VEILIGHEID RIJDEN VOORZIENINGEN VEILIG VERVOEREN
VA N K I N D E R E N
196 Elektrisch bediende handrem
204 Handbediende parkeerrem
205 Handgeschakelde
versnellingsbak
206 Elektronisch gestuurde
versnellingsbak
210 Automatische
versnellingsbak
214 Hill Start Assist
215 Opschakelindicator
216 Controlesysteem
bandenspanning
218 Stop & Start
221 Lane Departure Warning
System (LDWS)
222 Dode-hoekdetectie
226 Snelheidsbegrenzer
228 Snelheidsregelaar
230 Parkeerplaatsassistent
232 Parkeerhulp 178 Richtingaanwijzers
178 Alarmknipperlichten
179 Claxon
179 Urgence-oproep of
Assistance-oproep
180 Hulpsystemen bij het
remmen
181 Stabiliteitscontrolesystemen
(ESP)
183 Veiligheidsgordels
187 Airbags 162 Kinderzitjes
164 Uitschakelen van de
passagiersairbag vóór
171 ISOFIX-kinderzitjes
175 Veiligheidsvoor zieningen
voor kinderen 14 4 Inrichting interieur
15 0 Armleuning vóór
155 Inrichting van bagageruimte
008008009009006006007007
Buitenzijde
Parkeerplaatsassistent
Dit systeem meet of een door u aangewezen
parkeerplaats groot genoeg is om de auto in te
parkeren.
Stop&Start-systeem
Dit systeem zet de motor tijdelijk af (STOP-stand) als u
stopt (bij een verkeerslicht, opstoppingen enz.). De motor
wordt automatisch gestart (START-stand) als u weer weg
wilt rijden. Het Stop&Start-systeem zorgt voor een lager
brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en
een aangename rust in het interieur tijdens het wachten.
230
218
Meedraaiende koplampen
Deze verlichting biedt u automatisch extra
zicht in bochten.
131
Panoramische voorruit
De voorruit met extra groot
glasopper vlak vergroot de lichtinval
en het zicht in het interieur op
ongeëvenaarde wijze.
12
Statische bochtverlichting
Bij lage snelheid zorgt dit systeem
automatisch voor een betere verlichting
in bochten, op kruispunten en bij
parkeermanoeuvres, door het branden van
de corresponderende mistlamp voor.
132
Comfortabel zitten
Buitenspiegels
Verstellen
A.
Selecteren van de te verstellen buitenspiegel.
B.
Verstellen van de buitenspiegel in vier
richtingen.
C.
In de middenstand zetten van de
selectieschakelaar.
95
Overige beschikbare functies...
Inklappen/uitklappen.
Automatisch omlaag bewegen van
het spiegelglas bij het inschakelen
van de achteruitversnelling tijdens het
parkeren.
Dodehoekbewaking.
Binnenspiegel
Handmatig verstellen
1.
Selecteren van de dagstand van de
spiegel.
2.
Verstellen van de binnenspiegel.
Automatische binnenspiegel
97
A.
Lichtsterktesensor van de automatische
"dag-/nachtstand".
B.
Verstellen van de binnenspiegel.
1.
Vastmaken van de gesp.
2.
In hoogte verstellen.
Autogordels vóór
183
Controle tijdens het rijden
Het branden van een lampje geeft de staat van
de desbetreffende functie aan.
Schakelaars aan de zijkant
van het dashboard
181
B.
Parkeerhulp uitschakelen.
232
C.
Stop & Start
-systeem uitschakelen.
218
D.
Dodehoekbewaking inschakelen.
222
E.
Lane Departure Warning System
inschakelen.
221
F.
Interieuralarm uitschakelen.
109
A.
ESP/ASR-systeem uitschakelen.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Elektrische
parkeerrem
knippert. Het aantrekken of vrijzetten van
de elektrische parkeerrem is
onderbroken. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto op een horizonale ondergrond, zet het
contact af en raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
+
Storing
elektrische
parkeerrem
permanent. Er is een storing in de elektrische
parkeerrem. Het automatisch aantrekken/vrijzetten is niet meer
mogelijk.
Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
De rem kan handmatig worden vrijgezet via de
speciale noodontgrendeling.
Raadpleeg voor meer informatie over de elektrische
parkeerrem het hoofdstuk "Rijden".
Een of meer
portier
e
n
geopend
permanent, bij een
snelheid lager dan
10 km/h.
Een portier of de achterklep is niet
goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent in
combinatie met een
geluidssignaal, bij een
snelheid hoger dan
10 km/h.
*
Afhankelijk van het land van bestemming.
Gordel los *
permanent, daarna
knipperend,
vergezeld van een
geluidssignaal. De bestuurder of de passagier voorin
heeft zijn gordel niet vastgemaakt .
Rol de gordel uit en steek de gesp in de gordelsluiting.
Dit lampje is een aanvulling op de informatie die door
de waarschuwingslampjes in de dakconsole wordt
gegeven. Minstens één achterpassagier heeft
zijn gordel niet vastgemaakt.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Antiblokkeersysteem
(ABS)
permanent. Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg zo snel mogelijk
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(ESP/ASR)
knippert. De ESP-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een
betere koersstabiliteit.
permanent, in combinatie
met het verklikkerlampje van
de toets "ESP OFF"
, een
geluidssignaal en een melding.
Storing in het ESP/ASR of de Hill Start
Assist. Laat dit nakijken door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Zelfdiagnose
motor
knippert. Er is een storing in het
motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
permanent. Er is een storing in de
emissieregeling. Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Laag
brandstofniveau
permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. Als het lampje gaat branden zit er
nog ongeveer 6 liter
brandstof in de
tank.
Vanaf dit moment worden de
laatste liters brandstof in de tank
aangesproken. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u met
een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten van het
contact branden in combinatie met een geluidssignaal en
een melding zolang er niet voldoende brandstof getankt is.
Dit geluidssignaal en deze melding worden steeds vaker
herhaald naarmate het niveau "0"
dichter wordt genaderd.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 60 liter
.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is, hierdoor
kunnen het emissieregelsysteem en het injectiesysteem
beschadigd raken.
65Multifunctionele displays
Als de radio is ingeschakeld, kunt u via
dit menu de functies van de radio (RDS,
Volgsysteem digitale zender, FM,RadioText
(TXT)) in- of uitschakelen en kunt u kiezen
op welke manier de media moet worden
afgespeeld Normaal,Willekeurig, Willekeurig
alle media, Herhalen).
Raadpleeg voor meer informatie over de
functie "Multimedia" het hoofdstuk "Audio /
Datacommunicatie".
Menu "Multimedia"
Menu
"Boordcomputer"
Via dit menu kunt u informatie over het
functioneren van de auto raadplegen.
Logboek
waarschuwingsmeldingen
Deze functie herhaalt de status- en
waarschuwingsmeldingen van de functies (aan,
uit of defect) door ze achtereenvolgens op het
multifunctionele display te laten verschijnen.
)
Druk op de toets "MENU"
om het
algemene menu weer te geven.
)
Druk op de dubbele pijlen en ver volgens
op de toets "OK"
om het menu
Boordcomputer
te selecteren.
)
Selecteer in het menu Boordcomputer
de
functie "Logboek waarschuw." en bevestig
uw keuze.
Menu "Telefoon"
Als de radio is ingeschakeld en dit menu is
geselecteerd, kunt u de adresboeken van de
telefoon opvragen.
Raadpleeg, voor meer informatie over de
functie "Telefoon" het hoofdstuk "Audio /
Datacommunicatie".
Menu "Bluetooth-
verbinding"
Als de audio-installatie is ingeschakeld,
kunt u via dit menu een Bluetooth apparaat
aankoppelen (telefoon, mediaspeler) en de
aansluitmodus er van instellen (handsfree,
audiobestanden lezen).
Voor meer informatie over "Bluetooth-
verbinding", zie het hoofdstuk "Audio /
Datacommunicatie".