Page 179 of 290
11
Praktische informatie
177
Overzicht zekeringen
ZekeringAmpèreFuncties
F
120 AVoeding motormanagementcomputer, bediening koelventilatorunit, multifunctioneel hoofdrelais motormanagement.
F
215 AClaxon.
F
310 ARuitensproeiers voor en achter.
F4 20
ADagrijverlichting.
F
515 AVoor ver war ming brandstof (dieselmotor), brandstofpomp(benzinemotor).
F
610 A ABS/ESP-computer, onderbrekingsrelais ABS/ESP, secundaire
remlichtschakelaar.
F7
10 AElektrische stuurbekrachtiging.
F
825 ABediening star tmotor.
F9
10 ASchakel- en beveiligingsmodule (diesel).
F10
30 AElektroklep brandstofpomp dieselmotor, verstuivers en bobines (benzinemotor) .
F1140 A Aanjager airconditioning.
Page 180 of 290
Praktische informatie
178
ZekeringAmpèreFuncties
F1230 A Lage/hoge snelheid ruitenwissers vóór.
F13
40 A Voeding intelligente servicecentrale (BSI) (+ na contact).
F14
30 A Brandstoftoevoer valvetronic (benzine)
.
F1
510 A Grootlicht rechts.
F1
610 A Grootlicht links.
F17 15 A
Dimli
cht links.
F18 15 A
Dimli
cht rechts.
F1
915 A Voeding multifunctioneel motormanagement (benzinemotor), elektrokleppen inlaatluchtkoeling (diesel).
F20 10 A Voedin
g multifunctioneel motormanagement (benzine)elektroklep turbodrukregeling (Diesel), niveaucontactkoelvloeistof (Diesel).
F2
15 A Voeding bediening koelventilatorunit,
relais APC, ABS, ESP.
Page 181 of 290
11
Praktische informatie
179
Overzicht hoofdzekeringen
ZekeringAmpèreFuncties
MF1*60 AKoelventilatorunit.
MF2*30 A ABS/ESP-computer .
MF3 * 30 A ABS/ESP-computer .
MF4 * 60 AVoeding BSI .
MF5 * 60 AVoeding BSI.
MF6 *-Niet gebruikt.
MF7 *-Zekeringkast interieur.
MF8 *
-Niet gebruikt.
*
De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elektrische installatie.
Werkzaamheden aan de hoofdzekeringen dienen door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats uitgevoerd te worden.
Page 188 of 290

Praktische informatie
186
Trekken van een aanhanger, ...
Adviezen
Koeling
Het trekken van een aanhanger opeen helling veroorzaakt een hogere
koelvloeistof temperatuur.
D
e koelventilator wordt elektrisch bediend en is niet afhankelijk van het motortoerental. )Pas uw snelheid aan om het toerental tebeperken.
Het maximale aanhangergewicht is
afhankelijk van het hellingspercentage en de
buitentemperatuur.
Let in elk geval goed op de aanwijzing van de
koelvloeistof temperatuurmeter.
Zijwind
)
Houd er rekening mee dat de
zijwindgevoeligheid van de auto groter is.
)
Als het waarschuwingslampje
van de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden in combinatie methet waarschuwingslampje STOP , Pstop dan zo snel mogelijk en zetde motor af.
De trekhaak bestaat uit een mechanisch systeem voor het aankoppelen van een aanhanger of het monteren van een fietsendrager en een elektrische aansluiting voor de verlichting en signalering.
Gewichtsverdeling
)
Verdeel het gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig, plaats zware
voor werpen zo dicht mogelijk bij de as en
houd u aan de toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen
de prestaties van de motor af als men op
grotere hoogte boven de zeespiegel komt. Trek boven de 1000 m 10% van het maximale
aanhangergewicht af en herhaal dit voor elke
volgende 1000 m.
Wij raden u aan gebruik te maken van een speciaal door CITROËN geteste en goedgekeurde trekhaak inclusief bedrading en deze door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats te laten monteren. Als de trekhaak wordt gemonteerd door een bedrijf dat niet tot het CITROËN-netwerk behoort, moet de montage altijd volgens de voorschriften van defabrikant worden uitgevoerd.
Het ri
jden met een aanhanger heeft veelinvloed op het rijgedrag van de auto en vergtdaarom extra aandacht van de bestuurder. Uw auto is hoo
fdzakelijk bedoeld voor het ver voer van personen en bagage, maar is tevens geschikt voor het trekken van een aanhanger.
Raadplee
g het hoofdstuk "Technischegegevens" voor de gewichten en
aanhangergewichten die voor uw auto van
toepassin
g zijn.
Page 192 of 290

