03
GELUIDSBRON: radio, CD,
USB, externe apparatuur.
Display C
Raadpleeg voor een compleet overzicht van de beschikbare menu's de rubriek
"Menustructuren" van dit
hoofdstuk.
TELEFOON
:
handsfree set, koppelingen, gespreksbeheer.
PERSOONLIJKE
INSTELLING -
CONFIGURATIE
:parameters van de auto,
weergave, talen. BOORDCOMPUTER
:
afstanden invoeren,
waarschuwin
gsmeldingen, status van functies.
Display A
317
04 AUDIO
Druk herhaalde malen op de toetsSOURCE om de radiofunctie teselecteren.
Druk op de toets BAND A
ST om het golfbereik te selecteren: FM1, FM2,
FMast of AM.
Druk kort op een van de toetsen om
automatisch naar zenders te zoeken.
Druk op een van de toetsen om handmatig naar hogere/lagere frequenties te zoeken.
Druk op de toets LI
ST REFRESH
voor een lijst van de beschikbare zenders in het gebied waar u zich
bevindt (maximaal 30 zenders).
Druk lan
ger dan 2 seconden op de
toets om deze lijst bij te werken.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als de
RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets
te maken met een storing in de autoradio.
RDS
Radio
Selecteren van een zender
Druk op de toets MENU.
Selecteer AUDIOFUNCTIES en druk
op OK.
Selecteer de functie VOORKEUZE
FM-BAND en druk op OK.
Selecteer RDS VOLGENACTIVEREN en druk op OK. Op het display verschijnt de aanduiding
RDS.
Als de radiofunctie is ingeschakeld, druk dan direct op OK om de
RDS-functie in of uit te schakelen.
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar de sterkste frequentie van een zender, zodat u ernaar kunt blijvengg
luisteren. Sommige RDS-zenders zijn echter niet in het hele land qjq, j
te ontvangen, omdat de frequenties van de zender niet het hele gjgj
land dekken. Bij slechte ontvangst kkan het daarom zijn dat degqgq
radio tijdens het rijden overschakelt op een regionale zender.
jg jjg j
04
Gebruik alleen CD's met een ronde vorm.
Bepaalde beveili
gingssystemen op de originele CD of zelfgebrandeCD's kunnen storingen veroorzaken, ongeacht de kwaliteit van deCD-brander.
Plaats zonder op de toets EJECT te drukken een CD in de
CD-speler; deze zal de CD automatisch afspelen.
CD
Een CD afspelen
Als er al een CD in het apparaat zit die u wilt beluisteren, drukdan herhaalde malen op de toets SOURCE om de CD-functie te selecteren.
Druk op een van de toetsen om een
nummer van de
CD te selecteren.
Druk op de toets LI
ST REFRESH om de tracklist van de CD weer te geven.
Houd een van toetsen in
gedrukt om snel vooruit of achteruit te spoelen.
Verkeersinformatie (TA) beluisteren
Druk op de toets TA om de weergave
van verkeersinformatie te activeren of uit te schakelen.
De
functie TA (Traffic Announcement) geeft voorrang aan het
luisteren naar de verkeersinformatie. Om te worden geactiveerd moet deze functie een radiozender die deze berichten uitzendt, goed kunnen ontvangen. Zodra er een bericht wordt uitgezonden,wordt de geluidsbron die op dat moment wordt weergegeven (Radio, CD, ...) automatisch onderbroken en wordt de
verkeersinformatie doorgegeven. Zodra het bericht is afgelopen,wordt de weergave van de oorspronkelijke geluidsbron hervat.
319
04
Het formaat MP3 (afkorting van MPEG 1,2 & 2.5 Audio Layer 3)
is een standaard voor het comprimeren van geluid die demogelijkheid biedt enkele tientallen speellijsten op één CD teplaatsen.
Selecteer voor het branden van een CD-R of CD-RW de standaardISO 9660 niveau 1,2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnen
afspelen.
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één
CD niet meer dan één standaard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid(maximaal 4x) in voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-
CD is het raadzaam destandaard Joliet te gebruiken.
De autoradio speelt uitsluitend bestanden met de extensie
".mp3" en een samplingfrequentie van 22,05 kHz of 44,1 kHz af.
