5Controle tijdens het rijden
Dit systeem geeft aan hoeveel kilometer u
nog ver wijderd bent van de eerstvolgende
onderhoudscontrole volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste
nulstelling van de onderhoudsindicator op basis
van de afgelegde afstand en de verstreken tijd
sinds de laatste onderhoudscontrole.
Bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor
kan, afhankelijk van het land van bestemming,
ook de ver vuiling van de motorolie invloed
hebben op de berekende afstand tot de
volgende onderhoudscontrole.
Onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet,
gaat gedurende enkele seconden
de onderhoudssleutel branden. De
kilometerteller of een signalering midden
op het instrumentenpaneel geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole aan.
Voor beeld:
de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 2800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voor beeld:
de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
Enkele seconden na het aanzetten van
het contact treedt de kilometerteller weer
in werking en blijft de sleutel branden
om aan te geven dat er binnenkort
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd
moeten worden.
Enkele seconden na het aanzetten van het
contact verdwijnt de sleutel
; de teller geeft
weer de kilometerstand en de stand van de
dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er geen
onderhoudsinformatie in het midden van het display.
6Controle tijdens het rijden
Enkele seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer in
werking en blijft de sleutel branden
. De sleutel kan ook gaan branden als
het inter val in tijd sinds de laatste
onderhoudscontrole, zoals vermeld
in het onderhoudsschema van de
fabrikant, is overschreden.
Bij uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor kan de sleutel ook eerder
gaan branden, in verband met de
mate van vervuiling van de motorolie.
Deze ver vuiling is afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden van de auto.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende enkele
seconden de sleutel knipperen
om aan te geven dat
de onderhoudswerkzaamheden zo spoedig mogelijk
uitgevoerd moeten worden.
Voor beeld:
u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
Bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor
gaat deze waarschuwing, zodra het contact
is aangezet, vergezeld van het permanent
branden van het verklikkerlampje "Ser vice".
8Rijden
Stop & Start
Het Stop & Start-systeem zet de motor tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch gestart
(START-stand) als u weer weg wilt rijden. Het starten gebeurt direct, snel en stil.
Het Stop & Start-systeem zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en een aangename rust in het interieur tijdens
het wachten.
Werking
Overgang naar de STOP-stand
van de motor
Is uw auto uitgerust met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak en u parkeert
uw auto, dan is - ten behoeve van uw
eigen comfort - de STOP-stand de eerste
seconden na het inschakelen van de
achteruit niet beschikbaar.
Als de STOP-stand geactiveerd is,
blijven alle andere componenten zoals
de remmen en de stuurbekrachtiging
normaal functioneren.
Tank nooit als de motor in de STOP-
stand staat; zet in dat geval altijd het
contact af en neem de sleutel uit het
contactslot. Het controlelampje "ECO"
op het
instrumentenpaneel gaat branden en
de motor komt automatisch in een
standby-stand:
- bij een handgeschakelde versnellingsbak,
bij snelheden beneden 20 km/h of, bij
uitvoeringen met de PureTech 130 -motor of
een BlueHDi-dieselmotor, bij stilstaande auto,
wanneer u de versnellingsbak in zijn vrij zet en
de koppeling loslaat,
- bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak,
bij snelheden beneden
8 km/h, wanneer u op het rempedaal trapt of
wanneer u de selectiehendel in stand N
zet.
Als uw auto is uitgerust met een teller,
wordt de duur van de momenten dat de
motor in de STOP-stand geschakeld
wordt, opgeteld en weergegeven. Elke
keer als u het contact opnieuw aanzet,
wordt deze teller op 0 gezet.
De STOP-stand wordt niet geactiveerd als:
- de auto op een steile helling staat
(beklimming of afdaling),
- het bestuurderportier geopend is,
- de veiligheidsgordel van de bestuurder
losgemaakt is,
- de auto sinds de laatste start met de sleutel
niet sneller dan 10 km/h heeft gereden,
- de elektrisch bediende handrem wordt /is
aangetrokken,
- de klimaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,
- de ruitontwaseming is ingeschakeld,
- bepaalde bijzondere omstandigheden
(laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur enz.)
dat niet toelaten.
Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
In dat geval knippert het lampje
"ECO"
enkele seconden en gaat
ver volgens uit.
