Telefoon81
Selecteer de gewenste telefoon uit deapparatenlijst en selecteer vervol‐
gens Prioriteit definiëren (N°) en be‐
vestig door de draaiknop in te druk‐
ken.
CD35 BT - Telefoon met voorrang
definiëren
De telefoon met voorrang is de laatst
verbonden telefoon.
Na het inschakelen van het contact
zal het handsfree-telefoonsysteem
eerst naar de telefoon met voorrangs‐
koppeling gaan zoeken. Het zoeken
gaat door tot een gekoppelde tele‐
foon is gevonden.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur.
Informatie zoals een contactlijst voor
de mobiele telefoon en gesprekken‐
lijsten kunnen worden overgedragen. Welke functies er beschikbaar zijn,
hangt af van het model telefoon.Voorwaarden
Aan de volgende voorwaarden moet
worden voldaan om een Bluetooth-
compatibele mobiele telefoon via het
Infotainmentsysteem te regelen.
■ De Bluetooth-functie van het info‐ tainmentsysteem moet geactiveerd
zijn.
■ De Bluetooth-functie van de Blue‐ tooth-compatibele mobiele telefoon
moet worden geactiveerd (zie ge‐
bruiksaanwijzing van de mobiele
telefoon).
■ Afhankelijk van de mobiele telefoon
kan het nodig zijn om het apparaatop "zichtbaar" in te stellen (zie de
bedieningsinstructies van de mo‐
biele telefoon).
■ De mobiele telefoon moet aan/op het Infotainmentsysteem gekop‐
peld en aangesloten zijn.Bluetooth-functie van het
Infotainmentsysteem activeren Om het Infotainmentsysteem eenBluetooth-compatibele mobiele tele‐
foon te laten herkennen en bedienen
moet de Bluetooth-functie eerst ge‐
activeerd zijn. Deactiveer de functie
als deze niet nodig is.
R15 BT / CD15 BT / R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - Bluetooth
activeren
Druk op de toets TEL en selecteer
Bluetooth door de draaiknop OK te
draaien en in te drukken.
Selecteer AAN of UIT en bevestig
door op de knop te drukken.
CD35 BT - Bluetooth activeren
Druk op de toets SETUP / TEXT en
selecteer Telefooninstellingen door
de centrale draaiknop te draaien en in te drukken.
Selecteer Bluetooth geactiveerd of
Bluetooth gedeactiveerd en bevestig
door op de knop te drukken.
82Telefoon
Mobiele telefoon koppelen aan
het handsfree-telefoonsysteem
Om uw handsfree-telefoonsysteem te kunnen gebruiken, moet er een ver‐
binding tot stand worden gebracht
tussen de mobiele telefoon en het
systeem via Bluetooth, d.w.z. de mo‐
biele telefoon moet vóór gebruik aan
de auto gekoppeld worden. Daarom
moet de mobiele telefoon Bluetooth
ondersteunen. Raadpleeg de bedie‐
ningsinstructies van uw mobiele tele‐
foon.
Om een Bluetooth-verbinding tot
stand te brengen, moet het hands‐
free-telefoonsysteem ingeschakeld en moet Bluetooth op de mobiele te‐
lefoon geactiveerd zijn.
Let op
Als een andere telefoon tijdens een
nieuwe koppelingsprocedure auto‐
matisch wordt aangesloten, wordt
deze automatisch losgekoppeld om
de nieuwe koppelingsprocedure te laten plaatsvinden.
Door het koppelen kan het handsfree-
telefoonsysteem een mobiele tele‐
foon herkennen en in de apparaten‐lijst opslaan. Er kunnen maximaal
5 mobiele telefoons gekoppeld en in
de apparatenlijst opgeslagen worden,
maar er kan er maar één tegelijkertijd
verbonden zijn.
Wanneer het koppelen voltooid is,
wordt een bericht met de naam van
de gekoppelde telefoon op het dis‐ playscherm van het infotainmentsys‐
teem getoond en wordt de telefoon
automatisch met het handsfree-tele‐
foonsysteem verbonden. De mobiele
telefoon kan dan via de bedienings‐
elementen van het het infotainment‐
systeem worden bediend.
Let op
Wanneer een Bluetooth-verbinding
actief is, wordt bij gebruik van het
handsfree-telefoonsysteem de bat‐
terij van de mobiele telefoon sneller
ontladen.
