-
knop, totdat een vinkje naast de func-
tie verschijnt, waarmee aangegeven
wordt dat het systeem geactiveerd is,
of totdat het vinkje verdwijnt waar-
mee wordt aangegeven dat het sys-
teem is uitgeschakeld. Raadpleeg
"SmartBeam™" in "De functies van
uw voertuig" voor meer informatie.
Headlamp Off Delay
(Uitschakelvertraging koplampen)
Als u deze functie selecteert, kunt u
kiezen of bij uitstappen de koplampen
nog 0, 30, 60 of 90 seconden blijven
branden. Om een selectie te maken
bladert u op of neer totdat de ge-
wenste instelling gemarkeerd is, ver-
volgens drukt u kort de selectieknop
totdat naast de instelling een vinkje
verschijnt welke aangeeft dat de in-
stelling geselecteerd is.Headlamps with Wipers
(Koplampen aan bij inschakelen
ruitenwissers) (uitsluitend
beschikbaar in combinatie met
automatische koplampen) (voor
bepaalde uitvoeringen/landen)
Als ON is geselecteerd en de koplamp-
schakelaar in de stand AUTO staat,
gaan de koplampen ca. 10 seconden
nadat de ruitenwissers zijn ingescha-
keld branden. Wanneer de koplam-
pen via deze functie zijn ingescha-
keld, gaan ze uit wanneer u de
ruitenwissers uitschakelt. Maak uw
keuze door kort op de selectieknop te
drukken totdat naast de instelling een
vinkje verschijnt, dat aanduidt dat de
instelling is geselecteerd.
OPMERKING: Als overdag de
koplampen worden aangezet,
wordt de verlichting van het in-
strumentenpaneel gedimd. (Raad-
pleeg "Verlichting" in "De functies
van uw voertuig" voor informatie
over het verhogen van de intensi-
teit.)Intermittent Wiper Options
(Opties voor intervalstand
ruitenwissers) (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Wanneer deze functie is geselecteerd,
kunt u kiezen voor wisserwerking met
standaard intervalstand of regensen-
sor die vocht op de voorruit detecteert
en automatisch de ruitenwissers in-
schakelt. Om een selectie te maken
bladert u op of neer totdat de ge-
wenste instelling gemarkeerd is, ver-
volgens drukt u kort de selectieknop
totdat naast de instelling een vinkje
verschijnt welke aangeeft dat de in-
stelling geselecteerd is.
Key-Off Power Delay (Stroom bij
contactschakelaar in stand OFF)
Als deze functie is geselecteerd, blij-
ven de schakelaars van de elektrisch
bediende ramen, de radio, Uconnect®
Phone (voor bepaalde uitvoeringen/
landen), het dvd-videosysteem (voor
bepaalde uitvoeringen/landen), het
elektrisch bediende zonnedak (voor
bepaalde uitvoeringen/landen) en de
aansluitcontacten nog maximaal 10
219
Calibrate Compass (Kompas
kalibreren) (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Raadpleeg “Weergave kompas” voor
meer informatie.
Compass Variance
(Kompasafwijking) (voor
bepaalde uitvoeringen/landen)
Raadpleeg “Weergave kompas” voor
meer informatie.
Menu uitschakelen
Druk kort op de selectieknop om het
menu uit te schakelen.
AUDIOSYSTEMEN
Raadpleeg de handleiding van uw au-
diosysteem.
NAVIGATIESYSTEEM
(voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Raadpleeg de gebruikershandleiding
van uw Uconnect®.
BEDIENING
iPod®/USB/MP3 (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
OPMERKING: Dit hoofdstuk is
uitsluitend bedoeld voor radio's
met Uconnect®, verkoopcode RES
of REQ/REL/RET. Voor de radio
met code RBZ/RHB, RHR, RHP,
RHW of RB2 en aanraakscherm
met iPod®/USB/MP3 regeling,
dient u de aparte RBZ/RHB, RHR,
RHP, RHW of RB2 gebruikers-
handleiding te raadplegen. Bedie-
ning van iPod®/USB/MP3 is al-
leen beschikbaar voor bepaalde
uitvoeringen/landen met deze ra-
dio's.