Geluidsbestanden met een andere extensie (.wma, .mp4, .m3u...)
kunnen niet worden afgespeeld.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en verwi
jder speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om problemen met het afspelen of
de weergave te voorkomen.
MP3-CD
Informatie en adviezen
AUDIO
Lege CD's worden niet herkend en kunnen het audiosysteem
beschadigen.
Plaats een MP3-
CD in de speler.
De
CD-speler scant vervolgens de CD tot alle nummers zijngevonden, hierdoor kan het enkele tot enkele tientallen seconden
duren voordat het afspelen begint.
MP3-CD
Een MP3 afspelen
De CD-speler kan CD's met maximaal 255 MP3-bestanden, verdeeld over 8 speellijsten, afspelen. Het is echter raadzaam het aantal
afspeellijsten tot twee te beperken om een lange laadtijd van de CD te
voorkomen.
Bi
j het afspelen wordt geen rekening gehouden met de mappenstructuur.
Alle bestanden worden op hetzelfde niveau weergegeven.
Als er al een CD in het apparaat zit die
u wilt beluisteren, druk dan herhaalde
malen op de toets SOURCE om de CD-functie te selecteren.
Druk op een van de toetsen om een
map van de
CD te selecteren.
Druk op de toets LI
ST REFRESH om de speellijsten van de MP3-CD weer te geven.
Houd een van de toetsen in
gedrukt
om snel vooruit of terug te spoelen.
Druk op een van de toetsen om een
track van de CD te kiezen.
05
Het systeem stelt playlists samen (tijdelijk geheugen). De tijd die
hiervoor nodig is, hangt af van de capaciteit van de USB-uitrusting.
Gedurende deze tijd zijn andere bronnen beschikbaar.
De pla
ylists worden iedere keer dat het contact wordt afgezet of een USB-stick wordt aangesloten, geactualiseerd.
Bi
j een eerste aansluiting wordt een indeling in mappen als indeling
aangeboden. Bij een volgend gebruik wordt de laatstgekozen
mappenstructuur aangehouden.
Sluit de USB-stick direct of via een snoer aan op de USB-aansluiting. Als de autoradio is ingeschakeld, pp
wordt de USB-bron gedetecteerd zodra deze wordt gggg,
aangesloten. Het lezen begint automatisch na een gg
bepaalde tijd, afhankelijk van de capaciteit van degggg
USB-stick.pp
De herkende bestandsformaten zijn .mp3 (uitsluitendmpeg1 layer 3) en .wma (uitsluitend standaard 9,jp(jp(
comprimeren met 128 kbit/s).pg y ) (y) (
Bepaalde formaten playlists (m3u, ...) worden geaccepteerd. p
Wanneer de laatst gebruikte stick opnieuw wordt aangesloten, gaat het afspelen automatisch verder gpgp
bij de laatst beluisterde track van de desbetreffendegg pg,g p
stick. jj
Deze module bestaat uit een USB-aansluiting en een Jack-aansluiting *
. De bestanden van een
draagbare MP3-speler of een USB-stick worden
overgebracht op uw Autoradio zodat de muziek
via de luidsprekers van de auto kan worden
beluisterd.
U
SB-stick (1.1, 1.2 en 2.0) of Apple ®speler van
de vijfde generatie of hoger:
- de
USB-stick moet in FAT of FAT 32 geformateerd zijn (niet compatibel
met NTFS-formaat),
-
het snoer van de Apple ®speler is ®
noodzakelijk,
- navigatie door de bestanden is ook mogelijk
via de bedienin
g op het stuurwiel.
Gebruik van de USB-BOX
Aansluiten van een USB-stick
De Apple
®speler van oudere generaties enspelers die gebruik maken van het MTP-protocol * :
- afs
pelen uitsluitend via een Jack-Jack-snoer (niet meegeleverd),
- nav
igatie door de bestanden is mogelijk via het externe apparaat.
*
Afhankelijk van de uitvoering.
05
De weergave- en bedieningsfuncties verlopen via
de externe apparatuur zelf.
Stel eerst het volume van uw draagbare
apparatuur af.
Stel vervolgens het volume van de autoradio af.