R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - Een mobiele
telefoon koppelen
Koppel een telefoon aan het hands‐
free-telefoonsysteem door op de
toets TEL te drukken en selecteer
Apparaat koppelen door de draaiknopOK te draaien en in te drukken. Het
scherm Gereed voor koppelen ver‐
schijnt.
Zoek op de mobiele telefoon naar
Bluetooth-apparaten in de buurt van
het apparaat.
Selecteer My Radio (d.w.z. de naam
van het handsfree-telefoonsysteem)
uit de lijst op de mobiele telefoon en
voer via het toetsenbord van de mo‐
biele telefoon de koppelingscode in
die op het displayscherm van het In‐
fotainmentsysteem staat weergege‐
ven.
Als het koppelen mislukt, gaat het
systeem terug naar het vorige menu en verschijnt er een dienovereenkom‐ stig bericht. Herhaal de procedure zo
nodig.
CD30 BT - Een mobiele telefoon
koppelen
Om een telefoon aan het handsfree- telefoonsysteem te koppelen, drukt u
op de toets 0 en selecteert u
Bluetooth-verbinding uit het instellin‐
genmenu. Selecteer een lege sleuf
door de draaiknop te draaien en druk
Telefoon83
op de draaiknop (of de toets ⊲ of ⊳)
om het volgende menu weer te ge‐
ven.
Selecteer Nieuwe GSM aansluiten
door de draaiknop te draaien en in te drukken en zoek vervolgens op demobiele telefoon naar Bluetooth-ap‐
paratuur in de omgeving van de tele‐
foon.
Selecteer My Radiosat (d.w.z. de
naam van het handsfree-telefoonsys‐ teem) uit de lijst op de mobiele tele‐
foon en voer via het toetsenbord van
de mobiele telefoon de koppelings‐
code in die op het displayscherm van
het infotainmentsysteem staat weer‐
gegeven.
Als het koppelen mislukt, klinkt een
geluid en wordt het bericht Verbinding
mislukt. op het display getoond. Her‐
haal de procedure zo nodig.
CD35 BT - Een mobiele telefoon
koppelen
Om een telefoon aan het handsfree- telefoonsysteem te koppelen, drukt u
op de toets SETUP / TEXT en selec‐
teert u Bluetooth-verbinding uit het in‐stellingenmenu. Selecteer een lege
sleuf door aan de centrale draaiknop
te draaien en druk op de knop om het
volgende menu weer te geven.
Selecteer Nieuwe GSM aansluiten
door aan de centrale draaiknop te
draaien en in te drukken en zoek ver‐ volgens op de mobiele telefoon naar
Bluetooth-apparatuur in de omgeving van de telefoon.
Selecteer My_Radio (d.w.z. de naam
van het handsfree-telefoonsysteem)
uit de lijst op de mobiele telefoon en
voer via het toetsenbord van de mo‐
biele telefoon de koppelingscode in
die op het displayscherm van het In‐
fotainmentsysteem staat weergege‐
ven.
Als het koppelen mislukt, verschijnt
het bericht Koppelen mislukt . Herhaal
de procedure zo nodig.Mobiele telefoon
ontkoppelen van het
handsfree-telefoonsysteem Wanneer de lijst met gekoppelde te‐
lefoons vol is, kan een nieuwe tele‐
foon alleen gekoppeld worden wan‐
neer een bestaande telefoon wordt
ontkoppeld.
Let op
Bij het ontkoppelen van een telefoon
worden alle gedownloade contacten
en de oproepenhistorie uit het mo‐
biele telefoonboek van het hands‐
free telefoonsysteem gewist.
R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT / CD18 BT - Een mobiele
telefoon ontkoppelen
Om te ontkoppelen, d.w.z. een tele‐
foon uit het geheugen van het hands‐ free-telefoonsysteem te wissen, drukt
u op de toets TEL en selecteert u
Apparaat wissen .
Selecteer de gewenste telefoon uit de apparatenlijst en druk op de draai‐
knop OK om het verwijderen te be‐
vestigen wanneer daarom wordt ge‐
vraagd.
Telefoon85
Selecteer Alarm gevolgd door
Nummer invoeren/wijzigen . Voer het
alarmnummer in (bijv. 112) met het
numerieke toestenbord 3 76.