Met deze functie kan een iPod® of
extern USB-apparaat worden aange-
sloten op de USB-poort in het hand-
schoenenkastje.iPod® bediening is compatibel met
iPod® Mini, 4G, Photo, Nano, 5G en
iPhone® apparaten. Sommige versies
van de iPod® software zijn mogelijk
niet volledig compatibel met de func-
ties van de iPod® bediening. Bezoek
in dat geval de website van Apple om
de nieuwste softwareversies te down-
loaden.
OPMERKING:
Wanneer de radio is voorzien
van een USB-poort, raadpleeg
dan de desbetreffende gebrui-
kershandleiding van Uconnect®
Multimedia radio voor de moge-
lijke ondersteuning van iPod®
of externe USB-apparaten.
Wanneer u een iPod® of elektro- nisch audio-apparaat aansluit
op de AUX-poort op het voorpa-
neel van de radio, kunt u wel
media afspelen, maar kan de
iPod®/MP3-functie voor het be-
dienen van het aangesloten ap-
paraat niet worden gebruikt.
222
Preset 1 – Afspeellijsten
Preset 2 – Artiesten
Preset 3 – Albums
Preset 4 – Genres
Preset 5 – Luisterboeken
Preset 6 – Podcasts
Als u op een van de PRESET-knoppen drukt, wordt de huidige
lijst op de bovenste regel weerge-
geven en het eerste item in de lijst
op de tweede regel.
Als u de List-modus wilt verlaten zonder een nummer te kiezen,
drukt u nogmaals op dezelfde
PRESET-knop om terug te gaan
naar de afspeel modus.
LIST-knop: als u op de LIST-knop
drukt, wordt het hoofdmenu van de
iPod® of het externe USB-apparaat
weergegeven. Draai aan de TUNE-
regelknop om het onderdeel van het
hoofdmenu weer te geven dat u wilt
selecteren, en druk op de TUNE-
regelknop. Op deze manier wordt
de volgende optie in het submenu
van het audio-apparaat weergege-
ven. U kunt nu via dezelfde stappen
naar het gewenste nummer in deze lijst gaan. Niet alle submenuni-
veaus van de iPod® of het externe
USB-apparaat zijn op dit systeem
beschikbaar.
MUSIC TYPE-knop: de MUSIC
TYPE-knop is ook een sneltoets
voor de lijst van genres op het
audio-apparaat.
LET OP!
Wanneer u de iPod® of het ex- terne USB-apparaat (of een ander
ondersteund apparaat) bij uit-
zonderlijk hoge of lage tempera-
turen in de auto laat liggen, kan
de werking negatief worden beïn-
vloed en het apparaat beschadigd
raken. Volg de aanwijzingen van
de fabrikant van het apparaat.
Het plaatsen van voorwerpen op de iPod® of het externe USB-
apparaat en aansluitingen voor
de iPod® of het externe USB-
apparaat in de auto kan leiden tot
beschadiging van het apparaat
en/of de aansluitingen.
WAARSCHUWING!
U mag de iPod® of het externe
USB-apparaat niet aansluiten of
loskoppelen tijdens het rijden. Het
negeren van deze waarschuwing
kan leiden tot ongevallen.
BLUETOOTH STREAMING
AUDIO (BTSA)
U kunt muziek uit uw mobiele tele-
foon streamen naar het Uconnect®
Phone systeem.
Uconnect® MULTIMEDIA
VIDEO ENTERTAINMENT
SYSTEM (VES™) (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
AAN DE SLAG
Scherm(en) in de dakconsole:
klap het/de LCD-scherm(en) uit
door te drukken op de knop die zich
achter het/de scherm(en) op de
dakconsole bevindt.
226