Page 178 of 280
❒dek de auto af met een doek of een
geperforeerde kunststof hoes.
Gebruik geen dichte plastic hoezen,
omdat het op de carrosserie
aanwezige vocht dan niet kan
verdampen.
❒pomp de banden 0,5 bar boven de
voorgeschreven spanning op en
controleer de spanning met
regelmatige tussenpozen;
❒tap het koelsysteem van de motor
niet af;
❒Laat, elke keer dat de auto twee
weken of langer niet gebruikt wordt,
de airco ongeveer 5 minuten werken,
ingesteld op de buitenlucht en met
de ventilator in de maximumstand,
terwijl de motor stationair draait.
Deze handeling zal voor de juiste
smering zorgen om de mogelijkheid
van beschadiging van de compressor
tot een minimum te beperken
wanneer het systeem weer
in werking wordt gesteld.BELANGRIJK Wacht, nadat de
contactsleutel naar STOP is gedraaid,
minstens 1 minuut alvorens de
elektrische voeding naar de accu los te
koppelen.
174
STARTEN EN RIJDEN
Page 180 of 280

DE MOTOR STARTENNeem onmiddellijk contact op met het
Alfa Romeo Servicenetwetwerk als
het waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel continu blijft
branden.
STARTEN MET
HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor
gestart worden met een hulpaccu met
dezelfde of een iets hogere capaciteit
dan de lege accu.
24) 25)
111)
Ga als volgt te werk om te starten:
❒verbind de plusklem (+) fig. 138 van
de hulpaccu alleen op het door de
pijl aangegeven punt van de
autoaccu (OK-aanduiding) en
nergens anders;
❒sluit met een tweede startkabel de
minklem(−)vandehulpaccu aan
op een massapunt
op de motor of
de versnellingsbak/transmissie van
de auto die gestart moet worden;
❒start de motor, maak als de motor
gestart is, de kabels in omgekeerde
volgorde los.Lees voor versies met het Start&Stop
systeem, in geval van starten met
een hulpaccu, de paragraaf
“Start&Stop systeem” in het hoofdstuk
“Kennismaking met de auto”.
Als de motor na enkele pogingen niet
start, contact opnemen met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.ROLLEND STARTEN
Probeer de motor nooit te starten door
de auto te duwen, te slepen of van
een helling af te laten rijden.
BELANGRIJK
24) Verbind de minklemmen van de
twee accu’s niet rechtstreeks met
elkaar! Als de hulpaccu in een
ander voertuig is gemonteerd,
vermijden dat er per ongeluk
contact gemaakt wordt tussen de
metalen delen van beide
voertuigen.
25) Gebruik nooit een accusnellader
om de motor te starten, aangezien
dit kan leiden tot beschadiging
van de elektronische systemen en
de regeleenheden van de
ontsteking en de
brandstoftoevoer.
138
A0K0247
176
NOODGEVALLEN
Page 187 of 280
2)117) 118) 120)
BELANGRIJK Het afdichtmiddel van de
snelle bandenreparatiekit werkt bij
buitentemperaturen tussen –20 °C en
+50 °C. Het afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum.
OPPOMPEN
119) 121) 122) 123) 124) 125)
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan, draai de
ventieldop los, neem de vulleiding A
fig. 152 uit en draai de ringmoer B op
het ventiel van de band vast;❒controleer of de schakelaar A van de
compressor in stand0(uit) staat,
start de motor, steek de stekker in
het stopcontact in de bagageruimte
(zie fig. 154) of op de tunnelconsole
(zie fig. 155) en schakel de
compressor in door de schakelaar A
in standI(aan) te zetten;
❒pomp de band op tot de juiste
bandenspanning, vermeld in de
paragraaf "Wielen" in het hoofdstuk
"Technische gegevens", is bereikt.
Controleer de bandenspanning op de
drukmeter B fig. 153; doe dit bij
uitgeschakelde compressor om een
preciezere aflezing te verkrijgen;151
A0K0517
152
A0K0518
153
A0K0519
154
A0K0520
155
A0K0128
183
Page 202 of 280
ZEKERINGENKAST IN
MOTORRUIMTE
fig. 178STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈREKoplampsproeierpomp F09 30
ClaxonF10 15
AircocompressorF19 7,5
Achterruitverwarming F20 30
BrandstofpompF21 15
Aansteker/stopcontact F85 15
12V-stopcontactF86 15
IBS Sensor laadtoestand accu voor Start&Stop systeem F87 5
Ontwaseming buitenspiegels F88 7,5
198
NOODGEVALLEN
Page 207 of 280