Praktische informatie
190
Sneeuwkettingen
Onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag van de auto.
Uitsluitend de voor wielen mogen van sneeuwkettingen worden voorzien. Een noodreservewiel mag niet wordenvoorzien van een sneeuwketting.
Houd u altijd aan de ter plekke geldende regelgeving over het gebruikvan sneeuwkettingen en de maximaaltoegestane snelheid.
Rijd niet met sneeuwkettingen opeen sneeuwvrij gemaakte weg om schade aan de banden en het wegdek te voorkomen. Oefen voor vertrek het monteren van de sneeuwkettingen; doe dit op een vlakke en droge ondergrond.Als uw auto is voorzien van lichtmetalen velgen, controleer dan of de ketting en de bevestigingen de velg niet raken.
Bi
j alle originele bandenmaten (15", 16 ", 17 ")kunnen sneeuwkettingen worden aangebracht.
Maat van de af fabriek gemonteerdebanden
Maximale afmeting van de schakels
195/60 R15 9 mm
1
95/55 R16 9 mm
2
05/45 R17 7 mm
N
eem voor meer informatie over
sneeuwkettin
gen contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Montagetips
)Als u onder weg sneeuwkettingen moetmonteren, zet de auto dan langs de kant
van de weg stil op een vlakke ondergrond. )Trek de handrem aan en plaats eventueel
wielblokken voor of achter de wielen om tevoorkomen dat de auto wegglijdt. )Monteer de sneeuwkettingen, volg daarbij
de aanwijzingen van de fabrikant. )Rijd langzaam weg en rijd een klein stukjemet een snelheid van maximaal 50 km/h. )Zet de auto stil en controleer of dekettingen correct gespannen zijn.
Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn
voor het type velg van uw auto:
Page 202 of 290

200
URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP
CITROËN OPROEP NAAR URGENCE MET
LOKALISERING
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze
toets. Het knipperen van het groene LED-lampje en een geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar de alarmcentrale CITROËN-Urgence is verstuurd * . gg g pp
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproepgeannuleerd. Het groene LED-lampje dooft.
Wanneer u deze toets op een willekeuri
g moment langer dan 8 seconden
ingedrukt houdt, annuleert u de oproep.
CITROËN OPROEP NAAR ASSISTANCE
MET LOKALISERING
Bij het aanzetten van het contact, gaat het groene lampje 3 seconden branden.Dit duidt op een goede werking van hetsysteem.
Het oranje lampje knippert: er is eenstoring in het systeem.
Het oranje lampje blij
ft branden: denoodbatterij moet vervangen worden.
Raadpleeg in beide gevallen het CITROËN-netwerk.pg
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraaggeannuleerd.
Dit wordt bevesti
gd door een gesproken bericht.
Druk langer dan 2 seconden op deze toets voor het
aanvra
gen van hulp bij het stranden van de auto.
Een
gesproken bericht bevestigt dat de oproep is
verstuurd*.
WERKING VAN HET SYSTEEM Het groene LED-lampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de
verbinding tot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Deze oproep wordt beheerd door de CITRO
ËN-Urgence alarmcentrale
die de informatie over de lokalisatie van de auto ontvangt en een
waarschuwing kan zenden naar de gekwalificeerde hulpdiensten.
In landen waar de alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt de oproep meteen
doorgestuurd naar de hulpdiensten (11 2), zonder lokalisatie.
Wanneer de elektronische eenheid airba
gs een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan vande airbags, automatisch een noodoproep gedaan.
*
Deze diensten zijn afhankelijk van bepaalde voorwaarden en beschikbaarheid.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk.Wanneer u uw auto buiten het CITROËN-netwerk hebt gekocht, raden
wi
j u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te latencontroleren en eventueel configureren. In een meertalig land kunt u het
systeem laten configureren in de officiële landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenenen, zoals het verbeteren van de
telematicadiensten aan de klant, behoudt de constructeur zich het recht
voor om op elk willekeuri
g moment het telematicasysteem in de auto te
wijzigen. Indien u
gebruik maakt van de dienst CITROËN eTouch, beschikt u ook over aanvullende diensten via uw persoonlijke pagina MyCITROEN op deCITROËN-internetsite voor uw land. Surf hiervoor naar www.citroen.com. pjpgy p
Page 205 of 290
203
01
Selecteren:- vorige/volgende radiozender (automatisch). gggg
- vorige/volgende nummer van een CDof mediaspeler.gggg
- linker of rechter gedeelte van hetscherm als er een menu wordt gg
weergegeven.
Links/rechts voor de functie " De kaart
verplaatsen".
Huidige bewerking
afbreken, terug naar
vorige map.
Lang indrukken: terug naar vorige weergave.
Lan
g indrukken: resetten
van het systeem.
To e
gang tot het menu "Telefoon" en
weergave van delaatste gesprekken
of inkomend gesprek
accepteren. To e
gang tot het menu
" Configuratie
".
Lan
g indrukken:
toegang tot het GPS-bereik en dedemo-modus.
To e
gang tot het menu "VerkeersinformatieTMC" en weergave
van de actuele
verkeersinformatie.
Selecteren:
- vori
ge/volgende item in een lijst of eenmenu.
- vorige
/volgende mediabestand.
- vori
ge/volgende radiofrequentie(stap voor stap).
- vori
ge/volgende MP3-bestand.
Omhoog/omlaag voor de functie " De kaart
verplaatsen".
BASISFUNCTIES
Page 209 of 290
207
04
Selecteer " Opties
" in het navigatiemenu en vervolgens" Laatste bestemmingen wissen" en bevestig uw keuze om de laatste bestemmingen te wissen. Selecteer " Ja" en bevestig uw keuze.
Het is niet mogelijk om één enkele bestemming te wissen.
Wissel tussen het menu en de lijst (links/rechts).
NAVIGATIE
Naar het menu "NAVIGATIE"
Druk op NAV
.
of
Raadplee
g het CITROËN-
netwerk om updates voor de kaartgegevens te
verkrijgen.
Druk kort op het uiteinde vande lichtschakelaar om de laatste gesproken instructie te herhalen.