Centraal display en bediening van instrumentenpaneel type 2
1.
Instellingen van de snelheidsregelaar of
snelheidsbegrenzer.
2.
Motorolieniveaumeter.
Herhaling onderhoudsinformatie.
Bij het aanzetten van het contact verschijnt
eerst het opstartscherm; daarna worden
deze functies na elkaar weergegeven,
voordat het overzicht met beschikbare
functies verschijnt.
Op het display kunnen tijdelijk
waarschuwingsmeldingen of informatie worden
getoond.
Met behulp van de toetsen kunt u:
- bij een stilstaande auto
de parameters
van de auto, het centrale display en het
instrumentenpaneel instellen (info tijdens
het rijden, comfort, taalkeuze, eenheden,
geluiden enz.),
- bij stilstand of tijdens het rijden
de beschikbare actieve functies
achtereenvolgens laten weergeven
(boordcomputer, navigatie enz.).
Bediening
Met behulp van een toets en een rolknop kunt u
de functies op het centrale display bedienen:
A.
toets op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar: weergave van
beschikbare functies,
B.
rolknop links op het stuur,
- draaien (buiten menu om): u scrollt door
de diverse beschikbare actieve functies,
- drukken: toegang tot het algemene
menu, bevestigen van uw keuze,
- draaien (in het menu): verplaatsen naar
boven of naar beneden in het menu.