28Inleiding
De getoonde opties bieden voor de
desbetreffende muziekstijl geoptima‐
liseerde instellingen voor de lage,
midden en hoge tonen.
Stel de muziekstijl in door aan de cen‐
trale draaiknop te draaien.
Lage en hoge tonen instellen
Selecteer het Klankinstellingen -
menu.
Draai aan de centrale draaiknop om
Bass/treble te selecteren en druk op
de knop om te bevestigen.
Draai aan de centrale draaiknop om
Bass of Treble te openen en druk op
de knop om te bevestigen.
Stel de gewenste waarde in voor de
geselecteerde optie door aan de cen‐ trale draaiknop te draaien en druk op
de knop om te bevestigen.
Geluidsverdeling optimaliseren
Selecteer het Klankoptimalisatie -
menu.Om de geluidsverdeling te optimali‐
seren voor de gehele auto of alleen
de bestuurder, draait u aan de cen‐
trale draaiknop om te selecteren uit:
Auto of Bestuurder .
Instellen door op de knop te drukken.
Volumeverdeling rechts - links
instellen
Selecteer het Klankoptimalisatie -
menu.
Draai aan de centrale draaiknop om
Balans/fader te selecteren. Druk op
de knop om de huidige displayinstel‐
lingen voor Balans weer te geven en
draai aan de draaiknop voor bijstel‐
ling.
Druk de knop in om de gewenste
waarde in te stellen en de Fader-in‐
stelling weer te geven.
Volumeverdeling voor - achter
instellen
De Fader -instelling wordt weergege‐
ven nadat Balans is ingesteld.
Draai aan de centrale draaiknop om
de fader tussen voor/achter af te stel‐
len.Middelhoog volume voorin
Het volume achterin onderdrukken en
alleen het volume voorin de auto ma‐ tigen:
Selecteer het Klankoptimalisatie -
menu.
Draai aan de centrale draaiknop om
Achter UIT te selecteren en druk op
de knop in te stellen.
Automatic Gain Control (AGC)
Contourfunctie inschakelen:
Selecteer het menu AGC
geactiveerd en druk op de centrale
draaiknop om te activeren.
Standaard audio-instellingen
herstellen
Selecteer Standaardinstellingen en
druk op de centrale draaiknop om te bevestigen.
Alle audio-instellingen worden weer
op hun standaardwaarden gezet.
Inleiding29
Softwareversie weergeven
Om de softwareversie weer te geven,
gaat u naar het menu
Softwareversie en drukt u op de cen‐
trale draaiknop.
Volume-instellingen
Snelheidsafhankelijk volume
Wanneer deze functie wordt geacti‐ veerd. wordt het volume automatisch
aangepast om het weg- en windla‐
waai tijdens het rijden te compense‐
ren.
CD30 BT - Volume-instellingen
Wanneer deze functie wordt geacti‐
veerd. wordt het volume automatisch
aangepast om het weg- en windla‐
waai tijdens het rijden te compense‐
ren.
Druk op de toets 0 om het Audio-
instellingen -menu te openen.
Selecteer Andere audio-instellingen
en dan Aanpassing vol. km/u .
Draai de draaiknop om de mate van
volumeaanpassing in te stellen.Een waarde van 0 betekent dat de
functie gedeactiveerd is.
CD35 BT - Volume-instellingen
Wanneer deze functie wordt geacti‐
veerd. wordt het volume automatisch
aangepast om het weg- en windla‐
waai tijdens het rijden te compense‐
ren.
Druk op de toets SETUP / TEXT om
het instellingenmenu te openen. Se‐
lecteer Audio-instellingen gevolgd
door Aanpassing vol. km/u door aan
de centrale draaiknop te draaien en
erop te drukken om de selectie te be‐ vestigen.
Draai aan de knop om de mate van
volumeaanpassing in te stellen.
Een waarde van 0 betekent dat de
functie gedeactiveerd is.
Radio31
■2 3 : Zender zoeken
■ MEM : De opgeslagen lijst met radi‐
ozenders oproepen
■ Zendertoetsen 1...6: Voorkeurzen‐ dertoetsen
■ 0 : Systeeminstellingen
Radio activeren
Druk op de toets RADIO/CD om de
audiobron naar radio te schakelen.