Dit is volkomen normaal.
9Rijden
Overgang naar de START-stand
van de motor
Het controlelampje "ECO"
gaat uit en
de motor wordt automatisch gestart:
- bij een handgeschakelde
versnellingsbak
, wanneer u het
koppelingspedaal helemaal
intrapt,
- bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak
:
●
met de selectiehendel in stand A
of M
,
wanneer u het rempedaal loslaat.
●
of met de selectiehendel in stand N
en
het rempedaal losgelaten, wanneer u de
selectiehendel in stand A
of M
zet,
●
of wanneer u de achteruitversnelling
inschakelt.
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Als u het systeem met de motor in de
STOP-stand uitschakelt, dan wordt de
motor direct weer gestart.
Als u bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak in de STOP-stand een
versnelling inschakelt, maar daarbij het
koppelingspedaal niet helemaal intrapt, gaat
er een lampje branden of verschijnt er een
bericht met het verzoek het koppelingspedaal
helemaal in te trappen, omdat anders de
motor niet gestart kan worden.
U kunt deze functie op elk willekeurig moment
uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF"
in
te drukken.
Het controlelampje in de schakelaar
gaat branden en er wordt een melding
weergegeven.
Uitschakelen
In dat geval knippert het lampje
"ECO"
enkele seconden en gaat
ver volgens uit.
Dit is volkomen normaal.
De START-stand wordt ten behoeve van
de veiligheid en het comfort automatisch
geactiveerd als:
- het bestuurderportier wordt geopend,
- de veiligheidsgordel van de bestuurder los
wordt gemaakt,
- de snelheid van de auto hoger is dan
25 km/h bij een handgeschakelde
versnellingsbak (3 km/h bij de PureTech
130-motor en de BlueHDi-dieselmotoren)
en hoger dan 11 km/h bij een elektronisch
gestuurde versnellingsbak,
- de elektrisch bediende handrem wordt
aangetrokken,
- bepaalde bijzondere omstandigheden
(laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur enz.)
dit niet toelaten.
11Onderhoud
Brandstoftank leeg (Diesel)
Bij auto's met HDi-motor is het in het geval van een lege brandstoftank noodzakelijk om het brandstofsysteem te ontluchten: raadpleeg de afbeelding van de desbetreffende motorruimte.
Als de tank van uw auto is voorzien van een tankbeveiliging, raadpleeg dan de rubriek "Tankbeveiliging (Diesel)".
Als de motor niet direct aanslaat, beëindig dan uw startpoging en herhaal de procedure.
BlueHDi-motoren
) Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter diesel. ) Zet het contact aan (zonder de motor te starten). ) Wacht ongeveer 6 seconden en zet het contact af. ) Herhaal de handelingen 10 keer. ) Bedien de startmotor om de motor te starten.
13Onderhoud
Additief AdBlue® en SCR-systeem
voor BlueHDi-dieselmotoren
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en om aan de nieuwe Euro 6 -norm te voldoen, heeft CITROËN er voor gekozen zijn auto's met dieselmotor te voorzien van een systeem waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd met een SCR-systeem (Selective Catalytic Reduction) voor de behandeling van de uitlaatgassen zonder dat de prestaties veranderen of het brandstofverbruik toeneemt.
Als het AdBlue® -reservoir leeg is, zorgt een wettelijk verplicht systeem ervoor dat de motor niet opnieuw kan worden gestart. Als het SCR-systeem niet goed werkt, stoot uw auto te veel schadelijke stoffen uit, waardoor hij niet meer aan de Euro 6 -emissienorm voldoet. Neem bij een storing in het SCR- systeem zo snel mogelijk contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats: na 1100 km wordt een systeem geactiveerd dat het opnieuw starten van de motor blokkeert.
SCR-systeem
Met behulp van het additief AdBlue® , dat ureum bevat, zet een katalysator tot 85% van de stikstofoxides (NOx) om in stikstof en water, stoffen die onschadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Het additief AdBlue® bevindt zich in een specifiek reser voir onder de bagageruimte, aan de achterzijde van de auto. Het reser voir heeft een inhoud van 17 liter, goed voor een actieradius van ongeveer 20.000 km voordat een waarschuwingssysteem u meldt dat u met de resterende hoeveelheid additief nog maximaal 2400 km kunt rijden.