AUX-ingang gebruiken
Volumeregeling externe apparatuur
JACK- of USB-aansluiting (afhankelijk van de uitvoering van de auto)
USB-BOX
Sluit eenzelfde extern apparaat niet tegelijkertijd aan via de JACK-aansluiting en de USB-aansluiting.
Sluit het externe a
pparaat(mp3-speler...) met behulp van een
adapterkabel (niet meegeleverd) op
de JACK- of USB-aansluiting aan.
Druk herhaalde malen o
p de toetsSOURCE om AUX te selecteren.
De AUX-aansluitin
g JACK of USB dient om een extern apparaat(mp3-speler…) aan te sluiten.
323
06BLUETOOTH FUNCTIES
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-systeem
van uw autoradio mag om veiligheidsredenen en vanwege het
feit dat deze handeling de volledige aandacht van de bestuurder
vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto en met
aangezet contact.
Druk op de toets MENU.
Er wordt een venster weer
gegeven met de melding dat het
systeem bezig is met zoeken.
A
ctiveer de functie Bluetooth van uw telefoonen zorg ervoor dat deze "waarneembaar is voor
iedereen" (configuratie van de telefoon).
Ki
es in het menu:
- Bl
uetooth-telefoon - Audio
- Bluetooth con
figuratie
- Z
oeken via BluetoothDe beschikbare
functies zijn afhankelijk van het netwerk, de simkaart en de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparatuur.
Raadplee
g de gebruiksaanwijzing van uw telefoon of neem contact op metuw provider voor meer informatie over de beschikbare functies.
Bluetooth-telefoon Display C
Met het menu TELEF
OON krijgt u onder andere toegang tot de
volgende functies: Adresboek * , Logboek gesprekken, Beheer van
de koppelingen.
D
e eerste vier herkende telefoons worden in dit venster
weergegeven.
Op het scherm wordt een toetsenbord
weergegeven: voer een code van
minimaal 4 cijfers in.
Bevesti
g met OK.
Op het scherm verschijnt de melding dat de koppeling is geslaagd.
Selecteer in de li
jst de te koppelen telefoon. U kunt slechts één
telefoon per keer koppelen.
Op het scherm van de geselecteerde telefoon wordt een
bericht weergegeven. Voer, om de koppeling te accepteren, in
de telefoon dezelfde code in en bevestig vervolgens met OK.
De toegestane automatische verbinding wordt geactiveerd nadat
de telefoon is geconfigureerd.
Het adresboek en het logboek gesprekken zijn na de
synchronisatie beschikbaar.
(Afhankelijk van model en uitvoering)
*
Als uw telefoon volledig compatibel is.
Mocht de koppeling niet gelukt zijn dan kunt u het, een onbeperkt aantal keren, nogmaals proberen. Raadplee
g de site www.citroen.nl voor meer informatie (compatibiliteit, extra informatie, ...).
Koppelen van een telefoon / Eerste verbinding
06
Een gesprek ontvangen
Een inkomend
gesprek wordt aangegeven door een beltoon en het
verschijnen van een venster op het display van de auto.
Selecteer met behulp van de
toetsen de knop JA op het scherm en bevestig met OK.
Druk op deze toets om het
gesprek te accepteren.
Bellen
Selecteer in het menu Bluetooth-telefoon - Audio "Beheer van het
telefoongesprek" en vervolgens "Bellen", "Logboek gesprekken" of "Adresboek".
Druk gedurende meer dan twee seconden op deze
toets om toegang te krijgen tot uw adresboek.Gebruik vervolgens de rolknop om het nummer te selecteren.
Of
Gebruik, als de auto stilstaat, het toetsenbord van uw telefoon om een nummer in te voeren.
BLUETOOTH FUNCTIES
Het systeem heeft, afhankelijk van de compatibiliteit van de telefoon en gedurende de Bluetooth-verbinding, toegang tot de contactenlijst
van de telefoon.
Vanaf bepaalde typen gekoppelde Bluetooth-telefoons kunt u contacten
vanuit de telefoon opslaan in het geheugen van de autoradio.
De op deze manier
geïmporteerde contacten worden opgeslagen in een contactenlijst die, ongeacht welke telefoon is gekoppeld, vrij toegankelijk is.
Het menu van de contactenli
jst is niet beschikbaar als de contactenlijst
leeg is.