De voorheen geselecteerde zender
wordt nu ontvangen.
Frequentiebereik selecteren
Druk op de toets ⊲ of ⊳ om het fre‐
quentiebereik in het displaymenu te marekren en draai de draaiknop ver‐volgens om het gewenste frequentie‐
bereik te selecteren.
De voorheen geselecteerde zender in dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.Bedieningstoetsen - CD35 BT
De belangrijkste toetsen voor het be‐
dienen van de radio zijn:
■ RADIO : Radio activeren, frequen‐
tiebereik wijzigen
■ 2 3 : Frequentie wijzigen, zender
zoeken
■ Draaiknop in het midden: De opge‐
slagen lijst met radiozenders op‐
roepen
■ Zendertoetsen 1...6: Voorkeurzen‐ dertoetsen
■ SETUP / TEXT : Systeeminstellin‐
gen
Radio activeren
Druk op de toets RADIO om de audi‐
obron naar radio te schakelen.
De voorheen geselecteerde zender
wordt nu ontvangen.
Frequentiebereik selecteren
Druk op de toets RADIO om tussen
de beschikbare golfbereiken te scha‐
kelen (bijv. FM1, FM2, MW, LW).De voorheen geselecteerde zender in dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken R15 BT / CD15 BT / R16 BT /
CD16 BT / CD18 BT - Automatisch
zenders zoeken
Druk even op de de toets 2 of 3
om naar de volgende te ontvangen
zender in het huidige frequentiebereik te zoeken.
Als geen zender wordt gevonden,
gaat het automatisch zoeken door tot
2 of 3 nogmaals wordt ingedrukt.
CD30 BT - Automatisch zender
zoeken
Markeer de frequentie in het display
met de toets ⊲ of ⊳.
Druk op de toets 2 of 3 om naar
de volgende te ontvangen zender in
het huidige frequentiebereik te zoe‐
ken.
Radio37
Met de radio aan drukt u op de toetsRADIO/CD om naar het
Radiofuncties -menu te gaan.
Schakel i Verkeer in/uit en druk op de
draaiknop om te bevestigen.
■ Als verkeersinformatie is ingescha‐
keld, verschijnt i Verkeer in het ra‐
diohoofdmenu.
■ Alleen zenders met radioverkeerin‐
formatieservice worden ontvangen.
■ Als verkeersinformatie is ingescha‐
keld, wordt het afspelen van de cd-/ mp3 voor de duur van het verkeers‐
bericht onderbroken.
■ Verkeersberichten worden niet au‐ tomatisch uitgezonden wanneer
het langegolf- of middengolf-fre‐
quentiebereik is geselecteerd. Ver‐
ander de audiobron of het frequen‐
tiebereik in FM om te verzekeren
dat verkeersberichten automatisch
worden uitgezonden.Blokkeren van verkeersberichten
Een verkeersbericht bijv. tijdens het
afspelen van cd/mp3 blokkeren: Druk op de draaiknop.Het verkeersbericht wordt onderbro‐
ken, maar de verkeersinformatie blijft ingeschakeld.
Programmatype (PTY) zoeken
Druk op de toets RADIO/CD om het
Radiofuncties -menu te openen.
Druk op ⊲ of ⊳ om het frequentiebe‐ reik te openen.
Draai de draaiknop om PTY te selec‐
teren.
Druk op de draaiknop of de toets ⊲ of ⊳ om de lijst met programmatypes
weer te geven.
Selecteer een programma uit de vol‐
gende mogelijkheden:
■ Nieuws
■ Popmuziek
■ Sport
■ Klassieke muziek
■ Varia
Selecteer een zender uit de lijst.
Het systeem stelt automatisch een
programma voor dat overeenkomt
met de eerste selectie.Tekstinformatie (radiotekst)
Bepaalde FM-zenders versturen
tekstinformatie die betrekking heeft
op het uitgezonden programma (bijv.
naam van een nummer).
Druk even op de toets A om deze in‐
formatie te bekijken.
Druk opnieuw op A of verander de
bron om terug te keren naar het ori‐ ginele weergavescherm.
CD35 BT - RDS-functies Configureren van RDS
Druk op de toets SETUP / TEXT en
draai aan de centrale draaiknop voor toegang tot het menu Radiofuncties.