ACCU OPLADENBELANGRIJK De procedure voor het
opladen van de accu is uitsluitend
bedoeld ter informatie. Neem contact
op met het Alfa Romeo Servicenetwerk
om deze handeling te laten uitvoeren.
BELANGRIJK Wacht, nadat de
contactsleutel naar STOP is gedraaid,
minstens 1 minuut alvorens de
elektrische voeding naar de accu los te
koppelen.
Het verdient aanbeveling de accu
langzaam en met een laag ampèrage
gedurende ongeveer 24 uur op te
laden. De accu langer opladen, kan de
accu beschadigen.
VERSIES ZONDER
Start&Stop SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
❒maak de minklem los van de accu;
❒sluit de kabels van de acculader aan
op de accupolen; let daarbij op de
polariteit;
❒schakel de acculader in;
❒schakel na het opladen eerst de
acculader uit alvorens de accu los te
koppelen;
❒sluit de minklem aan op de accu.VERSIES MET
Start&Stop SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
❒koppel de stekker A fig. 182 van de
accusensor C op de minklem D (–)
van de accu los (door op de knop B
te drukken);❒sluit de pluskabel (+) van de
acculader aan op de plusklem E van
de accu en de minkabel (–) op de
klem van de sensor D zoals
aangegeven in de figuur;
❒schakel de acculader in. Schakel na
het opladen de acculader uit;
❒sluit na de acculader te hebben
afgekoppeld de stekker A terug
op de sensor C aan zoals
aangegeven in de figuur.
182
A0K0530
203
Page 277 of 280

– lamp vervangen ......................... 190
– "Lane change"-functie ............... 39
Ruiten reinigen ............................... 40
Ruiten (reinigen) ............................. 228
Ruitensproeier
– vloeistofniveau ruitensproeier ..... 220
Ruitensproeiers van achterruit ........ 226
Ruitensproeiers voorruit ................. 226
Ruitensproeier/-wisser voorruit ....... 40
– Automatische
wis-/wasfunctie ......................... 40
Ruitenwissers/achterruitwisser
– wisserbladen ............................. 225
Ruitenwissers
– wisserbladen vervangen ............ 225SBR-systeem (Seat Belt
Reminder) .................................... 137
Schemersensor .............................. 38
Schuifdak ....................................... 52
Setup-menu ................................... 92
Skiluik ............................................ 50
Slepen van de auto ........................ 204
– Montage van het sleepoog ........ 204“Smart Bag” systeem
(Meertraps frontairbags) ............... 150Sneeuwkettingen .......................... 173
Snelheidsmeter .............................. 103
Stadslichten/dagverlichting (DRL)
– lamp vervangen ......................... 189Stadslicht en dimlicht ..................... 37
Stadslichten/remlichten .................. 190
Start&Stop systeem ....................... 72
Stoelen .......................................... 16
– Voorstoelen ............................... 16
Stopcontacten ............................... 50
Stuurinrichting ................................ 244
Stuurslot ........................................ 16
Stuurwiel ........................................ 20
Symbolen....................................... 10
Tankdop ....................................... 86
Tanken ........................................... 85
Technische gegevens ..................... 232
Toerenteller .................................... 103
Transmissie .................................... 241
Trip Computer ................................ 103
TRIP knop ...................................... 105"Universeel" kinderzitje
monteren ..................................... 143Veiligheidsgordels ......................... 136
– Gebruik ..................................... 136
Veilig kinderen vervoeren ................ 141
Velgbescherming (banden) ............. 246
Velgen
– afmetingen ................................ 247
– verklaring van de velgcodes ...... 246
Vloeistoffen en smeermiddelen ....... 256
Vulinhouden ................................... 253W
elcome movement .................... 91Wielen en banden .......................... 224
– bandenspanning ....................... 248
– een wiel vervangen .................... 177
– reservewiel ................................ 245
Wielen
– velgen en banden ...................... 245
Wielophanging ............................... 243
Winterbanden ................................ 172
Zekeringen vervangen................... 194
Zijairbags (zijairbag -
hoofdairbag)................................. 154
Zijairbags (zijairbags voorin) ............ 154
Zonnekleppen ................................ 51