Voertuiginformatie (informatiefuncties voor
de klant)Druk kort op de knop pijl omhoog of
pijl omlaag totdat het pictogram
voor de Voertuiginformatie is ge-
markeerd in het EVIC. Druk kort op
de knop pijl naar rechts om de
koelvloeistoftemperatuur weer te
geven. Druk op de knop pijl naar links of pijl
naar rechts om de informatiesubmenu’s te
doorlopen en druk op de knop OK om de
volgende resetbare submenu’s te selecteren of
terug te stellen:
Luchtvering - Indien aanwezig
Transmissietemperatuur - Alleen automati-
sche transmissie
Olietemperatuur
Levensduur van de olie
Accuspanning
Bandenspanning
Druk kort op knop pijl omhoog of pijl omlaag
totdat "Tire Pressure" (Bandenspanning) is ge- markeerd in het EVIC Druk kort op de knop pijl
naar rechts, zodat een van de volgende wordt
weergegeven:
Als de spanning van alle banden goed is, wordt
een voertuigpictogram getoond waarin in iedere
hoek de bandenspanning wordt aangegeven.
Als één of meer banden een lage spanning heeft,
wordt
"Inflate Tire To XX" (Band oppompen tot XX)
weergegeven met het voertuigpictogram en de
bandenspanningen in elke hoek van het pictogram,
waarbij de waarde van de lage bandenspanning in
een andere kleur dan de andere bandenspannin-
gen wordt weergegeven.
Als het bandenspanningscontrolesysteem on-
derhoud vereist, wordt het bericht "Service Tire
Pressure System" (Bandenspanningscontrole-
systeem vereist onderhoud) weergegeven.
De bandenspanningswaarden dienen ter infor-
matie en kunnen niet worden gereset. Druk kort
op de knop pijl naar links om terug te gaan naar
het hoofdmenu.
Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf
"Bandenspanningcontrolesysteem (TPMS) "in
het hoofdstuk "Starten en rijden". Trip A (Rit A)
Druk kort op de knop pijl omhoog of
pijl omlaag totdat het pictogram
van dagteller A is gemarkeerd in
het EVIC (schakelen naar links of
rechts om dagteller A of B te selec-
teren). De informatie van dagteller
A is de volgende:
• Distance (Afstand)
•
Average Fuel Economy (Gemiddeld brand-
stofverbruik)
• Elapsed Time (Verstreken tijd)
Houd de knop OK ingedrukt om alle informatie
te resetten.
195
•Het bandenspanningscontrolesysteem
registreert altijd de werkelijke banden-
spanning, ook als die spanning onder
invloed van temperatuurverschillen ver-
andert.
Waarschuwingen van het
bandenspanningscontrolesysteem
Het bandenspanningslampje in de in-
strumentengroep gaat branden en er
klinkt een geluidssignaal als de span-
ning in één of meer van de vier gemon-
teerde banden laag is. Bovendien wordt op het
EVIC de melding "LOW TIRE PRESSURE"
(lage bandenspanning) gedurende minimaal vijf
seconden weergegeven, de melding "Inflate
Tire to XXX" (oppompen tot XXX) weergege-
ven, en een grafische weergave van de span-
ningswaarde(n) met de lage band(en) weerge-
geven in een andere kleur. Raadpleeg de
paragraaf "Elektronisch voertuiginformatiecen-
trum (EVIC)" in het hoofdstuk "Het instrumen-
tenpaneel" voor meer informatie hierover. OPMERKING:
U kunt uw systeem instellen voor weergave
in PSI of KPA.
Als de spanning in één (of meer) van de vier
banden op de auto te laag is, dient u zo snel
mogelijk te stoppen om de band(en) die op het
display in een andere kleur worden weergege-
ven op de aanbevolen koude bandenspanning
te brengen die wordt weergegeven in de mel-
ding
"Inflate to XXX" (oppompen tot XXX). Het
systeem wordt automatisch bijgewerkt, het dis-
play met de spanningswaarde(n) keert terug
naar zijn oorspronkelijke kleur en het banden-
spanningslampje gaat uit zodra de nieuwe ban- denspanningswaarde is ontvangen. Om deze
informatie te verwerken moet het voertuig 20
minuten rijden met een minimum snelheid van
24 km/u.
Waarschuwing SERVICE TPM
SYSTEM (Onderhoud
bandenspanningscontrolesysteem)
Als een systeemstoring is geconstateerd, knip-
pert het bandenspanningslampje gedurende 75
seconden en blijft daarna continu branden. Bij
een systeemstoring wordt ook een geluidssig-
naal weergegeven. Het EVIC toont gedurende
minimaal vijf seconden het bericht
"SERVICE
TPM SYSTEM" (Onderhoud bandenspannings-
controlesysteem). Dit bericht wordt gevolgd
door de grafische weergave van "--"in plaats
van de spanningswaarde(n) om aan te geven
welke TPMS-sensor(en) niet naar behoren
werkt (werken).
OPMERKING:
U kunt uw systeem instellen voor weergave
in PSI of KPA.
274