Druk op de knop om te selecteren.
Draai de draaiknop om RDS-AF te
selecteren.
In- en uitschakelen van RDS
Schakel RDS-AF in/uit door op de
centrale draaiknop te drukken.
38Radio
I Verkeersinformatie
(verkeersberichten)
Verkeersinformatiezenders zijn FM
RDS-zenders die verkeersinformatie
uitzenden.I Verkeersinformatie in- of uitschake‐
len
Het in- en uitschakelen van de ver‐
keersberichten:
Druk op de toets SETUP / TEXT en
draai aan de centrale draaiknop voor toegang tot het menu Radiofuncties.
Druk op de knop om te selecteren.
Draai aan de draaiknop om i
Verkeer te selecteren en in/uit te
schakelen door op de knop te druk‐
ken.
■ Als verkeersinformatie is ingescha‐
keld, wordt het afspelen van de cd-/
mp3 voor de duur van het verkeers‐ bericht onderbroken.
■ Verkeersberichten worden niet au‐ tomatisch uitgezonden wanneer
het langegolf- of middengolf-fre‐
quentiebereik is geselecteerd. Ver‐
ander de audiobron of het frequen‐tiebereik in FM om te verzekeren
dat verkeersberichten automatisch
worden uitgezonden.Blokkeren van verkeersberichten
Een verkeersbericht bijv. tijdens het
afspelen van cd/mp3 blokkeren: Druk op de centrale draaiknop (of de
toets /).
Het verkeersbericht wordt onderbro‐
ken, maar de verkeersinformatie blijft
ingeschakeld.
Tekstinformatie (radiotekst)
Bepaalde FM-zenders versturen
tekstinformatie die betrekking heeft
op het uitgezonden programma (bijv.
naam van een nummer).
Houd de toets SETUP / TEXT inge‐
drukt om deze informatie te bekijken.
Druk op de toets / of wacht
30 seconden om weer naar het oor‐ spronkelijke displayscherm te gaan.
Cd-speler39Cd-spelerAlgemene informatie....................39
Gebruik ........................................ 40Algemene informatie
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's, mp3-cd's en
ook wma-cd's afspelen.
Alleen CD15 BT, CD16 BT, CD 18BT en CD 30 BT: AAC- en WAV-formaat
kunnen ook worden afgespeeld.
Belangrijke informatie over
audio- en mp3/wma-cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en het afspeelmecha‐
nisme zwaar beschadigen. Een
kostbare vervanging van uw toe‐
stel is dan noodzakelijk.
■ Audio-cd's met kopieerbeveiliging die niet voldoen aan de audio-cd-
standaard, worden mogelijk niet correct of zelfs helemaal niet afge‐
speeld.
■ Zelf-opgenomen cd-r's en cd-rw's en wma-bestanden met Digital
Rights Management (DRM) van on‐ line muziekwinkels spelen wellicht
niet goed of helemaal niet.
■ Bij Mixed-Mode-CD’s (met een combinatie van audio en data,
bijv. MP3) worden alleen de audio‐
tracks herkend en afgespeeld.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbespeelde
cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt vooral
voor zelfgebrande cd-r's en cd-rw's;
zie hieronder.
■ Zorg dat er bij het wisselen van cd's
geen vingerafdrukken op de cd's
komen.
■ Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler om zetegen vuil en beschadiging te be‐
schermen.
40Cd-speler
■ Vuil en vloeistof op de cd's kunnende lens van de audiospeler binnen
in het apparaat vies maken en sto‐
ringen veroorzaken.
■ Bescherm cd's tegen warmte en di‐
rect zonlicht.
■ De volgende beperkingen gelden voor mp3/wma-cd's:
Alleen mp3-bestanden en wma-be‐
standen kunnen worden gelezen.
Maximale mapstructuurdiepte:
11 niveaus
Maximaal aantal mp3- en/of wma-
bestanden dat kan worden opge‐
slagen: 1000 bestanden
Toepasbare weergavelijstexten‐
sies: .m3u, .pls
De afspeellijstitems moeten als re‐
latieve paden zijn opgemaakt.
