.Eerste kennismaking
15
Onder het rijden
P.
Parking (Parkeerstand). U moet het rempedaal intrappen als u deselectiehendel vanuit de stand P in een andere stand wilt zetten.R.Reverse (Achteruit). N.
Neutral (Vrij).D.Drive (Voor uit r ijden).
Selectiehendel
55- Controleer of de selectiehendel in stand
Pstaat.
- Steek de sleutel in het contact.
- Draai de sleutel in stand 4 (START).- Houd de sleutel enkele seconden indeze stand tot het lampje " READY " gaatbranden en er een geluidssignaal klinkt.
- Laat de sleutel los.
De sleutel in het contact draait automatisch
terug in stand 3 (ON).
Motor starten
53
- Zet de auto helemaal stil.
- Houd het rempedaal ingetrapt.
- Zet de selectiehendel in stand P
. P
- Trek de parkeerrem aan.
- Draai de sleutel tegen de wijzers van deklok in, in de stand LOCK.
Motor afzetten
53
Controle tijdens het rijden
30
Deze functie geeft een schatting van het
aantal kilometers dat u nog kunt rijden totde accu leeg is, daarbij rekening houdend met de omstandigheden (rijstijl, gebruik van
ver warming, airconditioning…).
Actieradiusindicator
Als de actieradius te klein is geworden,wordt er "---"op het display aangegeven.
De aanduiding "---"
die betekent dateen onderhoudsbeurt al uitgevoerd hadmoeten worden, verander t na verloopvan een bepaalde tijd en een bepaaldaantal verreden kilomters automatisch in de resterende tijd tot de volgendeonderhoudsbeurt.
Nulstelling van de onderhoudsindicator
Na elke beurt moet de onderhoudsindicator op0 gezet worden.
Voer hiervoor de volgende procedure uit: )Zet het contact af (contact in stand
LOCK of ACC). )Druk een paar keer op de resetknop A totde onderhoudsindicator op het scherm
wordt weergegeven. )Druk op de resetknop en houd deze
enkele seconden ingedrukt tot de
onderhoudssleutel op het displaybegint te knipperen
. )Druk op de resetknop als de sleutel knipper t om de aanduiding "---"te laten
veranderen in "CLEAR".
Vervolgens wordt de resterende
afstand (of tijd) tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole weer
gegeven.