Alarmnummers variëren al naarge‐
lang het land of de regio.
Alarmnummer bellen CD30 BT
Open het Telefoon-menu door op de
toets 6 of TEL te drukken.
Selecteer Alarm gevolgd door Bellen
om het alarmnummer te gaan bellen
(bijv. 112).
Een telefoonaansluiting met het
noodoproepcentrum wordt ingesteld.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Inleiding Wanneer een Bluetooth-verbinding
tot stand is gebracht tussen uw mo‐
biele telefoon en het handsfree-tele‐
foonsysteem, kunnen bepaalde func‐ ties van uw mobiele telefoon via de
bedieningselementen van het info‐
tainmentsysteem worden bediend.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om de
contacten en telefoonnummers die in
uw mobiele telefoon zijn opgeslagen, in het handsfree-telefoonsysteem te
importeren.
Nadat de verbinding tot stand is ge‐
bracht, worden de gegevens van de
mobiele telefoon naar het handsfree-
telefoonsysteem gezonden. Afhanke‐ lijk van het model telefoon kan dit
enige tijd duren. Tijdens deze periode
is het bedienen van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
slechts beperkt mogelijk.Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐ steunt de functies van het hands‐
free-telefoonsysteem. Daarom kan
het bereik aan beschreven functies afwijken.
Menu Telefoon
Het Telefoon -menu weergeven:
■ Druk op de toets 6 of
■ Druk op de toets TEL.
Volumeregeling R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - Volumeregeling
Draai tijdens een oproep aan de
draaiknop m of druk op ! of # (op de
knoppen op de stuurkolom) om het
volume van de oproep te wijzigen.
CD30 BT - Volumeregeling
Om het volume voor gesprekken,
stemherkenning of de beltoon vooraf
in te stellen, drukt u op de toets 0 en
selecteert u Telefooninstellingen uit
het instellingenmenu, gevolgd door Volume .
Telefoon87
Telefoonboek mobiele telefoon
Het telefoonboek van de mobiele te‐
lefoon bevat contactlijsten die alleen
beschikbaar zijn voor de autogebrui‐
ker op dat moment. Vanwege vertrou‐ welijkheidsredenen kan elke gedown‐
loade contactenlijst alleen worden be‐ keken wanneer de bijbehorende tele‐
foon is aangesloten.
R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - Mobiele
contacten
Na het koppelen van de mobiele te‐
lefoon aan het Infotainmentsysteem
wordt de contactenlijst in de mobiele
telefoon naar het handsfree-telefoon‐
systeem gedownload.
Om een nummer uit het telefoonboek van de mobiele telefoon te kiezen,
terwijl het Telefoon-menu wordt weer‐
gegeven, selecteert u Telefoonboek
en het gewenste contact uit de alfa‐
betische lijst. Druk op de draaiknop
OK om het kiezen te starten.CD30 BT - Telefoonboek mobiele
telefoon
Na het tot stand brengen van de ver‐
binding wordt de contactlijst in de mo‐
biele telefoon gedownload naar het
handsfree-telefoonsysteem. Steeds
wanneer de telefoon wordt aangeslo‐ ten, wordt het telefoonboek van de
mobiele telefoon van het systeem au‐
tomatisch bijgewerkt.
Het telefoonboek van de mobiele te‐
lefoon kan ook handmatig worden bij‐ gewerkt terwijl de telefoon is aange‐
sloten door het menu
Telefoonboekbeheer te selecteren,
gevolgd door Bijwerken.
Er kunnen maximaal 500 contacten
en 4 nummers per contact worden ge‐ download. Wanneer de opslagcapa‐
citeit wordt overschreden, verschijnt er een oproep om overtollige contac‐
ten te verwijderen. Gewiste contacten
blijven in de mobiele telefoon opge‐
slagen, maar worden uit het geheu‐ gen van het systeem gewist.Nummer kiezen uit telefoonboek vanmobiele telefoon
Om een nummer uit het telefoonboek
van de mobiele telefoon te kiezen,
terwijl het menu Telefoon wordt weer‐
gegeven, selecteert u Telefoonboek
GSM en de eerste letter van de ge‐
wenste naam door de draaiknop te
draaien. Druk op de draaiknop om de
contacten voor die letter, indien van
toepassing, weer te geven.