■ De bediening van de mp3- en wma-
bestanden is identiek. Wanneer
een cd met wma-bestanden wordt
geplaatst, worden mp3-gerela‐
teerde menu's weergegeven.Gebruik
CD15 BT / CD 16 BT / CD 18 BT
- Gebruik van cd-speler
Cd afspelen starten
Schakel het Infotainmentsysteem in
(door op de knop m te drukken) en
duw de cd met de bedrukte zijde naar boven in de cd-sleuf totdat deze erin
getrokken is: het afspelen van de cd
start automatisch.
Als er reeds een cd in de speler is,
drukt u op de toets MEDIA totdat de
gewenste audiobron geselecteerd is:
het afspelen van de cd wordt gestart.
Let op
Afhankelijk van de op de audio- of
mp3-cd opgeslagen gegevens wordt verschillende informatie over de cd
en de actuele muziektrack op het
display weergegeven.
Album of nummer selecteren
Draai aan de draaiknop OK om een
album of nummer uit de lijst te selec‐
teren.Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk de toets 2 of 3 één of meer‐
dere malen kort in.
Snel vooruit of achteruit
Houd de toets 2 of 3 ingedrukt
voor snel vooruit of achteruit van het
huidige nummer.
Willekeurig afspelen
Houd tijdens het afspelen van de cd
de genummerde toets 2 of 4 (van de
zendertoetsen 1...6) ingedrukt om het
willekeurig afspelen te activeren.
MIX verschijnt op het display wan‐
neer willekeurig afspelen actief is.
Let op
Op een mp3 cd werkt de willekeurige
afspeelfunctie alleen voor het hui‐
dige album.
Houd de genummerde toets 2 of 4
weer ingedrukt om te deactiveren.
MIX verdwijnt van het display.
Willekeurig afspelen kan ook worden
uitgeschakeld door het uitwerpen van
de cd.
Cd-speler41
Let op
Willekeurig afspelen wordt niet uit‐
geschakeld wanneer het audiosys‐
teem uitgeschakeld wordt of de bron gewijzigd wordt.
Pauze
Druk even op de m draaiknop, @ of
tegelijk op de toetsen ! en # om het
afspelen van cd/mp3 cd te onderbre‐
ken. Opnieuw indrukken om het af‐
spelen te hervatten.
De pauzefunctie wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer het volume
wordt ingesteld, de audiobron wordt
gewijzigd of automatische informatie‐
berichten worden weergegeven.
Extra tekstinformatie (cd-text of
id3-tag) weergeven
Na het selecteren van een nummer of
album drukt u even op TEXT of de
genummerde toets 5 (van de
zendertoetsen 1...6 ) om op de cd be‐
schikbare tekstinformatie op te roe‐
pen (bijv. naam van artiest, album of
nummer).Voor het ineens weergeven van alle
tekstinformatie houdt u genummerde
toets 5 of TEXT ingedrukt.
Sluit het weergeven af met de
toets /.
Een cd verwijderen
Druk op de d-toets: De cd wordt uit
de cd-sleuf geworpen.
Als de cd na het uitwerpen niet wordt
verwijderd, wordt hij na enkele secon‐ den automatisch weer naar binnen
getrokken.
CD30 BT - Gebruik cd-speler
Cd afspelen starten
Schakel het Infotainmentsysteem in
(door op de knop m te drukken) en
duw de cd met de bedrukte zijde naar boven in de cd-sleuf totdat deze erin
getrokken is: het afspelen van de cd
start automatisch.
Als er reeds een cd in de speler is,
drukt u op de toets RADIO/CD: het
afspelen van de cd wordt gestart.Let op
Afhankelijk van de op de audio- of mp3-cd opgeslagen gegevens wordt verschillende informatie over de cd
en de actuele muziektrack op het
display weergegeven.
Album of nummer selecteren
Draai de draaiknop om een album of
nummer uit de lijst te selecteren.
Naar de volgende of vorige track gaan
Druk de toets 2 of 3 één of meer‐
dere malen kort in.
Snel vooruit of achteruit
Houd de toets 2 of 3 ingedrukt
voor snel vooruit of achteruit van het
huidige nummer.
Willekeurig afspelen
Open het Andere audio-instellingen -
menu.
Selecteer Random en druk op de
draaiknop om te activeren.