Om er voor te zorgen dat het SCR-systeem goed blijft werken, wordt bij elke periodieke onderhoudscontrole aan uw auto in het CITROËN-netwerk of bij een gekwalificeerde werkplaats het reservoir van het additief AdBlue® bijgevuld.
Als u ver wacht tussen twee periodieke onderhoudscontroles meer dan 20.000 km te rijden, raden wij u aan het reser voir tussentijds te laten bijvullen door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Bevriezing van het additief AdBlue ®
Het additief AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan ongeveer -11°C. Het SCR-systeem is voorzien van een voorver warmingssysteem voor het AdBlue® -reservoir waardoor u ook in zeer koude omstandigheden kunt blijven rijden.
14Onderhoud
Het wettelijk verplichte startblokkeringssysteem wordt automatisch geactiveerd zodra het AdBlue® -reservoir leeg is.
Actieradiusindicatoren
Zodra het contact wordt aangezet en als de reser vevoorraad van het AdBlue® -reservoir is aangesproken of een storing in het SCR-systeem is gesignaleerd, verschijnt een indicator die aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer kunt rijden voordat het opnieuw starten van de motor automatisch wordt geblokkeerd. Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd en het AdBlue® -niveau laag is, wordt de laagste actieradius weergegeven.
Als de motor mogelijk niet opnieuw kan worden gestart door een te laag AdBlue® -niveau
Actieradius groter dan 2400 km Als het contact wordt aangezet, wordt er niet automatisch een melding over de actieradius weergegeven op het instrumentenpaneel.
Druk bij het instrumentenpaneel type 2 op deze knop om de actieradius tijdelijk weer te geven.
Instrumentenpaneel type 1
Actieradius tussen 600 en 2400 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het verklikkerlampje UREA branden in combinatie met een geluidssignaal en de tijdelijk op het instrumentenpaneel weergegeven melding "NO START IN" en een afstand die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid additief voordat het starten van de motor wordt geblokkeerd - (bijv.: "NO START IN 1500 km" betekent dat na 1500 km het starten van de motor wordt geblokkeerd). Tijdens het rijden wordt deze melding elke 300 km weergegeven zolang er geen additief is bijgevuld. Neem contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om het additief AdBlue® te laten bijvullen. U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren. Raadpleeg de rubriek "Bijvullen".
Bij een actieradius van meer dan 5000 km is de waarde minder nauwkeurig.
Instrumentenpaneel type 1
Instrumentenpaneel type 2
15Onderhoud
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het verklikkerlampje SERVICE branden en knippert het verklikkerlampje UREA in combinatie met een geluidssignaal en de tijdelijk op het instrumentenpaneel weergegeven melding "NO START IN" en een afstand die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid additief voordat het starten van de motor wordt geblokkeerd - (bijv.: "NO START IN 600 km" betekent dat na 600 km het starten van de motor wordt geblokkeerd). Tijdens het rijden wordt deze melding elke 30 seconden weergegeven zolang er geen additief is bijgevuld. Neem contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om het additief AdBlue® te laten bijvullen. U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren. Raadpleeg de rubriek "Bijvullen". Als niet op tijd additief wordt bijgevuld, kan de motor niet meer worden gestart.
Actieradius tussen 0 en 600 km
Als het contact wordt aangezet, gaat het verklikkerlampje SERVICE branden en knippert het verklikkerlampje UREA in combinatie met een geluidssignaal en de tijdelijk op het instrumentenpaneel weergegeven melding "NO START IN" en de afstand 0 km of mijl - ("NO START IN 0 km" betekent dat het starten van de motor is geblokkeerd). Het AdBlue® -reservoir is leeg: het wettelijk verplichte startblokkeringssysteem voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Storing in verband met een te laag AdBlue ® -niveau
Om de motor weer opnieuw te kunnen starten, raden wij u aan contact op te nemen met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de benodigde hoeveelheid additief te laten bijvullen. Als u zelf additief bijvult, moet het reser voir met minimaal 3,8 liter AdBlue® worden gevuld. Raadpleeg de rubriek "Bijvullen".