Draai de draaiknop om het gewenste
contact te selecteren en druk de knop in om de bijbehorende gegevens
weer te geven. Selecteer Bellen om
het kiesproces te starten.
Contacten toevoegen aan
telefoonboek van mobiele telefoon
Contacten kunnen aan het telefoon‐
boek van de mobiele telefoon worden
toegevoegd door de volgende me‐
nuopties te selecteren:
■ Telefoonboekbeheer
■ Telefoonboek GSM
■ Contact toevoegen
Telefoon91
relevante optie, bijv. Recente
oproepen uit het menu
Gesprekkenlijst . Selecteer het ge‐
wenste contact en druk op de draai‐
knop OK om het kiezen te starten.
CD30 BT - Gesprekkenlijsten
Om een nummer uit de belgeheugen‐
lijsten (bijv. gekozen nummers, ont‐
vangen gesprekken, gemiste ge‐
sprekken) te kiezen, selecteert u de
relevante optie, bijv. Gekozen
nummers uit het Belgeheugenlijst -
menu: Selecteer het gewenste con‐ tact, gevolgd door Contact bellen om
het kiesproces te starten.
De belgeheugenlijsten worden auto‐
matisch bijgewerkt. Ze kunnen ook
handmatig worden bijgewerkt door
Belgeheugenlijst en dan Bijwerken uit
het menu te selecteren.
CD35 BT - Gesprekkenlijsten
Om een nummer uit de belgeheugen‐
lijsten (bijv. gekozen nummers, ont‐
vangen gesprekken, gemiste ge‐
sprekken) te kiezen, selecteert u de
relevante optie, bijv. Gekozen
nummers uit het menu Geschiedenis .Selecteer het gewenste contact en
druk op de centrale draaiknop om het
kiezen te starten.
Voicemailbox
R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - Voicemailbox
Luister op de mobiele telefoon naar
voicemailberichten via het menu
Voicemailbox .
CD30 BT - Voicemailbox
Om via het infotainmentsysteem naar
voicemailberichten van de mobiele
telefoon te luisteren, moet eerst uw
voicemailboxnummer in het hands‐
free-telefoonsysteem worden inge‐
voerd.
Om het nummer in te voeren, terwijl het Telefoon -menu wordt weergege‐
ven, selecteert u Voicemailbox uit de
lijst, gevolgd door Nummer invoeren/
wijzigen . Voer het nummer van de
voicemailbox van uw telefoon in met
het numerieke toetsenbord ( 3 76).Om naar de voicemail te luisteren,
terwijl het Telefoon-menu wordt weer‐
gegeven, selecteert u Voicemailbox
uit de lijst, gevolgd door Bellen, om
het kiesproces te starten.
Het nummer van de voicemailbox kan
variëren, afhankelijk van de telefonie‐ provider.
CD35 BT - Voicemailbox
Luister op de mobiele telefoon naar
voicemailberichten via het menu
Voicemailbox .
Gesprekken ontvangen R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - Oproepen
ontvangen
Het gesprek aannemen, afhankelijk
van de configuratie van de auto:
■ Druk kort op de knop 7 (op de
knoppen op de stuurkolom)
■ Selecteer het pictogram 7 op het
display (door de draaiknop OK te
draaien en in te drukken)
92Telefoon
Het gesprek niet aannemen, afhan‐
kelijk van de configuratie van de auto:
■ Houd de knop 8 (op de knoppen op
de stuurkolom) ingedrukt
■ Selecteer het pictogram } op het
display (door de draaiknop OK te
draaien en in te drukken)
Wanneer een gesprek wordt ontvan‐
gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het Infotainmentsysteem. Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat geval de naam weergegeven. Wan‐
neer het nummer niet kan worden weergegeven, wordt het bericht
Privénummer getoond.
CD30 BT - Gesprekken ontvangen
Bij het ontvangen van een gesprek
zijn diverse functies beschikbaar,
waaronder:
■ Opnemen
■ Pauze
■ WeigerenWanneer een gesprek wordt ontvan‐
gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het Infotainmentsysteem.
Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat geval de naam weergegeven. Wan‐
neer het nummer niet kan worden
weergegeven, wordt het bericht
Privénummer getoond.
De beltoon van het handsfree-tele‐
foonsysteem is afhankelijk van het te‐
lefoonmodel en de modus (stil, trillen
enz.).
Automatisch gesprek in de wacht
Om veiligheidsredenen wordt de
functie Automatisch gesprek in de
wacht standaard ingesteld. Het is
raadzaam deze functie ingeschakeld te laten.
Wanneer een gesprek binnenkomt,
wordt de beller via een bericht geïn‐
formeerd dat u rijdt. Het gesprek start automatisch en de duur van het ge‐
sprek wordt op het displayscherm van het Infotainmentsysteem weergege‐
ven. Neem de telefoon alleen op als
het veilig is om dat te doen.Om Automatisch gesprek in de wacht
uit te schakelen, raadpleegt u
Automatisch gesprek in de wacht in-/
uitschakelen in het gedeelte
Telefooninstellingen .
Wanneer automatisch gesprek in de
wacht uitgeschakeld is, kan een ge‐
sprek worden geweigerd door
Weigeren te selecteren of door de
toets 8 of MODE/OK ingedrukt te
houden. Om de beller in de wacht te plaatsen, selecteert u Pauze; de bel‐
ler wordt via een automatisch bericht
geïnformeerd dat hij in de wacht
staat.
De functie Automatisch gesprek in de
wacht kan tijdelijk worden uitgescha‐
keld door Opnemen te selecteren of
de toets 7 of MODE/OK in te drukken
om het gesprek aan te nemen.
CD35 BT - Gesprekken ontvangen
Neem het gesprek aan door kort op
de knop 7 (op de knoppen op de
stuurkolom) te drukken.
Telefoon93
Het gesprek niet aannemen:■ Houd de knop 8 (op de knoppen op
de stuurkolom) ingedrukt, of
■ Selecteer Weigeren op het display
(door de centrale draaiknop te
draaien en in te drukken)
Wanneer een gesprek wordt ontvan‐
gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het Infotainmentsysteem. Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat
geval de naam weergegeven. Wan‐
neer het nummer niet kan worden weergegeven, wordt het bericht
Onbekend getoond.
De beltoon van het handsfree-tele‐
foonsysteem is afhankelijk van het te‐ lefoonmodel en de modus (stil, trillen
enz.).
Automatisch gesprek in de wacht Om veiligheidsredenen wordt de
functie Automatisch gesprek in de
wacht standaard ingesteld. Het is raadzaam deze functie ingeschakeldte laten.Wanneer een gesprek binnenkomt,
wordt de beller via een bericht geïn‐
formeerd dat u rijdt. Het gesprek start
automatisch en de duur van het ge‐
sprek wordt op het displayscherm van het Infotainmentsysteem weergege‐
ven. Neem de telefoon alleen op als
het veilig is om dat te doen.
Om Automatisch gesprek in de wacht
uit te schakelen, raadpleegt u
Automatisch gesprek in de wacht in-/
uitschakelen in het gedeelte
Telefooninstellingen .
Wanneer automatisch gesprek in de
wacht uitgeschakeld is, kan een ge‐
sprek worden geweigerd door
Weigeren te selecteren of door de
toets 8 ingedrukt te houden. Om de
beller in de wacht te plaatsen, selec‐
teert u Pauze; de beller wordt via een
automatisch bericht geïnformeerd dat
hij in de wacht staat.
De functie Automatisch gesprek in de wacht kan tijdelijk worden uitgescha‐
keld door Hervatten te selecteren of
de toets 7 in te drukken om het ge‐
sprek aan te nemen.Functies tijdens een
telefoongesprek
R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - Functies tijdens een telefoongesprek
Naast volumeregeling zijn diverse
functies beschikbaar tijdens een ge‐
sprek, waaronder:
■ Gesprek doorschakelen naar de mobiele telefoon
■ Ga naar het toetsenblok
■ Beëindig het gesprek
Draai aan en druk op de draaiknop
OK om te selecteren en te bevesti‐
gen.
Schakel het gesprek door van het
handsfree-telefoonsysteem naar de
mobiele telefoon door het weergave- item op de mobiele telefoon te selec‐
teren. Sommige mobiele telefoons
kunnen ontkoppeld raken van het
handsfree-telefoonsysteem tijdens het overschakelen naar deze modus.
Een nummer kan ook op het nume‐
rieke toetsenbord worden ingevoerd
( 3 76) bijv. om een gespreksserver,